zondag 24 juli 2011

De Clubgeest

De Kritische Magier lanceerde kort geleden een nieuw begrip: gevoelsarcheologie. De dikke Van Dale vermeldt het woord nog niet en hij heeft het meteen laten registreren zodat een zekere magus, (die altijd graag op andermans bagagedrager meerijdt) er niet mee aan de haal gaat.

Gevoelsarcheologie, dat deed een belletje rinkelen. Menig lezer dook in de peilloze diepte van de emoties om daar een vergeten gevoel op te graven. Sterzoeker ontving dan ook heel wat reacties. Eentje willen wij u niet onthouden. Met toestemming van de auteur nemen wij u mee naar een oerbeleving die met recht de basis van het moderne wiccagevoel mag heten. Wij danken de schrijver omdat hij dit gevoel met u en ons wil delen.

“Toen ik de blog van De Kritische Magier had gelezen dacht ik meteen: de clubgeest! Dat is wat ik en vele anderen zoeken. Daarom gaan we naar die cursussen die eigenlijk niks opleveren. Daarom zijn die new age/wicca groepen zo aantrekkelijk, hangen we een middag de sjamaan uit, spelen we magie of wordt er intuïtief geschilderd.

Het gaat er niet om WAT we doen maar DAT we het doen, groepsgewijs. Nu heet ons clubje een coven of een mysterieschool, vroeger heette dat De Stokroos en de Padvinderij. Daar werd de clubgeest gekweekt, daar liggen de wortels van het wij-gevoel: de soft spot waar louche mysteriescholen zo gretig gebruik van maken. Ik wil het beeld schetsen en het beest eruit laten. /Dan hebben de Sterzoekers misschien een antwoord op de vraag waarom intelligente mensen zich met onintelligente dingen bezig houden.

Elke dinsdagavond om half 7 opende de omgebouwde garage de deuren voor de jeugd. Frisse jongens en meisjes tussen 8 en 12 jaar stroomden toe. Aan de schragentafels zaten wel tien kinderen met verwachtingsvolle gezichtjes. Dit was hun avond, de avond van de Stokroos.

De leidster was een gezette dame van middelbare leeftijd. Meestal was ze in een goeie bui, maar soms had ze een humeur als een beer met eksterogen. Waarschijnlijk was ze in de overgang maar daarvan wisten wij helemaal niks.

De Stokroos had een clublied. Met het zingen van deze hymne werd de avond begonnen. Daarna volgde een verhaaltje uit de bijbel en een christelijk liedje. De Stokroos was op mild-christelijke leest geschoeid en daarom waren deze plichtplegingen inspirerend maar niet indringend.

Er werd geknutseld. De klei kwam op tafel, vilten lapjes ook, gereedschap erbij en het feest begon. De leidster las ondertussen voor uit een spannend boek.

Wij leefden naar de Stokroosavonden toe. Onze knutselwerken boden we thuis trots aan. Ze werden met enthousiasme en dank ontvangen, maar de voorwerpen verdwenen na verloop van tijd toch op raadselachtige wijze. Het maakte ons niet uit zolang we maar op dinsdagavond naar de Stokroos mochten. Dan droegen we onze insignes, de vilten roosjes in de verschillende kleuren (wit voor het eerste jaar, roze voor het tweede, rood voor het derde en geel voor het vierde jaar). Die insignes werden op het bijpassende halsdoek gespeld. Op dat halsdoek zaten gekleurde banden die bij het insigne van dat jaar hoorde. Trots droegen wij deze versierselen op de dinsdagavonden.

Een per jaar werd er een installatieavond gehouden in een buurthuis-met-podium. Dan werden de nieuwe jaarinsignes uitgereikt en de avond werd extra feestelijk gemaakt door de opvoering van een toneelstukje van het genre klucht. Wij waren de acteurs m/v, de decors waren zelfgebouwd.

Alle ouders waren uitgenodigd. Meestal kwam mijn moeder omdat mijn vader een beter excuus had om niet te gaan. Door een van de vele motgaten in de toneelgordijnen sloegen wij de instroom van het publiek gade, halfdood van de plankenkoorts. Ach, de opvoering van de klucht was altijd een succes. Het publiek in de zaal moedigde elkaar ook aan in het enthousiasme, al hadden die aanmoedigingen soms toch een wat gewelddadig karakter. Ons deerde dat niet en vol enthousiasme zetten wij de klucht op de planken.

De kluchtigheid van ons spel werd versterkt doordat er acteurs struikelden over de kostuums die van de verschillende rommelzolders kwamen, of het decor sukkelde om. Karton is immers geen stabiel materiaal. Soms werden teksten vergeten en de souffleur had net zijn mond vol drop. Het deed allemaal niets af aan het laaiende enthousiasme uit de zaal.

Na afloop ging ieder trots naar huis met een nieuw jaarinsigne, nog druk napratend over het prachtige toneelspel. Nee, geen wilde paarden konden ons van de Stokroos verre houden. De clubgeest was ijzersterk en regeerde ons jonge leven.

Het is daarom dat ik een zwak gehouden voor knutselclubjes zoals wicca, de magische tempel van een opvliegende magus of al spontaan in trance raak bij het zien van een sjamanentrommel.

Altaarkleedjes borduren? Ja, graag! Buideltjes maken voor magische frutsels? Hoera! Een clublied, een eed, een insigne (lamen geheten), een andere kleur koord? Heerlijk! O, als ik toen geweten had welke vreemde vruchten er aan de stam van de Stokroos zouden groeien, dan was ik gillend weggelopen. Al was de Stokroos niet uniek in zijn soort, hier zien we toch de magische basis van het groepsgebeuren: de clubgeest.”

woensdag 20 juli 2011

De Magische Kristalkijker

Sterzoeker kijkt graag naar mooie kristallen, daar zijn al een aantal afbeeldingen van op de blog verschenen. Naar kristallen kijken is echter iets geheel anders dan in kristallen kijken. Soms kijken mensen in kristallen om anderen iets te vertellen, iets wijs te maken, of om antwoorden op ernstige levensvragen te geven.

Het kijken in de kristallen bol is een opvallende manier om in het leven (van anderen) te kijken. Het eerste waar je bij het kijken in een kristallen bol aan denkt, zijn de beelden van een zigeunerin in een slecht verlichte tent op de kermis. Zo'n kristallen bol heeft iets magisch en is dus een uitstekende middel om aan te wenden door luitjes die hun bijzondere gave willen tonen.

Dergelijke kristalkijkers kunnen worden onderverdeeld in aantal een vormen. Je hebt serieuze kristalkijkers, die werkelijk wonderbaarlijke zaken in hun bol kunnen aanschouwen. De beelden die kristalkijkers oproepen ontstaan door te focussen op een reflectiepunt en worden in verband gebracht met andere werelden, waar de tijd geen rol speelt. Men accepteert de visioenen als boodschappers van kennis en van de toekomst. Ware kristalkijkers, die zul je echter niet zo snel op de kermis vinden, of in een commerciële cursussetting aantreffen.

Er zijn van die populair magische figuren die momenteel de kristallen bol hebben herontdekt. Ze hebben gemerkt dat de kristallen bol ook heel goed te gebruiken is om de omgeving op te lichten, en om aandacht te krijgen, of om anderen geld uit de zak te kloppen. Daar worden dus gretig consulten in gegeven.

Kristalkijken is ook een leuke variatie, in gebruik, op de tarotlegging, of als je al het andere al een keer op je publiek hebt losgelaten, en alle andere gaven al aan bod geweest zijn. Bij dit soort figuren die alles aanwenden om hun "product" te verkopen, kon het kristal-misbruik gewoon niet lang meer op zich laten wachten, dit is dan ook een pure wanhoopsdaad.

Sterzoeker vraagt zich dan ook oprecht af: Doet ze dan ook haar glazen oog in? ...dan zo'n muntjessjaal om haar hoofd "dat is dan 100 goelden.., euh, oeroos". Afkomst verloochend zich niet, dat zien we ieder keer weer.

Er zijn er ook die serieus geloven, in contact te staan met het hogere, en ze geloven dat ze boodschappen doorgeven vanuit de ongeziene werelden. Dat is nog altijd minder erg dan figuren die doen voorkomen dat ze over de gave van het kristal kijken beschikken.

Sommige kristallezers gebruiken bepaalde reading technieken. Wie deze technieken beheerst, kan zonder voorkennis, over iemand die hij zojuist heeft ontmoet, hele rake opmerkingen maken. Zo raak, dat men aan de lezer helderziendheid toeschrijft.

Een slimme reader, is in staat signalen uit de lichaamstaal van mensen te lezen. Veel keuzes die we maken zijn voorgeprogrammeerd. De kleding die we uitzoeken, onze haardracht, make up, onze stem en ons taalgebruik, de manier waarop we ons bewegen, onze oogopslag – het zijn eigenlijk allemaal zaken waaruit diegene die bij de kristalkijker boodschappen doorgeeft aan de oplettende ontvanger. Zelfs een matig intelligente reader zou tot conclusies kunnen komen, die voor de gemiddelde onbewuste sukkel wonderbaarlijk en verbazingwekkend zijn.

Zo'n glazen bol is natuurlijk een leuke afleiding van de onkundigheid van de reader. Het oog wil immers ook wat, want zonder bol zou de "kijker" evengoed dezelfde boodschappen kunnen doorgeven, dat zelfde geldt b.v. voor het gebruik van; tarotkaarten en een horoscoop. Als iemand echt in staat is tot "zien" dan zijn deze hulpmiddelen immers helemaal niet nodig. Niets spreekt echter meer tot de verbeelding als de kristallen bol. De vorm en schoonheid roepen bij een ieder meteen associaties op van mystiek en helderziendheid en daar doen sommige magiërs het ook voor.

En toch, persoonlijk kijkt Sterzoeker liever in het koffiedik. Zou het koffiedik bij de prijs zijn inbegrepen of moet je dat bij de magische kristalkijker zelf meebrengen? Consult heet dat. Nou is het maar een kleine stap naar de echte kermis en het kan niet lang meer duren. Consultje koffiedik kijken 25 euro.... dat is oprecht misbruik..

zaterdag 16 juli 2011

Merlin

Sterzoeker vernam dat Merlin, de eigenaar van het Silver Circle Forum en Gardnerian wiccan van het eerste uur, ernstig ziek is.
Wij willen hier graag even bij stilstaan.


Sterzoeker heeft vaak harde kritiek gehad op Merlin’s functie van forumbeheerder en zijn rol in de wereld van wicca. Kritisering is nu eenmaal een fase in een ontwikkelingsproces dat geen einde kent en nieuwe mogelijkheden aan het licht brengt.

Merlin is een man van de oude lijn en Sterzoeker waardeert de vasthoudendheid aan dat standpunt omdat het de oude waarden vertegenwoordigt.
Merlin’s lijn is dan ook in de ontmoeting der meningen als waardevol gezien. Een sterke opponent is immers zijn gewicht in goud waard.

Wanneer het lot een fatale wending neemt rest ons de verbijstering. Op dat moment is de mens klein en kwetsbaar. Over de illusie van macht en invloed komt de schaduw van de tijdelijkheid te liggen. Zwijgen is gepast.

Sterzoeker groet Merlin van verre en wenst hem herstel toe, hier of over de drempel van tijd en ruimte. Al moeten wij allen buigen voor krachten die groter zijn dan de mens, het Licht verbindt ons allen. Moge dit Licht Merlin gidsen waarheen zijn lot hem voert en zijn naasten tot steun zijn.

maandag 11 juli 2011

De magiër en Zwarte Magica

Sterzoeker is gek op strips en op stripfiguren, zoals Donald Duck, met zijn drie eigenwijze bijdehante neefjes, die een stuk slimmer zijn als hun oom. Met de rijke oom van Donald Duck, de Multi triljardair Dagobert Duck, beleven ze de ene na de andere avontuur. Er is echter een figuur in de verhalen van Donald Duck die absoluut Sterzoekers favoriet is en dat is Zwarte Magica.

Oom Dagobert krijgt het regelmatig aan de stok met de eeuwig gefrustreerde heks Zwarte Magica, die al jaren lang bezig is om het geluksdubbeltje van Dagobert Duck te bemachtigen. Soms lukt het Magica om het dubbeltje te stelen. Daarmee eindigt steevast elk verhaal over deze heks dramatisch, omdat Oom Dagobert samen met zijn neef Donald, en de neefjes Kwik, Kwek en Kwak altijd net op tijd iets weten te verzinnen om Zwarte Magica iets te slim af te zijn.

Zwarte Magica mag dan wel een bedacht stripfiguur zijn, waar menige lezers van de Donald Duck zich mee vermaken. In de huidige realiteit is het wel even anders, omdat er een aantal toneelspelers en charlatans op het magische toneel actief zijn, die zich met her runnen van heksenclubjes of magische ordes bezighouden, en hun cursisten bij deelname een fikse rekening presenteren. Wil men er achter komen welke toverkunsten er door de magiër worden opgevoerd, dan dient men te dokken. Toverkunsten worden door de Zwarte Magica-klonen opgevoerd als waren ze de Magica uit de strip, dit om alle geluks-euro's op geraffineerd wijze uit de zakken van de orde- leden of cursisten te laten verdwijnen, zonder dat de betaler er achteraf iets wijzer van is geworden.

Onlangs hoorde Sterzoeker van iemand dat het maar goed was dat Zwarte Magica geen computer en internet tot haar beschikking heeft, anders zou ze vast en zeker ook een magische orde beginnen en Internet gebruiken om leden te werven voor haar orde, zodat ze behalve het geluksdubbeltje, van Dagobert, ook uw geluksdubbeltje zou kunnen bemachtigen. Helaas is dat een kleine misvatting. De heksen in Duck Stad hebben wel degelijk toegang tot het duckstadse-Intraheks-plus, en daarmee maakt Zwarte Magica gebruik van een toverabonnement om haar zwarte magische kunsten te vertonen. Dit alles om Oom Dagobert het leven flink zuur te maken.

Zwarte Magica klonen, uit het echte leven, gebruiken internet niet om uw leven zuur te maken, maar om reclame te maken, echter wel met hetzelfde doel als die van Zwarte Magica; Ze zijn uit op de inhoud van portemonnee, dus uit op uw geluksdubbeltje!

Misschien is Zwarte Magica ook wel Sterzoekers favoriete stripfiguur, omdat ze een prototype is van een zwarte Magiër of Heks, en omdat Zwarte Magica zo heel herkenbaar is. Met Zwarte Magica gaat het altijd mis. Ondanks alle tegenslag bijkt ze toch onoverwinnelijk, waardoor Sterzoeker sympathie krijgt voor haar valse streken, doorzettingsvermogen en toverkunsten. Zolang deze prototype Magiër of Heks optreed in een stripverhaal is het om te lachen en kunnen we ons er kostelijk mee vermaken. Anders wordt het wanneer mensen zich gaan gedragen als stripfiguren, omdat dit aandacht, macht en geld oplevert.

U kent ze dan ook vast wel, van die mensen die op stripfiguren, zoals Zwarte Magica, lijken en die er alles aan doen om herkenbaar te zijn als Magiër of Heks. Zwarte Magica lijkt voor hun model te hebben gestaan en daardoor zijn deze figuren weer heel erg herkenbaar voor de zoekers op het magische pad, die denken dat het een magische uiterlijk ook staat voor een magische innerlijk. Bij nadere beschouwing komen bij dit soort figuren niet alleen hun uiterlijke gelijkenissen met Zwarte Magica overeen, maar ook hun gedrag en streken.

Zwarte Magica klonen, zijn gek op geld en uiterlijk, en dragen dan ook standaard witchy zwart lang haar, opvallende witchy kleding, het liefst zwart of paars. En als sieraad een glanzende zilveren pentagram, of andere opvallende sieraden, waarmee ze u duidelijk willen maken dat ze met Magie behept zijn, zodat ze allerlei figuren aantrekken die gefascineerd zijn door deze griezelige en occulte uitziende toerusting. Normale mensen vragen zich dan ook af, als zo'n uitgedoste Magiër op straat zien lopen, waar het Halloween feest is.

Wel beschouwd is het eigenlijk heel vreemd dat een Magiër zich van het Zwarte Magica uiterlijk bedient om zichzelf als Magiër kenbaar te maken. Dat is in feite nergens voor nodig. Of iemand er nu wel of niet als proto type Magiër uitziet, zegt dan ook totaal niets over wat iemand kan of vertegenwoordigt. Er bestaat immers geen speciale 'Witchy' manier van kleden, waardoor je meer Heks of een betere Magiër bent. Er is ook geen 'Witchy' manier van eten, en geen 'Witchy' manier om te praten. Er zijn geen officieel Witchy boeken, om te doen alsof, om te lezen terwijl je in de Mc Donalds zit, in de hoop dat iemand zal merken dat je Magiër bent.

Er is geen officiële levensstijl die zou kunnen worden aangewezen als zijnde typisch "Witchy" of "Pagan". Ondanks wat velen dit wensen te geloven. Wiccans, Pagan's en Magiërs en andere Heidenen komen vanuit allerlei achtergronden, hebben allerlei loopbanen/ beroepen en levensstijlen. Wanneer ze niet hun goden en godinnen vereren, of bezig zijn met het beoefenen van hun rituelen en religie, is het meestal niet herkenbaar aan hun uiterlijk, of aan hun doen en laten dat ze Heks, Magiër of Pagan zijn. Hoe anders is dat met de commercieel Magiër, die uit is op uw ziel en zaligheid.

De heksen en Magiërs die het Zwarte Magica uiterlijk geadopteerd hebben doen dit vaak met reden. Dit heeft alles met marketing en marktwerking te maken. Men toont het beeld dat de populaire media van Wicca, Magie en andere vormen van Neo-Paganisme heeft, om betalend publiek aan te trekken. Daarmee wordt tevens een vertekend beeld naar buiten gebracht. Omdat dit beeld in werkelijk niets met ware Magie, een ware Magiër of wicca te maken heeft, is dit in feite een respectloos manier om Wicca of Magie te presenteren aan anderen.

Magiers, en Neo-Paganistische (religies) zijn in de minderheid, in onze samenleving, maar dat geeft niemand het recht om stereotype beelden over hen te gebruiken, om een boekverkoop te stimuleren, of om een eigen magische orde te promoten. Degenen die een opzichtige Zwarte Magica uiterlijk, of een zogenaamde "Wicca" kledij, of veren, kristallen en pentakels / sieraden dragen, omdat het commercieel voordeling is en publiek aantrekt, geven een totaal verkeerde voorstelling van de rest van de mensen die met Magie en Wicca bezig zijn.

Wat geeft dit soort figuren het recht om dit te doen? Domheid of onwetendheid is geen excuus. Van de stripfiguur Zwarte Magica, daarvan kunnen we de doldwaze dommigheden zeer waarderen, maar van iemand die zegt Magiër te zijn, daar voor liggen de kaarten toch echt heel anders.

zondag 10 juli 2011

Error 404 gebed

Bent u tijdens het googelen ook wel tegen eens error 404 opgelopen? Ja, dat is en blijft een lastig, want dat wil zeggen dat de pagina die u zocht niet wordt gevonden. Gelukkig heeft de ware magiër overal een oplossing voor, dus ook een gebed om te voorkomen dat hij of zij een ander niet aandoet waar de magiër zelf zo'n hekel aan heeft: dode webpagina's

Bent u net als Sterzoeker webmaster, van een blog, of internetpagina, zeg dan in het vervolg, bij volle maan, onderstaande gebed hardop op, terwijl u op uw knieën voor de computer plaatsneemt, en error 404 verdwijnt uit ons leven!

Error 404 gebed:
Listen to the words of the Missing Page. I who of old was also called among men 404, Error, Broken Link, screw up, bad page, missing file, "Damn it, where the hell did it go?" and by many other names. At mine altars the youth of various college computer departments across the world made due sacrifice.

Whenever ye shall work on a particular web site, once in the month, and better it be when the Moon is Full and while drinking beverages rich in caffiene, then shall ye gather around the computer and run a link checker to ensure that I will never trouble thee. I, who am the ruler of all neglected web sites and poorly coded home pages. There shall ye gather, ye who are fain to master the test of navigation, yet have not yet won its deepest secrets: to these I will hide as they find that which is broken and code thy site until it is whole again.

And your site shall be free from errors; and as a sign that they be really free, ye shall never, ever use animated background; and ye shall code, ftp, edit, create and write, all to stave off my curse. For mine is the sign of uncaring hands, and mine also is joy of trial and error, for my law is the error.

Keep pure your code, strive ever towards cross-platform compatibility, and let naught stop you or turn you aside. For mine is the password protected door which opens upon the secret mysteries via the .htaccess file as well as the errors of missing pages and overloaded servers, and the no DNS entry error, which is the sign of web site Armageddon.

.....en alof de goden er mee spelen, tijdens het maken van deze blog, verscheen de blog dubbel, en krijgen we tot 6 keer toe de volgende error voor onze kiezen: Service Unavailable. Error 503 Sterzoeker gaat dus rap op zoek naar een "anti error 503" ritueel!

vrijdag 1 juli 2011

Het Egyptische Dodenboek en Ani

Het Egyptische Dodenboek, juister bekend als Het Boek van het Naar Voren Treden bij Dag, is een verzameling van oude religieuze geschriften uit Egypte, die bedoeld waren als gids voor het leven na de dood. Het Egyptische Dodenboek werd meegegeven aan de overledene in het graf. Het bestaat uit een verzameling van bijna 200 spreuken, die de wederopstanding van de overledene moeten garanderen. Daarvoor moet de overledene iedere dag weer een gevaarlijke reis afleggen door de Onderwereld, geleid en beschermd door deze spreuken.

De lange, vaak prachtig geïllustreerde dodenboeken waren het werk van schrijvers. De mooiste dodenboeken werden voor de rijkste personen gemaakt en prachtig geïllustreerd, vaak in kleur. De tekst werd door een schrijver gemaakt die plaats openliet voor de kunstenaar die de illustraties aanbracht. Alle papyrusrollen waren echter niet allemaal even fraai, soms werden oude rollen zelfs opnieuw gebruikt.

Sommige rollen waren niet langer dan een meter, de langste zijn tot veertig meter lang en meestal tussen 25 en 35 centimeter breed. Soms werd er van twee rollen één gemaakt werd uit twee rollen van verschillende breedte en gemaakt door verschillende schrijvers. En soms was de naam van de overledene nog niet ingevuld, of werd die weggeschrapt als men de rol opnieuw wou gebruiken - of als de dode zijn rekening niet kon betalen. Want zoals vandaag vormden ook in het Oude Egypte het begraven van de doden en het maken van dodenboeken een bloeiende handel.

Vele papyrussen, zoals die van Ani, zijn beroemd om hun prachtige illustraties, andere zijn veel soberder. Geen twee dodenboeken zijn identiek. De magische spreuken die ze bevatten werden vaak voorzien van imaginaire landschappen van de onderwereld, van de goden en demonen die de overledene kon tegenkomen in het hiernamaals. Want het leven na de dood was voor de Egyptenaar zo mogelijk nog gevaarlijker dan het gewone leven. De spreuken moesten hen erbij beschermen. Ook het dode lichaam zelf, moest beschermd worden, zoals in deze spreuk: "Heil aan u, mijn vader Osiris, je zal je lichaam bezitten, je zal niet verwelken, je zal niet wormstekelig worden, je zal niet uitrekken, je zal niet stinken, je zal niet rotten".

Doorgaans werden de spreuken op een strook papyrus geschreven, die werd meegegeven in het graf, opgerold en opgeborgen in een koker of zelfs om het lichaam van de dode heen gewikkeld. Meestal bevatten individuele Dodenboeken alleen een selectie uit het complete corpus van bijna 200 spreuken. Vaak zijn ze geïllustreerd, al dan niet in kleur. Een van de beroemdste is die van Ani, nu in het British Museum.

Ani, een aanzienlijke schrijver van de tempel, koos uit ongeveer 200 beschikbare gebeden, hymnen, bezweringsformules en rituele teksten de 62 die hem en zijn vrouw Tutu het meest aanspraken en de portretten van het paar werden tussen de gedetailleerd vervaardigde hiëroglyfische vignetten geschilderd. Deze aan de persoon aangepaste boekrol, die met hen zou worden begraven, moest in het leven na de dood een weg ontsluiten. Als ze erin slaagden de beproevingen waaraan ze daar werden blootgesteld te doorstaan, verwachtten ze tenslotte met de goden van het rijke Egyptische pantheon te feesten en zich met hen te onderhouden.

Voor de minder bedeelden werden dergelijke papyri vaak op voorraad vervaardigd, waarbij de naam van de betrokkene open werd gelaten voor een toekomstige invulling. De meer gefortuneerden lieten ze apart op bestelling vervaardigen.

Het Dodenboek staat aan het einde van een ontwikkelingsgang, die met de Piramideteksten begint. Deze worden, zoals de naam al aangeeft, aangetroffen op de wanden van de latere piramiden van het Oude Rijk, te beginnen met farao Unas (5de dynastie, ca. 2475­2345 voor Christus).

Deze geschreven teksten zijn dan al een product van eeuwenlange mondelinge overlevering en gelden als de oudst bewaarde samenhangende religieuze teksten ter wereld. Het feit dat ze vrijwel uitsluitend in koninklijke piramiden worden aangetroffen, wijst er al op dat ze exclusief in dienst stonden van het voortbestaan van de farao in het hiernamaals en niet bestemd waren voor gewone stervelingen.

Min of meer voortgekomen uit de Piramideteksten zijn de Sarcofaagteksten die, zoals alweer de naam aangeeft, voorkomen op de binnenzijden van privé­sarcofagen uit de Eerste Tussentijd en het Middenrijk (ca. 2160­1781 voor Christus). Opmerkelijk is dat deze teksten zo als het ware gedemocratiseerd zijn: nu zijn ze ook bedoeld voor gewone (zij het bemiddelde) bevolkings­groepen, net zoals het Dodenboek later trouwens. Er is verwantschap met de Piramideteksten, maar een aantal spreuken hebben deze Sarcofaagteksten ook gemeen met het Dodenboek. Dit laatste is in gebruik gebleven vanaf het Nieuwe Rijk (ca. 1550­1075 voor Christus) tot ver na Christus, in de Romeinse tijd.

Naast de drie genoemde teksten zijn er ook teksten die in de graven van farao’s uit het Nieuwe Rijk en later worden aangetroffen, zoals bijvoorbeeld het Poortenboek. Een aantal Dodenboekpapyri is in opgerolde vorm gevonden in de holle rug van een mummievormig beeldje van de dodengod­combinatie Ptah­Sokaris­Osiris.

Deze god speelt een belangrijke rol bij de herrijzenis van de dode en heeft daarom soms ook een zogenaamde "korenmummie" in het grote voetstuk. Dit is geen echte mummie, maar een van klei met graankorrels erin gemaakte mummievormige Osirisfiguur. Op deze manier kan de kiemkracht van het graan eveneens gebruikt worden voor de herrijzenis van de dode

De al eerder genoemde Ani bezat dus een Dodenboek met maar liefst 62 spreuken. Een ander belangrijk thema in deze keuze van spreuken is de vereenzelviging van de dode met een godheid, zodat hij in alle eigenschappen van de betreffende godheid kan delen. In deze papyrus zijn dat Osiris, Horus en de zonnegod Re. De cyclus van de zon, overdag varend langs de de hemel en ’s nachts in de Onderwereld, wordt precies zo door de dode nagevolgd. Net zoals de zonnegod moet de dode dat iedere dag ook weer doen. Van de illustraties staat een aantal in verband met het mondopeningsritueel en de begrippen ‘Ka’ en ‘Ba’.

Een ander belangrijk thema in deze keuze van spreuken is de vereenzelviging van de dode met een godheid, zodat hij in alle eigenschappen van de betreffende godheid kan delen. In deze papyrus zijn dat Osiris, Horus en de zonnegod Re. De cyclus van de zon, overdag varend langs de de hemel en ’s nachts in de Onderwereld, wordt precies zo door de dode nagevolgd. Net zoals de zonnegod moet de dode dat iedere dag ook weer doen. Van de illustraties in het Dodenboek, staat een aantal in verband met het mondopeningsritueel en de begrippen ‘Ka’ en ‘Ba’.

De Papyrus van Ani van werd in 1888 ontdekt door dr. E.A. Wallis Budge, die hem verwierf voor het British Museum in Londen waar hij conservator van Egyptische en Assyrische oudheden werd en in een aantal zalen de expositie van Egyptische kunstvoorwerpen inrichtte. Het is te begrijpen dat hij enthousiast was over zijn vondst, want het is een prachtige uitbeelding in kleur die met verfijnd kunstgevoel ‘de oude Egyptische denkwijze over de mysteriën van leven en dood’ weerspiegelt. Omdat de papyrus een afmeting had van circa 23 meter bij 38 cm, was het een geweldige onderneming hem voor transport naar Engeland gereed te maken.

Met de gedachte aan de publikatie ervan in boekvorm, besloot hij de boekrol in 37 stukken van ongeveer gelijke lengte te laten snijden, die hij op houten planken liet lijmen voor de verscheping naar Londen. In 1890 was het Sir Peter Le Page Renouf die de leiding had bij het tot stand komen van de facsimile-uitgave op ‘olifantsfolio’ (bladzijden van circa 37,5 x 53 cm). Vier jaar later gaf het British Museum een tweede editie van het facsimile uit, gecorrigeerd door Budge en in 1895 volgde de eerste vertaling van de papyrus door Budge.

Vergelijkbare Blogs

Related Posts with Thumbnails