Posts tonen met het label Mythes. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Mythes. Alle posts tonen

zondag 2 juni 2013

Parcival en de Gewonde Visserkoning

In de Graallegenden moet Percival het ouderlijk huis verlaten, op zoek gaan naar de Graal. Het is onbekend of de Graal een materiële schat is of een bron van wijsheid. Het doel van de zoektocht is echter niet de schat maar de ontwikkeling tijdens het onderweg zijn, zonder doel is er geen beweging. Gaandeweg overwint Parcival hindernissen, ontdekt zijn eigen mogelijkheden en arriveert bij de gewonde Visserkoning, die hem de Graal toont. Parcival verzuimt echter de essentiële vraag te stellen: “Waaraan lijdt u?” Hij heeft nog niet geleerd om te luisteren met zijn hart en zijn mededogen te tonen. Het hart verbindt en brengt leven tot bloei. In de legende blijft de koning gewond en zijn land dor.

Een land weerspiegelt de toestand van zijn koning. Dit kan zich zowel op het uiterlijk als op innerlijk vlak manifesteren. Het vee plant zich niet langer voort; het koren wil niet groeien; ridders vallen op het slagveld; kinderen verliezen hun ouders en jonkvrouwen wenen. Het hele land is in diepe rouw gedompeld. Deze ellendige toestand is ontstaan doordat de Visserkoning gewond is geraakt.

De veronderstelling dat de welvaart van een rijk afhankelijk is van de viriliteit en kracht van zijn heersende vorst wordt algemeen aanvaard, vooral onder primitieve volkeren.

De gehele Graalburcht bevindt zich in moeilijkheden, doordat de Visserkoning gewond is. De mythe verhaalt dat jaren geleden, toen de koning nog een jongeling was en hij als dolende ridder door de bossen struinde, hij bij een kamp kwam. Alle mensen van het kamp waren weg, maar aan het spit boven het vuur hing een zalm te roosteren. De Visserkoning had honger en zag de zalm die boven het vuur geroosterd werd. Hij nam er een stukje van om het op te eten. De zalm bleek erg heet te zijn. Hij brandde zijn vingers, liet de zalm uit zijn handen vallen en stak zijn vingers in zijn mond om de pijn van de brandwond te verzachten. Terwijl hij dit deed, kreeg hij een stukje zalm in zijn mond. Zo ontstond de wond van de Visserkoning en hieraan ontleent de heerser zijn naam. Zijn eerste contact met dat wat later zijn verlossing zal betekenen is een verwonding. Hierdoor wordt hij een gewonde Visserkoning.

De jongeling Parcival komt via de gewonde Visserkoning voor de eerste maal in aanraking met het bewustzijn door een wond of door verdriet. Parsifal informeert in eerste instantie niet naar zijn ziekte (symboliek: hij wil niet geconfronteerd worden met ziekte of met zwakte en negeert dit), maar dat lijden blijft hem bij totdat hij vele jaren later zijn verlossing en verlichting vindt.

Vroeger werd van de heerser verwacht dat hij vitaal zou zijn, een zieke heerser werd vaak afgezet, of ritueel gedood. Een link werd gezien tussen de vitaliteit van de koning/heerser en het de maatschappij; het land, de gewassen etc. Een koning trouwde niet alleen met zijn vrouw, maar ook met het land. De echtgenote, de koningin werd gelijkgesteld aan het land. Wanneer een heerser niet vitaal was, werd dat direct in verband gebracht met het land zelf, als de koning niet vitaal is, dan heeft dat consequenties voor het land, het was niet vruchtbaar. Een vitale koning daarentegen betekende een vruchtbaar land.

Deze vruchtbaarheid/vitaliteit werd ook in verband gebracht met de vrouw van de koning. Wanneer de koning geen vrouw meer had, om wat voor reden dan ook, miste hij de vruchtbaarheid die zo belangrijk was voor het land. Koert gezegd, een koning zonder koningin, vrouwelijke wederhelft heeft tot gevolg dat het land onvruchtbaar is, het land zou dan veranderen in een “troostloos land”.

De Visserkoning regeert over zijn koninkrijk vanuit de Graalburcht waar de Heilige Graal, de kelk van het laatste avondmaal, wordt bewaard. De myth leert ons dat de koning die over ons innerlijk koninkrijk regeert, het karakter van dat koninkrijk bepaalt, en daarmee van ons hele leven. Als de koning zich goed voelt, voelen wij ons goed; als de dingen van binnen goed gaan, gaan ze om ons heen ook goed. Met de gewonde Visserkoning aan het hoofd van het innerlijk kunnen we in zijn leven heel wat lijden.

De situatie is aldus: het koninkrijk is niet welvarend; de oogst is mager; jonkvrouwen worden van hun ridders beroofd en kinderen van hun ouders. Deze mythe geeft ook aan hoe een verwond archetypisch fundament tot uitdrukking komt in de problemen die we in ons leven ondervinden.

In de graalromans van oa Parcival (rond 1200), wordt dit proces gesymboliseerd door het feit dat de Koning een wond heeft in zijn zij, een symbool een wond aan de genitaliën, wat op zich weer een symbool is voor het onvruchtbaar zijn/impotentie. De koning was zijn vrouw(elijkheid) kwijt, in de graalromans gelijk gesteld aan de Graal, waarnaar de ridders op zoek moesten gaan. Het land begaf zich in een woestenij, het land leed, zoals de koning leed. Pas wanneer de Graal weer wordt gevonden, zal de wond van de koning helen en het land weer vruchtbaar worden, dus, wanneer de koning zijn vrouw(elijkheid) had teruggevonden.

In de roman van koning Arthur zien we dat het land vervalt in een grote woestenij en dat Arthur ziek wordt/gewond is. Guinevere heeft het land verlaten, Arthur heeft haar verbannen omdat ze vreemd ging met een van de ridders van Arthur, Lancelot (gouden 'lans”...verwijzing naar het aardse, seksuele aspect van de liefde)
Parsival is het symbool van de nog onbewuste mens die aan het begin van een nieuw pad op zijn levensweg staat, weliswaar met zijn verworvenheden uit het verleden.

in de versie van Chrétien de Troyes die voor het eerst rond 1180 werd gepubliceerd. verbeeldt De Graal het vrouwelijke principe van spirituele transformatie en is bij de Franse schrijver een schaal of beker die de graalwachters in de graalburcht op wonderbaarlijke wijze van spijzen voorziet. Deze burcht bevindt zich in een wereld voorbij de concrete werkelijkheid, in een wereld van verbeelding. De toegang tot deze wereld voert langs een Visserkoning die aan een geheimzinnige wond lijdt die door een speer van een heiden is veroorzaakt.

In de versie van Chrétien de Troyes heet degene die tot de graalburcht doordringt Parcival. Hij is op zoek naar zijn moeder die hij op jonge leeftijd in de steek heeft gelaten om ridder te worden. Tijdens die zoektocht komt hij aan bij een rivier. Daar ziet hij een boot die stroomafwaarts komt. Daarin zitten twee mannen, de een roeit, de ander vist. Parzival vraagt aan hen hoe hij de rivier kan oversteken. De visser wijst hem een doorgang, maar dan komt Parcival in de graalburcht aan. De gewonde Visserkoning blijkt de burchtheer te zijn. Deze schenkt hem een kostbaar zwaard.

In de graalburcht is Parcival getuige van een wonderbaar­lijke processie. Een schildknaap draagt een lans die hij in het midden van de schacht vasthoudt. Uit de ijzeren punt komt een bloeddruppel te voorschijn die omlaag rolt op de hand van de jongeling. Vervolgens verschijnt er een schone jonkvrouw. In haar handen draagt zij ‘een graal’ van fijn, zuiver goud. Na haar komt een andere jonk­vrouw die een zilve­ren schotel draagt.

In de latere versie van Wolfram von Eschenbach is de Graal geen beker, maar een steen die door koningin Repanse de Schoye gedragen word. In de vertaling door Leonard Beuger luidt de bewuste passage als volgt: ‘Zo stralend was haar gelaat dat allen meenden dat de ochtend gloorde. Men zag de maagd gekleed in satijn uit Arabi. Op een groene achmar­di-zijde droeg zij de hoogste paradijselijke vervulling, die wortel en tak tegelijkertijd was. Het was een ding dat de Graal heette, en dat alle aardse volkomenheid overtrof. Zij waardoor de Graal zich dragen liet heette Repanse de Schoye. De aard van de Graal was zodanig dat wie er op de juiste wijze zorg voor wilde dragen zijn kuisheid goed bewaren moest, en alle valsheid mijden.’

Hoewel Parcival al deze wonderen aanschouwt, komt er geen vraag over zijn lippen. Ook vraagt hij niet naar de oorzaak van het lijden van Amfortas. Door dit verzuim kan hij de burchtheer niet uit zijn lijden verlossen. De volgende ochtend verlaat hij de burcht. De poortwachter roept hem toe: ‘De haat van de zon zal jou dragen.’

Robert de Boron beschreef aan het eind van de twaalfde eeuw dat de Graal de beker was waarin Jozef van Arimathea na de kruisiging het bloed van Christus had opgevangen. Richard Wagner bewerkte de stof uit de versie van Von Eschenbach in de negentiende eeuw tot een opera. Carl Gustav Jung droomde vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog dat het zijn taak was om de Graal terug te brengen naar de graalburcht. Michel Baigent, Richard Leigh en Henry Lincoln lanceerden in de jaren tachtig van de vorige eeuw de opvatting dat de Graal geen beker was, maar de baarmoeder van Maria Magdalena. Het geheim van de Graal zou de dochter van Jezus en Maria Magdalena zijn die met haar moeder mee naar de Provence was gereisd en een bloedlijn voortzette die door de Priorij van Sion beschermd diende te worden. Dan Brown borduurt in De Da Vinci code weer op dit thema voort.

De graallegende stamt uit een tijd van geestelijke duisternis toen de Tempeliers grote geheimen bewaakten die voor de roomse kerk verborgen dienden te worden gehouden. Om de een of andere reden begon Chrétien enkele van deze geheimen te verklappen. Opmerkelijk aan zijn verhaal is dat de wond van de Visserkoning niet door de Graal kan genezen. Ook in de opera van Wagner doet het celebreren van de Graal de burchtheer alleen maar meer pijn. De Visserkoning leed aan de gespletenheid die tussen natuur en geest heerste. de taak van Parcival was om de Visserkoning uit zijn lijden te verlossen.

De verschillende versies van de graallegende kennen allemaal een ander slot. In misschien wel de meest bevredigende versie weet Parcival uiteindelijk de graalburcht terug te vinden en de juiste vragen stelt. Hierdoor herstelt de koning van zijn ongeneeslijke wond, wordt het land weer vruchtbaar en keert de voorspoed voor het volk terug.

maandag 26 maart 2012

De Geboorte van Dionysos en het Offer van de Koning

Alle oude culturen kenden een verhaal van een Gods zoon die geboren werd om de wereld te redden, die stierf, maar die zegevierend uit de dood opstond en daarmee het kwaad en de dood overwonnen had. Deze God Mens werd met een verschillende naam aangeduid. In Egypte werd hij Osiris genoemd, in Griekenland Dionysos, in Klein Azië Attis, in Syrië Adonis, in Italië Bacchus en in Perzië Mithras.

Men zag deze verhalen niet als een historische gebeurtenis, maar als symbolisch voor een proces dat ieder menselijk wezen eens moest ondergaan, wilde men geestelijke verlichting en vereniging met God bereiken. Zij geloofden dat deze Godenzoon in het hart van de mens geboren moest worden, dat hij als in een offer moest sterven om het kwaad te overwinnen, dat hij weer uit de dood zou opstaan, waarbij de dood overwonnen werd.

In de culturen van de Oudheid was het hoogste streven om jezelf in je eigen leven god te maken. Dat deed je door het leven van de god na te bootsen. Mensen wier leven het meest leek op het mythische leven van de godheid werden het hoogst geacht. Anders gezegd was de bestaande mythologie of religie in de oude culturen maatgevend voor de waardering die aan historische gebeurtenissen wordt toegekend. Innovaties, nieuwe ideeën, afwijkende gedragingen werden in de Oudheid nooit gerespecteerd en weggedrukt in de vergetelheid omdat zij niet overeenkwamen met de mythische levens van de goden.

De goden hadden met hun eigen leven de toon gezet voor hoe de mensen dienden te leven en daarom was alleen het leven van de goden navolgenswaardig. Daarom was alleen traditie navolgenswaardig. Iedere koning en iedere priester imiteerde een facet van de godheid, die de eerste priester en de eerste koning was geweest. Iedere vrouw aan het weefgetouw en iedere mandenmaakster imiteerde de godin, die in den beginne het eerste kleed geweven had en de eerste mand gemaakt had.

Wie in staat was zijn hele leven in te richten naar het model van de mysteriegod en zo zijn leven opofferde in de cultus van die god benaderde de godheid nog het meest. Het was dus zeer loffelijk om te proberen de mythe na te leven. De mythe was als het ware een protocol waarin het ideale leven was vastgelegd.

In het Oostelijke Middellandse Zee-gebied wemelde van de mysteriegodsdiensten, waarin de mythen van de mysteriegoden door de inwijdelingen ritueel werden geïmiteerd. Alle Grieken, Egyptenaren of Semieten die ingewijd waren in de mysteriën van de een of andere god waren binnen hun mysteriecultus gestorven en opgestaan uit de dood en konden wonderen verrichten.

In al deze mythes gaat de verhaallijn over de geboorte, (schijnbare) dood en verrijzenis Het basisverhaal luidt als volgt: een profetisch woord wordt gesproken dat er een kind geboren zal worden dat de wereld zal veranderen. Er verschijnt een ster bij zijn geboorte. Wanneer de koning van deze wereld over die geboorte hoort probeert hij de baby te laten doden, maar daarin faalt hij. Het kind voert op jonge leeftijd mirakelen uit. Maar terwijl hij opgroeit begrijpt hij steeds duidelijker dat hij eens zijn aartsvijand zal moeten ontmoeten: bv Satan of seth. Onze held treft voorbereidingen om zich voor de wereld te offeren, en geeft zich zonder verdediging over om een gewisse dood tegemoet te zien. Hij wordt gedood en komt in een onderwereld waarin hij kan kiezen “door te gaan” of terug te keren. Hij komt overwinnend terug als een Meester over de Dood, d.w.z. bekleed met het eeuwige leven, om de wereld van het kwaad te bevrijden.

Eén van de mythes rond Dionysos verhaalt hoe de jeugdige god door gemaskerde Titanen gevangen genomen wordt. Dionysos is de zoon van Zeus en Semele, maar ook van Persephone (als Zagreus). . Hij wordt geassocieerd met Goden zoals Tammuz, Dumuzi en zelfs Osiris, maar ook met Jezus.

De Titanen doden de jonge god, snijden hem in stukken en roosteren hem. Zeus straft de Titanen met een bliksemschicht en Athena doet de god herleven uitgaande van de ledematen die door Demeter of Rhea (de oermoeders, de vruchtbaarheid) weer in elkaar gestoken werden.

Verschillende versies van het verhaal zijn te vinden;
-Uit de as van de vermoorde Dionysos ontsprong de wijnstok. Samen met het brood, een geschenk van Demeter, behoorde de wijn, ‘sangue della vite’ of ‘sangue della terra’ tot de belangrijkste elementen van de beschaving.
- Uit de as van de Titanen werden de mensen gevormd. Op die wijze bestaat de mensheid sinds haar aanvang uit delen van Titanen, tegen de Goden gericht, en uit goddelijke substantie van Dionysos.
- Ook is er een mythe die verhaalt dat oude god Dionysos symbolisch stierf bij het verbrijzelen der druiven, waaruit zijn bloed stroomde, maar daarna herrees als de wijn die gedronken werd op zijn feesten.

Bij de mysteriegoden liggen de tijden waarop ze geacht werden geleefd te hebben altijd ver terug in de geschiedenis. Het zijn altijd legendarische figuren, die aan het begin van de geschiedenis en het begin van de beschaving staan.

Zo werd ook het verhaal van Jezus eenvoudigweg van duizenden jaren oude heidense mythen overgenomen. Voor de Gnostieken was Jezus een mythische held, het prototype van het menselijke wezen dat zich van zijn aardse, sterfelijke zelf heeft gereinigd en de Goddelijke Mens die in zijn hart in slaap verzonken lag opnieuw tot leven heeft gebracht.

Dat de sterkste parallellen met het bijbel verhaal over Jezus juist in het gebied voorkomen waar Jezus zelf vandaan kwam is natuurlijk geen toeval; het is juist een bewijs voor de stelling dat de verhaal lijn over Jezus zijn leven in hoge mate gebaseerd was op een ouder, al bestaande verhaalpatroon dat in het Oostelijke Middellandse Zee-gebied geconcentreerd was.

Voor de vroege kerk was de cultus van Dionysos een belangrijke concurrent. De christelijke kerk was gedwongen elementen van de heidense mysteriën over te nemen: de wijn als cultusdrank, het bloed van Jezus, de lamentaties, de aanbidding van het kind, het geloof in het offer, het eten van het lichaam van god.

We kunnen dus link leggen naar Dionysos, de god van de initiaties, de god van dichters, de god van de roes en de daarbij horende drank, de god van de natuurkrachten? Begeleid door saters, met bokkenpoten en -oren en kwispel- of paardenstaarten trekt hij met zijn extatisch en gemaskerd gevolg door bos en woestenij om de komst van het voorjaar aan te kondigen.

Ook kan er verband worden gelegd met Lammas feest, ook wel Lughnasadh genoemd. Het graan was dan rijp en moest worden geoogst en hierbij stond ook het offer centraal.

De koning die geofferd werd met Lammas is een heel oud thema wat op verschillende manieren werd uitgevoerd, ooit zeer zeker ook letterlijk.

De relatie tussen het graan en de Koning is zo dat hij het brood is wat ervan gebakken wordt. Daar zien we de communie gedachte terug bij de katholieken die in hun hostie het lichaam van Christus zien. Transsubstantiatie heet dat met een moeilijk woord. De Wijn het Bloed en het Brood het Lichaam.

De betekenis was dat hij zich net als Osiris “gaf aan het Land” ( wat Soeverein is en de Godin voorstelt) en zo de voortgang van het leven waarborgde door zich te offeren. Zijn bloed en lichaamsdelen werden dan verspreid over de akkers.
Later werd dit een symbolische daad en werden dieren gebruikt voor dit doel.
De (magische)kracht die uitgaat van dit offer is groot. En de geloofwaardigheid van een Koning die zover ging werd hierdoor aan getoond. Het Land is hier de Godin, zij die zorgt voor de overvloed.

Precies dezelfde thema’s vinden we in oudere verhalen en mythes terug. De thema's die het leven van Jezus en de andere genoemde goden beheersen komen echter voor op alle vijf de continenten, en wel in de folklore en godsdiensten van de meest primitieve volksstammen tot de hoge beschavingen van China en India.

Hieruit zouden we kunnen concluderen dat de thema's in kwestie in oorsprong universeel zijn en dat de groep Voor-Aziatische mysteriegoden - Jezus, Osiris, Tammuz, Adonis, Attis, Dionysus - een gespecialiseerde versie van deze universele mythologie zijn.

Herodotus stelt Osiris gelijk aan Dionysos: hun riten waren sterk aan elkaar gelijk. Osiris sterft jaarlijks en verrijst weer: hij is het goddelijk beeld van het graan dat wordt gezaaid (onder de grond) en weer als nieuw leven ontkiemt.

Ook in de Egyptische mythe van Isis, Osiris en hun zonen Horus en Seth speelt de gedachte van de wedergeboorte. De Griekse geschiedschrijver Plutarchus (±46-120 noj.) verhaalt over Osiris, de god van leven en dood het volgende: Osiris wordt door de fatalistische Seth in een kist gelokt en drijft al stervende op de Nijl naar Byblos, om aldaar te worden gevonden door zijn zus en gemalin Isis. Tijdens haar afwezigheid snijdt Seth het lijk in 14 stukken. Isis die bij haar terugkomst de stukken verzamelt vindt echter de fallus niet terug. Maar Isis, de toverrijke, voorziet hem van een nieuwe oprijzende fallus, en uit het zaad wordt het nieuwe leven, Horus, wedergeboren

Dionysos staat symbool voor de onsterfelijkheid. Als eerstgeborene wordt Dionysos geïdentificeerd met het androgyne oerwezen Phanes: de tijdloze schepper van alles wat bestaat. Hij is zowel de gedode als de weer herrezen god of natuur. Tekenend is de eeuwigdurende jeugd die wordt begrepen als de wereldziel. Als wijngod wordt hij ook wel de Liber pater genoemd, omdat de wijn de geesten vrij maakt. Tevens wordt hij vergeleken met de Bijbelse figuur Mozes en zoals wij al schreven met de Egyptische doden God Osiris. In Bacchus prefigureert zich de latere Christusfiguur die ook met wijn en sterven wordt geassocieerd. De katholieke rituelen weerspiegelen de oude mysteriën.

Vergelijkbare Blogs

Related Posts with Thumbnails