zondag 31 januari 2010

Inquisitie Mode

Soms zit Sterzoeker zo maar wat boeken door te bladeren en vandaag las Sterzoeker iets over de inquisitie. De Inquisitie (van het Latijn inquisitio = onderzoek), voluit: Inquisitio haereticae pravitatis (rechtbank voor ketters), was een rechtbank van de katholieke Kerk, belast met de opsporing, het onderzoek naar en het opleggen van straffen aan ketters. Naast de pauselijke inquisitie bestonden de Spaanse Inquisitie (1478-1834) en de Romeinse inquisitie (1542-1965). Het woord inquisitie komt van de Latijnse term inquisitio, onderzoek.

Een interessant onderwerp waar veel literatuur over te vinden is, daarnaast zijn er vele afbeeldingen gemaakt van rechtszittingen en executies en mijn oog viel vandaag op een afbeelding van een ketter die naar de brandstapel werd gebracht. De veroordeelde ketter was gekleed in een opvallend kostuum.

De Inquisitie was een rechtbank van de rooms-katholieke Kerk en was belast met de opsporing, het onderzoek naar en het opleggen van straffen aan ketters. Was iemand beschuldigt van ketterij dan moest deze persoon bepaalde kentekenen op zijn kleding dragen, waaraan een ieder kon zien dat persoon een veroordeeld ketter was.

In het ergste geval bleef het niet alleen bij deze merktekens, die als boetedoening werden gedragen, maar werd de persoon ter dood veroordeeld. Voor afgaande aan het voltrekken van het vonnis werd de persoon dus letterlijk een boete kleed aangetrokken.

De veroordeelden werden in dit ‘gewijd boetekleed’, het kleed der schande, getooid. Uit de symboliek van de kleuren en tekeningen van hun kleding, sambenitos, (van sacos benitos) en carochas (mijters), zijn aanwijzingen te halen over het lot dat hen te wachten staat.

Als we naar de afbeelding van tot ketter veroordeelden kijken, zien we gekleurde gewaden, costuums en puntmutsen met afbeeldingen. Hier zijn meerdere historische afbeeldingen van te vinden. We ons kunnen dan ook de vraag stellen, waar kwam deze kleding vandaan? Wie maakte deze boete kleden? Was dit een pauselijke instelling, die ook de gewaden van de katholieke priesters en pauzen maken? Of werd dit gedaan door familie van de veroordelen?

Sterzoeker weet het niet, we gaan het verder uitzoeken dus! Of als U het weet, horen wij het graag.

vrijdag 22 januari 2010

Léo Taxil en Duivels Vrijmetselarij



In de boekenkast(en) van Sterzoeker staan veel vreemde boeken. Een van de meest obscure boeken, over de vrijmetselarij, in deze kast, is wel het boek van Léo Taxil; "De geheimen van de vrijmetselarij". (Ned. vert.)

Léo Taxil was een bijzonder mens, die bijzonder dingen schreef. Taxil was met zijn opruiinge boeken niet bij iedereen even geliefd. Léo Taxil was dan ook niet vies van relletje. Allemaal redenen die zijn persoon en boeken interessant maken, om er eens nader in te duiken.



Het boek; "De geheimen van de vrijmetselarij" van Léo Taxil, beschrijft uitgebreid de "duister praktijken van de vrijmetselarij" Het boek is rijk geïllustreerd met spectaculaire afbeeldingen van de, in Taxil's ogen, beschreven duivels vrijmetselarij rituelen.


Léo Taxil

De verspreiding van de oorspronkelijke franse editie van "De geheimen van de vrijmetselarij" getiteld “Les Mystères de la Franc-Maçonnerie” werd door de auteur en uitgever groots aangepakt. Teniend eeen groot publiek te bereiken, en aanschaf mogelijk te maken voor mensen met smalle beurs, verschijnt het werk in afleveringen, in drie verschillende edities, in prijs variërend van 10 tot 75 centimes. Het is niet verkrijgbaar in de boekhandel, maar op het station, waar de afleveringen belanden tussen de stuiverromans. Taxil was daar een bekende. Hij had al de nodige erotische schrijfsels het licht doen zien.

Léo Taxil: Les Mystères de la Franc-Maçonnerie

Om het werk commercieel aantrekkelijk te maken, werden een tekenaar en een graveur aangetrokken, die zich uitleefden in sensationele, vaak gruwelijke prenten, waarop mooie vrouwen veelvuldig aanwezig zijn. Naast mooie plaatjes moest ook de tekst extra boeiend zijn. Er moest gezorgd worden dat de lezers reikhalzend zouden uitkijken naar de volgende aflevering.

Het boek verscheen in meerdere talen en landen.

Levendige beschrijvingen van grotendeels verzonnen rituelen-Taxil bedacht zelfs een compleet vrouwelijk orde! –Ook moord en doodslag nemen een belangrijke plaats in. Gevolg was, dat weer een bestseller aan Taxils successen kon worden toegevoegd.
In het buitenland bleef het boek niet onopgemerkt; nadat het in 1887 compleet was, verschenen vertalingen in Spanje, Italie en Nederland.

Net als de oorspronkelijke uitgave verscheen de Nederlandse editie in afleveringen. Omdat de uitgever, de Liedse antiquaar J.W. van Leeuwen, niet kon beschikken over het Franse illustratiemateriaal, gaf hij de plaatselijke lithograaf opdracht 85 getrouwe kopieën te vervaardigen.

Pagina uit:Léo Taxil "Les Mystères de la Franc-Maçonnerie"

Om het boek voor de Nederlandse markt aantrekkelijk te maken, werd een aanhangsel toegevoegd over de Nederlandse vrijmetselarij. Helaas is niet te achterhalen wie dit supplement heeft samengesteld. De Nederlandse aanvulling is niet anti maçonniek, maar onthult wel geheimen; ritualen voor de leerling-, gezel en meester-graad, een ontwerp van de “Algemene Wet der Orde”, een maçonniek woordenlijst, en nog enkele documenten waarin een aantal vrijmetselaren met name genoemd worden.

Het succes waarop de uitgever hoopte , bleef uit. Taxil was in Nederland onbekend, het publiek was niet gewend aan publicaties in afleveringen en het boek was domweg te dik en te duur. Toen het in 1890 als compleet boek te koop was koste het fl. 7.70 een voor die tijd astronomisch bedrag. Een faillissement was het gevolg.

Pagina uit: Léo Taxil "Les Mystères de la Franc-Maçonnerie"

De bekende Rotterdamse uitgever D. Bolle nam voor een habbekrats de nog n stapels aanwezige losse afleveringen over, liet een nieuwe band ontwerpen en probeerde alsnog een succes te behalen. Ook dat werd een mislukking.
Inmiddels is het boek totaal vergeten, maar ook zeldzaam. Verzamelaars die niet als Sterzoeker geluk hebben zullen een exemplaar bezitten.

Duivels was de vrijmetselarij in de ogen van Léo Taxil, want het boek "de geheimen ven de Vrijmetselarij" bevat in werkelijkheid vele leugens en Taxil schreef het boek om de vrijmetselarij in een kwaad daglicht te stellen.


Reclame poster voor het boek van Léo Taxil: Les mysteres de la Franc-Maconnerie. Deze kreeg in Nederland de titel: "geheimen van de Vrijmetselarij".

Taxil was eerst zelf lid geweest van een vrijmetslaars loge, maar hij werd kort na zijn inwijding in de loge “Le Temple de l’Honneur Français” er weer uitgegooid wegens wangedrag.Hier uit voortkomende schreef hij een reeks boeken met de meest waanzinnige verdachtmakingen aan het adres van de Vrijmetselarij.

Taxil beweerde dat vrijmetselaars de duivel Baphomet aanbaden en beschuldigde Albert Pike, de toenmalige Grootmeester van de Grootloge, ervan dat hij de wereld wilde veroveren met de hulp van Lucifer. Hij werd door paus Leo XIII in audientie ontvangen en was een graag geziene gast op katholieke, anti-maçonnieke vergaderingen

De auteur van dit merkwaardig boek, de Fransman Léo Taxil (1854-1907). Taxil werd geboren als Marie-Joseph Gabriel Antoine Jogand-Pagès op 21 maart 1854 in Marseille (F). Hij volgde school aan het Jezuïtencollege. Na een financieel schandaal slaagde hij erin om naar Frankrijk te ontkomen en belandde aan in Genève (Zwitserland) waar hij zijn naam veranderde in Léo Taxil. Na ook uit Zwitserland te worden gezet wegens fraude, had hij ondertussen amnestie verkregen in Frankrijk en keerde in 1879 terug naar zijn land.

In de hevige antiklerikale sfeer die toen heerste in heel Frankrijk, meende Taxil dat het moment rijp was om antiklerikale publicaties te verspreiden. Hij schreef antikatholieke satires en maakte grappen over kerkelijke leiders. In de hoop om meer antikerkelijk materiaal te vinden trad hij in 1881 toe tot de vrijmetselaarsloge Le Temple de L'Honneur Français van Parijs. Zijn ware aard kwam snel naar boven en nog voor hij zijn 1ste graad kon behalen, werd hij er prompt weer uitgezet.

La Bible amusante

De voorbije jaren hadden zijn antiklerikale schrijfsels en boeken hem een bescheiden inkomen bezorgt maar hij had eveneens de ergernis van de kerk op zijn nek gehaald. Taxil had nood aan een ander doel voor zijn literaire talent.

Léo Taxil: Confessions d’un ex-libre-penseur

Op 23 april 1885 bekende Léo Taxil schuld en berouw voor de 'zonden' (lees: laster en leugens) die hij had begaan door zijn antiklerikale schrijfsels. Vanaf dan richtte hij zijn pijlen op de vrijmetselarij en schreef een hele reeks boeken. Titels zoals Les Mystères de la Franc-Maçonnerie, Le diable au XIXè siècle, Le Anti-christ et l'Origine de la Franc-Maçonnerie enz.
Titelpagina: Le Diable au XIXe Siècle.

Illustraie van Baphomet uit; Les Mystères de la Franc-Maçonnerie

Zijn favoriete onderwerp was de duivel Baphomet die volgens hem in de besloten loges door de vrijmetselaars werd aanbeden. In zijn boeken beschreef hij de tempels die aangekleed werden met de doodshoofden van Jezuïten en er zouden zich afschuwelijke rituelen afspelen. In andere publicaties had Taxil het over de duivelse eenheid van alle loges en Obediënties waar ook in de wereld.

Beroemd werd ook zijn valselijke beschuldiging aan het adres van Albert Pike, de toenmalige Grootmeester van zijn Orde die volgens Léo Taxil zou gezegd hebben: "Op 14 juli 1889 heeft Albert Pike, de Soevereine Opperpriester van de Universele Vrijmetselarij, zich gewend tot de 23 Allerhoogste Raadsleden van de Confederatie, en hen de volgende instructies overhandigd. [..] Dat de Religie van de Vrijmetselarij door alle geïnitieerden van de hoogste graad, zich moeten houden aan de zuiverheid van de Luciferiaanse Doctrine...enz.".

Titelpagina: La Vie de Jesus


Op het hoogtepunt van de hele hetze werd er in 1896 in Trente zowaar een anti-maçonniek congres georganiseerd. Maar liefst 36 bisschoppen, 50 episcopale afgevaardigden en meer dan 700 gedelegeerden, waarvan de meerderheid tot de clerus behoorde, waren hierop aanwezig Taxil's boeken werden een groot succes en hij oogstte zoals verwacht veel bijval in katholieke kringen maar viel weldra door de mand.

Le Fils De JésuiteTitelpagina: Le Fils De Jésuite

Op 19 april 1897 gebruikte Léo Taxil zijn immense populariteit om een grote meeting te houden in Parijs. Vele journalisten alsook leden van de katholieke hiërarchie kwamen er op af. Tot ieders verbazing verkondigde Taxil op deze meeting, dat elk woord dat hij de voorbije twaalf jaren had geschreven over die zogenaamde maçonnieke duivelsaanbidders kompleet verzonnen was, inclusief de beschuldigingen aan Albert Pike, en "dat alles ontsproten was aan zijn vruchtbare verbeelding.

Een Parijse krant publiceerde de daarop volgende week de 33 bladzijden tekst van zijn speech. De onverbeterlijke opportunist en fraudeur werd genoopt om Parijs te verlaten en hij trok zich terug in een statig landhuis op het platteland, waar hij een comfortabel leven leidde tot aan zijn dood in 1907.

U begreep het waarschijnlijk al; Sterzoeker is een groot verzamelaar van boeken van Léo Taxil. in de boekenkast van Sterzoeker zijn o.a te vinden. (Daarnaast een aantal vertalingen in het Nederlands en in het Engels):
•Confessions d’un ex-libre-penseur (?)
•À bas la calotte ! (1879)
•Les Soutanes grotesques (1879)
•La Chasse aux corbeaux (1879)
•Le Fils du jésuite (1879)
•Calotte et calotins (1880-1882). Histoire illustrée du clergé et des congrégations.
•Les Borgia (1881)
•Les Pornographes sacrés : la confession et les confesseurs (1882)
•La Bible amusante (1882)
•Un Pape femelle (1882)
•L'Empoisonneur Léon XIII et les cinq millions du chanoine (1883)
•La Prostitution contemporaine (1883)
•Pie IX devant l'Histoire (1883)
•Les Amours de Pie IX (1884) Livre publié sous le pseudonyme d'A. Volpi mais désavoué par Léo Taxil.
•Les Maîtresses du Pape (1884)
•La Vie de Veuillot immaculé (1884)
•Les Mystères de la Franc-Maçonnerie(1887)

donderdag 21 januari 2010

De God heeft Gesproken (5)

Toen ik wakker werd, speelde een zonnestraal in mijn kamer.
Alles was tip en top klaar, maar zonder zon viel niets te doen. Het was de enige medewerkster waar ik geen vat op had. Daar zij mij wakker kuste, zag ik daarin het voorteken dat mijn duurbaarste wensen in vervulling zouden gaan.


Ik was mij vlug, zoals ik dit sedert weken deed, met natron water. Ik kleed me in mijn linnen gewaad, schuif mijn voeten in de sandalen uit nieuwe papyrus en sla een mantel om.

Het kornalijn-groene amulet ligt op de tafel naast de sleutel van mijn heiligdom.
Met eerbied waarmee ik het grootlint van een ridderorde zou aandoen, doe ik mij het toverjuweel om de hals.

Ik heb nog eens nauwgezet al de rituele voorschriften nagegaan. Niets vergeten, noch verkeerd gedaan: Ik kan de eredienst beginnen.

___________Wordt vervolgt!_____________

woensdag 20 januari 2010

Tempel van Bastet ontdekt in Alexandrië

Vandaag stond er in verschillende kranten dat er in Alexandrië een tempel van koningin Berenike is ontdekt. Er zijn beeldjes gevonden van Bastet en van verschillende andere goden.

Een kalksteen beeld van de god Bastet, de kat die is gevonden in de overblijfselen van een tempel die behoren aan koningin Berenice, de vrouw van koning Ptolemaeus III (246-222 voor Christus) in Alexandrië, Egypte. Foto: Egyptian Department of Antiaquities/ / EPA

Een 2200 jaar oude tempel die is gewijd aan de oude Egyptische god, kat Bastet is opgegraven in Alexandrië, de Hoge Raad van Oudheden maakte dit bekend op 19-01-2010. De vindplaats heeft een afmeting van 60 bij 15 meter.

De ruïnes van dit Ptolemaeïsche-tijdperk gebouw, werden ontdekt door de Egyptische archeologen, in de havenstad, gesticht door Alexander de Grote rond 331 voor Christus. Alexandrië was de zetel van de Grieks-sprekende Ptolemaeïsche dynastie, die Egypte regeerde gedurende 300 jaar, tot de dood van koningin Cleopatra.

Een gekleurde beeld van een jonge vrouw die de naam Bastet draagt. Foto: SCA

In de verklaring van de Raad wordt gemeld, dat van de van tempel wordt gedacht, dat deze toebehoorde aan koningin Berenice II, de vrouw van Ptolemaeus III, die regeerde tussen 246BC-222 voor Christus.

Mohammed Abdel-Maqsood, de Egyptische archeoloog die de opgravingen team leidde, zei dat de ontdekking het eerste spoor kan zijn naar de lang gezochte locatie van het Koninklijke gedeelte van Alexandrië.

Een watertank opgegraven in Kom el Dikka, die dateert uit de derde eeuw na Christus. Foto: SCA

Het grote aantal beelden van Bastet, gevonden in de ruïnes, zei hij, suggereren dat dit misschien wel de eerste Ptolemaeus-tijdperk tempel, ontdekt in Alexandrië, gewijd aan de kat God. Dit zou erop wijzen dat de aanbidding van de oude Egyptische kat-god voortgezet werd tijdens de latere Grieks-beïnvloede Ptolemaeïsche periode

Hoofd van een beeld uit de Ptolemeïsche tijdperk, een van de meer dan 600 standbeelden ontdekt bij de opgraving te in Alexandrië. Foto: Supreme Council of Anitquities

Hij voegde toe dat er ook beelden van andere oude Egyptische godheden werden gevonden in de ruïnes,

Zahi Hawass, hoofd van de Egyptische archeologen, melde dat de tempel in latere tijden is gebruikt als een steengroeve, zoals blijkt uit het grote aantal ontbrekende blokken stenen.

Beeldje van een kat die een vogel tussen de voorpoten vast heeft. Foto: SCA

De tempel werd gevonden in de Kom el-dekka gebied, in de buurt van de moderne stad, het station, en de plaats van een Romeins amfitheater, en goed bewaarde mozaïeken.

Het moderne Alexandrië is pal op de ruïnes van de klassieke stad gebouwd. Veel tempels, paleizen en bibliotheken uit de oudheid zijn daardoor nog altijd niet opgegraven.

dinsdag 19 januari 2010

De Dames van de Vrijmetselarij

Bent u ook zo gek op historische foto's? Sterzoeker heeft in de loop der tijd een aardige collectie oude foto's verzameld, die verband hebben met magie, mystiek of oude mysteriën, daar zitten ook prachtige foto's tussen van dames die bekleed zijn met regalia van de vrijmetselarij.
Dames en vrijmetselarij...MMmm zult u denken, gaat dat wel samen? Wel degelijk dus, kijk maar eens naar onderstaande foto's.












Naar het Onbekende (4)

-Wil je geen tong met botersaus?

Mijn echtgenote stond naast me, een beetje bedremmeld en verbaasd, met een prachtige gebakken tong in botersaus op een bord.

-Je weet toch dat ik geen vis meer eet.

-Zeker zeker, maar ik dacht als ik een lekker tong ga bakken, zoals je ze normaal graag lust, dan komt je zin in vis wel weer terug.

-Bedankt schat, maar ik wil even een periode heelmaal geef vis eten, dus ook niet in een ander vorm of soort.

-Zoals je wil.

Weken gingen voorbij. Mijn levenswijze is geheel verandert. Ik ga veel naar Mar en lees veel boeken. Dikwijs volstaan enkele minuten om mijn vragen te beantwoorden. Ik geniet om de boeken van Mar door te lopen en vooral om tal van aantekeningen over te nemen over de god Anubis.

-Zeg Mar, waar vind ik de beste beschrijving en afbeeldingen van Anubis?

-Kijk in de < Dictionaire de Mythologie > van Lanzone en het < Catalogue divinités du Musée du Caire > Daarin vindt je alles wat je over Anubis wilt weten.

-Mar, rare vraag maar hoe denk jij dat ik hem ga zien?

-Wie hem?

-De God. Zal hij in de vorm van een dier verschijnen, of wel met het menselijke lichaam en de jakhalskop?

-Wat kan ik op zoiets antwoorden. Stel je alle vormen voor, dan zul je vast en zeker minder teleurgesteld zijn. Tijdens het Romeinse tijdperk zag hij er niet tegen op om als legioensoldaat te verschijnen. Het is dus best mogelijk dat je hem ziet met schild en speer.

In onze slaapkamer en werkkamer heb ik afbeeldingen van de God geplaatst. Ik bezie ze met ontroering en devotie. Enkele eerbiedswaardige aanbiddingformules ken ik van buiten en zeg ik dagelijks op < Anubis, Hoofd der Westerlingen, Meester van de Slangenberg, gij die in de oasis verblijft>

Uit Assiout Egypte liet ik de klei komen en zand uit de Lybische woestijn. Anubis is het hoofd der Westerlingen. Het zand uit de Arabische woestijn zou hem minder aangenaam kunnen zijn. Ik slaagde erin olie te krijgen gemaakt uit de vruchten van olijfbomen van de oasis Farafreh.

De wierook ingrediënten haalde ik bij een winkel gespecialiseerd in reukstoffen en kaarsen.

Toen ik de ingrediënten bestelde haalde de verkoper een catalogus te voorschijn en prees ook de kant en klare befaamde Indische wierookstokjes aan, maar wilde ik niet. Het was mij immers onmogelijke te zeggen welk gebruik ik van de wierook wilde maken; zodat ik ten slotte tamelijk kortaf verklaarde, dat ik die reukstoffen wilde en geen andere.

Toen ik de wierook klaar had heb ik ze uitgeprobeerd.

Ik gooide een paar korreltjes op een branden kooltje. Rook steeg op in zware krullen en daalde daarna neer. Ik snoof de lekkere geur op, als voorpret over wat er nog komen gaat. Mijn hoofd werd echter zwaar en ik heb de venster geopend om frisse lucht binnen te laten en deze met volle teugen in te ademen. Er is natuurlijk oefening nodig.

Mijn vrouw vertelde mij later op de dag, dat er zo’n eigenaardige geur in mijn kamer hing; de gordijnen waren er letterlijk van doordrongen, beweerde zij, en het openzetten van het raam had de lucht niet in zijn geheel verdrongen.

O, ik weet het, zei ik achteloos, waarschijnlijk die fles aftershave, die ik vanochtend gebruikt heb…de geur was inderdaad doordringend.

Als mijn beste vrienden mij ontmoeten, maken ze soms opmerking over wat ze noemen, dat ik verandert ben.

Zij weten natuurlijk niets en Mar en ik hebben een plechtige belofte afgelegd;
-Wij zullen niets laten uitlekken van wat ik doen wil
-Ik zal aan niemand vertellen dat Mar hier bij betrokken is.
Ik vroeg nog aan Mar of zij achterna geen spijt heeft, dat ze aan dit project is begonnen. Mar antwoordde;

-Nee, ik beken dat het een gek project is, maar jij gaat er zeer serieus mee aan de slag. Jij stap als een priester zo waardig in dit project.

Waar toe zou het anders dienen, de studie van al die boeken en het bestuderen van afbeeldingen. De verdieping in deze materie heeft mijn gehele houding verandert. Hij die de God Anubis wil aanschouwen dient “zuiver" te zijn.

Ik had nog een lastige vraag aan Mar; Mijn vrouw moest het toch wel weten.

-Mar, luister eens ik heb nog een heel bijzondere vraag aan je. Zou je me willen helpen?

Mijn vrouw is ongerust en ik moet haar nu toch wel eens gaan vertellen wat ik van plan ben. Zij gaat mijn doen en laten na en ik weet dat ze er met een vriendin over heeft gesproken. Zij beelden zich in dat ik ziek ben; Ik heb immers wat eten en drinken betreft mijn hele levenswijze moeten veranderen. Ik ben veel minder gaan eten. Om maar niet te spreken over het brood, die ik speciaal laat bakken, volgens de voorschriften die Mar me gegeven heeft uit de studie van professor Borchart.

-Je begrijpt Mar, we moeten haar gerust stellen en haar vertellen dat ik met dit experiment bezig ben, misschien kan jij haar gerust stellen dat ik hierbij geen gevaar loop.

-Daarvan ben ik niet zeker

-Mar, dat doe me een plezier, Jij gelooft dus dat Anubis zal komen?

-Wel neen, helemaal niet, maar ik wil je wel waarschuwen voor de ontreddering die uit deze gril, van jou, kan voortkomen.

- Ach zo, maar dit moet je niet beletten mijn vrouw gerust te stellen en je moet haar zeggen dat ze mij niet moet hinderen. De lieve schat, er zijn dagen dat ze mij bekijkt met de ogen van een trouwe hond, ze ziet er waarlijk ongelukkig uit, jouw tussenkomst zal haar geruststellen.
Mar, Ik zal je mijn voorbereidselen laten zien, ik ben nog niet klaar, maar je moet zo maar eens de kamer komen bekijken, en bekijken of het in orde is.

-Ben je al klaar dan?

-Bijna, maar het heeft je goedkeuring nodig

De volgende dag liet ik Mar de aanroepingskamer zien. Wij hebben een groot huis en een kamer was in gebruik als opslagkamer voor spullen die we tijdelijk niet gebruikten. Deze kamer diende uitstekend het doel en alle spullen, uit de kamer, werden verdeeld over de rest van het huis.
De deur van de kamer is op het zuiden, dat kwam goed uit. Verder hoefde er niet veel te gebeuren, behalve het verduisteren van de vensters.
Daar het ritueel spreek van een zorgvuldige reine vloer heb ik de oude vloer delen verwijdert en nieuwe natuursteen plavuizen gelegd. De muren zijn afgekrabd in opnieuw gestuukt en geplaastert in de kleur van leem. Er blijft slecht over dat ik alles nog moet afwassen met natron water, als het ogenblik gaat aanbreken.

-Mar kwam binnen

-Men zou zich waarlijk indenken te Cheikh abd-el-Cournab te zijn, in een van de onafgewerkte graven.

-Mar, denk je niet dat het goed zou zijn als ik wat figuren op de muur ga schilderen? Enkel symbolen die de God goed zouden stemmen.

-spreek je de taal?

-Nee….

-Dan is het beter om dit niet te doen

-Waar zijn de andere voorwerpen?
Ik toog met Mar naar mijn werkkamer en liet haar de klei voor de bakstenen, de vorm, een hoeveelheid fijnzand en de houtskool voor het vuur zien.

-Kijk ook even naar de lamp
Ik liet Mar de lamp van ver zien, met streng verbod iets aan te raken, mijn witte lamp, waarop reeds de figuren en voorgeschreven legenden geschilderd zijn. Ik aarzel even.

-Denk jij Mar, dat het zo gaan zal? Ik schreef de spreuken in het Frans, omdat ik jou franse boek als voorbeeld gebruikt heb. Zou je denken dat de God de Franse taal verstaat?
Mijn vriendin Mar is bij gelegenheid een droogscheerder.

-Geen twijfel mogelijk, Sedert Champollion hebben al de onsterfelijken van Egypte Frans geleerd. Het was het minste wat ze voor Champollion konden doen!

-Grapjes, nu even serieus, gaat dit werken?

-Wel ja, Ik aarzel…als de god Anubis je oproep beantwoordt, verstaat hij Frans; maar als hij Egyptisch spreekt ben jij even ver. Doe maar alsof de goden al de talen verstonden en dus ook het Frans. Mocht het op een fiasco uitlopen, dan kan je er uit opmaken dat de Goden niet op de Hoge School voor Talen hebben gezeten.

Behoedzaam haal ik uit een kast mijn groot gewaad, van fijn linnen, geweven te Assiout.

-Jij bent waarlijk een wonderbaar mens. Met de zelfde toewijding had je ook net als ik Egyptoloog kunnen worden.

-Ik ben al maanden bezig en heb in jouw boeken gelezen wat het ideaal der wijzen is. Sedert die tijd leg ik mij ijverig op deze gewijde arbeid toe. Jij zult net als ik moeten toegeven. Dat op het moment dat de goden aan de mensen hun geheimen onthullen om hen op te roepen en te ondervragen, het niet is omdat men ze zou vergeten en behandelen of ze nooit bestaan hadden.
Ik heb nog iets wat ik je moet laten zien, een van de dingen waar ik het moeilijkste aan kom komen. “Kun je het raden?” Vroeg ik Mar en ik liet haar de glazen pot met schroefdeksel zien, gevuld met kleine onregelmatige korrels.

-Zal ik een korreltje voor je op het vuur werpen.

-Wat is dat?

-Het middel om de God tot afscheid te dwingen na het onderhoud.

“Uitwerpselen van bavianen”? schatert mijn vriendin Mar, waar heb je dit zeldzame product verkregen?

-In de Zoo, natuurlijk
Ik was in de dierentuin en ik ging een ging een gesprek aan met de verzorger en ik heb hem gevraagd of hij wat apendrek aan mij wilde afstaan, de reden die ik opgaf was dat ik tropische platen heb, die alleen gedijen op het product van deze apen. Niets is gemakkelijker, zei de vriendelijke verzorger en bij mijn volgende bezoek, overhandigen hij mij een boterhammenzak gevuld met de kostbare stof.

-Heb je al beproefd?

-Natuurlijk, sindsdien heb ik zelfs een hoge dunk van de fijngevoeligheid van Anubis reukorgaan. Men zou voor minder op de vlucht slaan.

-Nog weken werden besteed aan de volmaking van mijn spullen en aan mijn persoonlijke voorbereiding.

Zuiver zijn, Zuiver zijn! Wat een ingewikkelde en moeilijke bereikbaar ideaal. En wat een gedoe om een olie lamp te laten branden, met een vlam die niet te groot, en niet te klein is en niet te veel flakkert.

Uren heb ik doorgebracht met het opzeggen van de aanroepingsformule. Ten einde niet te aarzelen aan het vreselijke < AKhakharkhangrabounzanouni> of < Eskhs, Poe, Efkhoten> beproef het zelf maar een; de eerste maal lijkt het simpel, maar met moet het zevenmaal na elkander uitroepen en dan wordt het heel wat moeilijker dan < Konstantinopolitaanschepaternosterbollekesfabriek>

Op zekere dag stond ik op met het gevoel dat alles gereed was, door en door af was, en dat niets de meer het lang verwachte ogenblik zou kunnen doen uitstellen.

Het laatste offer moest ik alleen nog brengen.
Sedert lange tijd gebruikte ik een uitstekende ontharingscrème, die mij het laatste haartje van lichaam, benen, armen en handen had weggenomen en Iedere ochtend schoor ik mijn gezicht glad met het scheermes.; slechts mijn kruin behoefde nog glad geschoren. Ik had hier mee tot het laatst gewacht, omdat ik uit menselijk opzicht enigszins aarzelde.

Bij de kapper ontspan zich een grappig gesprek;
-Hoe wilt u het? Met de schaar of met de tondeuse?
-op zijn barbiers, met het scheermes!

Ik zie in de spiegel het verbijsterde gezicht van de kapper.
- Je moet maar denken dat ik voor kale kikker aan het studeren ben.
-Meneer, men keert terug tot de oude gebruiken, vroeger deed men het ook.

-Juist daarom wil ik het.

Mij haar viel als een stille offer voor mijn dierbare Anubis. Ik heb hem inderdaad hartstochtelijk leren liefhebben en nu zie ik, met ongeduld, er naar uit hem te zien.

Toen ik de haarkapsalon verliet, heb ik mijn hoed diep op mijn hoofd gedrukt, hopende geen enkele kennis te ontmoeten, wiens groet ik beantwoorden moet. Ik ben haastig naar mijn vriendin, Mar de Egyptoloog gegaan. Zonder mijn hoed af te nemen liep ik haar huis binnen. Eer zij mijn jas aan kon nemen wierp ik mijn hoofddeksel in een stoel, mijn armen aanbiddend opgeheven en op plechtige, slepende toon zeg ik;
-"..., Zijt gij de enige wiek uit het linnen van Thoth? …."

Mar kijkt ernstig naar mijn; heeft zij begrepen dat het grote uur nader?

-”morgen”, fluister ik.
-Is alles gereed?
-Alles
-Heb je goed nagedacht?
-Volstrekt! Waarlijk je ziet er zelfs ontroerd uit.

-Natuurlijk. Ik zou beter lachen, maar ik had krachtdadiger moeten zijn, je tegen moeten houden van deze dwaasheid. Ik had bij jou niet eens de zinsbegoocheling moeten verstreken, door je vragen te beantwoorden…en je de indruk moeten geven je halsbrekerij ernstig op te nemen.
Zo dus ga je morgen de beschermer van de doden uit de eeuwigheid oproepen? jij zult hem zien, hem spreken, hem horen.

-Ik heb het verdient en ik reken er op.
Mar, jij krijgt als eerste de nieuwsberichten. Tot ziens.

-Wacht even?
Mar opende een lade van haar schrijftafel.
Zij hield een voorwerp in de hand.

-Luister, vriend, voor je morgen begint, hang je dit om je hals.
Mar reikte mij een groen sieraad aan.
-Wat is het?
-Het is de lendengesp van Isis, beschreven in het < Doden boek> ; hij die het draagt is buiten gevaar.

Mar was zichtbaar ontroerd.
Een oneindig gevoel van blijdschap vervulde mij.

-Laat mij je omhelzen, oude vriendin, je doet mij een genoegen die ik nooit vergoeden kan.
-Hoe zoo?
-Maar jij gelooft de papyrus…. Ik zal Anubis zien!

Een Besluit ...met Gevolgen. (3)

Ik heb de hele dag gepiekerd en duizend maal voor en tegen gewikt en gewogen, om tot een vast besluit te komen of ik de oproep aan de Goden ga uitvoeren.

Wat kan er gebeuren? … Ik ben alleen op de wereld.
Mijn ouders lieten mij een gezellig fortuintje na, dat volstaat om al mijn grillen te voldoen. Men heeft mij wel eens verweten als een fijnproever te leven, van het doelloos door het leven te gaan, zonder een levenstaak te kiezen. Mar, met wie ik sinds de schoolbanken bevriend ben, heeft haar leven gewijd aan de Egyptologie.

De omstandigheden zijn zo, dat niets mij kan beletten te slagen, als alles met de grootste nauwkeurigheid geschiedt. Ik beschik over tijd en geld. Toch geef ik me rekenschap dat ik op mijn eentje in de onmogelijkheid verkeer aan de nauwgezette toepassingen van de voorschriften te voldoen. Het gaat immers om een experiment, waarvan de uitslag afhangt van de samenwerking op het gepaste ogenblik van de vele voorwaarden die het milieu scheppen, waarin het verschijnsel zich kan voordoen, en zonder deze voorwaarden lukt het niet.

Vanochtend belde ik vroeg bij mijn vriendin aan. Ik bracht haar de boeken terug, waaruit ik de gegevens geput had die mij nuttig toeschenen.

-Welnu, zei zij spottend, wat zeggen de Goden heden morgen?

-Wil je, beste vriendin, mij even aanhoren? Dit maal ben ik het die tegen over jou de rechten van de gezonde historische kritiek ga verdedigen; ja, ja lach niet; tegen je ongeloof en fantasie

-je bevalt me in de rol van profeet, waar gaat het om?

-Zul je kalm luisteren en niet vanaf mijn eerste vragen je stokpaardjes bestijgen?

-Ik heb geen dringend werk deze ochtend en ik beloof, tenminste voorlopig, rustig te luisteren, waar je naar toe wilt.

-Mar, ik heb de teksten uit die geweldige boeken, waar ik op dit ogenblik, naar het mij toeschijnt, meer geloof aan hecht dan jij, gelezen, herlezen en overgeschreven.

-Wat bedoel je?

Dit: Maspero, Griffith en Thompson hebben een mooi gedeelte van hun wetenschappelijk werk besteed aan het overbrengen van het demotisch schrift in het Frans of in het Engels , die naar hun oordeel belangwekkende genoeg is voor de levende om er zoveel van kostbare tijd in te steken.

Ga, verder je verbaast mij!

Nu, gaat het om een van beide. Ofwel de papyrus is niets waard, omdat hij brabbeltaal bevat- een mening waar Maspero schijnbaar niet achterstaat- of bezaten de ouden werkelijk een middel om de Goden te voorschijn te roepen? ..heb je ooit op andere Egyptische teksten de kanttekening gelezen ?

-Jazeker op de papyrussen met geneeskundige voorschriften.

-In welke omstandigheden?

-Mijn geleerde vriendin aarzelt even …

-kijk, het gold geneesmiddelen voor bepaalde ziekten. De arts die deze recepten had uitgeprobeerd, heeft de uitwerking bij zijn zieken opgetekend.

-Ik neem aan dat je aanneemt dat die aantekeningen in zo’n geval geloofwaardig zijn?

-waarom niet?

-Dan moet je dezelfde waarde toekennen aan de randtekening van Maspero.

-Toe maar dat gaat niet op.

- Luister eens, ben jij niet van mening dat de Egyptenaren zaken hadden uitgevonden waarover wij ontwetend zijn? Zij kende de waarde, bij de diagnostiek van hartkloppingen, terwijl wij daar nog maar een paar eeuwen mee bekend zijn. Denk aan de verhalen in de Bijbel over de strijd tussen de tovenaar van de Pharao en Mozes. Je gelooft even min als ik dat dit een voorstelling van goochelaars betrof aan het hof van de koning. Jullie Egyptologen vormen een kransje van lieden die, na Champolion beweren het beeldschrift te ontcijferen, daar twijfel je niet aan, toch?. Is de vertaling van deze Egyptologen goed, dan moet men Anubis kunnen oproepen. Blijft de god weerspannig, nadat men nauwgezet al de voorschriften in de tekst beschreven heeft toegepast, dan kan men concluderen dat de vertaling niet deugt.

- Formidabel zoiets!

-Zeg me liever waarin mijn benadering mank gaat.

-Men mag wel aanvaarden, dat een gek in een uur meer vragen stelt, dan een wijs man er in gans zijn leven oplossen kan.

-Om kort te gaan, wil je me helpen Mar?

-Waarmee moet ik je helpen?

-In de handelingen staan een aantal zaken, die voor jou klare taal zijn en die in tegendeel voor mij een mysterie zijn. Maspero behandelt zaken die iedereen rondom hen kende, maar waarover ik totaal onwetend ben.

-Bijvoorbeeld?

-Hoe de Egyptenaren hun bakstenen maakten. Ik moet immers de lamp plaatsen op een baksteen vers uit de vorm genomen.

Mar stond op uit haar stoel, doet een paar stappen naar haar boekenkast. Een glimlach omzfeet haar lippen. Men vraag haar een greintje van haar wetenschap en zie daar…

-Kom maar eens hier; dit is een bekende afbeelding uit het graf van Rekhmara; daar zijn steenbakkers aan het werk. Zij halen de klei uit een poel en geven er daarna vorm aan. Een tweede boek word geopend; het verslag van Petrie over de opgravingen van Kahoun.
Kijk hier een vorm waarin klei geperst wordt.

Mar is de wetenschap in persoon; met zulke gegevens kan ik voor uit. De klei laat ik komen uit Egypte. Uit een moeras, dat zich aan de voet van de Assioutgebergte bevindt.

-Waarom

-Wetenschappelijk methode, beste Mar; ik wil dat mijn steen een ware baksteen uit Lycopolis, de geheiligde stad van Anubis is. Want anders kun je na afloop bij mislukking zeggen; < jij had immers de goeie baksteen niet> en dat soort fouten moet ik zien te voorkomen.

-Mar lacht gulhartig. Ze is in goede stemming, nu kan ik de vraag stellen die mij op mij lippen brandt.

De papyrus schrijft < Gij zuiver zijnde > Wel ik beken graag dat ik geen helder beeld heb van wat de Egyptische schrijver hier mee bedoelt. Wat moet ik doen om volgens Egyptische normen zuiver te zijn, zodat mijn plannen niet in duigen vallen.

Een derde boek werd te voorschijn gehaald < Het boek der doden > Mijn vriendin bladert even, tot zij bij hoofdstuk 125 stilhoudt, zij leest ….en glimlacht.
-Eerst laat je je hoofdhaar helemaal wegscheren, de schedel moet zo glad zijn als een biljartbal.
-Om ’t even als het nodig is, is het nodig
-Dat is niet alles. Ook alle haartjes moeten van het lichaam verwijdert worden, wat zeg je daar van?
-Als ik daarna Anubis zie, waarom niet?
-Verscheidene weken voor de proefneming moet je je tal van voedingswaren ontzeggen, in bijzonderheid vis.
-Jammer ik eet graag vis.
-Geen gegiste dranken.

-Mar, wees zo lief me dat monnikenregiem, dat ik volgen zal, op te schrijven; Het gebeurd niet alle dagen dat men aan een vriend volstrekte zuiverhied mag voorschrijven.

-Neem je me soms niet in het ootje?

-Nee, Mar, nooit was ik ernstiger…komt er verder niets erger in voor?

-Nog enkele bijzonderheden, dat je kleding van zuivere linnen moet zijn. En over nieuwe sandalen. Dan nog de samenstelling van een groene verf om op het gepaste ogenblik een kever op de tong te schilderen.

-Echt?

-Lees zelf!

-Het zij zo, al het moet, dan moet het. En nu vraag ik je Mar, wil je me helpen?

-Ik heb weinig zin om met jou in dit belachelijk avontuur te storten.

-Met mij, nee, dat bedoel ik niet. Ik ga de proef alleen aan. Ik ken je goed genoeg, om je niet rechtsreeks bij mijn onderneming te betrekken. Jouw rol blijft de hele tijd zuiver wetenschappelijk. Stel ze zouden je in Leiden vragen om een vertaling te maken van een papyrus, zou je weigeren? Nee, niet waar? Ik stel dan ook voor dat je me gewoon een rekening stuurt van de bijzonderheden waarover ik uitleg vraag. Gaat deze vlieger op?
Ik voelde de aarzeling bij Mar, laat mij iets beproeven dat buiten het gewone. Laat mij eens met volle overtuiging en met gloed een doel nasterven.

-Okay, het zij zo, ik zal je documenteren, maar op de stellige voorwaarde, dat mocht je iets raars overkomen dat ik niet verantwoordelijk ben.

-Wat vrees je dan, Mar?

-Pas op men speelt niet straffeloos met zulke zaken.

-Dus jij meent dat ik ga slagen?

-Leg me geen woorden in de mond, die ik niet heb uitgesproken! Ik bedoel te zeggen dat sommige mensen ook met geesten menen te spreken en dat ze tafels laten dansen.

-Mar, gij hebt me al zo vaak voor gek versleten, deze kan er dus ook nog wel bij. Mar begon te lachen en gat te kennen dat ze mij “ project “ zou steunen.

-Wanneer begin je?

-Zo spoedig mogelijk. Ik zal dikwijls naar je toekomen om raad, want ik heb nog veel te leren om een echte magiër te worden.

Zo kwam ik dus tot het besluit om wat er in dit oud Egyptisch toverboek staat beschreven in de praktijk te brengen.

maandag 18 januari 2010

Het Toverboek (2)

Ik was op vistite bij Mar en ik nam een aantal boeken mee, omdat ik de oude toverspreuk, om in contact te treden met de Egyptische goden wil uitvoeren.

Afgelopen zondag herlas ik zorgvuldig de teksten van Maspero en terwijl de Franse geleerde een aanroepingplechtigheid beschreef, met gebruik van een olielamp, met of zonder hulp van een kind, die als medium optrad, kwamen mij de woorden van Mar ”Jij bent gek, als dit gaat opvoeren” weer in gedachte.

Stelt u zich een voor, dat ik plechtig en ernstig, met van aandoening trillende stem uitroep: Tabao, Basoukhan, Amo, Akhkharkhangrabounzanouni –edikomto, Gethoubasatthou-ritchmila –alo--- en dat zeven maal?

U kan zich bijna niet inbeelden wat het allemaal inhoudt. Voorbereiding van de kamer, de lamp, samenstelling van de wierook volgens draconische voorschriften, evenzo voor de zalf die men op de ogen moet strijken.

Na een uur op de tekst van Maspero “geblokt” te hebben had mijn stellige overtuiging van gisteren een ferme deuk gekregen en om orde in mijn gedachten te brengen, ondernam ik een lange wandeling.Tijdens de wandeling kwamen de vreselijke woorden ”Uitstekend, uitmuntend en beproefd” opdringerig terug. Een ander pijnlijke gedachte sloop verraderlijk in mij; Zou mijn twijfel niet het begin zijn van Schrik?

Lieve lezers van Sterzoeker. Stelt u in mijn plaats. Men zegt wel uitdagend dat men de verschijning van een god zal beproeven, maar inwendig is men overtuigd dat alles maar lol is en dat handelingen over toverij nooit anders zijn geweest, in handen van charlatans een middel om goedgelovigheid van simpele mensen uit te buiten.

Maar stel nu eens dat men de hand heeft weten te leggen op een oud Egyptische tovenaars geschrift, waarbij die van de moderne magiërs verbleken, dat wil men het toch proberen, dan is men toch geneigd te geloven dat er resultaten te bereiken zijn.

Dat is nu precies de reden waarom ik mij na de wandeling, mij wederom verdiepte in het oude geschrift.- Op dezelfde grondige wijze als waarop mijn vriendin Mar, wanneer zij haar teksten ontcijfert, - om de voorschriften, die toelaten met de goden van Egypte in gesprek te treden op te tekenen, na zorgvuldige vergelijking van de studie van Maspero met de vertaling van Griffith en Thompson.

Voor het opvoeren van het ritueel is er een verscheidenheid in keus aan middelen.
-Men kan het antwoord aanschouwelijk maken door spiegelbeeld.
-Men kan het antwoord verkrijgen door woorden.
-Men kan alleen werken of met hulp van een tussenpersoon, een kind.

Dat laatste zie ik niet zitten, een kind zou ik never-nooit-niet willen betrekken in mijn magische experimenten, dat is dus bij voorbaat al uitgesloten .

Ik kies dus voor de methode met de lamp.

Ik begin met de nota’s in het werk van Maspero opgetekend, zorgvuldig over te schrijven;
-U gaat de donkere kamer in. Zij is rein, zonder licht, de vensters zijn naar het Zuiden gericht. De muren worden met natron water afgewassen en de vloer is schoongemaakt en netjes.

-Men neemt een witte olielamp, die nog niet voor andere doelen is gebruikt. U vult deze met zuivere olie uit de oasis van Farafreh. Zeven maal word het morgengebed aan Ra bij zijn opstaan gezegd; O, grote God, Tabao, Basoukhan, Amo, Akhkharkhangrabounzanouni –edikomto, Gethoubasatthou-ritchmila –alo

De lamp wordt in het volle zonnelicht geplaatst er worden met zwarte inkt mystieke figuren op getekend, daarna moet de brandende lamp naar binnen worden gedragen en moet hij geplaatst worden op een baksteen, vers uit de vorm, zijn onderzijde plat rustend op rivierzand.

De ogen moeten ingewreven worden met volgende vloeibare samenstelling; zeer frisse hibiscus bloemen, welke twintig dagen in een fles met vers water zijn opgesloten. Op de twintigste dag het water van de bloemen afgieten. De inhoud zal als dan in bloed verandert zijn. Hiermee moet men zich de ogen inwrijven.

Daarna voor de lamp viermaal volgende aanroep zeggen;
< Zijt gij de enige grote wiek van Thots’s linnen? Zijt gij het kleed van Osiris, de verdronkene, kleed geweven door Isis hand en gesponnen door die van Nephtys? Zijt gij de eerste lijkwade, de geweven werd door Osiris? Zijt gij de grote zwachtel, door de hand van Anubis om het lichaam van Osiris de machtige god, gewonden? Ik bracht U heden, wiek, opdat hij antwoorden zou, op alle vragen die ik stel, Zult gij weigeren, o wiek! Ik heb U in de hand der zwarte koe geplaatst, ik ontstak U in de hand der koe en het bloed van de drenkeling bracht ik U als olie, de hand van Anubis rust op U en de formules van de almachtige Magiër, ziedaar wat ik U zeg. Gij nu brengt mij de God in wiens handen heden het bevel is, opdat hij mij antwoord geven zou op al mijn vragen, in volle waarheid, zonder leugens. O Noet, moeder van het hemelwater, o Oput, moeder van het vuur; kom tot mij, Iaho >.

Dit moet gezegd worden met langzaam slepende stem, en daarna zeven maal: Esekhs, Poe, Epkhoten.

Een wierook vat bevind zich voor de lamp, men brand er reukwerk in, aldus samengesteld; verse wierook, was, styrax, terpentijn, dadels. Dit alles in wijn verpulverd, wordt gedroogd en tot tabelletjes geperst die op het vuur geworpen worden.

Daarna gaat men uitgestrekt op de grond liggen, rugzijde naar het zuiden, voorzijde naar het noorden gekeerd.
De lamp wordt ook op het noorden geplaatst.
Hierbij dient men volstrekt te zwijgen.
Dan kijkt men strak naar de lamp, en als men "zuiver" is, dan ziet men de God bij de lamp...hij spreek over de hemel, aarde en hel!

Moeilijker is het niet!

Het wonderlijke is dat dit middel niet meer aangewend wordt, door mensen die zich het hoofd breken over om informatie te ontdekken en die het zonder al te veel moeite dit van de Goden zelf zouden kunnen vernemen.

Op de papyrus zijn alle nuttige aanduidingen duidelijk opgetekend;

-Als de god draald om uw oproep te beantwoorden, werp dan enkele vezeltjes anijs in de vlam van het vuur en aldus verneemt de onsterfelijke dat u geen tijd te verliezen heeft.

Een gedachte die mij kwelde bij de aanvang van dit avontuur. Is dat ik dacht aan de van Goethe.

Het is heel leuk Anubis te laten verschijnen, maar wat te doen als men zijn aanwezigheid niet verder verlangt, wat dan?

Ook hier heeft de schrijver van de papyrus in voorzien.
Wanneer uw vragenlijst is uitgeput en u op alles voldoende antwoord hebt gekregen, roept u zeven maal tot de God en stuur hem dan naar huis.

“ < Goede reis, goed reis, Anubis, goede waker, Anubis, Anubis, zoon van een wolf en teefhond, Nebrishoth, Cherubijn van Amentit, god van de hellebewoners. >“

Daarna strooit men de uitwerpselen van bavianen op het wierookvat.

Welnu wat zegt u daarvan?

Het aan te nemen, door de positief beredenerende geesten, zoals mijn vriendin Mar, eenvoudig schokschouderen van het lachen.

Doch bij mij is de uitwerking van deze papyrus-tekst geheel anders;
Denk aan het genoegen dat men moet beleven in het nauwkeurig opvoeren van al die stipte voorschriften, om zich daarna op de grond uit te strekken, de ogen onafgewend op de lamp gericht...Wat? droom ik? Wat staat er naast de vlakkerende vlam? Hij is het, Anubis, met zijn spitse snuit, half hond, half wolf!

Zou u ook niet alles beproeven om dat ogenblik te beleven en de angstvolle siddering te voelen die u met vreugde vervult.

Ja! < als het waar is >

Wat? Zou ik er aan twijfelen voor ik de proef nam? En het < Uitstekend, uitmuntend, beproefd > heeft dat geen betekenis?
De oude tovenaar heeft Anubis gezien, met eigen ogen; hem gesproken! Hij heeft vragen gesteld over het wezen van hemel, aarde en hel. Hij heeft de god naar huis gestuurd en weer teruggeroepen. Waarom zou ik zo sterk niet zijn als Maspero?

---waarom?

Iets toch moet ik nog aan mijn vriendin Mar vragen. Wat verstaat men onder ”zuiver zijn” zoals op de kostbare papyrusrol vermeld staat.

Op vistite bij Mar de Egyptoloog (1)

Mijn beste vriendin en overbuurvrouw heet Mar. Zij is egyptoloog. Wij zien elkaar meestal wel even op zaterdagochtend, om even lekker bij te kletsen en om een bakkie te doen, en om onze gezamenlijke passie, het oude Egypte, te delen. Soms hebben wij zeer meerkwaardige gesprekken, ongeveer zoals dit gesprek, welke ik hieronder heb opgeschreven.

Bij mij kwam de interesse in het oud Egypte voort uit de Astrologie. Maar bij Mar is het aangeboren. Vanaf haar kindertijd is zij al bevlogen door de interesse in het oude Egypte en die passie heeft ze nog steeds en ze deelt het graag met mensen die ook deze interesse hebben. Van haar kan men zeggen dat zij alles, wat de oude Egyptenaren ons hebben nagelaten heeft gezien, gelezen, geteld, gemeten en gewogen!
Mar is bij veel belangrijke opgravingen geweest en bracht stukken van haar leven door in de grote musea van oudheden.

Alles wat Mar leerde is in haar hoofd gerangschikt met dezelfde zorg als een steekkaart in een kaartenbak van een bibliotheek.

Mar werd gevormd door haar universitaire studie en zij heeft oneindig veel eerbied voor het document en nog meer voor de erkende geleerden in haar vak. Ze zal dan ook, als je haar een ingewikkeld vraagstuk voorlegt gaat te rade gaan over wat collega’s al reeds over het vraag stuk schreven.

Soms steek ik wel eens de draak met deze eigenaardige geestesgesteldheid, van Mar, doch dat neemt zij mij nooit kwalijk.

Wat mij betreft ben ik door de zienswijze van Mar waarde gaan hechten aan Egyptologie, zonder allerhande betwistingen in te laten.

Zelf bezocht ik ook met vreugde de ruines, tempels en oude graven langs de oevers van de Nijl en trachtte ik mij in de atmosfeer van het oude Egypte in leven. Ik beleef er genoegen aan in mijn verbeelding het oude Egypte weer op te wekken, ontdaan door de eindeloze zwachtels van de mummies, om te zien hoe deze menen toen leefden.

Soms zeg ik wel een iets spottend tegen Mar, zoals ik afgelopen zaterdag deed; ”Ja, leuk hoor al die egyptologen, maar zoals jullie denken hoe het was is dus niet bewezen. Het zou best kunnen dat die goden echt bestonden. Wat heb ik aan een interpretatie van grafteksten met betrekking tot het dagelijks leven. Ik heb veel meer intresse in de mystieke beleving van het oude Egyte. Je maakt me ook niet wijs dat een Egyptoloog zich alleen maar voor Egypte interesseert, omdat hij alleen in kaart wil brengen hoe de mens die tijd leefde. Speelt er bij jullie egytologen dan geen hang naar mystiek? Mij maak je ook niet wijs dat de, dat die brave Egyptenaren slechts leefden om over het hiernamaals te mijmeren of te piekeren en hun te herlezen en aan te vullen. Er moet meer zijn geweest in het oude Egypte, dan alleen de ratio".

“mogelijk wel” antwoordde Mar lichtjes geraakt, "maar zonder teksten is het geen wetenschap en het streng wetenschappelijk terrein wens ik niet te verlaten".

Even later, nadat we opnieuw onze stokpaardjes bereden, liet Mar mij alleen in haar werkkamer om even iets bij de koffie te halen. Ondertussen doorbladerde ik een boek dat op haar tafel lag.
Zie hier, dacht ik bij mezelf, wat flinke technische literatuur mag heten! < Recueil de. Travaux Relatifs a la Philologie et a l'Archéologie Égyptiennes et Assyriennes > Veertigste band! Tering…Brrrr! Zou me niets verbazen als Mar de inhoud van deze veertig boekdelen grotendeels van buiten kent. Het is dan ook niet te verwonderen, dat zij zo nu en dan alle verbeeldingskracht heeft verloren!

Ik bladerde wat door het boek, mijn aandacht wordt onmiddelijk getrokken naar het woord “toverboek”. Ik lees een stukje over een studie van ene Gaston Maspero. Het betreft een toverboek uit het Romeinse tijdvlak, bewaard op een demotische papyrus, die zich gedeeltelijk in het Museum van Leiden en gedeeltelijk in het Brits museum bevindt. De afbeeldingen van de papyrus staat in zijn geheel afgebeeld in het boek.
Ik doorloop in diagonaal enkele pagina’s, om de papyrus te bekijken.
Opeens als door een wesp gestoken, spring ik op.
Aan de zijkant, op de afbeelding van papyrus, staat door Maspero duidelijk geschreven; Uitstekend, uitmuntend, beproefd!!

Waar gaat dit om vraag ik me af??
Eenvoudig over het aanroepen van de goden..of om het middel waardoor ze gedwongen worden onze vragen te beantwoorden?

Mijn vriendin Mar komt de kamer binnen. Ik spring op haar af en vraag meteen;
“Mar, heb jij dit beproefd"?
-Wat is er beproefd?
-Wat op de toverpapyrus van Leiden en Londen geschreven staat?
-Mar, ben je gek geworden?

Luister naar wat Mar over de aantekening vertelde:
"Uitstekend, uitmuntend, beproefd!! Men kan hierin een poging zien om de lichtgelovige lezer om de tuin te leiden > Maar waarschijnlijk is het, dat de kanttekenaar de voorschriften zelf toegepast heeft, of als dat niet geval is, dan heeft Maspero vernomen, van mensen, die proef op de soms hebben genomen, dat deze toverformules werken.
-En dan, wat zou dit bewijzen?
-Dat Mar gelooft, net zoals de vroegere bezitter van deze papyrus, dat de toepassing, van de voorschriften het gewenste resultaat zouden opleveren; de verschijning van de Goden??
-ik zeg je toch dat zoiets gek is, maar het is wel Maspero die dit heeft geschreven".

Ha..ha.. ik moest om Mar lachen, nu stak Mar de draak met mij…”welnu” sprak Mar; “zie hier een tekst, klaar en duidelijk, zoveel men wensen kan..en jij weigert er alle waarde aan te hechten. Waarom neem je zelf niet de proef op de som?"

"Mag ik dat boek van je lenen", vroeg ik Mar, "zodat ik er de voor mij begrijpelijke dingen uit kan halen, met betrekking tot deze toverspreuk?"

“Dan kan je beter de vertaling pakken, van Griffith en Thompson; ze beantwoorden aan al de regels van de filogie. Maar volgens mij verdoe je je tijd, door je neus in deze warboel te steken" antwoorde Mar.

Warboel, mag wel zijn, maar de oude tovenaar Maspero heeft geschreven; “Uitstekend, uitmuntend, beproefd”!! en hij kende de Egyptische taal minstens zo goed als Mar.

Ik ben naar huis gegaan, met het veertigste boekdeel van < Recuiel de Travaux > en de met vertaling door de twee Engelsen onder de arm.

Het is stervenswaar, toen ik aflopen zaterdagmiddag thuis kwam, sprak ik luidop tot mijzelf < Uitstekend, uitmuntend, beproefd!! > en toen ik de sleutel in de deur stak, zie ik overtuigd < Wij zullen zien wie gelijk heeft > Op dit moment kan ik nog niet vermoeden, welke onmogelijke taak ik me op de hals heb gehaald, door die oude toverspreuk te willen opvoeren.

zaterdag 9 januari 2010

Heb Genade!


Dubbelklik op deze afbeelding, om de tekening in het groot te zien. Zo ziet u de details van de Human Zoo!

vrijdag 8 januari 2010

De Mysteriën van de Poolster (verwijderd)

Beste lezers van Sterzoeker,

Hier stond een heel leuk stukje over de Poolster, maar vanmiddag kwam er een dreig-mailtje bij Sterzoeker binnen, met het verzoek om deze blog binnen 24 uur te verwijderen. In dit mailtje staat o.a. dat het verhaal over de Poolster door Sterzoeker uit een boek zou zijn overgeschreven. In dit mailtje staat tevens dat als wij de Poolster-blog niet onmiddelijk weghalen er harde actie volgt.

Om de goede wil van sterzoeker te tonen, aan deze schrijver, en om het spatten van bloed te voorkomen is deze Pool-ster -blog dan ook per direct weggehaald.


Mag de schrijver van Sterzoeker hier ter plekke neervallen, als het volgende niet waar is. Sterzoeker heeft voor deze blog geen boek bij de hand gehad, van de schrijver die onderstaande mail stuurde. Wel zijn er ten behoeve van deze blog een aantal feiten nagetrokken, want het gaat hier immers om feiten over de Poolster en niet om fictie....

De schrijver van deze dreig-mail had Sterzoeker ook wel op minder Intimiderende toon kunnen vertellen over zijn copy right’s. Ook dan was sterzoeker bereid geweest om het stuk over de Poolster te verwijderen, als de mail-schrijver dit op prijs zou stellen.

Het onfatsoenlijke dreigmailtje, met veel ge-jij en je, welke bij Sterzoeker binnen kwam bevatte de onderstaande tekst:

Wie schets mijn verbazing dat ik op jouw bloq een letterlijke tekst vindt uit mijn boek … (naam van boek is verwijdert door Sterzoeker, zodat u een frisse kijk houdt op deze schrijver). Dit is copyright schending en wettelijk verboden. Ik eis van jouw dat je dit er af haalt en op je bloq je excuses aanbied aan mij.
Tevens eis ik dat je je bekend maakt.


Bij het niet nakomen van mijn eisen schakel ik de politie in.
Ik stel tevens mijn uitgever op[ de hoogte van je praktijken.
Ik wil binnen 24 uur een bericht van je


Sterzoeker heeft dus nooit enig boek ter hand gehad om over de Poolster te schrijven, van de bovenstaande mail-schrijver (naam van deze schrijver is bij sterzoeker bekend) > het stukje over de Poolster kwam dan ook niet uit een boek, maar is uit verschillende gnostische en astronomische bronnen, van het internet bijeen geharkt. Misschien toevallig dezelfde bronnen als van diegene die deze bedreiging heeft gezonden aan het adres van Sterzoeker??

Als U nu denkt dat de dreigingen aan het adres van Sterzoeker alleen uit dit mailtje bestaan, dan heeft u het mis. Een mogelijke vriend(?)van deze deze boze-mail- schrijver, heeft Sterzoeker de afgelopen weken ook al bedreigd, door commentaar onder verschillende blogs te zetten, deze commentaren werden gevuld met vloeken, verwensingen, erge ziektes gericht aan het adres van Sterzoeker . Men wilde Sterzoeker letterlijk met zwaarden te lijf gaan. Toen stond het stukje over de Poolster helemaal nog niet op sterzoeker. De vraag is dan ook wat is de reden van deze aanval tegen Sterzoeker??

De dreigingen, over het krijgen van ongelukken en ziektes, en zwaarden, zijn letterlijk middels het commentaarveld, onder een aantal Sterzoeker-blogs geschreven. Een groot aantal heeft sterzoeker verwijdert, omdat ze te onfatsoenlijk waren. Een aantal kunt U nog steeds lezen. o.a onder de blog over de Weg naar het Meesterschap.

Alhoewel het niet de gewoonte van Sterzoeker is, om iets onder intimidatie en dreigement van het Sterzoeker-webje te halen. Verwijdert Sterzoeker, deze blog over de Poolster, om zijn goede wil te tonen. In de veronderstelling dat er geen dreigingen meer volgen en om zeker te zijn dat hier geen bloed gaat vloeien.

Nu maar hopen dat Anubis & Thoth, dadelijk niet het stuk over de Djed en het oude Egypte komen claimen.

De vraag die rest is natuurlijk wel; wie er hier nu eigenlijk het recht heeft om politie aangifte te doen?

Sterzoeker gaat niet in op het verzoek om zich nader bekend te maken, gezien de lichamelijke bedreiging en astrale (magische)dreiging, die mogelijk (?) in connectie staan met deze schrijver van deze mail.


Update van Sterzoeker(12-01-2010):

Sterzoeker was gedurende de discussie over de Poolster-blog, steeds zo netjes om niet de naam te noemen van de persoon die ons de (dreig)mail had gezonden met de opdracht tot het verwijderen van deze blog.

Wat schetst echter Sterzoekers verbazing; Er is vannacht een mail, bij Sterzoeker binnengekomen, afkomstig van de schrijver van het (drieg)-maitje (leo Hunting), met het verzoek om zijn mailtje(s) op sterzoeker te zetten.

Op (eigen) verzoek van leo Hunting, plaatst Sterzoeker onder aan deze blog, een printscreen van de twee mailtjes gericht aan Sterzoeker. (zie ook de tekst van deze mail, met het verzoek tot plaatsing) U kunt deze teksten in het groot bekijken door dubbel te klikken op de onderstaande afbeelding(en).

Op het verzoek om de namen van medewerkers van Sterzoeker bekend te maken gaat Sterzoeker zeker niet in, gezien de onderstaande zeer onvriendelijke reacties op deze blog. Wederom zijn er namelijk dreigingen geuit aan het adres van Sterzoeker. door een meneer met een zwaard, die het klaarblijkelijk steeds opneemt voor deze mail-schrijfer (?). Typerend is dat dit koppel altijd gezamelijk sterzoeker komt belagen. IP adressen en logins zijn bij sterzoeker in bewaring, voor het geval dat er echt iets mocht gebeuren.

Bovendien heeft het plaatsen van Sterzoeker-namen weinig zin, gezien het feit dat niemand van ons de heer Hunting persoonlijk kent, dus wat zegt een naam van een Sterzoeker-medewerker de heer Hunting?? wat wil hij met deze informatie?

Hier volgen de twee mailtjes, afkomstig van de heer Hunting, welke de afgelopen dagen bij Sterzoeker zijn binnengekomen.

Hierbij heeft sterzoeker tevens voldaan aan het tweede verzoek van de heer Hunting, om deze mail integraal ,zonder censuur, op Sterzoeker te af te beelden.

Het eerste verzoek om de blog over de Poolster te verwijderen was al door Sterzoeker gedaan. Je nu kan denken; "Het stukje over de Poolster is verwijderd, dan moet Huntings probleem toch zijn opgelost"?

Sterzoeker heeft meteen aan dit verzoek voldaan. De lezer is immers koning, zoals wij al eerder schreven. De vraag is dan ook, wat wil de heer Hunting nu eigenlijk nog van Sterzoeker en waarom gaat men door met dreigen??

U als lezer krijgt door het optreden van de heer Hunting, richting Sterzoeker, wel een mooie kijk in omgangsvormen welke blijkbaar gebruikelijk zijn in bepaalde "kringen".

In ieder geval is de wijze waarop Sterzoeker, door de heer Hunting (en aanhang) is en wordt benaderd, niet een gebruikelijke manier waarop "normale" mensen handelen en communiceren.

Het spijt Sterzoeker dan ook zeer dat we min of meer gedwongen worden, door de heer Hunting, om onderstaande afbeeldingen op deze blog te plaatsen, daar we anders mogelijk bezoek krijgen van ongenode gasten!

Hiermee is voor Sterzoeker deze case dan ook afgedaan en gaat Sterzoeker niet verder in op het verzoek van deze heerschappen.


mail van Leo Hunting gezonden aan Sterzoeker op: 10 januari 2010 21:37
Mail van Leo Hunting, geschreven aan Sterzoeker op: 11 januari 2010 23:39

Update : 13-01-2020

Het is niet de gewoonte van Sterzoeker om terug te komen op zaken die al afgesloten zijn. Echter vanochtend kwam onderstaande mail bij Sterzoeker binnen en ziet Sterzoeker zich genoodzaakt een update te geven.

Mocht sterzoeker opeens van het webje zijn, dan weet u het; de Heer Huntig heeft een Hacker aan het werk gezet!

Wij hoeven hier verder geen woorden aan vuil te maken. Leest U zelf maar het onderstaande mailtje.

Hacken is trouwens strafbaar en alle gegevens van de dader zijn reeds bekend. mocht het zo ver komen, dat Sterzoeker in handen valt van een hackers, dan wordt het voor Sterzoeker wel heel makkelijk aangifte doen.

Bovendien gedraagt sterzoeker zich als een Feniks. Iedere generatie blog-sites vernieuwd hij zich. Zodat het geschreven woord van Sterzoeker optimaal is aangepast aan de tijdgeest.

Als meneer Hunting nu even heel netjes vraagt of Sterzoeker deze blog wil verwijderen en daarbij zijn nederige excuses uitspreekt, is Sterzoeker er zelfs nog toe bereid, om deze case definitief te (kunnen) sluiten.

Mail van Leo Hunting aan Sterzoeker van: 13 januari 2010 15:19

Dubbelklik op de afbeelding, om deze in groot formaat te lezen.

donderdag 7 januari 2010

Preparing the Boat for the Flood.

Hier volgt een nieuw Mysterie spel genaamd Preparing the Boat for the Flood. Deze keer een spel in het in het Engels dus! Op sterzoeker zullen later nog een groot aantal Engelse spelen volgen. Engels, dat was u nog niet van Sterzoeker gewend! Het onderstaande mysteriespel is afkomstig van de Golden Dawn.

Ja, Sterzoeker stamt ook van een hele oude lineage, vandaar deze openbaring van rituelen en mysterie spelen.
In de toekomst zal Sterzoeker de Engelse Mysterie spelen zeker nog vertalen naar het Nederlands, tot die tijd volgt hier al vast de Engels versie van; Preparing the Boat for the Flood.


Personnel; First spark= winged human, second spark=Lion. Third spark= eagle, fourth spark=bull, Utnapishitim, Aruru, Ea, Aries, Gemini, Cancer, Virgo, Libra, Sagittarius, Capricorn, Aquarius, Pisces.

Necessities; Personal candles, white candles, white robes and altarcloths, white flowers, wondercandle, little amethyst gemstone, four bowls with water.

Four officers start with QC and Qabalistic opening.


First spark; When the battle of the Gods had taken place and the Earth was created; when the body of Tiamat had been split, when the body of the great Sea dragon had been divided and the Salt Waters of Space had been divided from the Salt Waters of the Earth; when the Gods had made a space- a stage for the World and for humanity- in that time the Great Flood took place. Tiamat, the Great Sea Dragon, the Red Sea, the Ocean of blood has changed in to the Great Womb of the Goddess. The Grail in which life and Death interchanged realities. Life in Death and Death in Life are interchangeable. It is an eternal birth process in which every hero and heroin ever born on earth sails on the Oceans of this Bitter Sea Marah. To understand this mystery you need to become aware of your True Face. In Darkness there is light.

Wondercandle (one round)
The Body of the Night Goddess is clad in jewels. Every living soul is a star.

Goes to everybody in turn (repeat)
Show me your authentic face before you were born!
Everybody lifts their personal candle. Goes round with a taper. Makes the fire triangle over the forehead.
I light your heart between the eyes;
Lights personal candle of everybody
The light of this star is lit. I insert in you the God-gene
So that you will always be able to reconnect to the Source.
Insert the Amethyst stone.


.;._____________________________________________.:.
Aan deze blog wordt nog geschreven, later volgt meer moois!

Even geen Magie meer, maar wel Waarzeggerij’tjes

In deze tijd, van new-age en instant "magie", vraag ik me af hoeveel mensen er eigenlijk niet moe zijn van het eindeloze mentale magische-spel, van zelfbedrog en zelfbevrediging, met betrekking tot het eigen resultaat van de vertoonde-magische-kunsten?

Het gesprek tussen magiër en vriend gaat meestal ongeveer op deze wijze:

vriend: "Hoe is je werk gaan vannacht?"

magiër: "Oh gewoon geweldig! Ik riep een demon op! "

vriend: "Echt waar? Dus hij kwam dan? "

magiër: "Nou, ik denk het wel. Ik bedoel, ik heb hem niet echt zien….maar nu dat je het zegt, ik heb ook echt niets gehoord. Maar ik weet zeker dat hij er was. "

vriend: "Hoe bent je zeker?"

magiër: "Nou, de kamer voelde 'anders'. Weet je, ik had de kriebels en echt vette kippenvel. Bovendien leek het erop dat de kamer kreeg een beetje warmer werd toen hij arriveerde. Plus, ik denk dat ik een krakende geluid hoorde, in de kamer naast de deur. "


Het bovenstaande voorbeeld is echt typisch, is het niet? Ik bedoel, we zijn als magiërs geneigd om onze resultaten te overdrijven, vooral voor onszelf. Om een voorbeeld te geven; Als iemand een 'geluksritueel" doet en hij koopt vervolgens een lot en wint 5 euro, dan is de magiër ervan overtuigd dat de werking van de magie was, die hem het geld deed winnen.

Nou, ik ben niet overtuigd. Helemaal niet. Het is gemakkelijk om jezelf voor de gek te houden. Het Ego wil vooral magie en speciaal de eigen magie laten slagen. Immers, als je het falen toegeeft (meestal weet je diep van binnen wel dat het niet de magie was, die werkte) waar blijf je dan nog als magiër? En wat moet je dan nog met al die prachtige rituelen? Beter maar niet aan denken dus.

Dus wat doe je dan?

Probeer deze eens: doe waarzeggerijen in plaats van magie!

Magie vergt tijd door ingewikkelde en tijdrovende rituelen. Dit kost u hooguit een kwartier. Hier is het scenario: Stel, u verwacht een brief, van een vriend. U kan natuurlijk ook altijd een brief aan uzelf richten, en zelf op de post doen, als u geen vrienden heeft.

Waarom zou u dan geen waarzeggerij’tje doen, om te kijken of de brief aankomt? Gelijk in de ochtend, na het posten van de brief. Gewoon om te vragen of de brief zal aankomen. Ja, vandaag?

Geen gelul dus, en geen magische mentale zelfbevrediging meer. Tegen het einde van de dag, dan weet u of uw "voorspelling" succesvol was. Geen enkele kans dat u uzelf hier voor de gek houdt namenlijk. Het is snel, duidelijk en controleerbaar. Geen gelul dus. Het werkt wel of het werkte niet….

Vergelijkbare Blogs

Related Posts with Thumbnails