Posts tonen met het label Bijzondere gebouwen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Bijzondere gebouwen. Alle posts tonen

donderdag 21 oktober 2010

Tsadi is de Sterren

In de synagoge in Parijs aan de la rue Moufle kwam Sterzoeker dit bijzondere raam tegen met 70 Tsaddiqim

Dit is de 18e letter uit het Hebreeuwse alfabet.

De Tsadi is een Noen met een Jod

Tsadi betekend ook vishaak

De getalswaarde 90:
De Gematria van de Tsáde is 90. Pirké Awot zegt dat iemand die de 90 bereikt heeft, voorover gebogen is (lasjoeach). Fysiek gezien is hij zwak en spiritueel is hij niet meer onafhankelijk individu, maar een tsaddiek, een verlengstuk van God Zelf. Dit uit zich in gebeden, want volgens de Midrasj Shmuel kan iemand wel rechtstreeks tot God bidden, maar soms worden zijn gebeden door zonden en ego verworpen. Maar gebeden van een tsaddiek dringen door alle poorten van de Hemel heen. Vandaar dat lasjoeach "constant bidden" betekent. De tsaddiek leeft niet (meer) voor zijn ego, maar voor God.

Dit getal duidt op de totaliteit van het bewustzijn van een mens. Wie 90 jaar oud wordt, behoord tot de zeer sterken. Sara was 90 jaar oud bij de geboorte van Izaäk.

De vormbetekenis= vishaak, die de “lichtkern” van de mens naar boven haalt.

De creatie van de Tsadi:
Alle letters van het Alef Bet stonden voor God:
"God, creëer de wereld door mij". Eerst kwam de Tav met dit verzoek, dan de Sjien, enz. Toen de Tsadi voor Zijn Troon stond en zei dat hij de tsaddiek is, zei God dat Hij de wereld juist niet met de tsaddiek, de Tsadi, wilde creëren omdat rechtvaardigheid verborgen moest blijven. Anderzijds zouden wij een perfecte wereld leven zonder het streven het leven en de wereld zelf te perfectioneren. Met de Goddelijkheid van de Jod kunnen wij de ona'ah van de Noen overwinnen. Tsadi moet verborgen blijven zodat iedereen een persoonlijke streven heeft tsaddiek te zijn (Zohar III.)

De naam is direct verbonden met het woord tsadiek, dat rechtvaardige betekent. De Tsadiek is de mens die door zijn of haar integere levenshouding in anderen de “verloren vonken van de oorsprong” weet op te sporen. Hij of zij vist als het ware de goddelijke vonk, het goede als een soort “lichtkern” in mensen naar boven en verbindt die mens weer met zijn of haar goddelijke oorsprong. Hij geeft hun kracht en moed door zijn levenshouding, waarbij spreken en handelen een eenheid vormen.

De meester helpt de leerlingen zichzelf te worden en in ogenblikken van inzinking helpen de leerlingen de meester zichzelf te hervinden. De meester ontsteekt de zielen der leerlingen, nu omgeven zij hem en verlichten hem.

De letter Tsadi kent twee vormen. De gewone en de slot Tsadi. De eerste is dus de gebogen Noen met een Jod en de slot Tsadi, die aan het einde van een woord wordt geplaatst, is recht. De slot Tsadi staat voor de Ba'al Tesjoevah. De Ba'al Tesjoevah is iemand die er hard voor gewerkt heeft om zijn relatie met God te verbeteren en is teruggekeerd (tesjoevah) naar de essentie van het Goddelijke natuur. Hij heeft zijn hele leven gezondigd, maar besloot tot in keer te komen. God zegt dan ook: ‘Mijn beste kind, jij bevindt je hoger dan een tsaddiek."

In de joodse mystiek geloofd men dat wanneer een kind geboren is, dan krijgt het een teken: "wees een tsaddiek, wees niet onrechtvaardig" Iedereen krijgt bij zijn geboorte de capaciteiten van een tsaddiek. Echter iedere mens draagt Gods essentie in zich (nesjomme). Tsadi is de Sterren.
Iedere man en vrouw is een Ster!

zaterdag 28 augustus 2010

Anselm Kiefer: Sterren in een Doosje

Sterzoeker is gek op sterren, op de sterrenhemel en alles wat daarmee samenhangt en is al een leven lang omringd met astrologie. Sterzoeker vraagt zich dan ook vaak af hoe een leven zonder sterren er uit zou zien? Op sterzoeker blog site is echter nog maar weinig over sterren en astrologie geschreven, met als reden dat dit elders al veelvuldig gebeurt. Maar nu dus toch even iets over sterren. Deze keer niet over astrologie, maar over kunst en sterren. Iets van een geheel andere orde dus. Het liefst zou sterzoeker alle sterren in en doosje willen doen. Dat moeten meer mensen gedacht hebben. Zo ook de kunstenaar Anselm Kiefer. Een aantal weken geleden bezocht Sterzoeker het Küppersmühle in Duisburg om de schilderijen van Anselm Kiefer te bewonderen. Daarover meer in deze blog.

Kiefer heeft in Museum Küppersmühle in Duisburg Vier doeken hangen van enorme proportie, drie uit de serie Sternen Lager No. II, III en IV (1998) en Cette Obsure Clairité, qui tombe des étoilles (1998) uit het zelfde jaar.

Op weg naar het museum las Sterzoeker op een zijmuur van het Rathaus een citaat van Kant “Twee dingen zijn een blijvende en groeiende bron van verwondering: de sterrenhemel boven ons en de morele diepte in ons”. Mooier zouden we onze verwondering en facinatie met betrekking tot de sterrenhemel niet kunnen verwoorden.

Anselm Kiefer maakt fascinatiewerk. Geen schilder die meer beeldhouwt, geen schilder die monumentaler denkt, wellicht dat hij daardoor gefascineerd is door de sterrenhemel en deze in zijn werk tracht vast te leggen.

Zijn door de kleuren van de aarde bepaald palet, is meestal donker en somber, daar verwacht je dus geen weergave van een sterrenhemel in verbeeld. Deze kunstwerken echter ogen lichter, dan de meeste van zijn andere werken, maar zijn wel gemaakt met de bekende dikke huid vol craquelures. De laag met aarde, stro, schellak, pigmenten, emulsie en zand op doek, waarin in pastellen tinten een afbeelding tot stand komt met een monumentaal karakter, is vol van scheuren en barsten.

Verassend echter is dat kiefer middels het gebruik van dit materiaal een link met de sterren en de sterrenhemel tot stand tracht te brengen en dit komt in de ogen van Sterzoeker wonder wel tot uiting door de grote afmetingen van zijn werk.

Dat vastleggen van de sterren doet Kiefer letterlijk op de monumentale drieluik: Sternenlager II, III, IV. Daarin stapelt Kiefer de begraven sterren (met hun naam en/of nummer op de kist geschreven) in een grote, gewelfde kelder. De kelder en naam van het schilderij roepen allerlei associaties bij de kijker op (lager kan stockeerplaats zijn, en zelfs bed, maar ook kamp).

We zien een onderaards depot met stellingen, met op de schappen, van nummers voorziene bakken, lades, die hoog boven degene die voor het schilderij staat uit torenen: Groots! Bij nadere bestudering blijken de nummers, die op de bakken zijn genoteerd, nummer te zijn welke de NASA heeft toegekend aan bepaalde sterren. We kijken hier dus naar een heuze sterrenopslag of Sterren-bewaar-depot. In iedere lade of bak zit dus een ster of een sterrenstelsel opgeborgen.

Op de tegenoverliggende wand hangt het schilderij met de sterrenregenval. Hier ziet Sterzoeker aan de muur van de oude fabriek een even groot metershoog schilderij van een sterrennacht, zwart waarop Kiefer een (sterren)regen van pittenzaadjes laat neerdalen en waarop hij met brede hand de titel schrijft: “Cette obscure clarté qui tombe des étoiles”. Een citaat van Corneille, maar het zou Kiefer niet zijn, als die woorden niet veel meer verborgen dan ze blootgaven: ze komen uit een oorlogsgedicht, waar in de stilte van de nacht de vijandelijke Moren worden opgewacht en dan met overtuiging in zee gedreven...

We zien op dit schilderij duizenden sterren uit de hemel naar beneden vallen. "Zouden dat de sterren zijn die op het andere doek in de depot zijn opgeborgen?", vraagt Sterzoeker zich af tijdens het bewonderen van dit doek? "Ha, nu wordt Sterzoeker iets duidelijk; waar al die gevallen sterren naar toe gaan. Maar natuurlijk, die gaan naar het sterrendepot. Sommige wachtende om opnieuw te worden uitgeven, anderen voor de eeuwigheid bewaard". Eindelijk weer eens raadsel opgelost, middels Kiefer zijn werk.

De geïsoleerde manier van presenteren van de schilderijen, op elke wand een van de gigantische doeken met de eenzame zitkubus in het midden, maakt als de bezoeker daarop plaatsneemt dat deze zich alleen maar meer bewust is van de afstanden, die hier moet worden overbruggen en doet beseffen hoe nietig wij ons ergens tussen al die sterren bevinden.

Anselm Kiefer heeft in dit kunstwerk verwoord wat sterzoeker al zo lang roep: Sterren; als we ze gevonden hebben, dan zouden we ze het liefst in een doosje willen doen!

dinsdag 27 oktober 2009

De Toren van Babel

Vandaag was ik op internet iets aan het zoeken ten behoeve van een mysteriespel, maar onderweg bleef ik hangen, bij een foto van het Europees Parlementsgebouw, in Straatsburg. Het gebouw deed mij ergens aan denken. Opeens wist ik het. Het gebouw lijkt verdomt veel op de toren van Babel. Eerst dacht ik, dat heb ik weer. Ik zie iets wat waarschijnlijk niemand ziet. Ik moet dit los laten en verder gaan met hathor, want daar waren we mee bezig. Het Europees Parlementsgebouw in Straatsburg liet mij echter niet los en ik ben op onderzoek uit gegaan of ik er iets over kon vinden.

Het was blijkbaar ook andere mensen opgevallen dat Europees Parlementsgebouw in Straatsburg op de toren van babel lijkt en her en der wordt er op het internet over geschreven en blijkbaar is het Europees Parlement zich zelf ook van de gelijkenis bewust want ze maken dankbaar gebruik van deze gelijkenis in reclamecampanges voor het Europees Parlement.

Toen ik naar bovenstaande afbeelding keek rees bij mij de vraag: Vraagt niemand zich dan af waarom ze de Toren van Babel gebruiken om die ‘vereniging’ voor te stellen? Waarom staan de sterren die de landen voorstellen allemaal op hun kop? Ik vraag me af gebruikt men bewust deze sterke symbolen en is dit van te voren zo bedacht of kwam deze gelijkenis later toevallig goed van pas? Wat zou deze symboliek kunnen betekenen? Wie het weet mag het zeggen.

Een creatieveling heeft zelfs een fotobewerking gemaakt van het Europees Parlementsgebouw en deze samengevoegd met een bekend schilderij van de toren van Babel. Deze overlappen elkaar wonderwel.

Hier het schilderij, van Pieter Brueghel de oude uit 1563, onversneden.

Wikipedia over de Toren van Babel:
De toren van Babel is een bouwwerk gekend uit de bijbel dat refereert aan de Babylonische ziggoerats. Volgens het Bijbelboek Genesis (hoofdstuk 11, vers 1-9) was Babel de eerste stad die de nakomelingen van Noach bouwden in de vlakte van Sinear. Hun leider was Nimrod en onder zijn bewind wilde men een toren bouwen die ‘tot aan de hemel’ zou reiken.

Om de macht van dat ongedeelde volk te beperken, dat tegen Gods bevel in bijeenbleef, verwarde Hij hun taal en verspreidde hen over de hele aarde. Zo kwam het dat de toren en de stad niet afgebouwd werden. Volgens de bijbel is dit ook de reden waarom de stad Babel genoemd werd. (In het Hebreeuws betekent Balal “verwarren”.) Uit deze ontstaansgeschiedenis van de talen is de uitdrukking ‘Babylonische spraakverwarring’ (een situatie waarin allen door elkaar praten en niemand er meer wijs uit wordt) voortgekomen.

De geschiedenis van het grote Babylon in het boek Openbaring vindt haar oorsprong in de oude stad Babel in het land Sinear. ( Mesopotamië). Deze stad die de Grieken Babylon noemden, wordt voor het eerst genoemd in Genesis.

Genesis 10: 8-9-10 En Kusch verwekte Nimrod; deze was de eerste machthebber op aarde; hij was een geweldig jager voor het aangezicht des Heren… En het begin van zijn koninkrijk was Babel, Erech, Akkad en Kalne in het land Sinear.

De profeet Micha noemt Assyrië het land van Nimrod. Nimrod was een nakomeling van Noach’s zoon Cham en was een geweldig jager die zich tegenover de Here opstelde. Hij was de eerste die ‘een gewelddadig gezag en heerschappij" vestigde, de eerste despoot, "de grondlegger van alle koningschap en tirannie. In een groot aantal bijbelteksten in het Oude en Nieuwe Testament komt de naam Babel/Babylon voor. Babel is de weergave zoals die in het Oude Testament voorkomt; Babylon die van het Nieuwe Testament. Babel, wat in het Hebreeuws "Verwarring" betekent, vormde het begin van de menselijke heerschappij op aarde, na de zondvloed. In de taal van Assur weergegeven, betekent Babel ‘Bab-ili’wat betekent: poort van God. Dat geeft Babel als het ware een dubbele betekenis. Daar waar mensen menen God te dienen, worden ze door het misleidende van Babel verward en komen ze niet bij God terecht, maar blijkt juist Zijn tegenstander hen in hun macht te hebben. Reeds vanaf het begin is Babel bekend geworden als de stad die zich tegen alles verzette wat maar iets met God te maken had. Babel is het grote voorbeeld van de opstandigheid van de mens tegen God. Inplaats van zich op Gods bevel over de aarde te verspreiden, streefde de mens naar centralisatie en bouwde ze een stad om haar eigen glorie te onderstrepen.

Genesis 11:4 Welaan, laten wij ons een stad bouwen met een toren, waarvan de top tot de hemel reikt, en laten wij ons een naam maken, opdat wij niet over de gehele aarde verstrooid worden.

Het gaat hier duidelijk om menselijke ambities zoals in later tijden ook elders op aarde tot uitdrukking is gekomen in de bouwwerken van de verschillende beschavingen. De Bijbel leert dat God onaangenaam was getroffen door de hoogmoed en de uitwassen van de mens toen Hij zag waar ze in Babel mee bezig waren. Hier werden de machten van het kwaad samengetrokken. Hier lag satans kwade bedoelingen met de mens, de bakermat van alle valse godsdiensten en andere demonische invloeden. Nimrod, wiens naam kan worden uitgelegd als "Hij die de mensen deed rebelleren tegen God" was de uitvoerende macht van satans plannen. Hij liet de toren bouwen die reikte tot aan de hemel. Deze toren was bedoeld om als reddingsplaats te dienen voor het geval God opnieuw mocht besluiten een watervloed over de aarde te brengen. Nimrod dacht op deze manier af te kunnen rekenen met Gods Macht. De stad Babel was verder voorzien van een 28 meter brede en 105 meter hoge verdedigingsmuur waarin 150 poorten toegang tot de stad gaven. Op deze nimmer geëvenaarde muur stonden 250 torens van 30 meter hoogte. Om de stad lag een brede gracht en midden door de stad stroomde de rivier de Eufraat die het gehele jaar door zorgde voor voldoende water. Volgens een overlevering was er in de stad een voedselvoorraad aangelegd waarvan de gehele bevolking ca 20 jaar kon leven.

Bijbels gezien is de toren van Babel een treffend beeld van het menselijk verlangen om God te raken en door God aangeraakt te worden – een nooit te vervullen maar altijd weer opduikend verlangen.

Theologisch gezien gaat het verhaal over de toren van Babel over de vraag welke rol God speelt bij het ontstaan van meerstemmigheid en verschil – op zijn zachtst gezegd een lastige vraag. En in termen van communicatie en zeggingskracht is de toren van Babel een symbool voor zowel cultuurkritiek als verwarring.

Deze afbeelding van de toren van babel is niet alleen eindeloos gereproduceerd, hij wordt ook vaak bewerkt en als waarschuwing ingezet tegen allerlei vormen van hoogmoed en dominantie. Dit houdt op dit moment, vooral een kritiek in op globalisering, Amerikanisering, Europese Unie-dwang, milieuvernietiging, en opoffering van menselijkheid en de menselijke maat.

Babel in de bijbel:

Genesis 11 (NBV-versie met onvertaalde Godsnaam)

Ooit werd er op de hele aarde één enkele taal gesproken.
Toen de mensen in oostelijke richting trokken, kwamen ze in Sinear bij een vlakte, en daar vestigden ze zich.
Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we van klei blokken vormen en die goed bakken in het vuur.’ De kleiblokken gebruikten ze als stenen, en aardpek als specie.
Ze zeiden: ‘Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Dat zal ons beroemd maken, en dan zullen we niet over de hele aarde verspreid raken.’
Maar toen daalde JHWH af om te kijken naar de stad en de toren die de mensen aan het bouwen waren.
Dit is één volk en ze spreken allemaal een en dezelfde taal, dacht JHWH, en wat ze nu doen is nog maar het begin. Alles wat ze verder nog van plan zijn, ligt nu binnen hun bereik.
Laten wij naar hen toe gaan en spraakverwarring onder hen teweegbrengen, zodat ze elkaar niet meer verstaan.
JHWH verspreidde hen van daar over de hele aarde, en de bouw van de stad werd gestaakt. 9 Zo komt het dat die stad Babel heet, want daar bracht JHWH verwarring* in de taal die op de hele aarde gesproken werd, en van daar verspreidde hij de mensen over de hele aarde.
(11:9) * Babel heet, want daar bracht JHWH verwarring – In het Hebreeuws is er een woordspel tussen de naam Babel en het werkwoord balal, ‘verwarring brengen’.

De gedachte dat het verhaal van de toren van Babel over ´hoogmoed & straf´ gaat, is oud en vertrouwd en vormt nog steeds een veel voorkomende uitleg van Gen 11. In deze interpretatie is het verhaal direct van toepassing op het handelen van individuele mensen. De boodschap is helder: hoogmoed komt voor de val. Wie aan God gelijk probeert te zijn, wordt door God zelf direct bestraft, zoals ook het paradijsverhaal in deze zelfde stijl van uitleg vertelt. Deze interpretatie valt ook door te trekken naar het sociale niveau: niet alleen het individu, maar ook de groep die hoog van de toren blaast of alle macht naar zich toetrekt zonder zich iets van God of gebod aan te trekken komt uiteindelijk ten val. Elkaar niet verstaan en verspreid worden over de hele aarde is dan de straf, te vergelijken met de verbanning uit het paradijs.

Naast de ´hoogmoed & straf´ uitleg zijn de afgelopen decennia in rap tempo heel andere visies gezet. Dat heeft te maken met voortgaand historisch, literair en filosofisch onderzoek, maar evenzeer met de toename en de vermenging van bijbeluitleg vanuit andere contexten en situaties.

De exegete Ellen van Wolde bijvoorbeeld pleit op grond van joodse uitlegtradities en vanuit een grote ecologische bezorgdheid al geruime tijd voor een niet-antropocentrische en niet-moraliserende uitleg van dit bijbelverhaal. Volgens haar bestaat de kern van het verhaal van de toren van Babel niet uit een krachtmeting tussen mens en God, en Gods ingreep in de menselijke communicatie is dan ook geen straf of afwijzing. Semiotisch bekeken en geplaatst in de hele opbouw van het boek Genesis gaat het verhaal over het vruchtbaar en bewoonbaar maken van de hele aarde.

De verspreiding van en verscheidenheid tussen mensen staat in dienst daarvan, is daarvoor zelfs onmisbaar. In de tijdsorde van het boek Genesis, zo stelt van Wolde, volgen de gebeurtenissen in Babel op een eerder verhaal waarin de verspreiding van mensen en de verschillen tussen hen in taal en cultuur al heeft plaatsgevonden. En zo is het bouwen van de stad en de toren van Babel een tegendraadse, regressieve beweging, waarin de bewoners van de aarde behoudend en angstig aan elkaar klitten, doen alsof de feitelijke verscheidenheid er niet is tussen groepen mensen met elk hun eigen talen, culturen en leefwijzen, zoals in dit verhaal nomaden, stadsbewoners en zeevaarders. Wat God corrigeert is niet menselijke hoogmoed maar menselijke behoudzucht en angst.

Een heel andere draai aan het verhaal van de toren van Babel geeft Jacques Derrida, de franse filosoof die zelf symbool staat voor het gebruik van ondoorgrondelijke taal en het stichten van verwarring. In zijn tekst ´Des tours de Babel´, letterlijk rondjes om Babel, speelt hij een subtiel spel met de paradoxen van verstaanbaarheid en verwarring die in en rond dit verhaal bestaan.

Het verhaal van de toren van Babel laat volgens Derrida zowel de vermogens als de grenzen van de taal zien, de wankele grens tussen verstaan en misverstand, en de noodzaak en tegelijk de onmogelijkheid van elke ver-taling. Puttend uit verschillende en deels tegenstrijdige vertalingen van dit verhaal betoogt Derrida dat de betekenis van de naam Babel aan de ene kant overduidelijk is, omdat Babel als symbool van verwarring universele verstaanbaarheid kent over de grenzen van talen en culturen heen, terwijl aan de andere kant de betekenis ervan ons steeds weer ontsnapt en in verwarring brengt: is Babel een eigennaam, een stad genoemd naar God, is het de stad van de Vader-God (Bab - El) of is het de toegang naar de goden (van het Akkadisch "Bab-illi” ) zoals verschillende vertalers stellen, en wie heeft Babel eigenlijk Babel genoemd, is dat God zelf? En wie of wat is deze God dan die zowel taal schenkt als verwarring sticht, die verwantschap tussen de volkeren aanbrengt maar ook verbreekt? Zouden we deze God inderdaad kunnen bereiken als we allen een en dezelfde, oorspronkelijke taal zouden spreken of rekent het verhaal van de toren van Babel juist definitief af met dit verlangen? Met deze vragen brengt Derrida het verhaal van de toren van Babel binnen in eigentijdse debatten over taal, cultuur, verschil en religieus verlangen.

Voor niet-westerse theologen is Babel niet zozeer een complex of beladen symbool maar eerder een grimmige werkelijkheid. De Argentijnse bevrijdingstheoloog José Miguez-Bonino ziet in het verhaal van de toren van Babel een model van het westerse kolonialisme, dat de inheemse bevolking in Latijns-Amerika niet alleen een vreemde cultuur en religie maar ook een vreemde taal heeft opgelegd. Anders dan de hiervoor genoemde uit het westen afkomstige uitleggers is Bonino dan ook niet bang om een stevige moraliserende uitleg aan dit verhaal te geven. Bij hem is het ´neerdalen van God´ en de ingreep in het spreken en verstaan van de aan een imponerende toren bouwende mensen een veroordeling van een imperialistische geschiedenis, en in deze zin een daad van bevrijding. Voor Bonino gaat het verhaal van de toren van Babel in postcoloniaal perspectief over de noodzakelijke erkenning van verscheidenheid in tongen, talen, en theologische expressies – over het teruggeven van de eigen stem en taal aan de inheemse en plaatselijke bevolking. De verwarring van de talen en de verspreiding van de mensen over de hele aarde is geen ´straf van God´ maar een belofte van ´zegen voor alle volkeren op de aarde´ (Gen 12,3).

.:._______________________________________________________.:.
Laat uw reactie, vraag of opmerking achter, door in onderstaande zin, op het woord reacties dubbel te klikken.

Vergelijkbare Blogs

Related Posts with Thumbnails