Posts tonen met het label Oproep aan Anubis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Oproep aan Anubis. Alle posts tonen

donderdag 21 januari 2010

De God heeft Gesproken (5)

Toen ik wakker werd, speelde een zonnestraal in mijn kamer.
Alles was tip en top klaar, maar zonder zon viel niets te doen. Het was de enige medewerkster waar ik geen vat op had. Daar zij mij wakker kuste, zag ik daarin het voorteken dat mijn duurbaarste wensen in vervulling zouden gaan.


Ik was mij vlug, zoals ik dit sedert weken deed, met natron water. Ik kleed me in mijn linnen gewaad, schuif mijn voeten in de sandalen uit nieuwe papyrus en sla een mantel om.

Het kornalijn-groene amulet ligt op de tafel naast de sleutel van mijn heiligdom.
Met eerbied waarmee ik het grootlint van een ridderorde zou aandoen, doe ik mij het toverjuweel om de hals.

Ik heb nog eens nauwgezet al de rituele voorschriften nagegaan. Niets vergeten, noch verkeerd gedaan: Ik kan de eredienst beginnen.

___________Wordt vervolgt!_____________

dinsdag 19 januari 2010

Naar het Onbekende (4)

-Wil je geen tong met botersaus?

Mijn echtgenote stond naast me, een beetje bedremmeld en verbaasd, met een prachtige gebakken tong in botersaus op een bord.

-Je weet toch dat ik geen vis meer eet.

-Zeker zeker, maar ik dacht als ik een lekker tong ga bakken, zoals je ze normaal graag lust, dan komt je zin in vis wel weer terug.

-Bedankt schat, maar ik wil even een periode heelmaal geef vis eten, dus ook niet in een ander vorm of soort.

-Zoals je wil.

Weken gingen voorbij. Mijn levenswijze is geheel verandert. Ik ga veel naar Mar en lees veel boeken. Dikwijs volstaan enkele minuten om mijn vragen te beantwoorden. Ik geniet om de boeken van Mar door te lopen en vooral om tal van aantekeningen over te nemen over de god Anubis.

-Zeg Mar, waar vind ik de beste beschrijving en afbeeldingen van Anubis?

-Kijk in de < Dictionaire de Mythologie > van Lanzone en het < Catalogue divinités du Musée du Caire > Daarin vindt je alles wat je over Anubis wilt weten.

-Mar, rare vraag maar hoe denk jij dat ik hem ga zien?

-Wie hem?

-De God. Zal hij in de vorm van een dier verschijnen, of wel met het menselijke lichaam en de jakhalskop?

-Wat kan ik op zoiets antwoorden. Stel je alle vormen voor, dan zul je vast en zeker minder teleurgesteld zijn. Tijdens het Romeinse tijdperk zag hij er niet tegen op om als legioensoldaat te verschijnen. Het is dus best mogelijk dat je hem ziet met schild en speer.

In onze slaapkamer en werkkamer heb ik afbeeldingen van de God geplaatst. Ik bezie ze met ontroering en devotie. Enkele eerbiedswaardige aanbiddingformules ken ik van buiten en zeg ik dagelijks op < Anubis, Hoofd der Westerlingen, Meester van de Slangenberg, gij die in de oasis verblijft>

Uit Assiout Egypte liet ik de klei komen en zand uit de Lybische woestijn. Anubis is het hoofd der Westerlingen. Het zand uit de Arabische woestijn zou hem minder aangenaam kunnen zijn. Ik slaagde erin olie te krijgen gemaakt uit de vruchten van olijfbomen van de oasis Farafreh.

De wierook ingrediënten haalde ik bij een winkel gespecialiseerd in reukstoffen en kaarsen.

Toen ik de ingrediënten bestelde haalde de verkoper een catalogus te voorschijn en prees ook de kant en klare befaamde Indische wierookstokjes aan, maar wilde ik niet. Het was mij immers onmogelijke te zeggen welk gebruik ik van de wierook wilde maken; zodat ik ten slotte tamelijk kortaf verklaarde, dat ik die reukstoffen wilde en geen andere.

Toen ik de wierook klaar had heb ik ze uitgeprobeerd.

Ik gooide een paar korreltjes op een branden kooltje. Rook steeg op in zware krullen en daalde daarna neer. Ik snoof de lekkere geur op, als voorpret over wat er nog komen gaat. Mijn hoofd werd echter zwaar en ik heb de venster geopend om frisse lucht binnen te laten en deze met volle teugen in te ademen. Er is natuurlijk oefening nodig.

Mijn vrouw vertelde mij later op de dag, dat er zo’n eigenaardige geur in mijn kamer hing; de gordijnen waren er letterlijk van doordrongen, beweerde zij, en het openzetten van het raam had de lucht niet in zijn geheel verdrongen.

O, ik weet het, zei ik achteloos, waarschijnlijk die fles aftershave, die ik vanochtend gebruikt heb…de geur was inderdaad doordringend.

Als mijn beste vrienden mij ontmoeten, maken ze soms opmerking over wat ze noemen, dat ik verandert ben.

Zij weten natuurlijk niets en Mar en ik hebben een plechtige belofte afgelegd;
-Wij zullen niets laten uitlekken van wat ik doen wil
-Ik zal aan niemand vertellen dat Mar hier bij betrokken is.
Ik vroeg nog aan Mar of zij achterna geen spijt heeft, dat ze aan dit project is begonnen. Mar antwoordde;

-Nee, ik beken dat het een gek project is, maar jij gaat er zeer serieus mee aan de slag. Jij stap als een priester zo waardig in dit project.

Waar toe zou het anders dienen, de studie van al die boeken en het bestuderen van afbeeldingen. De verdieping in deze materie heeft mijn gehele houding verandert. Hij die de God Anubis wil aanschouwen dient “zuiver" te zijn.

Ik had nog een lastige vraag aan Mar; Mijn vrouw moest het toch wel weten.

-Mar, luister eens ik heb nog een heel bijzondere vraag aan je. Zou je me willen helpen?

Mijn vrouw is ongerust en ik moet haar nu toch wel eens gaan vertellen wat ik van plan ben. Zij gaat mijn doen en laten na en ik weet dat ze er met een vriendin over heeft gesproken. Zij beelden zich in dat ik ziek ben; Ik heb immers wat eten en drinken betreft mijn hele levenswijze moeten veranderen. Ik ben veel minder gaan eten. Om maar niet te spreken over het brood, die ik speciaal laat bakken, volgens de voorschriften die Mar me gegeven heeft uit de studie van professor Borchart.

-Je begrijpt Mar, we moeten haar gerust stellen en haar vertellen dat ik met dit experiment bezig ben, misschien kan jij haar gerust stellen dat ik hierbij geen gevaar loop.

-Daarvan ben ik niet zeker

-Mar, dat doe me een plezier, Jij gelooft dus dat Anubis zal komen?

-Wel neen, helemaal niet, maar ik wil je wel waarschuwen voor de ontreddering die uit deze gril, van jou, kan voortkomen.

- Ach zo, maar dit moet je niet beletten mijn vrouw gerust te stellen en je moet haar zeggen dat ze mij niet moet hinderen. De lieve schat, er zijn dagen dat ze mij bekijkt met de ogen van een trouwe hond, ze ziet er waarlijk ongelukkig uit, jouw tussenkomst zal haar geruststellen.
Mar, Ik zal je mijn voorbereidselen laten zien, ik ben nog niet klaar, maar je moet zo maar eens de kamer komen bekijken, en bekijken of het in orde is.

-Ben je al klaar dan?

-Bijna, maar het heeft je goedkeuring nodig

De volgende dag liet ik Mar de aanroepingskamer zien. Wij hebben een groot huis en een kamer was in gebruik als opslagkamer voor spullen die we tijdelijk niet gebruikten. Deze kamer diende uitstekend het doel en alle spullen, uit de kamer, werden verdeeld over de rest van het huis.
De deur van de kamer is op het zuiden, dat kwam goed uit. Verder hoefde er niet veel te gebeuren, behalve het verduisteren van de vensters.
Daar het ritueel spreek van een zorgvuldige reine vloer heb ik de oude vloer delen verwijdert en nieuwe natuursteen plavuizen gelegd. De muren zijn afgekrabd in opnieuw gestuukt en geplaastert in de kleur van leem. Er blijft slecht over dat ik alles nog moet afwassen met natron water, als het ogenblik gaat aanbreken.

-Mar kwam binnen

-Men zou zich waarlijk indenken te Cheikh abd-el-Cournab te zijn, in een van de onafgewerkte graven.

-Mar, denk je niet dat het goed zou zijn als ik wat figuren op de muur ga schilderen? Enkel symbolen die de God goed zouden stemmen.

-spreek je de taal?

-Nee….

-Dan is het beter om dit niet te doen

-Waar zijn de andere voorwerpen?
Ik toog met Mar naar mijn werkkamer en liet haar de klei voor de bakstenen, de vorm, een hoeveelheid fijnzand en de houtskool voor het vuur zien.

-Kijk ook even naar de lamp
Ik liet Mar de lamp van ver zien, met streng verbod iets aan te raken, mijn witte lamp, waarop reeds de figuren en voorgeschreven legenden geschilderd zijn. Ik aarzel even.

-Denk jij Mar, dat het zo gaan zal? Ik schreef de spreuken in het Frans, omdat ik jou franse boek als voorbeeld gebruikt heb. Zou je denken dat de God de Franse taal verstaat?
Mijn vriendin Mar is bij gelegenheid een droogscheerder.

-Geen twijfel mogelijk, Sedert Champollion hebben al de onsterfelijken van Egypte Frans geleerd. Het was het minste wat ze voor Champollion konden doen!

-Grapjes, nu even serieus, gaat dit werken?

-Wel ja, Ik aarzel…als de god Anubis je oproep beantwoordt, verstaat hij Frans; maar als hij Egyptisch spreekt ben jij even ver. Doe maar alsof de goden al de talen verstonden en dus ook het Frans. Mocht het op een fiasco uitlopen, dan kan je er uit opmaken dat de Goden niet op de Hoge School voor Talen hebben gezeten.

Behoedzaam haal ik uit een kast mijn groot gewaad, van fijn linnen, geweven te Assiout.

-Jij bent waarlijk een wonderbaar mens. Met de zelfde toewijding had je ook net als ik Egyptoloog kunnen worden.

-Ik ben al maanden bezig en heb in jouw boeken gelezen wat het ideaal der wijzen is. Sedert die tijd leg ik mij ijverig op deze gewijde arbeid toe. Jij zult net als ik moeten toegeven. Dat op het moment dat de goden aan de mensen hun geheimen onthullen om hen op te roepen en te ondervragen, het niet is omdat men ze zou vergeten en behandelen of ze nooit bestaan hadden.
Ik heb nog iets wat ik je moet laten zien, een van de dingen waar ik het moeilijkste aan kom komen. “Kun je het raden?” Vroeg ik Mar en ik liet haar de glazen pot met schroefdeksel zien, gevuld met kleine onregelmatige korrels.

-Zal ik een korreltje voor je op het vuur werpen.

-Wat is dat?

-Het middel om de God tot afscheid te dwingen na het onderhoud.

“Uitwerpselen van bavianen”? schatert mijn vriendin Mar, waar heb je dit zeldzame product verkregen?

-In de Zoo, natuurlijk
Ik was in de dierentuin en ik ging een ging een gesprek aan met de verzorger en ik heb hem gevraagd of hij wat apendrek aan mij wilde afstaan, de reden die ik opgaf was dat ik tropische platen heb, die alleen gedijen op het product van deze apen. Niets is gemakkelijker, zei de vriendelijke verzorger en bij mijn volgende bezoek, overhandigen hij mij een boterhammenzak gevuld met de kostbare stof.

-Heb je al beproefd?

-Natuurlijk, sindsdien heb ik zelfs een hoge dunk van de fijngevoeligheid van Anubis reukorgaan. Men zou voor minder op de vlucht slaan.

-Nog weken werden besteed aan de volmaking van mijn spullen en aan mijn persoonlijke voorbereiding.

Zuiver zijn, Zuiver zijn! Wat een ingewikkelde en moeilijke bereikbaar ideaal. En wat een gedoe om een olie lamp te laten branden, met een vlam die niet te groot, en niet te klein is en niet te veel flakkert.

Uren heb ik doorgebracht met het opzeggen van de aanroepingsformule. Ten einde niet te aarzelen aan het vreselijke < AKhakharkhangrabounzanouni> of < Eskhs, Poe, Efkhoten> beproef het zelf maar een; de eerste maal lijkt het simpel, maar met moet het zevenmaal na elkander uitroepen en dan wordt het heel wat moeilijker dan < Konstantinopolitaanschepaternosterbollekesfabriek>

Op zekere dag stond ik op met het gevoel dat alles gereed was, door en door af was, en dat niets de meer het lang verwachte ogenblik zou kunnen doen uitstellen.

Het laatste offer moest ik alleen nog brengen.
Sedert lange tijd gebruikte ik een uitstekende ontharingscrème, die mij het laatste haartje van lichaam, benen, armen en handen had weggenomen en Iedere ochtend schoor ik mijn gezicht glad met het scheermes.; slechts mijn kruin behoefde nog glad geschoren. Ik had hier mee tot het laatst gewacht, omdat ik uit menselijk opzicht enigszins aarzelde.

Bij de kapper ontspan zich een grappig gesprek;
-Hoe wilt u het? Met de schaar of met de tondeuse?
-op zijn barbiers, met het scheermes!

Ik zie in de spiegel het verbijsterde gezicht van de kapper.
- Je moet maar denken dat ik voor kale kikker aan het studeren ben.
-Meneer, men keert terug tot de oude gebruiken, vroeger deed men het ook.

-Juist daarom wil ik het.

Mij haar viel als een stille offer voor mijn dierbare Anubis. Ik heb hem inderdaad hartstochtelijk leren liefhebben en nu zie ik, met ongeduld, er naar uit hem te zien.

Toen ik de haarkapsalon verliet, heb ik mijn hoed diep op mijn hoofd gedrukt, hopende geen enkele kennis te ontmoeten, wiens groet ik beantwoorden moet. Ik ben haastig naar mijn vriendin, Mar de Egyptoloog gegaan. Zonder mijn hoed af te nemen liep ik haar huis binnen. Eer zij mijn jas aan kon nemen wierp ik mijn hoofddeksel in een stoel, mijn armen aanbiddend opgeheven en op plechtige, slepende toon zeg ik;
-"..., Zijt gij de enige wiek uit het linnen van Thoth? …."

Mar kijkt ernstig naar mijn; heeft zij begrepen dat het grote uur nader?

-”morgen”, fluister ik.
-Is alles gereed?
-Alles
-Heb je goed nagedacht?
-Volstrekt! Waarlijk je ziet er zelfs ontroerd uit.

-Natuurlijk. Ik zou beter lachen, maar ik had krachtdadiger moeten zijn, je tegen moeten houden van deze dwaasheid. Ik had bij jou niet eens de zinsbegoocheling moeten verstreken, door je vragen te beantwoorden…en je de indruk moeten geven je halsbrekerij ernstig op te nemen.
Zo dus ga je morgen de beschermer van de doden uit de eeuwigheid oproepen? jij zult hem zien, hem spreken, hem horen.

-Ik heb het verdient en ik reken er op.
Mar, jij krijgt als eerste de nieuwsberichten. Tot ziens.

-Wacht even?
Mar opende een lade van haar schrijftafel.
Zij hield een voorwerp in de hand.

-Luister, vriend, voor je morgen begint, hang je dit om je hals.
Mar reikte mij een groen sieraad aan.
-Wat is het?
-Het is de lendengesp van Isis, beschreven in het < Doden boek> ; hij die het draagt is buiten gevaar.

Mar was zichtbaar ontroerd.
Een oneindig gevoel van blijdschap vervulde mij.

-Laat mij je omhelzen, oude vriendin, je doet mij een genoegen die ik nooit vergoeden kan.
-Hoe zoo?
-Maar jij gelooft de papyrus…. Ik zal Anubis zien!

Een Besluit ...met Gevolgen. (3)

Ik heb de hele dag gepiekerd en duizend maal voor en tegen gewikt en gewogen, om tot een vast besluit te komen of ik de oproep aan de Goden ga uitvoeren.

Wat kan er gebeuren? … Ik ben alleen op de wereld.
Mijn ouders lieten mij een gezellig fortuintje na, dat volstaat om al mijn grillen te voldoen. Men heeft mij wel eens verweten als een fijnproever te leven, van het doelloos door het leven te gaan, zonder een levenstaak te kiezen. Mar, met wie ik sinds de schoolbanken bevriend ben, heeft haar leven gewijd aan de Egyptologie.

De omstandigheden zijn zo, dat niets mij kan beletten te slagen, als alles met de grootste nauwkeurigheid geschiedt. Ik beschik over tijd en geld. Toch geef ik me rekenschap dat ik op mijn eentje in de onmogelijkheid verkeer aan de nauwgezette toepassingen van de voorschriften te voldoen. Het gaat immers om een experiment, waarvan de uitslag afhangt van de samenwerking op het gepaste ogenblik van de vele voorwaarden die het milieu scheppen, waarin het verschijnsel zich kan voordoen, en zonder deze voorwaarden lukt het niet.

Vanochtend belde ik vroeg bij mijn vriendin aan. Ik bracht haar de boeken terug, waaruit ik de gegevens geput had die mij nuttig toeschenen.

-Welnu, zei zij spottend, wat zeggen de Goden heden morgen?

-Wil je, beste vriendin, mij even aanhoren? Dit maal ben ik het die tegen over jou de rechten van de gezonde historische kritiek ga verdedigen; ja, ja lach niet; tegen je ongeloof en fantasie

-je bevalt me in de rol van profeet, waar gaat het om?

-Zul je kalm luisteren en niet vanaf mijn eerste vragen je stokpaardjes bestijgen?

-Ik heb geen dringend werk deze ochtend en ik beloof, tenminste voorlopig, rustig te luisteren, waar je naar toe wilt.

-Mar, ik heb de teksten uit die geweldige boeken, waar ik op dit ogenblik, naar het mij toeschijnt, meer geloof aan hecht dan jij, gelezen, herlezen en overgeschreven.

-Wat bedoel je?

Dit: Maspero, Griffith en Thompson hebben een mooi gedeelte van hun wetenschappelijk werk besteed aan het overbrengen van het demotisch schrift in het Frans of in het Engels , die naar hun oordeel belangwekkende genoeg is voor de levende om er zoveel van kostbare tijd in te steken.

Ga, verder je verbaast mij!

Nu, gaat het om een van beide. Ofwel de papyrus is niets waard, omdat hij brabbeltaal bevat- een mening waar Maspero schijnbaar niet achterstaat- of bezaten de ouden werkelijk een middel om de Goden te voorschijn te roepen? ..heb je ooit op andere Egyptische teksten de kanttekening gelezen ?

-Jazeker op de papyrussen met geneeskundige voorschriften.

-In welke omstandigheden?

-Mijn geleerde vriendin aarzelt even …

-kijk, het gold geneesmiddelen voor bepaalde ziekten. De arts die deze recepten had uitgeprobeerd, heeft de uitwerking bij zijn zieken opgetekend.

-Ik neem aan dat je aanneemt dat die aantekeningen in zo’n geval geloofwaardig zijn?

-waarom niet?

-Dan moet je dezelfde waarde toekennen aan de randtekening van Maspero.

-Toe maar dat gaat niet op.

- Luister eens, ben jij niet van mening dat de Egyptenaren zaken hadden uitgevonden waarover wij ontwetend zijn? Zij kende de waarde, bij de diagnostiek van hartkloppingen, terwijl wij daar nog maar een paar eeuwen mee bekend zijn. Denk aan de verhalen in de Bijbel over de strijd tussen de tovenaar van de Pharao en Mozes. Je gelooft even min als ik dat dit een voorstelling van goochelaars betrof aan het hof van de koning. Jullie Egyptologen vormen een kransje van lieden die, na Champolion beweren het beeldschrift te ontcijferen, daar twijfel je niet aan, toch?. Is de vertaling van deze Egyptologen goed, dan moet men Anubis kunnen oproepen. Blijft de god weerspannig, nadat men nauwgezet al de voorschriften in de tekst beschreven heeft toegepast, dan kan men concluderen dat de vertaling niet deugt.

- Formidabel zoiets!

-Zeg me liever waarin mijn benadering mank gaat.

-Men mag wel aanvaarden, dat een gek in een uur meer vragen stelt, dan een wijs man er in gans zijn leven oplossen kan.

-Om kort te gaan, wil je me helpen Mar?

-Waarmee moet ik je helpen?

-In de handelingen staan een aantal zaken, die voor jou klare taal zijn en die in tegendeel voor mij een mysterie zijn. Maspero behandelt zaken die iedereen rondom hen kende, maar waarover ik totaal onwetend ben.

-Bijvoorbeeld?

-Hoe de Egyptenaren hun bakstenen maakten. Ik moet immers de lamp plaatsen op een baksteen vers uit de vorm genomen.

Mar stond op uit haar stoel, doet een paar stappen naar haar boekenkast. Een glimlach omzfeet haar lippen. Men vraag haar een greintje van haar wetenschap en zie daar…

-Kom maar eens hier; dit is een bekende afbeelding uit het graf van Rekhmara; daar zijn steenbakkers aan het werk. Zij halen de klei uit een poel en geven er daarna vorm aan. Een tweede boek word geopend; het verslag van Petrie over de opgravingen van Kahoun.
Kijk hier een vorm waarin klei geperst wordt.

Mar is de wetenschap in persoon; met zulke gegevens kan ik voor uit. De klei laat ik komen uit Egypte. Uit een moeras, dat zich aan de voet van de Assioutgebergte bevindt.

-Waarom

-Wetenschappelijk methode, beste Mar; ik wil dat mijn steen een ware baksteen uit Lycopolis, de geheiligde stad van Anubis is. Want anders kun je na afloop bij mislukking zeggen; < jij had immers de goeie baksteen niet> en dat soort fouten moet ik zien te voorkomen.

-Mar lacht gulhartig. Ze is in goede stemming, nu kan ik de vraag stellen die mij op mij lippen brandt.

De papyrus schrijft < Gij zuiver zijnde > Wel ik beken graag dat ik geen helder beeld heb van wat de Egyptische schrijver hier mee bedoelt. Wat moet ik doen om volgens Egyptische normen zuiver te zijn, zodat mijn plannen niet in duigen vallen.

Een derde boek werd te voorschijn gehaald < Het boek der doden > Mijn vriendin bladert even, tot zij bij hoofdstuk 125 stilhoudt, zij leest ….en glimlacht.
-Eerst laat je je hoofdhaar helemaal wegscheren, de schedel moet zo glad zijn als een biljartbal.
-Om ’t even als het nodig is, is het nodig
-Dat is niet alles. Ook alle haartjes moeten van het lichaam verwijdert worden, wat zeg je daar van?
-Als ik daarna Anubis zie, waarom niet?
-Verscheidene weken voor de proefneming moet je je tal van voedingswaren ontzeggen, in bijzonderheid vis.
-Jammer ik eet graag vis.
-Geen gegiste dranken.

-Mar, wees zo lief me dat monnikenregiem, dat ik volgen zal, op te schrijven; Het gebeurd niet alle dagen dat men aan een vriend volstrekte zuiverhied mag voorschrijven.

-Neem je me soms niet in het ootje?

-Nee, Mar, nooit was ik ernstiger…komt er verder niets erger in voor?

-Nog enkele bijzonderheden, dat je kleding van zuivere linnen moet zijn. En over nieuwe sandalen. Dan nog de samenstelling van een groene verf om op het gepaste ogenblik een kever op de tong te schilderen.

-Echt?

-Lees zelf!

-Het zij zo, al het moet, dan moet het. En nu vraag ik je Mar, wil je me helpen?

-Ik heb weinig zin om met jou in dit belachelijk avontuur te storten.

-Met mij, nee, dat bedoel ik niet. Ik ga de proef alleen aan. Ik ken je goed genoeg, om je niet rechtsreeks bij mijn onderneming te betrekken. Jouw rol blijft de hele tijd zuiver wetenschappelijk. Stel ze zouden je in Leiden vragen om een vertaling te maken van een papyrus, zou je weigeren? Nee, niet waar? Ik stel dan ook voor dat je me gewoon een rekening stuurt van de bijzonderheden waarover ik uitleg vraag. Gaat deze vlieger op?
Ik voelde de aarzeling bij Mar, laat mij iets beproeven dat buiten het gewone. Laat mij eens met volle overtuiging en met gloed een doel nasterven.

-Okay, het zij zo, ik zal je documenteren, maar op de stellige voorwaarde, dat mocht je iets raars overkomen dat ik niet verantwoordelijk ben.

-Wat vrees je dan, Mar?

-Pas op men speelt niet straffeloos met zulke zaken.

-Dus jij meent dat ik ga slagen?

-Leg me geen woorden in de mond, die ik niet heb uitgesproken! Ik bedoel te zeggen dat sommige mensen ook met geesten menen te spreken en dat ze tafels laten dansen.

-Mar, gij hebt me al zo vaak voor gek versleten, deze kan er dus ook nog wel bij. Mar begon te lachen en gat te kennen dat ze mij “ project “ zou steunen.

-Wanneer begin je?

-Zo spoedig mogelijk. Ik zal dikwijls naar je toekomen om raad, want ik heb nog veel te leren om een echte magiër te worden.

Zo kwam ik dus tot het besluit om wat er in dit oud Egyptisch toverboek staat beschreven in de praktijk te brengen.

maandag 18 januari 2010

Het Toverboek (2)

Ik was op vistite bij Mar en ik nam een aantal boeken mee, omdat ik de oude toverspreuk, om in contact te treden met de Egyptische goden wil uitvoeren.

Afgelopen zondag herlas ik zorgvuldig de teksten van Maspero en terwijl de Franse geleerde een aanroepingplechtigheid beschreef, met gebruik van een olielamp, met of zonder hulp van een kind, die als medium optrad, kwamen mij de woorden van Mar ”Jij bent gek, als dit gaat opvoeren” weer in gedachte.

Stelt u zich een voor, dat ik plechtig en ernstig, met van aandoening trillende stem uitroep: Tabao, Basoukhan, Amo, Akhkharkhangrabounzanouni –edikomto, Gethoubasatthou-ritchmila –alo--- en dat zeven maal?

U kan zich bijna niet inbeelden wat het allemaal inhoudt. Voorbereiding van de kamer, de lamp, samenstelling van de wierook volgens draconische voorschriften, evenzo voor de zalf die men op de ogen moet strijken.

Na een uur op de tekst van Maspero “geblokt” te hebben had mijn stellige overtuiging van gisteren een ferme deuk gekregen en om orde in mijn gedachten te brengen, ondernam ik een lange wandeling.Tijdens de wandeling kwamen de vreselijke woorden ”Uitstekend, uitmuntend en beproefd” opdringerig terug. Een ander pijnlijke gedachte sloop verraderlijk in mij; Zou mijn twijfel niet het begin zijn van Schrik?

Lieve lezers van Sterzoeker. Stelt u in mijn plaats. Men zegt wel uitdagend dat men de verschijning van een god zal beproeven, maar inwendig is men overtuigd dat alles maar lol is en dat handelingen over toverij nooit anders zijn geweest, in handen van charlatans een middel om goedgelovigheid van simpele mensen uit te buiten.

Maar stel nu eens dat men de hand heeft weten te leggen op een oud Egyptische tovenaars geschrift, waarbij die van de moderne magiërs verbleken, dat wil men het toch proberen, dan is men toch geneigd te geloven dat er resultaten te bereiken zijn.

Dat is nu precies de reden waarom ik mij na de wandeling, mij wederom verdiepte in het oude geschrift.- Op dezelfde grondige wijze als waarop mijn vriendin Mar, wanneer zij haar teksten ontcijfert, - om de voorschriften, die toelaten met de goden van Egypte in gesprek te treden op te tekenen, na zorgvuldige vergelijking van de studie van Maspero met de vertaling van Griffith en Thompson.

Voor het opvoeren van het ritueel is er een verscheidenheid in keus aan middelen.
-Men kan het antwoord aanschouwelijk maken door spiegelbeeld.
-Men kan het antwoord verkrijgen door woorden.
-Men kan alleen werken of met hulp van een tussenpersoon, een kind.

Dat laatste zie ik niet zitten, een kind zou ik never-nooit-niet willen betrekken in mijn magische experimenten, dat is dus bij voorbaat al uitgesloten .

Ik kies dus voor de methode met de lamp.

Ik begin met de nota’s in het werk van Maspero opgetekend, zorgvuldig over te schrijven;
-U gaat de donkere kamer in. Zij is rein, zonder licht, de vensters zijn naar het Zuiden gericht. De muren worden met natron water afgewassen en de vloer is schoongemaakt en netjes.

-Men neemt een witte olielamp, die nog niet voor andere doelen is gebruikt. U vult deze met zuivere olie uit de oasis van Farafreh. Zeven maal word het morgengebed aan Ra bij zijn opstaan gezegd; O, grote God, Tabao, Basoukhan, Amo, Akhkharkhangrabounzanouni –edikomto, Gethoubasatthou-ritchmila –alo

De lamp wordt in het volle zonnelicht geplaatst er worden met zwarte inkt mystieke figuren op getekend, daarna moet de brandende lamp naar binnen worden gedragen en moet hij geplaatst worden op een baksteen, vers uit de vorm, zijn onderzijde plat rustend op rivierzand.

De ogen moeten ingewreven worden met volgende vloeibare samenstelling; zeer frisse hibiscus bloemen, welke twintig dagen in een fles met vers water zijn opgesloten. Op de twintigste dag het water van de bloemen afgieten. De inhoud zal als dan in bloed verandert zijn. Hiermee moet men zich de ogen inwrijven.

Daarna voor de lamp viermaal volgende aanroep zeggen;
< Zijt gij de enige grote wiek van Thots’s linnen? Zijt gij het kleed van Osiris, de verdronkene, kleed geweven door Isis hand en gesponnen door die van Nephtys? Zijt gij de eerste lijkwade, de geweven werd door Osiris? Zijt gij de grote zwachtel, door de hand van Anubis om het lichaam van Osiris de machtige god, gewonden? Ik bracht U heden, wiek, opdat hij antwoorden zou, op alle vragen die ik stel, Zult gij weigeren, o wiek! Ik heb U in de hand der zwarte koe geplaatst, ik ontstak U in de hand der koe en het bloed van de drenkeling bracht ik U als olie, de hand van Anubis rust op U en de formules van de almachtige Magiër, ziedaar wat ik U zeg. Gij nu brengt mij de God in wiens handen heden het bevel is, opdat hij mij antwoord geven zou op al mijn vragen, in volle waarheid, zonder leugens. O Noet, moeder van het hemelwater, o Oput, moeder van het vuur; kom tot mij, Iaho >.

Dit moet gezegd worden met langzaam slepende stem, en daarna zeven maal: Esekhs, Poe, Epkhoten.

Een wierook vat bevind zich voor de lamp, men brand er reukwerk in, aldus samengesteld; verse wierook, was, styrax, terpentijn, dadels. Dit alles in wijn verpulverd, wordt gedroogd en tot tabelletjes geperst die op het vuur geworpen worden.

Daarna gaat men uitgestrekt op de grond liggen, rugzijde naar het zuiden, voorzijde naar het noorden gekeerd.
De lamp wordt ook op het noorden geplaatst.
Hierbij dient men volstrekt te zwijgen.
Dan kijkt men strak naar de lamp, en als men "zuiver" is, dan ziet men de God bij de lamp...hij spreek over de hemel, aarde en hel!

Moeilijker is het niet!

Het wonderlijke is dat dit middel niet meer aangewend wordt, door mensen die zich het hoofd breken over om informatie te ontdekken en die het zonder al te veel moeite dit van de Goden zelf zouden kunnen vernemen.

Op de papyrus zijn alle nuttige aanduidingen duidelijk opgetekend;

-Als de god draald om uw oproep te beantwoorden, werp dan enkele vezeltjes anijs in de vlam van het vuur en aldus verneemt de onsterfelijke dat u geen tijd te verliezen heeft.

Een gedachte die mij kwelde bij de aanvang van dit avontuur. Is dat ik dacht aan de van Goethe.

Het is heel leuk Anubis te laten verschijnen, maar wat te doen als men zijn aanwezigheid niet verder verlangt, wat dan?

Ook hier heeft de schrijver van de papyrus in voorzien.
Wanneer uw vragenlijst is uitgeput en u op alles voldoende antwoord hebt gekregen, roept u zeven maal tot de God en stuur hem dan naar huis.

“ < Goede reis, goed reis, Anubis, goede waker, Anubis, Anubis, zoon van een wolf en teefhond, Nebrishoth, Cherubijn van Amentit, god van de hellebewoners. >“

Daarna strooit men de uitwerpselen van bavianen op het wierookvat.

Welnu wat zegt u daarvan?

Het aan te nemen, door de positief beredenerende geesten, zoals mijn vriendin Mar, eenvoudig schokschouderen van het lachen.

Doch bij mij is de uitwerking van deze papyrus-tekst geheel anders;
Denk aan het genoegen dat men moet beleven in het nauwkeurig opvoeren van al die stipte voorschriften, om zich daarna op de grond uit te strekken, de ogen onafgewend op de lamp gericht...Wat? droom ik? Wat staat er naast de vlakkerende vlam? Hij is het, Anubis, met zijn spitse snuit, half hond, half wolf!

Zou u ook niet alles beproeven om dat ogenblik te beleven en de angstvolle siddering te voelen die u met vreugde vervult.

Ja! < als het waar is >

Wat? Zou ik er aan twijfelen voor ik de proef nam? En het < Uitstekend, uitmuntend, beproefd > heeft dat geen betekenis?
De oude tovenaar heeft Anubis gezien, met eigen ogen; hem gesproken! Hij heeft vragen gesteld over het wezen van hemel, aarde en hel. Hij heeft de god naar huis gestuurd en weer teruggeroepen. Waarom zou ik zo sterk niet zijn als Maspero?

---waarom?

Iets toch moet ik nog aan mijn vriendin Mar vragen. Wat verstaat men onder ”zuiver zijn” zoals op de kostbare papyrusrol vermeld staat.

Op vistite bij Mar de Egyptoloog (1)

Mijn beste vriendin en overbuurvrouw heet Mar. Zij is egyptoloog. Wij zien elkaar meestal wel even op zaterdagochtend, om even lekker bij te kletsen en om een bakkie te doen, en om onze gezamenlijke passie, het oude Egypte, te delen. Soms hebben wij zeer meerkwaardige gesprekken, ongeveer zoals dit gesprek, welke ik hieronder heb opgeschreven.

Bij mij kwam de interesse in het oud Egypte voort uit de Astrologie. Maar bij Mar is het aangeboren. Vanaf haar kindertijd is zij al bevlogen door de interesse in het oude Egypte en die passie heeft ze nog steeds en ze deelt het graag met mensen die ook deze interesse hebben. Van haar kan men zeggen dat zij alles, wat de oude Egyptenaren ons hebben nagelaten heeft gezien, gelezen, geteld, gemeten en gewogen!
Mar is bij veel belangrijke opgravingen geweest en bracht stukken van haar leven door in de grote musea van oudheden.

Alles wat Mar leerde is in haar hoofd gerangschikt met dezelfde zorg als een steekkaart in een kaartenbak van een bibliotheek.

Mar werd gevormd door haar universitaire studie en zij heeft oneindig veel eerbied voor het document en nog meer voor de erkende geleerden in haar vak. Ze zal dan ook, als je haar een ingewikkeld vraagstuk voorlegt gaat te rade gaan over wat collega’s al reeds over het vraag stuk schreven.

Soms steek ik wel eens de draak met deze eigenaardige geestesgesteldheid, van Mar, doch dat neemt zij mij nooit kwalijk.

Wat mij betreft ben ik door de zienswijze van Mar waarde gaan hechten aan Egyptologie, zonder allerhande betwistingen in te laten.

Zelf bezocht ik ook met vreugde de ruines, tempels en oude graven langs de oevers van de Nijl en trachtte ik mij in de atmosfeer van het oude Egypte in leven. Ik beleef er genoegen aan in mijn verbeelding het oude Egypte weer op te wekken, ontdaan door de eindeloze zwachtels van de mummies, om te zien hoe deze menen toen leefden.

Soms zeg ik wel een iets spottend tegen Mar, zoals ik afgelopen zaterdag deed; ”Ja, leuk hoor al die egyptologen, maar zoals jullie denken hoe het was is dus niet bewezen. Het zou best kunnen dat die goden echt bestonden. Wat heb ik aan een interpretatie van grafteksten met betrekking tot het dagelijks leven. Ik heb veel meer intresse in de mystieke beleving van het oude Egyte. Je maakt me ook niet wijs dat een Egyptoloog zich alleen maar voor Egypte interesseert, omdat hij alleen in kaart wil brengen hoe de mens die tijd leefde. Speelt er bij jullie egytologen dan geen hang naar mystiek? Mij maak je ook niet wijs dat de, dat die brave Egyptenaren slechts leefden om over het hiernamaals te mijmeren of te piekeren en hun te herlezen en aan te vullen. Er moet meer zijn geweest in het oude Egypte, dan alleen de ratio".

“mogelijk wel” antwoordde Mar lichtjes geraakt, "maar zonder teksten is het geen wetenschap en het streng wetenschappelijk terrein wens ik niet te verlaten".

Even later, nadat we opnieuw onze stokpaardjes bereden, liet Mar mij alleen in haar werkkamer om even iets bij de koffie te halen. Ondertussen doorbladerde ik een boek dat op haar tafel lag.
Zie hier, dacht ik bij mezelf, wat flinke technische literatuur mag heten! < Recueil de. Travaux Relatifs a la Philologie et a l'Archéologie Égyptiennes et Assyriennes > Veertigste band! Tering…Brrrr! Zou me niets verbazen als Mar de inhoud van deze veertig boekdelen grotendeels van buiten kent. Het is dan ook niet te verwonderen, dat zij zo nu en dan alle verbeeldingskracht heeft verloren!

Ik bladerde wat door het boek, mijn aandacht wordt onmiddelijk getrokken naar het woord “toverboek”. Ik lees een stukje over een studie van ene Gaston Maspero. Het betreft een toverboek uit het Romeinse tijdvlak, bewaard op een demotische papyrus, die zich gedeeltelijk in het Museum van Leiden en gedeeltelijk in het Brits museum bevindt. De afbeeldingen van de papyrus staat in zijn geheel afgebeeld in het boek.
Ik doorloop in diagonaal enkele pagina’s, om de papyrus te bekijken.
Opeens als door een wesp gestoken, spring ik op.
Aan de zijkant, op de afbeelding van papyrus, staat door Maspero duidelijk geschreven; Uitstekend, uitmuntend, beproefd!!

Waar gaat dit om vraag ik me af??
Eenvoudig over het aanroepen van de goden..of om het middel waardoor ze gedwongen worden onze vragen te beantwoorden?

Mijn vriendin Mar komt de kamer binnen. Ik spring op haar af en vraag meteen;
“Mar, heb jij dit beproefd"?
-Wat is er beproefd?
-Wat op de toverpapyrus van Leiden en Londen geschreven staat?
-Mar, ben je gek geworden?

Luister naar wat Mar over de aantekening vertelde:
"Uitstekend, uitmuntend, beproefd!! Men kan hierin een poging zien om de lichtgelovige lezer om de tuin te leiden > Maar waarschijnlijk is het, dat de kanttekenaar de voorschriften zelf toegepast heeft, of als dat niet geval is, dan heeft Maspero vernomen, van mensen, die proef op de soms hebben genomen, dat deze toverformules werken.
-En dan, wat zou dit bewijzen?
-Dat Mar gelooft, net zoals de vroegere bezitter van deze papyrus, dat de toepassing, van de voorschriften het gewenste resultaat zouden opleveren; de verschijning van de Goden??
-ik zeg je toch dat zoiets gek is, maar het is wel Maspero die dit heeft geschreven".

Ha..ha.. ik moest om Mar lachen, nu stak Mar de draak met mij…”welnu” sprak Mar; “zie hier een tekst, klaar en duidelijk, zoveel men wensen kan..en jij weigert er alle waarde aan te hechten. Waarom neem je zelf niet de proef op de som?"

"Mag ik dat boek van je lenen", vroeg ik Mar, "zodat ik er de voor mij begrijpelijke dingen uit kan halen, met betrekking tot deze toverspreuk?"

“Dan kan je beter de vertaling pakken, van Griffith en Thompson; ze beantwoorden aan al de regels van de filogie. Maar volgens mij verdoe je je tijd, door je neus in deze warboel te steken" antwoorde Mar.

Warboel, mag wel zijn, maar de oude tovenaar Maspero heeft geschreven; “Uitstekend, uitmuntend, beproefd”!! en hij kende de Egyptische taal minstens zo goed als Mar.

Ik ben naar huis gegaan, met het veertigste boekdeel van < Recuiel de Travaux > en de met vertaling door de twee Engelsen onder de arm.

Het is stervenswaar, toen ik aflopen zaterdagmiddag thuis kwam, sprak ik luidop tot mijzelf < Uitstekend, uitmuntend, beproefd!! > en toen ik de sleutel in de deur stak, zie ik overtuigd < Wij zullen zien wie gelijk heeft > Op dit moment kan ik nog niet vermoeden, welke onmogelijke taak ik me op de hals heb gehaald, door die oude toverspreuk te willen opvoeren.

Vergelijkbare Blogs

Related Posts with Thumbnails