Posts tonen met het label Symbolen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Symbolen. Alle posts tonen

zaterdag 18 februari 2012

Het Wereldei

Het Ei werd in de kosmogonie van alle volkeren der Aarde als een heilig symbool gezien en werd zowel op grond van zijn vorm als van zijn innerlijke geheimenis vereerd. Het ei vertegenwoordig het zichtbare mysterie van een wereld of wezen in wording. Het geeft het best de oorsprong en het geheim van het Zijn weer. De geleidelijke ontwikkeling van de onwaarneembare kiem binnen de gesloten schaal; de inwendige werking, zonder enige van buiten blijkende tussenkomst van kracht, die uit een sluimerend niets een `actief iets voortbrengt, waartoe alleen warmte nodig is; en dat, na zich geleidelijk tot een concreet, levend wezen ontwikkeld te hebben,
zijn schaal verbreekt.


Dit alles moet van den beginne af een blijvend wonder geweest zijn. Het ei werd gezien als symbool van de “eerste oorzaak”. Aanvankelijk had de “Eerste Oorzaak" geen naam. Later schilderde de verbeelding der denkers het af als een immer onzichtbare geheimzinnige Vogel, die een Ei legt in de Chaos, welk Ei het '.Heelal wordt.

Daarom werd Brahm genoemd Kalahansa, de „zwaan in (Ruimte en) Tijd". Hij werd de „Zwaan der Eeuwigheid", die bij de aanvang van elk Mahamanvantara een „Gouden Ei" legt. Het stelt de grote cirkel of voor, die zelf een zinnebeeld van het heelal en zijn bolvormige lichamen is.

De tweede reden, waarom het als symbolische voorstelling van het Heelal en van onze aarde gekozen werd, was zijn vorm. Het was een Cirkel en een Sfeer en de eivormige gedaante van onze bol moet van de aanvang der symbologie af bekend geweest zijn, daar het zo algemeen aangenomen werd. In de oudheid was het geloof, dat de eerste openbaring van de Kosmos in de vorm van een ei plaats vond, het algemeenst verbreid. Het symbool symbool van de wereld ei , was door de Grieken, Syriërs, Perzen en Egyptenaren aangenomen. Zo kenden de oude Egyptenaren de mythe van Seb, de Egyptische god van de Tijd en van de Aarde, die een ei of het Heelal gelegd heeft, Men stelde zich voor, dat Ra, in het Ei van het Heelal rijpt. De overledene werd gezien als het “glanzend in het Ei van het land der mysteriën”. Want, het is “het Ei, waaraan leven onder de goden is geschonken’.’Het is het Ei van de grote Kloekhen, het Ei van Seb, die er uit te voorschijn komt als een valk”.

Het ei is een symbool van het oerbegin en van het vrouwelijke principe. Zowel in Griekenland als in Indië woonde het eerste zichtbare mannelijke wezen, dat in zich de natuur van beide geslachten verenigde, in het ei en kwam daaruit te voorschijn. Deze „eerstgeborene der wereld" was voor sommige Grieken (Dionysos, de god, die uit het wereldei voortgekomen is en van wie de stervelingen en de onsterfelijken afkomstig waren. De goden Ptah in Egypte, Pan en Eros in Griekenland en Brahma in India zijn uit een ei voortgekomen. Dit was eveneens het geval bij de eerste mens in China, Helena van Troje, de oerkoning van Korea en de helden Kastor en Pollux uit het zwanenei van Leda.

Bij de Grieken is het Orphische Ei door Aristophanes beschreven, en maakte deel uit van de Dionysische en andere mysteriën, waarbinnen het Wereldei gewijd en zijn betekenis verklaard werd.

Uit het ei ontstaat het nieuwe leven. De daadwerkelijke scheppingskracht is al in het ei aanwezig. Het geheim van het leven is verborgen in de door een schaal omsloten eenheid. Een kosmos, een god, een held of een eerste mens kan eruit tevoorschijn komen. in de mythen van de Griekse orphici, de Kelten en in die van Egypte, India Japan en Polynesië komt het ei als mythisch symbool in de bovengenoemde betekenis voor. Het symbool ei is verwant met dat van de grot. De slang om het ei is een symbool van de tijd, die de dynamiek van de ontwikkeling aangeeft. De slang verwijst ook naar de god van de tijd, Kronos, die het ei heeft geschapen.

Hoe het ook zij, het geloof dat het heelal in het begin in de vorm van een ei bestond, was algemeen.

maandag 6 februari 2012

Het getal 7

Het getal 7 neemt een zeer bijzondere plaats in te midden van de natuur en het menselijke gedrag. In de natuur heerst "de wet van zeven", een archaïsch begrip dat men in allerlei leringen en overleveringen kan tegenkomen en waaraan de gehele schepping, de mens inbegrepen, onderworpen is.

In de natuur vinden wij de zeven regelmatig terug, het spectrum heeft zeven kleuren, de toonladder zeven noten. 7 wereldzeeën. De week heeft zeven dagen. Waarschijnlijk hebben we aan de maan te danken dat onze week zeven dagen duurt. Want de periode tussen twee schijngestalten duurt iets langer dan zeven dagen. Die zeven dagen zijn genoemd naar de zeven planeten die in de klassieke oudheid bekend waren.

Deze "wet van zeven" is ook herkenbaar in in de zeven astrologische planeten die in de oudheid al bekend waren; Zon, Maan, Mars, Mercurius, Jupiter, Venus, Saturnus. In de tijden ver achter ons gelegen waren slechts zeven planeten bekend, deze planeten waren dus met het blote oog zichtbaar. De zeven dagen van de week zijn in veel talen genoemd naar deze planeten. Lange tijd werd aangenomen dat ons zonnestelsel alleen hieruit bestond. Paracelsus spreekt over de geneeskracht van de 7 metalen.

Wiskundig gezien behoort het getal 7 tot de priemgetallen. Dat zijn natuurlijke getallen boven de 1 die alleen deelbaar zijn door 1 en door zichzelf. De reeks priemgetallen (2, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 17...) is oneindig. Soms wordt deze reeks als een mysterie beschouwd, omdat er tot op heden nog geen wiskundige wetmatigheid in ontdekt is.

Het getal 7 staat voor: het is klaar, het is voltooid.. In het hoofdstuk Genesis in de bijbel staat beschreven dat God op de zevende dag uitrustte, nadat de aarde in zes dagen was geschapen. Onder invloed van de zeven rusten alle dingen, het is een tijd van overpeinzing en bezinning

Ook in de ontwikkeling van de mens, herkennen we het getal zeven. Zo verdwijnt de zevende dag na de geboorte pas het restant van de navelstreng. De veertiende dag kan de baby met zijn ogen een lichtpunt volgen. Na zeven maanden krijgt het zijn eerste tandjes. Onze lichaamscellen vernieuwen zich in de loop van zeven jaar. De hartslag van de mens ligt de zevende dag iets lager dan andere dagen. We vinden zeven in de zevenvoudige stralingskracht van de zon, in de werking van de zeven chakra.

In de plantenwereld komt de zeven ook veelvuldig voor. Bloeiende planten van een zuiver ras hebben zeven buitenste bloemblaadjes, de lotus is zo een zuivere plant. Boeddha wordt vaak zittend in een lotus afgebeeld, omdat de lotus symbool staat voor zijn religie.

Het zeven is het getal van de zelfbespiegeling, de filosofie. Al in een ver verleden dichtte men de 7 mystieke krachten toe en er omheen zijn dan ook kleurrijke legenden ontstaan. Zo zou de zevende zoon van een vader die zelf zes oudere broers had de toekomst kunnen voorzien. De oudheid kende zeven planeten en zeven wijzen er waren 7 eilanden in het mythologische Atlantis en men kende er zijn 7 schoonheden. Verder zijn er 7 deugden: Toewijding, Bescheidenheid, Naastenliefde, Zelfbeheersing, Vriendelijkheid, Gematigdheid en Zuiverheid.

Ook voor de oude Grieken was het getal zeven te vinden in het Griekse alfabet dat zeven klinkers heeft. Zij symboliseren de zeven hemelen en de zeven planeten. Elke klinker kon op zeven manieren worden geuit. De god Hermes spreekt over de zeven bestuurders of geesten die de werking van de natuur leiden. Men kende in het Byzantium zeven geesten, die de zeven talenten van de geest voorstelden; macht, wijsheid, eer, glorie, zegen, rijkdom en kracht.

Rome werd gebouwd op zeven heuvels, had 77 koningen, 77 keizers en werd 77 jaar door de Goten beheerst.

In de Joodse Kabbala, vinden we de zeven sepiroths. In Egypte de zeven geesten. De boom des levens heeft zeven takken, de joodse kandelaar heeft zeven armen.

De Babylonische levensboom, had ook zeven takken met zeven bladeren en Gods hand werd door 7 vingers afgebeeld. In hun geneeskunde werd een zieke of een huis gewijd door zeven besprenkelingen of door het innemen van zeven plantaardige. Ook waren er de 7 demonen die ongeluk over de mensen brachten en de zondvloed veroorzaakten.

Moslims geloven dat er zeven poorten naar het paradijs leiden, evenals zeven profeten, van wie Mohammed de laatste was. In de Islamitische kosmologie werd de aarde als het middelpunt van de zeven planeten gezien, op dezelfde manier als Bahrams naam tussen die van de zeven prinsessen staat in de geheime kamer Khavarnaq.’ In de islam symboliseert het getal zeven perfectie. Er zijn volgens moslims zeven hemelen, aardes, zeeën en hellen en zeven deuren naar het paradijs. Moslimpelgrims lopen zeven keer rond de heilige Kaäba in Mekka. . Er zijn 7 manieren om de Koran te reciteren.

In de Maya symboliek heeft de vrouw het getal 3 als symbool een man het getal 4 samen zeven; de familie.
Veel indianen stammen waaronder de Sioux spreken over zeven geopenbaarde heilige rituelen voor de heilige pijp. In de hindoeïstische traditie heeft de zon zeven stralen. De zevende straal is een symbool van het middelpunt, de macht van God.

Bij de Hindoes de zeven Deva’s. Agni de Hindoegod wordt afgebeeld gezeten op een ram met zeven tongen. In de hindoeïstische traditie heeft de zon zeven stralen. De zevende straal is een symbool van het middelpunt, de macht van God.

In de geheime leer van Blavatsky, vinden we de 7 stralen. Elke straal in zich, is zevenvoudig. Deze oorspronkelijke zeven van de geopenbaarde Logos; Zon, Maan Mars, Venus, Mercurius, Jupiter, en Saturnus of ook de zeven sterren, ook wel genaamd de zeven bollen, de zeven machten, of de zeven zonen voor de troon van God, zijn allen zevenvoudig, ook wel de “zeven oorspronkelijke stralen”, of machten genoemd welke de ‘Christelijke godsdienst’ later als de “zeven engelen voor den troon” aangenomen heeft.

Het beginsel van de zever stralen vinden we bij Blavatsky o.a. terug in de leer van de, chakra’s, deze omschrijft men eveneens als de zeven kleuren van het zonnespectrum, die met de zeven stralen ( hiërarchieën) overeenkomen, zo heeft elke straal haar zeven indelingen, die met dezelfde kleuren overeenkomen. Iedere hiërarchie wordt voorgesteld als een reeks van zeven concentrische kleuren, elke cirkel vertegenwoordigt de prismatische kleuren in haar natuurlijke volgorde. Maar in deze “wielen” zal één cirkel helderder en levendiger van kleur zijn dan de overige en het wiel zal omgeven zijn door een aura van die kleur. Deze kleur zal de kenmerkende kleur zijn van die hiërarchie in haar gehéél.

In de antroposofie wordt het leven in fases van 7 jaren ingedeeld. de oorsprong van deze gedachte ligt in de astrologie; de omwenteling van de planeet Uranus om de zon en die van de maan om de aarde.

De Oudheid kende zeven wereldwonderen, de Zeven Wijzen, de zeven wetenschappen, de zeven poorten van Thebe. Het getal 7 komt dus ook weer terug in het fenomeen van de 7wereldwonderen.

Waarom werd gesproken over een wereldwonder? Het heeft te maken met de grote bewondering van alle bouw en kunstwerken..die met ontzag werden bekeken...en men zich afvroeg...hoe dit toch mogelijk was zoiets te maken. Alle zeven wereldwonderen bevinden zich binnen de veroverde grenzen van het rijk van Alexander de Grote, hoewel twee ervan, de hangende tuinen van Babylon en de Piramide van Cheops, niet door Grieken zijn gebouwd.

Hierbij de opsomming van de 7 wereldwonderen: Tempel van Artemis - Vuurtoren van Alexandrië - Beeld van Zeus - Hangende tuinen van Babylon - Mausoleum te Halikarnassos - Colossus van Rhodos - Piramide van Cheops

In het Oude Testament wordt het getal voor het eerst genoemd in het eerste scheppingsverhaal van Genesis.
Op de zevende dag bracht God het werk dat Hij verricht had tot voltooiing. Hij rustte op de zevende dag van al zijn werk dat Hij verricht had. God zegende de zevende dag en maakte hem heilig, want op die dag rustte God van al het werk dat Hij scheppend tot stand had gebracht “ (Gen.2,2.3).
Deze tekst is een weerslag van de oud-Hebreeuwse tijdsindeling, die hoogstwaarschijnlijk was overgenomen van de Babyloniërs. Zij hadden een zevendaagse week die ze vermoedelijk baseerden op het zevental door hen waargenomen planeten.

Voorbeelden in het Oude Testament:
de zeven vette en de zeven magere jaren (Gen. 41,26); het zevendaagse paasfeest (Ex.12,14), het sabbatsjaar na 6 jaren zaaien en oogsten; het 7e sabbatjaar als jubeljaar (Lev.25); de zevenarmige kandelaar (Num.8,1-4); het feest Sjavoeot, zeven weken na Pesach (Dt.16,9.10); de zeven volken van Kanaän (Joz.3,11); de zeven priesters met de zeven ramshoorns (Joz.6,4); Israël die op de zevende dag zeven keer om Jericho heen trekt (ibid.); het zevental stier- en ramoffers van David (1 Kr.15,26); de zevendaagse rouw over Judit (Jdt.16,24).

In de Evangeliën en de Handelingen wordt het getal matig gebruikt. Zo is er sprake van de zeven broden die Jezus vermenigvuldigde (Mt.15,34), de zeven broers in de huwelijksparabel (Mc.12,20), de zeven demonen die Jezus bij Maria Magdalena had uitgedreven (Lc.8,2) en de zeven eerste diakenen (Hnd.6,3).

Opvallend is het veelvuldig gebruik van het getal zeven in het laatste Bijbelboek, de Apokalyps van Johannes: de zeven christengemeenten van Asia (Ap.1,4); de zeven gouden lampenstandaards (Ap.1) de zeven sterren in Christus' rechterhand (Ap.1); de zeven geesten van God met de zeven horens en de zeven ogen (Ap.3,1); de boekrol met de zeven zegels (Ap.5,1); de zeven engelen die voor Gods aangezicht staan (Ap.8,2); de zeven donderslagen (Ap.10,3); de draak met de zeven koppen (Ap.12,3), symbool voor 7 heuvelen en 7 koningen van Rome (Ap.17,8-10); de zeven laatste plagen (Ap.15,1).

In de katholieke traditie bestaat een veelvoud aan lijstjes van zeven items. Deze zijn vaak uit de Heilige Schrift gedestilleerd.
- de zeven Boetepsalmen
- de zeven Kruiswoorden
- de zeven Sacramenten
- de zeven Gaven van de Heilige Geest
- de zeven Werken van Barmhartigheid
- de zeven Vreugden van Maria
- de zeven Smarten van Maria
- de zeven Hoofddeugden
- de zeven Hoofdzonden (eigenlijk Hoofdondeugden)
- de zeven Pelgrimskerken van Rome

De uitdrukking "in de zevende hemel zijn" betekent "verrukt zijn". Haar oorsprong ligt in het jodendom, waar men zich het bovenaardse voorstelde als een oord van meerdere hemelen. Zo spreekt Paulus van een 'derde hemel' (2 Kor.12,2). In de islamitische traditie wordt het verhaal verteld over de Mi'raj, de nachtelijke reis die de Profeet Mohammed maakte op het hemelse dier Buraq. In Jeruzalem aangekomen steeg hij op en reisde hij samen met de aartsengel Gabriël (Djibriel) naar de zeven hemelen. In elk van die hemelen ontmoetten zij een voorname profeet; in de laatste hemel was dat Abraham (Ibrahim). Daarna zou Mohammed God zelf hebben ontmoet.

De mens is zozeer verbonden met de zeven, die men in de kosmos zowel als in de mens zelf aantreft, dat daaruit in de loop der eeuwen een religieus adoratieve levenshouding is ontstaan waarin de zevenheid de rol van de goddelijkheid overnam.

donderdag 27 oktober 2011

Pentagram, Symbool van Licht

Een van de symbolen van Licht is de vijfpuntige ster of het pentagram. Het is een oud symbool, al bekend bij de oude Egyptenaren, Azteken, Babyloniërs. Het is het symbool van Venus, aangezien zij de omloop van Venus weer geeft en deze maakt een volmaakte vijfpuntige ster.

Venus is vergelijkbaar met de Sumyrische godin Ishtar (Ishhara, Irnini, Inanna). Ishtar/Inanna is bekend van haar afdaling naar de onderwereld naar haar donkere tweelingzus Ereskigal. De afdaling naar de onderwereld is een metafoor voor de indaling van de ziel in het aardse lichaam.

Bij de Hebreeën wijst de vijfpuntige ster naar de Waarheid en naar de vijfboeken van de Pentateuch. Bij de Grieken zag Pythagoras dit als het symbool van de perfectie of het symbool van de volmaakte mens en van uit de renaissance is het bekend als de guldensnede, de volmaakte mens.

De gulden snede is een bepaalde verhouding tussen lengte en breedte, die tot harmonische verhoudingen leidt. Wanneer een bepaald voorwerp of een ruimte ons prettig aandoet is dat een aanwijzing dat de gulden snede is toegepast.

Als we kijken naar de hoek van 72 graden in het pentagram heeft deze overeenkomsten met de 72 namen van god uit de Kaballa.

In een esoterische traditie wordt gezegd dat Melchizedek, priesterkoning van Salem drie giften van de planeet Venus naar aarde bracht: de bij, graan (schoof) en het mineraal asbestos.

De traditie is een allegorie, de betekenis van de drie giften slaat op de symbolen van drie graden van initiatie. De eerste graat, als dienstbaarheid (de bij). De tweede graad symboliseert het graan of de korenaar de ontwikkeling van veel uit één. In de derde graad zal de geïnitieerde een kanaal worden van het Goddelijke Licht, z/hij brandt, maar verteert niet (asbestos).

Als Ochtendster – Venus Phosphoros (‘de stralende’) –, loopt ze voor de zon uit en verlicht zij het pad van de zon. De liefde tot het aardse en het schone overheerst.

Als Avondster staat Venus in het Westen en heet zij Venus Hesperos: (‘westelijk’) en symboliseert zij de behoefte aan contact om niet alleen het duister in te hoeven gaan.

Venus is bij de Romeinen het symbool van de liefde, behoefte aan toenadering, het streven naar eenheid, vrede en Schoonheid.

De ster Venus is gehuld in een dik wolkendek waaronder het behoorlijk warm is. Een ander aspect van Venus is naast warmte, wellust. Zij wordt de godin van ‘de’ Liefde genoemd, maar de Grieken maakten onderscheid tussen verschillende soorten liefde.

De Grieken noemden Agape de hoogste vorm van liefde – de universele, belangenloze liefde, die zowel Wijsheid als Schoonheid brengt; het ego is verdampt; de ziel baadt zich er in en brengt wondermooie dingen voort. Mystici ervaren het als het doorstromen van het goddelijke Licht – een één zijn met de kosmos.

Eros, de zoon van Aphrodite, een ander aspect van Venus, stelt de liefdesdrang voor, de erotische liefde. De Grieken zagen Eros als een weg naar Agape. Volgens de oude kennis is het mogelijk in het huwelijk deze vorm van Agape staat te bereiken. Het is niet voor niets een gezegend heilig huwelijk, het Hierosgamos is daar een voorbeeld van.

De oerkracht van Eros komt voor in drie gedaanten:

Himeros – het lichamelijke verlangen,
Anteros – de wederkerige liefde en
Pothos – het verlangen naar het onbereikbare; het geestelijke deel van de liefde.

Het verlangen om het gescheidene te verenigen is dus een complex gegeven. De bevestiging zoekende, op angst gebaseerde egocentrische liefde om te zetten in Agape – de universele belangenloze liefde - is een mythische strijd met een spirituele dimensie.

Het pentagram is het meetkundige symbool van die mythische strijd en is in die zin een symbool voor het streven naar volmaaktheid. In de vrijmetselaarij is dat gesymboliseerd door te werken aan de ruwe steen, om zo te komen tot de volmaakte kubus.

Het pentagram bekleedt in vele religies een voorname en mystieke plaats. Het was ook in de oudheid bekend als de symbolische weergave van de weg die de mens volgt in zijn streven naar volmaaktheid. Wie het pentagram goed bekijkt merkt een gelijkenis op met het menselijke lichaam. Het hoofd, de armen en de benen. Deze houding is de uitdrukking van een harmonieus mens met een wakker denkvermogen, een ruim gevoelsleven en een stevige fysieke basis. Het pentagram straalt een grote dynamische kracht uit. Het is de bron van mystiek licht dat in alle richtingen verspreid wordt.

De vijfpuntige ster staat ook symbool voor de vijf elementen. Die vijf elementen en de reizen (evaringen) en taken daarin zijn belangrijk in ons streven naar het Licht. Het pentagram is het symbool van de volmaakte mens – let op MENS, we zijn nog steeds in de stof. De volmaaktheid is pas mogelijk als de vier elementen aarde, lucht, vuur en water in mens heeft zich evenwichtig hebben ontwikkeld en het ether – geest – gaat stralen.

vrijdag 21 oktober 2011

De Wereldas of Axis Mundi

De wereldas oftewel de axis mundi is een bekend begrip in de mythologie. De wereldas werd beschreven als de denkbeeldige lijn tussen de aardse polen, de aardas, en de noord- en zuidpool in de hemel, die uitloopt tot vlakbij de Poolster. Deze wordt ook gezien als een symbolische verbindingslijn die loopt tussen het zichtbare en het onzichtbare, de wereld en de hemelse sfeer of sferen. Het is de centrale lijn waar alles om draait, zowel letterlijk als figuurlijk.

Deze lijn is belangrijk omdat ze vanuit een aards perspectief het midden van de wereld vormt. Voor een waarnemer op aarde lijkt het alsof de sterren ronddraaien en de as waarom ze draaien is de poolas. Het gebied rondom de Poolster is het enige plekje in de sterrenhemel dat níet ronddraait en alle andere sterren cirkelen eromheen. Het is het sublieme rustpunt en een anker voor de schepping. Dit "kosmisch centrum" was van onschatbare betekenis in de antieke wereldopvatting.

Verschillende scheppingsverhaal vertellen ons dat het centrum in de pool de plaats is van waaruit de wereld geschapen is, dat de scheppende god hier vandaan kwam en dat dit de plaats was waar de goden met draken vochten, de liefde bedreven en communiceerden met de mens. Het polaire centrum vormt letterlijk het hart van de mythologie.

De poolster wordt ook wel de 'onbewogen beweger' genoemd. Talloze tradities afkomstig van alle continenten verhalen dat de wereldas ooit een gigantische lichtkolom was, die de aarde met de hemel verbond. In mythen wordt de wereldas vaak beschreven als een levensgrote vurige of gouden boom, geworteld in de diepste onderwereld onder de aarde en met de kruin in het zenith, waar de Poolster is. Of de wereldas is een gouden berg in de navel van de wereld, waarvan de top tot de hoogste hemelen reikt. Of de wereldas is het lichaam van een reusachtige god, de wereldreus Atlas, die zijn voeten op de aarde heeft en het hemelgewelf op zijn schouders heeft rusten.

Een eindeloze serie metaforen – levensboom, wereldberg, kosmische reus, en vele andere – beschrijft één en hetzelfde wonderbaarlijke ding: de as in het midden van de wereld, de poolster, het vaste punt, vanaf de aande gezien aan de hemel, waar omheen alles schijnt te draaien.

Mensen in oude, archaïsche beschavingen werden geleid door de drijfveer om hun bestaan te relateren aan het sacrale kosmische centrum, de ware Werkelijkheid temidden van chaos en verandering. De ruimtelijke metafoor van centrum en rand kreeg in mythen de gestalte van een wereldboom, of een kosmische berg. De weg naar het centrum leidt in de godsdienst vaak omhoog. Daar kon men schroomvol tot God naderen. De berg waarop de wereldas stond en naar de hemel reikte heette Tabor, Meru, Olympus, Parnassus, of Sion. ze staan allemaal voor de ene wereldberg. de wereldas staat centraal in de wereldopvatting van menige oude cultuur.

Maar ook in andere metaforen kreeg de axis mundi gestalte. Behalve in termen van een sacrale geografie werd zij ook in beelden uitgedrukt, ontleend aan de biologische en natuurlijk verschijnselen:

"Een universum wordt vanuit haar centrum geboren. Het spreidt zich uit vanuit een centraal punt, als het ware zijn navel". Zo kwam volgens de Rig Veda (X, 149) het universum ter wereld en ontwikkelde het zich: vanuit een kern, een centraal punt. In de veda's lezen we ook het scheppingsverhaal waarin Indra de slang Vrta verslaat die het water van de wereld had opgeslokt. Hij doorsteekt het monster, het water komt vrij en uit het meegekomen slib vormt Indra een stutpaal waarmee hij de hemel en de onderwereld scheidt en vastzet. Zo creëert hij een "gouden" wereldorde waarin iedereen zijn plek heeft. Deze stutpaal is de axis mundi die elders vaak door een boom wordt voorgesteld.

In het christendom herkenen we de wereldas in Maria, die ook wel Sterre der Zee wordt genomed. De titel van Sterre der Zee is veel ouder dan het Christendom en was eens verbonden aan Isis, Ishtar, Aphrodite dan wel Venus, waarbij ze direct te herleiden is tot de rol van de hemellichamen voor de oriëntatie ter land en ter zee. Daarbij springt met name de rol van de planeet Venus in het oog (als ochtend- en avondster, richtpunt voor schippers), of van de Poolster (zelfde functie) die de axis mundi markeert. Typerend genoeg was Maria niet alleen de Sterre der zee, maar ook de Stella matitutina, of te wel de ochtendster! Op haar richt de mensheid haar kompas.

De Hebreeuwse traditie is nog veel explicieter: "De Heilige schiep de wereld als een embryo. Zoals het embryo groeit vanuit de navel, zo begon God de wereld te scheppen vanuit de navel, en van daaruit spreidde het universum zich uit in alle richtingen." Zo zijn er legio andere voorbeelden op te noemen, soort gelijke beelden beschrijven. Sterzoeker zal in een later te verschijnen blog uitgebreid ingaan op een Egyptische scheppingsmythe waarin de wereldas en de berg centraal staan

Vandaag de dag is de relevantie van de wereldas nauwelijks voor te stellen; maar de oude volken oriënteerden zich aan de hand van natuurverschijnselen en aan wat zij aan de nachtelijke hemel waarnamen, en iedere nacht zagen zij dat alles rond dat ene punt aan de hemel, de Poolster ronddraaide. De wereldas meer dan een imaginaire verbinding die het optische centrum van de sterrenwereld symboliseert. De mythen beschrijven de wereldas in ongekend detail als een object dat verschillende fasen doormaakte, fasen die stuk voor stuk gereconstrueerd kunnen worden met behulp van gegevens uit vele verschillende culturen.

• De wereldas begon ooit als een punt en rees vervolgens op naar het zenith.
• Door deze groei scheidde de wereldas de hemel en de aarde, die ooit plat op elkaar lagen.
• De wereldas stond in het optische centrum van hemel en aarde.
• De wereldas was het eerste ding dat bestond in de duisternis.
• De mythische god, held of voorouder reisde heen en weer langs de wereldas.
• De wereldas scheen met een rode, gouden of witte gloed.
• De wereldas bestond uit water, wind of vuur.
• De wereldas bestond uit zeven tot negen horizontale segmenten.
• De wereldas draaide rond.
• De wereldas was gespleten aan het bovenste uiteinde.
• Een of twee spiralen wonden zich om de wereldas heen met zeven tot negen windingen.
• Zeven tot negen concentrische cirkels vormden zich rond de wereldas.
• De wereldas was hol van binnen.
• De wereldas was de bron van leven, energie, en voedsel en bevatte de mythische voorouder.
• Bovenop de wereldas zat de godheid of een bolvormig voorwerp.
• Een aantal tentakels, meestal vier, zeven of negen, was straalsgewijs aan de wereldas bevestigd en verspreidde zich van daaruit over de ruimte.
• De wereldas had de vorm van een zandloper.
• Na verloop van tijd knakte de wereldas in het centrum en viel uit elkaar in stukken die door de ruimte geschoten werden.

Elk van deze eigenschappen worden genoemd en beschreven in mythologieën, rituelen en traditionele kunst met betrekking tot deze wereld as.

De symboliek van de mythen rond de wereldas kunnen opgevat worden als een letterlijk verwoording van hoe de schepping is ontstaan, maat we kunnen het ook interpreteren als een vertaling van onze binnenwereld, waarbij de wereldas de kern is van ons bestaan, ons leven, of onze psyche, waar om heen ons leven zich afwikkelt.

Wereldas is het wereldmiddelpunt, maar dus ook het levensmiddelpunt, het centrale punt, de pool waar alles om draait. Het wereldmiddelpunt is het punt waar stilstand en beweging samen zijn. Beweging is tijd, maar stilstand is eeuwigheid. Als we dit punt kunnen zien als levensmiddelpunt, kan het ons doen beseffen dat dit ogenblik in het leven eigenlijk ook een moment van eeuwigheid is, en het ervaren van dit eeuwige aspect, van wat men doet in de tijdelijke ervaring, dat is de mythologische ervaring.

De ervaring van een transcendent(levens)midden kan ons sterken en stabiel doen staan in de overweldigende cosmos. De donkere, chaotische wereld wordt licht en transparant, zij verkrijgt structuur, zodra zij verankerd blijkt in een centrum dat zich onttrekt aan menselijke greep. De kosmos als een geheel is een organisme dat tegelijkertijd echt, levend en heilig is. Op hetzelfde ogenblik openbaart het zowel de modaliteiten van het zijn als het sacrale. Ontofanie en hiërofanie komen hier bijeen.

Nemen we de beschrijving van de wonderlijke attributen van deze wereldas, zoals hierboven beschreven, letterlijk, als natuurkundige verschijnselen, dan corresponderen ze één voor één met bekende aspecten en fasen in de ontwikkeling van het ontstaan van het universum, zoals uit laboratorium-onderzoek blijkt. De tunnel leek rond te draaien als gevolg van de wenteling van de aarde rond haar as, ontwikkelde tentakelachtige uiteinden, spleet aan de uiteinden, spiraalde en kronkelde, en viel uiteindelijk uit elkaar in stukken die kriskras door de ruimte stoven.

Uiteindelijk herstelde het magnetisch veld van de aarde zich. Langer zou het duren eer de klimaten en de biologische populaties tot rust kwamen. En ook duurde het nog ettelijke eeuwen, zo niet millennia, eer de kleinere en grotere brokstukken die los door het zonnestelsel zwierven waren uitgedund en het zonnestelsel zijn hedendaagse rust verwierf.

De plasmakolom en de plasmaklonten die ooit het hemelruim overheerst hadden leefden voort in de herinnering als machtige goden, geesten en voorouders die de wereld gemaakt hadden zoals ze nu is, verbinding onderhielden tussen hemel en aarde, voortdurend van vorm veranderden, strijd leverden met elkaar en zo onvoorspelbaar waren dat ze met rituelen en offers tevreden gehouden moesten worden.

De goden waren niet fysiek meer op aarde, maar ze bleven des te krachtiger voortleven in de psyche en in de herinnering. Zo is de wereldas nog steeds een prachtig symbool, welke we kunnen aanspreken en zij is iedere nacht zichtbaar aan de sterrenhemel.

woensdag 12 oktober 2011

Sterzoeker over Akasha

Akasha is een Sanskriet woord en werd door de oude Stoïcijnen aether genoemd;. akasha kan vertaald worden door ether, hemel of uitspansel. Hiermee wordt het element aangeduid dat alles doordringt en overal aanwezig. Naast de elementen aarde water, lucht en voor is dit ook de naam voor het "vijfde element" ether. Het Akasha-veld heeft als medium (oerstof), de 'materie' ether. Akasha is een plaats tussen tijd en ruimte.

In de Griekse mythologie is Aether de god van de atmosfeer, de bovenste luchtlaag, die de goden inademen (in tegenstelling tot de "gewone", aardgebonden lucht die stervelingen inademen).

In de Hindoe mystiek wordt deze Akasha beschouwd als het eerste principe van de natuur waaruit de andere vier: vuur, lucht, water en aarde, worden geschapen, maar zonder het begrip 'kroniek' daarbij te hanteren. Deze vijf principes vertegenwoordigen ook de vijf zintuigen van de mens.

In de Brahmaanse geschriften wordt Âkâs´a gebruikt voor wat de noordelijke Boeddhisten swabhavat noemen, in meer mystieke zin Âdi-buddhi - "oorspronkelijke buddhi"; het is ook Mulaprakriti, de kosmische geest-substantie, het reservoir van het Zijn en van de wezens. Het Hebreeuwse Oude Testament verwijst ernaar als de kosmische 'wateren'. Het is universele en substantiële ruimte; ook, in mystieke zin, Alaya.

In de kabbala is Akasha Yesod: Yesod ontvangt invloeden van alle andere Sephiroth. Deze worden gecombineerd tot een soort blauwdruk gemaakt van Astraal Licht. Dit is de Fundatie of Etherische Dubbel op dewelke het aardse vlak gebouwd wordt. Alle gebeurtenissen, natuurlijk of door de mens gemaakt, hebben eerst plaats in de ether van Yesod vóór ze plaatsvinden in de fysieke wereld. Yesod is de Kracht die de uiteindelijke manifestatie van Vorm activeert. Yesod het ongemanifesteerde vijfde en de basis voor de vier elementen van Malkuth. zie ook: De tempel van Yesod

Andere benamingen voor Akasha welke gehanteerd worden zijn: Universele ether (Blavatsky), het astrale licht, het siderische licht (Paracelsus), wereldziel of anima mundi (Plato), collectief onbewuste (C.G. Jung), alkahest of het universele oplosmiddel (alchemie), Great Memory, of Racial Memory (W.B. Yeats), Reflecterende Ether (Eliphas Levi).

Andere begrippen die ook gehanteerd worden voor akasha (veld) of hier mee in verband worden gebracht zijn: Swabhavat, nulpuntveld, prana, levenskracht, Tetragrammaton, anima mundi,wereldziel, wereldgeest, eenheidsbewustzijn, De, ki, Chi, Kundalini, psi-vermogens, Zero Point Field (Z.P.F.), Aether, vril en tachyonenergie. Ether wordt door een punt (snijpunt van de diagonalen 1./2. en 3./4.) gesymboliseerd.

Over aksha word ook gesproken in de zin van Kronieken en in de "ether" zouden alle gebeurtenissen die ooit hebben plaatsgevonden, elke gedachte en emotie voorgoed opgeslagen zijn. De kronieken, die alle kennis aan menselijke ervaringen zouden bevatten, worden volgens deze opvatting 'gedrukt' in een substantie die zoiets als 'weerklinkende ether' wordt genoemd. In de 19e eeuw werd dit concept geïntegreerd binnen de theosofische leer.

Zieners beweren toegang te hebben tot deze kroniek, om te kunnen putten uit bronnen die voor anderen ontoegankelijk blijven. De kronieken, die alle kennis aan menselijke ervaringen zouden bevatten, worden volgens deze opvatting "gedrukt" in een substantie die zoiets als "weerklinkende ether" wordt genoemd. Het bestaan van de akashakroniek zou volgens aanhangers fenomenen als helderziendheid, voorspelling en andere vormen van psychische perceptie kunnen verklaren.

Een aantal figuren uit occulte bewegingen als de Rozenkruisers, de theosofische beweging en uit de antroposofie beweerden toegang te hebben gekregen tot de Akashakroniek(en). Bekenden figuren die in hun werk melding maken van Akasha zijn o.a.: Charles Webster Leadbeater, Annie Besant, Alice Bailey, Samael Aun Weor, Manly P. Hall, Lilian Treemont, Dion Fortune, George Hunt Williamson, Rudolf Steiner, Max Heindel, Madam Helena Petrovna Blavatsky[1], Edgar Cayce en Michael J. Dickens.

Helena Blavatsky omschrijft "Akasha" in haar "Isis Ontsluierd" als volgt:
"Âkâsha is een Sanskriet woord dat uitspansel betekent: maar het duidt ook het onweegbare en onaantastbare levensbeginsel - het astrale en het hemelse licht tezamen verenigd - aan, welke twee de wereldziel vormen, en de ziel en de geest van de mens uitmaken."
— Isis Ontsluierd, hoofdstuk V [140]

In Blavatsky's geheime leer, Deel I hoofdstuk 16 Cyclische evolutie en karma (p. 705) lezen we: "Alles is uit ākāśa (of op onze aarde svabhavat) voortgekomen, gehoorzamend aan een inherente wet van beweging, en verdwijnt na een bepaalde tijd te hebben bestaan. Er is nog nooit iets uit niets ontstaan."

Zij somt ook een aantal benamingen op als refererend aan een en dezelfde zaak. Zo zouden onder meer "de Akasha van de hindoe-adepten", "het astrale licht van Eliphas Levi", "het heilige vuur van Zoroaster" en "het braambes van Mozes" naar hetzelfde verwijzen. Volgens haar vormde de Akasha als astraal licht ook de Anima Mundi. Zij identificeert Akasha met het vijfde universele kosmische beginsel, (waarvan Ether de grofste vorm is). "In haar hoger aangezicht is zij de Ziel van de Wereld, in haar lager De Vernietiger."

William Butler Yeats, de Ierse visionair en dichter, maakte korte tijd deel uit van de Orde van de Golden Dawn. Hierbij kwam hij in aanraking met de leerstellingen van Samuel Liddell MacGregor Mathers over de kabbala. Jaren vóór C.G. Jung formuleerde hij naar aanleiding van zijn occulte studie zijn geloof in het bestaan van iets dat Jung later het collectief onbewuste zou noemen. Yeats noemde het ofwel anima mundi, ofwel "racial memory" (raciaal geheugen, waarbij de mens als ras wordt gezien). Hij beschreef het als een soort geheugen dat werkt met symbolen zoals Jungs "archetypen" en waar je toegang tot krijgt door je geest te "stillen". (Hushing the unquiet mind) Hij achtte ook primitieve volken in staat om via magie uit die "Great Mind" of "Great Memory" te putten en daardoor genezingen te kunnen verrichten. [ Net zoals Aldous Huxley in 'The Doors of Perception' zei, dacht Yeats dat het gebruik van mescaline en andere drugs dit proces zou faciliteren.

Aanhangers van het geloof in de Akasha stellen dat er verschillende manieren zijn om toegang te krijgen tot deze bron van het verleden, de toekomst en alle menselijke kennis. In het algemeen komt het neer op het bewerkstelligen van een veranderde bewustzijnstoestand die met verschillende technieken of middelen tot stand kan komen: onder meer door middel van meditatie, yoga, gebed, visualisatie, trance, drugs.

In de vroege jaren 1900, verenigde Nicola Tesla, de wetenschap en Akasha Kronieken om aan zijn moderne communicatietechnologieën te komen. Hij identificeerde een informatie-box als het centrum van het universum. Over dit hemel-ruimte-ether gebied, beweerde Tesla dat dit het fundamenteel krachtveld creatief is waar kosmische energie door hem werkt en waardoor prana ontstaat. Deze vroege verband tussen wetenschap en mythe, was van korte duur. Tesla's krachtveld viel in ongenade, omdat de geleerde "Einstein" alleen het model: vier dimensionale ruimte-tijd, als het gewenste model van het universum accepteerde.

Recent echter, onstond er een hernieuwde belangstelling voor Tesla en zijn etherische veld wordt door wetenschapper en filosoo Ervin Laszlo het A-veld wordt genoemd. Hij beschrijft in zijn boek; "Het Akasha-veld" dat Recente experimenten in de vacuümfysica het bestaan van dit Akasha-veld hebben aangetoond. Het is een soort zee van fijnstoffelijke energie waaruit alles ontstaat: atomen en melkwegstelsels, sterren en planeten, levende wezens en zelfs bewustzijn. Dit nulpuntveld of Akasha-veld is het universele en permanente geheugen van het universum. Niet alleen het kosmische verleden.

Een gegeven uit de wetenschap, die men het "100ste aap effect" noemt zou het bestaan van dit "veld" aantonen. Iemand heeft ooit eens op een eiland, afgesloten van andere apen wereldwijd, 100 apen een bepaald gedrag aangeleerd. Nadat 100 apen dit gedaan hadden, volgden de apen met deze vindingrijkheid, deze aangeleerde handeling, op de andere werelddelen. Er is dus zoiets als 'een collectief bewustzijn

Rupert Sheldrake spreekt in dit verband over "morfogenetische velden" wat de verklaring is waarom alles en iedereen met elkaar is verbonden en waarom de apen wereldwijd van elkaar kunnen leren, zonder dar er fysiek contact is. Rupert Sheldrake studeerde natuurwetenschappen en Filosofie. Van 1967 tot 1973 werkte hij als onderzoeker en directeur biochemie en celbiologie aan de universiteit van Cambridge. Van 1974 to 1978 was hij hoofd van de planten fysiologie bij het ICRISAT in Hydrabad, India, waar hij tot 1985 werkte op het gebied van de fysiologie van tropische groenten. Hij leefde anderhalf jaar in een Ashram van in Zuid India. Hier schreef hij "A New Science of Life", waarmee hij bekend werd door zijn visie op de morfogenese en de morfogenetische velden.

Laten we eerst de semantiek van het woord 'morfogenetisch' bekijken. Morfogenese staat voor de wording (Genesis) van de vorm (Grieks morfé), en het is net zo ingewikkeld als de vraag wie was er eerder: de kip of het ei? Morfogenetische velden, betekent dus letterlijk velden die vorm voortbrengen. Sheldrake stelt dat natuurlijke systemen op alle niveaus, zoals atomen, moleculen, kristallen, cellen, weefsels, organen, en organismen door morfische velden worden bezield, georganiseerd en gecoördineerd, die een inherent geheugen bevatten.


Er staat in feite dat Al dat Is een intern geheugen heeft. Dit doet meteen denken aan de Akasha Archieven, de Harde Schijf van de Schepping! Natuurlijke systemen erven dit collectieve geheugen van alle voorafgaande uitingen van hun soort door middel van morfische resonantie, met als resultaat dat de patronen van ontwikkeling en gedrag door herhaling in toenemende mate een gewoonte worden. Rupert Sheldrake veronderstelt het bestaan van die velden als een genetische blauwdruk voor iedere soort op aarde. Ze doordringen het gedachteveld van iedere willekeurig soort en bepalen ieder aspect van de evolutie daarvan. De Honderdste Aap is een metafoor voor de manier waarop morfogenetische velden werken.

kwantum fysica leert ons dat wanneer iets de kritieke massa bereikt, er een niet te stoppen verandering plaatsvindt. Wanneer bijvoorbeeld een elektron sneller gaat trillen, wordt het hele elektron - zodra de kritieke massa wordt bereikt - naar een hogere frequentie getild, en er is niets dat die verandering kan stoppen. De theorie van de Honderdste Aap is van uit deze gedachte meer dan een theorie. De trilling van verwachting vermenigvuldigt zich, tot een kritieke massa in trilling is bereikt. Op dat precies dat ogenblik voelt iedereen, waar dan ook, de verandering.

"Sheldrake stelt dus dat natuurlijke systemen op alle niveaus, zoals atomen, moleculen, kristallen, cellen, weefsels, organen, en organismen door morfische velden worden bezield, georganiseerd en gecoördineerd, die een inherent geheugen bevatten." Als we lezen alle natuurlijke systemen, denken we natuurlijk het eerst aan water. De Aarde en haar bewoners bestaan voor het grootste deel uit water, we moeten dus grote morfische velden hebben die een inherent geheugen bevatten. Dr. Masaru Emoto heeft door onderzoek aangetoond hoe water te beïnvloeden is. Als men bepaalde negatieve gedachten via het morfogenetische veld naar een waterkristal zendt, of er disharmonische muziek bij draait (smaken verschillen, maar water is zonder oordeel...) wordt het watermolecuul zwaar gemuteerd, misvormd. Als men echter liefdevolle mantra's of gebeden naar het water stuurt vormen zich de oorspronkelijke, en dus Goddelijke structuren.

dinsdag 19 april 2011

Ei & Paasei

Een ei is een fascinerend iets, dat moeten de oude volkeren ook gedacht hebben, want in veel oude culturen staat het ei symbool voor het verborgen leven, of voor de cosmos. In de moderne tijd zouden we bijna vergeten welke prachtige symbolieken er aan het ei ontleend zijn, tot dat het weer Pasen wordt, dan staat het ei weer even helemaal centraal. Over Pasen en over de symboliek van het ei gaat deze blog.

De verborgen ontwikkeling van een kiem binnen een fragiele eierschaal boeide de mens en deed hem ter gelijktijd huiveren. Het onzichtbare gebeuren binnen de gesloten eierschaal dat na een mysterieus vastgestelde periode leidde tot geboorte, vervulde hem met een diep religieus respect. Hierdoor werd het ei werd het symbool van schepping, van het leven zelf. Het werd een teken van leven, vruchtbaarheid, oneindigheid, herleving van de natuur en vervolgens ook van geluk, gezondheid en voorspoed.

De inwoners van het oude Egypte introduceerden al vroeg het heilige ei in hun kosmogonie (leer van het ontstaan van het heelal). Ze aanbaden de creatieve kracht die het universum uitrustte met levende wonderen. Als symbool van die goddelijke kracht kozen ze het ei. Omdat het het goddelijke principe van een spontane verwekking bevatte, plaatsten ze het aan het begin van de wording van al wat is.

Het ei was de universele kiem, de oorspronkelijke kern die explodeerde onder invloed van een niet geïdentificeerde kracht en deed het universum ontstaan. De priesters van Egypte aten (evenals die van de Phoeniciërs en Carthagers na hen) geen eieren, opdat ze niet de creatieve krachten zouden beledigen door een kiem van leven te vernietigen.

Later namen de volgelingen Orfeus (de bij de oude Grieken legendarische dichter uit Tracië) en Pythagoras (Griekse filosoof, circa 580-circa 504 voor Christus) dit over. Mogelijk speelde eenzelfde idee ook mee bij de Berbers die tot in de achttiende eeuw weigerden eieren te eten.

De Egyptische beschaving was niet de enige die het ei als symbool koos. Vrijwel alle oude beschavingen deden het. Zo werd in het oude China verteld, dat er in het universum in het begin slechts duistere chaos heerste. Deze had de vorm van een ei. Het ei vormde de oorsprong van alle leven.

Ook volgens een orfische scheppingsmythe ontstond de wereld uit een ei: de zwartgevleugelde nacht, door de wind het hof gemaakt, baarde een ei waaruit Eros kroop. Een dergelijke gedachte is eveneens te vinden in Polynesische, Japanse, Peruaanse, Indische, Fenicische, Finse en Slavische ontstaansmythen. Het kosmische ei (soms bevrucht door een slang, maar vaker door een reuzenvogel gelegd in de oerzee) zou vorm gegeven hebben aan de chaos. De zon (de gouden dooier) zou uit het ei tevoorschijn zijn gekomen, waarna de schepping van hemel en aarde voltooid was.

Niet alleen de kosmos, ook veel helden en heldinnen zouden hun oorsprong in een mythisch ei hebben. Zo zou Helena van Troje uit een ei gekomen zijn dat was gelegd door Leda, koningin van Sparta, nadat ze had gepaard met een zwaan (oppergod Zeus in vermomming). Soortgelijke verhalen worden verteld over de oerkoning uit Zuid-Korea en over de zonen van de god Zeus: Castor en Pollux.

De in het ei sluimerende kiemkracht werd met levensenergie geassocieerd. Het speelde dan ook een rol in de magische geneeskunst en in vruchtbaarheidsculten. Het diende ook als toegift in het graf, als sterkend voedsel voor de reis naar het hiernamaals.

In het christendom werd het ei geassocieerd met de belofte en hoop van het voorjaar. Het is ei een symbool geworden van het nieuwe, door God gegeven leven dat in Jezus Christus begint. Middeleeuwse theologen hielden het struisvogelei voor het symbool van Christus die door God de Vader is opgewekt uit de dood.

De keus voor de struisvogel, een vogel die nauwelijks bekend was bij de Europeanen in die tijd. De kerk adopteerde struisvogeleieren als tekenen van een wonder. Ze stelden ze tentoon op Goede Vrijdag en Paaszondag.

Een volksalmanak aan het begin van de twintigste eeuw meldde: ‘Een ei is een nieuw steenen graf, hetgeen er in is, schijnt dood maar kan levende uitbreken, ’t is het beeld van ons Heeren Verrijzenisse.’

Als zinnebeeld van de door een schaal omsloten heelheid staat het ei ook wel voor de van het begin af aan voorbeschikte schepping. In de alchemistische beeldenwereld is het ‘filosofische ei’ de later in de ‘Steen der Wijzen’ veranderende oermaterie, waarin de hele aanleg tot rijping al in de kiem aanwezig is en waarbij de dooier op het verhoopte goud duidt.

De mystica Hildegard van Bingen (1098-1179) schreef haar ervaringen op met behulp van een latinist. Het manuscript, ontstaan in scriptorium van de Rupertusberg tussen 1141 en 1151, gaf ze de naam Scivias (Sci vias Dei = Ken de wegen van God) vinden we ook het symbool van het ei.
Voor Hildegard was het ei een kernbeeld om de groeikracht van de schepping uit te beelden. De kosmos zag ze als eivormig. De vorm van het ei wijst volgens haar op de almachtige God, die niet te vatten is in zijn majesteit, niet te doorvorsen in zijn geheimen, de God die de bron en het doel van de hoop op het herstel van het nieuwe leven. In haar poging om het onderscheid en verband tussen de verschillende elementen in de opbouw van de kosmos te duiden, gebruikte het beeld van de verschillende lagen van een ei met in het midden de dooier (= de aarde).


Rond het ei bestaan veel gebruiken die op symboliek berusten, zoals het paasei, een voorjaarssymbool als teken van de ontwakende vruchtbare natuur, maar ook in verband met de genoemde gelijkenis van de opstanding. Soms was het ei zowel een teken van rouw als van hoop op een nieuw leven. Zo bestond het eerste gerecht, dat aan joodse rouwenden werd aangeboden als ze van een begrafenis terugkeerden, uit brood en eieren.

In de volksmagie speelden eieren dikwijls een rol. Zo gebeurde het dat ze met bepaalde riten werden begraven. Hun breekbaarheid speelde hierbij een rol: vijandelijke machten zouden zich ervoor hoeden ze kapot te maken en zich terughoudend opstellen. Andere voorbeelden van (bij)geloof: Het zou funest zijn na zonsondergang eieren naar buiten te brengen of te verkopen.

Wie van eieren droomde zou een nachtmerrie hebben. Kleine eieren zonder dooier zouden ongeluk brengen. Wie veel gebroken eieren of een zogenaamd windei zag, zou op zijn hoede moeten zijn. Eieren die over stromend water zijn gedragen zouden niet uitkomen. In het vuur geworpen eierdoppen zouden bij de kip een ontstoken achterste veroorzaken.

Een in de haard gemetseld ei zou tegen brand en diefstal beschermen, een in de tuin begraven ei tegen koorts en landloperij. Een ketting van eieren bij een babybedje zou boze geesten afleiden. Het laatste ei dat door een bejaarde kip werd gelegd en alle eieren die op Goede Vrijdag in het legnest waren gedeponeerd, zouden magische middelen zijn waarmee men het kippenhok kon beschermen. Heksen en nachtmerries zouden in eierschalen over water kunnen varen.

In het oude Egypte verfde men een valkenei in de kleuren rood en goud en vereerde het als het ‘Ei van de Zonnevogel’. Rood en goud symboliseerden licht en vernieuwing. Bij de Egyptische dodencultus werden eieren in het graf gelegd als teken van hoop op nieuw leven.

Ook elders bestond een soortelijk gebruik: in oude Griekse graven (in Mycene) werden resten van struisvogeleieren gevonden, in oude Slavische graven resten van ganzeneieren die beschilderd waren met het zonnesymbool, in een sarcofaag in Worms (uit 320 voor Christus) hoendereieren met voorstellingen over leven en dood, en in een terp in Wonseradeel (Friesland) eieren van gebakken klei (gemaakt omstreeks 500 voor Christus).

De Grieken gebruikten eieren als offer voor hun goden en plaatsten die op de altaren van hun tempels. De Perzen verfden eieren rood op het moment dat het voorjaar aanbrak en grote feesten werden georganiseerd. Tot op vandaag worden op het Iraanse platteland eieren rood of lichtpaars geschilderd op de dag dat het voorjaar begint. Ze markeren het begin van het Iraanse nieuwe jaar.

De Germanen besmeerden vogeleieren met bloed van offerdieren of met het rode sap van planten en offerden deze aan hun vruchtbaarheidsgoden Freya (een godin die men in de gestalte van een vogel vereerde) en Donar in de hoop zo de vruchtbaarheid van zichzelf, hun vee of land te bevorderen.

De Romeinen zagen eieren als een symbool van natuurlijke vruchtbaarheid. In Rome werden eieren gebroken om kwade bekoringen af te weren en om immuniteit voor verschillende rampen te bewerkstelligen. Jonge Romeinen gebruikten soms eieren bij initiatiespelen. Aan het eind braken ze deze altijd om kwade geesten af te weren.

Rond feestdagen, vooral die feestdagen die iets van de hoop op nieuw leven uitdrukten, zijn allerlei gewoonten en gebruiken gegroeid. Eieren speelden daarin vaak een rol. Hieronder volgen enkele voorbeelden:
Tijdens het joodse Pesachfeest (het feest waarop de bevrijding van de slavernij in Egypte werd herdacht) legde men een hardgekookt ei op een schotel die op Sederavond (de avond van het Pesach waarop men de verhalen van de uittocht uit Egypte vertelt) werd gegeten. Het stond symbool voor de geboorte van een vrij volk.

In het oude Perzië wisselde men rode en goudkleurige eieren uit als Nieuwjaarsgift. In China ontving men rode eieren bij de geboorte van een zoon. In Nederland gaf men geverfde offereieren aan de kerk en vanaf de 5e eeuw schonk men deze ook aan vrienden. Gaf een jongeman een prachtig versierd ei aan zijn geliefde, dan maakte hij duidelijk dat hij haar ten huwelijk vroeg.

De patriarch van de orthodoxe kerk schonk (vanaf de 4e eeuw) elke bezoeker twee rode eieren en een goudkleurig ei als paasgave. Aan het achttiende eeuwse Franse hof schonk men elkaar paaseieren van edelmetaal of eieren die beschilderd waren door bekende kunstschilders (onder wie François Boucher, 1703-1770). In Oost-Europa gaven adel en rijke burgers met Pasen elkaar eieren met miniatuur- of iconenschildering. Wie zich niet zo’n duur ei kon veroorloven, kocht op de paasmarkt een ei om het, versierd met een Christusprentje met Pasen in de iconenhoek te hangen.

De Russische tsaren schonken beschilderde houten eieren en porceleinen eieren met de letters XB (Christus Woskresse = Christus is opgestaan) aan de leden van hun lijfwacht, hun hofbeambten en familie. Wereldbekend werden de met juwelen bezette gouden en zilveren eieren die door de Russische juwelier Peter Carl Fabergé (1846-1920) werden gemaakt voor tsaar Alexander III. Deze kostbare eieren (die nu miljoenen opbrengen) bevatten kostbare snuisterijen of een miniatuurtje (een koetsje bijvoorbeeld) of ze werden gecombineerd met een uurwerk. Ze dienden als paasgeschenk in de tsarenfamilie.

Naast deze prachtige symbolieken is een ei in al haar verschijningsvormen een genot voor het oog, en voor wie er van houdt ook voor de mond. Een gebakken of gekookt eitje bij een vers broodje, wie lust dat nu niet, bij het paasontbijt? Wij willen u tot slot alvast een vrolijk Pasen wensen

dinsdag 18 januari 2011

Het Boze Oog

Wie wel eens in een Arabische land op vakantie is geweest heeft vast en zeker kennis gemaakt met het boze oog. Waar je in, Marokko, Egypte, of Turkije ook komt, je ziet ze overal: blauwglazen kralen in de vorm van een oog. In iedere souvenirwinkel zijn ze te koop, in allerlei maten en verwerkt in allerlei artikelen. Zo’n kraal wordt in het Turks nazar boncuğu genoemd. Men gelooft dat de nazar boncuğu beschermt tegen nazar, het boze oog.

Het woord nazar komt uit het Arabisch en betekent zien of blik. Het woord heeft ook de betekenis van boze blik of het boze oog. Iemand kan uit jaloezie om het geluk, de rijkdom of voorspoed van een ander een boze blik richten, waardoor er onheil komt over de persoon waarop de blik is gericht.

Niet alleen personen kunnen door het boze oog worden getroffen, ook dieren en voorwerpen, met name de voorwerpen die kunnen breken of kapot kunnen gaan, en zelfs woningen. De koe kan ineens geen melk meer geven, de oogst kan mislukken, kinderen worden plotseling doodziek, goede vrienden krijgen ruzie en praten daarna niet meer met elkaar, en dat allemaal door een boze blik.

Bepaalde mensen, dieren of geesten kunnen de kracht bezitten van het boze oog, door slechts te kijken naar andere personen, in het bijzonder kan het boze oog kinderen, vee, planten en zelfs levenloze voorwerpen, schade toe te brengen. De blik heeft meestal specifieke eigenschappen namelijk woedend, jaloers (over het vermoede of daadwerkelijke geluk van een ander), of bewonderend en liefhebbend.

Ook wordt geloofd dat de allereerste blik die iemand op een voorwerp werpt schade kan toebrengen. Als iemand deze blik werpt worden daarbij vaak lovende woorden of bewonderende woorden gezegd. Zelfs het roemen van de schoonheid of gezondheid van een persoon kan schade berokkenen

Het geloof in het boze oog is al heel oud. De oudste teksten over het boze oog staan in spijkerschrift geschreven op kleitabletten. Er zijn Soemerische teksten die dateren uit het 3e millennium v. Chr. en die de basis vormen voor latere Babylonische en Assyrische teksten over magie. In het Brits Museum in Londen bevindt zich een afschrift van een omvangrijk magisch werk van de Chaldeeers, dat ongeveer uit 200 kleitabletten moet hebben bestaan. Het werd in de 7e eeuw voor onze jaartelling op bevel van koning Assurbinal opgesteld en in twee talen geschreven: in het Assyrisch dat in die tijd werd gesproken, en in het Akkadisch, de taal van de oude Chaldeeers. In oude Egyptische inscripties en teksten op papyrus wordt ook gesproken over het boze oog. Bovendien wordt het genoemd in de heilige boeken van Joden, christenen en moslims.

Over het algemeen wordt aangenomen dat het geloof in het boze oog is ontstaan in het oostelijke Middellandse Zeegebied en dat het zich van daaruit heeft verspreid naar de andere landen rond de Middellandse Zee en de gebieden daaromheen. Er wordt ook beweerd dat de oorsprong in Scandinavië ligt. Maar verschillende oude culturen overal ter wereld kennen het geloof, ook culturen die nooit met elkaar in aanraking zijn gekomen en het geloof niet van andere culturen over hebben kunnen nemen. Daarom is het meer aannemelijk dat de oorsprong ervan diep geworteld in de menselijke natuur zelf ligt.

Het geloof in de werking van het boze oog speelt nog steeds een rol bij veel volken in veel landen. Iedere moderne taal heeft er een woord voor. In het Hebreeuws heeft men het over ‘ajin hora’. De Arabieren duiden het boze oog aan met ‘ain’. De Nooren spreken over ‘skjoertunge’, de Denen over‘et ondj oje’ en de Engelsen over‘the evil eye’. Bij de Polen wordt de betovering door een boze blik ‘urak’ genoemd en in Siberië ‘sglasit’. In Italië heet het boze oog ‘mal’ occhio’, in Griekenland ‘kako mati’, in Portugal ‘olho mao’ en in Spanje ‘mal de ojo’. De Fransen noemen de boze blik ‘mauvais oeil, mauvais regard, mauvue’, de Duitsers ‘der bose Blick’ en in het Turks heet het nazar.

Om een boze blik te kunnen werpen moet je in het bezit zijn van het boze oog. Wie heeft het boze oog en hoe kom je eraan? En wat zijn de gevolgen als je door het boze oog wordt getroffen?

Er zijn twee verschillende groepen mensen die de macht hebben met een boze blik schade toe te brengen, namelijk degenen die het bewust doen (zoals tovenaars, heksen, medicijnmannen, sjamanen en zigeuners) en degenen die het onbewust doen.

In principe kan iedereen een boze blik werpen omdat hij ermee is geboren of omdat hij de boze blik op een of andere manier verworven heeft. Zo iemand kan de beste bedoelingen hebben en door een blik toch kwaad aanrichten wanneer hij een persoon aankijkt, terwijl anderen, ondanks hun kwade opzet, onmachtig zijn om met hun blik de minste of geringste schade toe te brengen. Iemand met een boos oog heeft een of ander kenmerk, een lichamelijke afwijking of iets zeldzaams waaraan hij te herkennen is.

Zoals al eerder gezegd is het geloof in het boze oog heel oud. Toen de mens overging tot een monotheïstisch godsdienst bleef hij dit geloof behouden en kon een nieuwe godsdienst dit geloof niet wegnemen

Het geloof in het boze oog is zo diep, dat geen wetenschap, geen godsdienst, geen wetten in staat zijn geweest dit geloof uit te roeien. Hoewel er in de heilige boeken verwijzingen zijn naar het boze oog, wordt (de werking van) het boze oog afgedaan als volksgeloof of bijgeloof. Echter, de afweermiddelen die worden gebruikt om de vermeende werking van het boze oog tegen te gaan, bevatten vaak religieuze teksten.

Overal ter wereld waar opgravingen zijn gedaan, zijn amuletten en talismannen gevonden die dienden als afweer van onheil. Dit is te verklaren door de moeilijke omstandigheden waarin de mensen vroeger leefden. Er heerste angst voor onbekende gevaren, voor duisternis en voor de nacht. De mens vormde denkbeeldig een hele schare aan onzichtbare, vijandige wezens, demonen, duivels en boosaardige geesten.

Dit is af te leiden uit oude geschriften van Soemeriers in spijkerschrift op kleitabletten en in steen. Zij gebruikten amuletten en bezweringen en toverformules om zich te beschermen en om de invloed van het boze oog teniet te doen. Ze droegen zowel amuletten met als zonder inscripties.

Er zijn drie soorten amuletten ter bescherming tegen de boze blik. Allereerst zijn er amuletten die de boze blik naar zich toe trekken en daardoor afleiden. Deze worden zodanig gedragen dat ze goed te zien zijn, bijvoorbeeld om de nek of op de kleding. Ten tweede de amuletten die onzichtbaar worden gedragen of verstopt onder de kleding. Ten derde de geschreven woorden uit de Bijbel, Koran en andere heilige geschriften of kabbalistische figuren en formules die onheil afweren.

Het geloof in nazar is wijd verbreid en verweven in het dagelijkse leven. Jonge meisjes en jonggehuwde vrouwen dragen oogkraaltjes om de enkels. In de vlechten van de haren van meisjes worden blauwe kralen verwerkt. Blauwogige mensen kunnen het boze oog hebben. Een kraal in deze kleur beschermt tegen de blik van blauwogigen. Om na de geboorte van een kind de moeder te beschermen wordt haar een nazar boncuğu opgespeld en in de wieg van de baby wordt ook een boncuk opgehangen.

Op het platteland in Turkije breien vrouwen vaak nog zelf sokken. Deze sokken hebben verschillende kleuren en verschillende motieven en worden soms voor bepaalde gelegenheden gemaakt. Vrouwen verwerken in hun handwerk ook motieven om het boze oog af te weren. Dergelijke motieven worden ook verwerkt worden in handgemaakte vloerkleden en in borduurwerk.

Een veel voorkomende amulet is de nazar boncuğu, een blauwe oogamulet. De kleur van het oog in de afweeramulet is altijd blauw. Deze kleur zou namelijk een afwerende werking hebben. Door deze oogamulet wordt het boze oog van degene die een jaloerse blik heeft geworpen weerkaatst naar hemzelf.

Hoe dan ook en of je nu wel of niet aan de afwerende werking van de amuletten tegen het boze oog geloof hecht, de blauwe oogkralen en oogamuletten zijn prachtig om te zien en ook heel erg mooi om thuis op te hangen of om te dragen.

maandag 29 november 2010

Van Rood naar Purper naar Blauw

De kleurcombinatie rood en blauw wordt vaak gebruikt in religieuze voorstellingen en staat ook in de Bijbelse boeken Exodus en Kronieken. Wellicht heeft Mozes deze kleursymbolen op de exodus uit Egypte meegevoerd, omdat ook in Egypte talloze schilderingen in de tempels en graven deze kleuren hebben en vaak de hoofdkleuren van de afbeeldingen zijn.

Uit deze Bijbelse voorstellingen heeft men in de loop der tijden de eerst voorschriften voor het schilderen van iconen afgeleid en daaruit heeft men weer de voorschriften voor de keizerlijke kleding ontwikkeld. Ook de middeleeuwse prachtig geïllustreerde Bijbels zijn overwegend met een roodblauwe versiering gedecoreerd.

Het zo goed kunnen dat de rood-wit-blauwe vlaggen van een aantal belangrijke landen en daarvan afgeleide staten (Frankrijk, Nederland, Engeland, Rusland, USA, enzovoorts) zich daarom wellicht ook baseren op de religieuze symbolische betekenis van deze kleurcodes, die ieder religieus opgeleid persoon in de Middeleeuwen ongetwijfeld onmiddellijk heeft kunnen identificeren. De betekenis van rood-witblauw luidt in een dergelijk geval: “God is met ons”.

Deze kleuren en de meng kleur purper zijn ook veelvuldig terug te vinden in Iconen. Kleur speelt hierin een grote rol naast het gebruik van religieuze symbolen. Iconen beschikken dus over een eigen taal. Het elementaire symbool in deze taal is de heilige, respectievelijk goddelijke identiteit, waarop de icoon berust. Men kan zich in onze moderne tijd nauwelijks voorstellen, welke beduiding de religieuze symboliek voor de middeleeuwse mensen heeft betekend. Ook degenen, die het lezen niet beheersten, waren althans in staat de kleurcodes te “lezen”.

Uitgaand van de Bijbelse voorschriften met betrekking tot de kleuren “blauw, purper en scharlakenrood”, heeft men in de Middeleeuwen een reeks voorschriften geformuleerd om afbeeldingen van God en van de heiligen te kunnen vormen. Om deze redenen worden iconen volgens een traditioneel schema geschilderd. Voor het kleurenschema van rood en blauw gelden o.a. de volgende regels :

• Maria draagt een rode buitenmantel over een blauwe kledij. (op de bovenstaande afbeelding van een schilderij van Gerard David zijn de kleuren omgedraaid. Traditioneel wordt op iconen door Maria rood over blauw gedragen.)
• Christus draagt een blauwe buitenmantel over een rode kledij.
In de zevende en achtste eeuw zijn alle afbeeldingen in de oostelijke en westelijke kerken uitsluitend iconen, zodat de gestalte en vorm strikt aan de onaantastbare, dogmatische regels voldoet. Pas nadat een synode der westelijke kerken het dogma voor de uitvoering van iconen heeft opgeheven, mogen de westerse kunstenaars de religieuze kunst naar eigen fantasie uitvoeren. De latere iconenschilders wijken steeds meer van de traditionele norm af.

Men kan zich afvragen, welke symbolische betekenis de kleuren rood, blauw en purper in de Middeleeuwen hebben gehad. Over deze betekenis vermeldt de Bijbel niets. De kleuren moeten echter een grote rol hebben gespeeld, omdat deze meermaals als goddelijke voorschriften geboekstaafd worden. Kleuren speelden destijds bij het ongeletterde volk kennelijk dezelfde rol als de huidige kleuren voor de politieke partijen: rood voor links en blauw voor rechts. Gezien de Bijbelse traditie, waarin de schepping door zes dagen met opsplitsingen (van hemel & aarde, zon & maan, enzovoorts) heeft plaatsgevonden, mogen wij verwachten, dat de twee tegengestelde kleuren rood en blauw aan de rand van het kleurenspectrum ook met de opsplitsingen samenhangen.

In de versie van Plato (Symposion) en van de Sohar geeft God de eerst gesplitste mens Adam de opdracht de mannelijke en vrouwelijke helft weer samen te voegen. Deze samenvoeging wordt gesymboliseerd in de purperen kleur, die als mengkleur voor rood en blauw bekend staat en in het spectrum van het zonlicht niet voorkomt. De volkeren der oudheid hebben deze kleuren uit de rand van de regenboog afgelezen, die om deze redenen natuurlijk als goddelijk symbool werd beschouwd.


Van rood naar blauw

Rood is de kleur die het meeste effect heeft op de mens. Dat komt doordat onze verre voorouders grotendeels van vruchten leefden, vermits rijpe vruchten en bessen vaak rood zijn, is het menselijk oog zeer gevoelig geworden voor deze kleur. Ook omdat rood de kleur van bloed en van vuur is, valt ze zo op. Rood trekt zo sterk de aandacht dat het in heel de wereld gebruikt wordt als een signaalkleur, denk maar aan verkeerslichten, verkeersborden, achter-en remlichten, het rode tekentje op de warmwaterkraan.

Rood is de kleur van leven, van warmte en daarom ook de kleur van de liefde en de hartstocht. Rood brengt een stoot adrenaline in het bloed, versnelt de hartslag en verhoogt de bloeddruk. Het windt ons op en wekt onrust. In de Middeleeuwen was rood de kleur van de zonde en van vernietigend geweld. De duivel was daarom ook rood.

Puper heeft als rooms-katholieke liturgische kleur een betekenis die samenhangt met boete doen en wordt gebruikt voor de advent en vasten oftewel veertigdagentijd (de tijd voor Pasen). Als geestelijke complementaire kleur van lichtgroen is het de duiding voor het absolute binnenste van de ziel die met het individuele plan van het leven te maken heeft.

Blauw is ook de kleur van de hemel. In alle tijden en alle culturen is de blauwe hemel de verblijfplaats van de goden en de godinnen. In de klassieke oudheid was blauw de kleur van de oppergod en dus een bovenaardse kleur. Later werd dit dan de kleur van de adel.

Vroeger dacht men dat blauw ook de kracht had om kwade machten te verdrijven, daarom werden de deuren en de luiken van de huizen vaak helblauw geverfd. Nu nog zie je in Zuid-Europa nog veel blauw aan de huizen, maar dit is om de vliegen buiten te houden, want deze vervelende diertjes houden echt niet van blauw.

Nachtblauw is het meest donkerst denkbare blauw. Het is het geheimzinnigste van alle kleuren. Donkerblauw is een veel gebruikte kleur voor uniformen van gezagsdragers en voor maatpakken van de zakenman, omdat deze kleur een serieuze en afstandelijke sfeer oproept.

Blauw wordt over de hele wereld gebruikt als kleur voor openbare mededelingen, pictogrammen en verkeersborden. Wit op blauw is de allerbeste combinatie voor teksten en mededelingen die op afstand gelezen moeten kunnen worden.

vrijdag 30 juli 2010

Egyptische Arousa el Burka, de Bruid van de Sluier (2)

In een eerder blog over de Egyptische Arousa el Burka, de Bruid van de Sluier, stonden al een aantal mooie foto's van dames met deze prachtige hoofddracht. Inmiddels heeft sterzoeker een groot aantal foto's in bezit van de Arousa. Hier onder volgt een kleine selectie.








Vergelijkbare Blogs

Related Posts with Thumbnails