maandag 27 september 2010
Message in a bottle
Bron Foto: Dokter Chaos ©
Op 09-07-2010 beleefde ik één van de aller zwaarste momenten die ik in mijn leven heb meegemaakt omdat ik na 8 jaar samen te zijn geweest met mijn hondje Kiara voorgoed afscheid van haar heb moeten nemen omdat het leven van het diertje aan een einde kwam.
Het lichaam van Kiara was helemaal op omdat ze een enorme tumor in haar buik had zitten die op een gegeven moment fataal had geworden, De maag en darmen van het diertje kampte met chronische ontstekingen waardoor Kiara geen voedsel meer binnen kon houden en was haar gebit daarbij ook nog eens zo enorm slecht dat ik alles operatief inclusief gezwel had moeten laten verwijderen.
Als er ook maar enigszins een oplossing was geweest om het leven van Kiara nog een poosje te verlengen dat ze zonder pijn en lichamelijke ongemakken door in leven had kunnen blijven dan had het me niet kunnen hoeveel het had gekost om haar leven in volle gezondheid te verlengen.
Helaas na 14 dagen in sterke overweging met De dierenarts en wat vrienden van me die in de dierenwereld werkzaam zijn en hard met me hebben meegedacht om te onderzoeken of het leven van Kiara nog te redden viel kwam keer op keer de beslissing dat ik er beter deed om het leven van mijn hondje op een menswaardige wijze aan een einde te laten komen voordat het moment zou aanbreken voor het dier onherroepelijk een lijdenweg zou krijgen ook al had dit wellicht nog een jaar geduurd voor het zover zou zijn.
Bron Foto: Dokter Chaos ©
We zijn nu bijna 3 maanden verder waarmee ik nu pas de moed heb om op verzoek van Sterzoeker een verhaal op papier te zetten omdat ik als mens er steeds meer van overtuigd ben geraakt in de loop der jaren dat het niet ondenkbaar is dat er voor zowel mensen als dieren een leven na de dood bestaat.
Sinds Kiara na een enorm moeilijke beslissing vredig is ingeslapen kan ik rustig vermelden zonder er een woord van te overdrijven dat ik een enorm zware periode heb gehad omdat de enorme stilte om me heen door het wegvallen van Kiara me in een behoorlijk diep gat heeft laten belanden waarmee nu bijna 3 maanden later nog steeds dagelijks de gedachten spelen dat ik mijn hondje Kiara enorm blijf missen en daarmee een enorme heimwee naar haar heb omdat het moeilijk blijft om te begrijpen waar de innerlijke energie van een overleden wezen naartoe gaat wanneer het lichamelijke leven op aarde aan een einde is gekomen.
Toen Kiara iets meer dan een week overleden was gebeurde er iets opmerkelijks, Mijn zus die wel vaker tijdens de nacht foto,s schiet met flitser om daarmee orb,s te fotograferen maakte een opmerkelijke foto die mijn bek open liet vallen van verbazing.
Kiara kwam altijd graag bij mijn zus over de vloer omdat daar haar honden vriendinnetje Laika woonde waarmee te verklaren valt dat in de foto bij de tafel een witte orb valt waar te nemen op het lieveling,s plekje waar mijn hondje Kiara altijd lag als ze bij mijn zus op bezoek was.
Toen mijn zus de opmerking tegen me maakte dat ze tijdens het moment van Kiara,s overlijden in gedachte had gevraagd of Kiara zich kenbaar wilde maken met de innerlijke vraag om te laten weten of ze na haar overlijden goed was aangekomen in het honden hiernamaals toen verklaarde ik haar in eerste instantie compleet voor gek omdat ze me een moment later vertelde dat het per ongelijk was dat ze een foto met een orb in de huiskamer had geschoten waar mijn overleden hondje Kiara duidelijk zichtbaar voorkwam.
De orb waarin Kiara zichtbaar is.
Nadat ik de foto flink uitvergrote kreeg ik de schok van mijn leven toen ik tot de ontdekking kwam dat Kiara in de orb (lichtbol op de foto) helder waar te nemen was waarmee in mijn redenering de geestelijke opening ontstond dat de mogelijkheid aanwezig is dat er leven na de dood bestaat en dat dierbare overleden kennelijk in staat zijn om zich op één of andere onverklaarbare wijze kenbaar te maken.
Natuurlijk besef ik me zeer goed dat als ik de foto met dit verhaal publiceer dat er mensen zullen zijn die me belachelijk zullen maken en dat ik een enorme fantast ben die onzin verhalen verkoopt?. Hoe dan ook zal me het een worst zijn wat andere buitenstaander er van vinden of het allemaal weg te relatieveren omdat de foto met orb voor mij een persoonlijke troost en hoop is dat er leven na de dood mogelijk is en dat de energetische energie van overleden mensen en dieren na de dood in staat zijn om zich direct te begeven op elke tijd en plaats die voor het stoffelijke redeneren niet te bevatten is omdat er nog zoveel onzichtbare zaken zijn tussen hemel en aarde waar we als mensheid helemaal nog geen idee hebben dat er meer bestaat dan dat in het stoffelijjke aardse bestaan waarneembaar is.
Als mens ben ik er relatief van overtuigd dat mijn overleden hond Kiara zich na haar dood kenbaar heeft willen maken. Echter ben ik me er zeer ter degen van bewust dat foto,s gemaakt met flitser pixel fouten kunnen bevatten en dat het puur per ongelijk is dat er in de orb de vorm van mijn overleden hondje Kiara is gevormd waarmee het complete verhaal van de foto rationeel weg te verklaren valt als verklaarbaar verschijnsel.
Ik moet derhalve eerlijk bekennen als Sterzoeker me niet had gevraagd om een stuk te schrijven over deze opmerkelijke foto dat ik er nooit mee naar buiten was gekomen en dat het voorgoed in een digitaal archief opgeslagen had gelegen zonder er ooit nog de aandacht aan te hebben gegeven.
Bestaat er leven na de dood? Ja ik ben er persoonlijk van overtuigd omdat ik zelf in het verleden dood medische omstandigheden meerdere keren bijna dood ervaringen (BDE) heb ervaren waarmee mijn angst voor de dood jaren geleden al verdwenen is door de dingen die ik tijdens deze ervaringen heb waargenomen waarmee mijn leven sinds die tijd enorm is veranderd.
Van mijn BDE ervaringen zelf wil ik verder niets kwijt omdat het te persoonlijk is om er überhaupt iets over te kunnen uitweiden omdat het simpelweg niet in begrijpelijke woorden te vertalen valt van wat ik heb waargenomen en welke veranderingen het met zich heeft meegebracht in mijn verdere leven.
Het komt er in wezen grofweg op neer dat je zelf eerst een bijna dood ervaring moet ervaren wil het een referentie kader scheppen zodat er in een filosofische conversatie iets over uit te wisselen valt wat als bevattelijk en bewust kan worden besproken wat in begrijpelijke woorden is uit te leggen omdat de meeste medemensen geen clou hebben wat er met je gebeurd en welke invloed het heeft op het verdere leven.
Dit is mijn laatste stuk waar ik aandacht besteed over het onderwerp of er mogelijk leven bestaat na de dood ja of nee? Hiermee wil ik tevens alles laten rusten omdat het weinig zinvol is omdat ik als aard stoffelijk menselijk wezen mijn leven wil leven waarvoor ik hier net zoals ieder ander mens op aarde ben geboren om een stoffelijk bestaan te leven zonder de interruptie dat ik nu toevallig net zoals vele andere geboren ben met een gave die net iets verder door een kijkraam kan kijken dan waar ik net zoals vele andere begaafde medemensen niet om heb gevraagd maar het gewoon van nature heb meegekregen van de natuur.
Geschreven door: Dokter Chaos ©
donderdag 23 september 2010
Interview Met Horas
Gerald Gardner, grootvader van de gardnerian wicca
We hebben afgesproken op het terras van een oud hotel. Horas werkt hier niet ver vandaan en het is bijna lunchtijd. De krant ligt voor me op het tafeltje, het artikel over astronomie goed zichtbaar. Dat was afgesproken.
Om precies 12.30 uur schuift een man aan met de woorden "Hallo collega, dat is een tijd geleden". Dan herken ik hem. Hij bestelt koffie en draait een sjekkie (dat moet van hem zo geschreven worden). De herinneringen zullen wij later ophalen. Eerst wil ik mijn vragen kwijt.
"Wat mag Sterzoeker van jou verwachten?"
"Ik geef de hete brij een naam als iedereen er lang genoeg omheen gedanst heeft."
"Tango?"
"Eerder een polonaise en heb het hart om uit de rij te dansen. Dan krijg je de hele ploeg over je heen."
"Je bent nog steeds allergisch voor de massa, merk ik"
"Soms test ik mijn gevoeligheidsgraad. Dan begeef ik me in het gewoel, maar met tegenzin. Waar massa is daar stinkt het. Ik ruik het angstzweet."
"Goed, dat is niet vreemd bij massa. Maar jouw stek is wicca. Ruik je daar ook angstzweet?"
"Daar stinkt het een uur in de wind. Het heksendom is nooit voor de massa bedoeld geweest. Heksen waren de enkelingen binnen een gemeenschap. Met de gemeenschap hadden ze een haat-liefde verhouding. Zondebok of redder in de nood, ze waren allebei. Geen positie voor bange mensen dus."
"Hoe ligt dat dan tegenwoordig?"
"Marian Green heeft eens betoogd dat er geen gemeenschappen meer bestaan. Ik denk dat zij van het romantisch beeld van een dorpje uitging. Die dorpjes bestaan amper meer. Het internet heeft gemaakt dat het hele dorpsidee verdwenen is want de wereld is soms nog te klein. Toch kan je je afvragen of het dorp uit de mensen verdwenen is. Je kunt het terugvinden in het dorpsdenken, dat geklit. Dat vind je overal, zelfs op het internet."
Waar plaats je dat dan in de huidige wicca?"
"Gardner en zijn latere volgelingen hebben er voor gezorgd dat wicca een massabeweging is geworden. Met alle gevolgen van dien. Het dorpsdenken is diep in de persoonlijke wereld getrokken, dat heet nu de ervaringsweg. Ieder is zijn eigen massa en zijn eigen dorp, maar dan wel groepsgewijs. Er wordt over covens gesproken maar doorgaans is het meer een breikrans die de patroontjes van Gardner nabroddelt."
"Wat is je bezwaar tegen deze traditionele wicca, zoals ze zich graag bestempelen?"
"Uiteindelijk moet je je punt maken. Of je bent massa, of je bent eenling. Als je die beslissing niet maakt kom je in gespleten verhoudingen terecht. Dat uit zich als onvrede, maar dat mag je in de groep niet laten zien. Dan dans je uit de rij en stort de massa zich als wilde honden op je."
Vind je dat dit gaande is?"
"Zeker. Er zijn veel heksen die bedanken voor het groepswerk en de getrapte paden. Gardnerian covens zijn uitgedund, dat is hun verdiende loon. In Nederland staat een soort dorpspastoor aan het hoofd van de Gardnerian beweging. Hij denkt niet verder dan zijn neus lang is. Deze dorpspastoor probeert de kudde bij elkaar te houden door ze voor te schrijven wat ze te doen en te laten hebben."
"Is dat in overeenstemming met de regels van Gardner?"
Nee, natuurlijk niet. Dat maakt hij er van. Dit is precies het dorpsdenken waar ik het net over had. Als we het nou maar met elkaar eens zijn dan kunnen we andere meningen van een afstand als een soort natuurramp beschouwen, als iets dat niet fijn is maar helaas bestaat. Dat is de dorpspastoor ten voeten uit.
Er wordt beweerd dat men Sterzoeker niet leest, jaja (vinger tegen neusvleugel), maar ze kraken Sterzoeker wel af. Op die manier doen ze hun best om de indruk weg te nemen dat zij een van de Sterzoekers zijn. De kritiek op de traditionele wicca komt echter van binnenuit, maar ze willen Sterzoeker in de schoenen schuiven dat die de onvrede aanwakkert. Vergeet het, sommige Sterzoekers zitten zowat bij deze Gardnerians op schoot maar men kijkt braaf de andere kant op. Ruik je het angstzweet?"
"Wat zou je hen aanraden?"
"Ha, ze zouden hun truttigheid in de bosjes moeten gooien. Laat men nou eens toegeven dat er een fundamentele tegenstrijdigheid in de moderne wicca zit. Geef bovendien toe dat de individualisten het bij het juiste eind hebben, dat je niet meer uit de voeten kunt met gedateerde leer van Gardner en dat de kritiek terecht is. Ik zou hen aanraden naar de eigen tekortkomingen te kijken. Verscheidenheid is prima, maar hier heerst verdeeldheid en rivaliteit die te makkelijk op persoonlijke controverses gegooid wordt. Een oefening in zelfkritiek kan heilzaam zijn. Het begrip eenheid maken ze alleen op de eigen groep van toepassing. Je kunt het in dit werk niet erger bij het verkeerde eind hebben dan zo."
"En wat zou je die andere heksen aanraden?"
"Hun eigen gang te gaan. Je kunt best eens de koppen bij elkaar steken en meningen vergelijken. Maar groepsgedrag is van een andere orde, dat past niet bij de ware heks."
"Er is sprake van een nieuwe ontwikkeling binnen de hekserij. Wat kun je daarover zeggen?"
"Openheid, dat is wat ik kan zeggen. Gedachtewisseling, nieuwe vormen van ritueel werk, zoeken naar integratie van het nieuwe IN het oude. Dan moet je van goede huize komen. De dorpsdenkers kunnen dat niet. Die mogen Gardner houden."
"Is die nieuwe beweging zichtbaar?"
"Goeie vraag. Als ze zichtbaar worden dan is het meteen weer een beweging met volgelingen. Dat willen ze nou juist niet. Het zijn enkelingen met ad hoc groepen, mensen die komen om te leren, te denken en te communiceren. Dan gaat ieder weer z’n eigen weg, zoals dat een ware heks betaamd. Deze ontwikkeling zal verder doordruppelen. Maar ik denk dat ze als groep niet zichtbaar zullen worden. Dat staat haaks op hun onafhankelijkheid. Ik geef echter toe dat hen dit ook wat kwetsbaar maakt."
"In welk opzicht?"
"Kwetsbaar voor de aanval van de dorpsdenkers. Die zijn altijd geneigd om deze heksen in de hoek te zetten als een soort afwijking van hun norm. Dat houdt pas op als de dorpsdenkers geen groep meer nodig hebben om voor vol te worden aangezien."
"Wat is je advies voor die ontelbare jonkies die zo graag bij een groepje willen?"
"Ik zou ze aanraden om eerst hun eigen ervaringsweg te gaan, helemaal los van groepjes. De jonge heksjes moeten een beetje rijpen en ook behoorlijk onderuit gaan in het leven. Misschien beginnen ze dan te begrijpen waar het allemaal om draait. Laten ze voorlopig maar flink veel kikkers kussen en pepermuntthee drinken."
Horas en ik hebben nog een poosje oude koeien uit de sloot gehaald bij een mooie lunch.
Wij zullen elkaar weerzien op Sterzoeker.
Willa
woensdag 22 september 2010
Op Reis met de Geest
Zo kan je als je de techniek verstaat gewoon thuis zitten en je toch op een plaats elders bevinden en alles in de omgeving opnemen, als ware je daar fysiek aanwezig. Dit is de techniek van het reizen middels je bewustzijn of geest.
Vroeger waren er mysterieplaatsen waar je leerde om te reizen met de geest, ieder met hun zeer karakteristieke scholingsmethoden al naar gelang de onderwerpen waar ze zich mee bezig hielden. Je werd hiervoor uitgekozen, hetzij door geboorte, hetzij doordat de priester-ingewijden bijzondere talenten in je zagen. Je werd dan onder voorwaarde van de strengste geheimhouding in de mysterieplaatsen opgenomen.
Tegenwoordig liggen de mysterieën ‘op straat’; de mens kiest zelf of hij een scholingsweg wil gaan. Dit heeft met het steeds individueler en zelfstandiger worden van de mensen te maken. Hierdoor zijn de mysterieplaatsen in de oude afgesloten (elitaire) vorm niet meer op hun plaats. De huidige tijd zijn er voldoende mogelijkheden om toegang te vinden tot kennis die voorheen niet openbaar was en alleen in afgesloten kringen werden behoed. Alles wat er is aan geestelijke scholingswegen treedt gaandeweg voor het voetlicht: goed én kwaad, en bovenal het moeilijk te onderscheiden grijze tussengebied.
Veelal denkt men dat dergelijke zaken voer zijn voor ‘zweverige types’. Daarbij wordt nogal wat over het hoofd gezien. Bijvoorbeeld dat er ook uitermate pragmatisch ingestelde mensen zijn die zich afvragen of ze middels spirituele kennis macht over anderen kunnen verwerven of hoe je toegang krijg tot gegevens die zich achter gesloten deuren bevindt.
De meest praktisch ingestelde lieden op dit gebied vind je bij de betere spionagediensten. Er steekt veel waarheid in al die geruchten, boeken en films, waarin gewag wordt gemaakt van tal van spionage-experimenten waar de standaardwetenschapper niets mee te maken wil hebben.
Nu is dit vermogen om zich te verplaatsen niet alleen voorbehouden aan leden van de betere spionage diensten. Een ieder die zich hier voor inzet kan zich dit eigen maken. Al moet Sterzoeker wel toegeven dat het voor de een moeilijker kan zijn dan voor de ander. Voor sommige mensen is het heel erg makkelijk, omdat ze het als van nature al kunnen en zij hoeven de kunst van het reizen via de geest als het ware alleen nog maar te verfijnen.
Deze wijze van reizen blijkt tal van mogelijkheden te bieden om je te verplaatsen; je kunt in het water zijn zonder zuurstofgebrek, je kunt door allerlei objecten heenlopen, de gedachten en gevoelens van mensen aftasten, en dat allemaal ook nog in verleden, heden en toekomst.
Zo kan je dus je dus overal begeven, ook op plaatsen waar niemand je verwacht en kan je een kijkje nemen in huizen en in tempels. Soms stuit je als je tempels binnen wilt gaan op paswoorden, sleutels, of op speciale toegangcodes. Die moet je dan zien op te pakken of zien te kraken. Ook dat is geen onmogelijkheid. Soms kan dat een symbool zijn bijvoorbeeld; de Egyptisch hiëroglief voor "huis", met daarbij een heel andere Egyptische symbool, waarvan je de naam niet eens weet. Het kan zijn wordt je toegang verleend als je binnen komt als dier, bijvoorbeeld als honingbij wil het zo maar lukken. Zo laten sommige mensen zich in de geest ook roepen door een bepaalde callsign . Je kan als callsign zomaar de kop van Anubis, met daar boven boven een ankh tegenkomen. Als je dus nog een keertje goedkoop bellen wilt, met de luitjes, is dit de methode.
Op deze wijze kan je letterlijk een kijkje bij iemand thuis nemen en ze versteld doen staan dat je weet welke boeken er in de kast staan, en hoeveel het er zijn, of de tempel binnengaan en er achter komen dat wat je verwachte iets heel anders is dan wat je bij binnenkomst met je geest waarneemt. Je dacht bijvoorbeeld een Kabbalistische tempel te zien maar het blijkt een Egyptische, met een Anubis op het Noorden. Je verwacht dat de magus de tempel opent van uit het Oosten, met het kabbalistisch kruis, maar je ziet dat de magus vanuit het Noorden opent, met de Duat ster en over het gebaar van de magiër die over geheime kennis beschikt. De magus maakt het teken van Harpokrates en houdt de wijsvinger aan de lippen.
Zo kan het schouwen op afstand heel verassend en leerzaam zijn en kom je op plaatsen waar nog nooit iemand thuis geweest is en de afstanden, die stellen ook zo helemaal niks voor met reizen middels de geest, nietwaar? Sneller dan het licht ben je aan de andere kant van de wereld. Dat is inderdaad een spooky talent van Sterzoeker, maar het werkt nog steeds!
dinsdag 21 september 2010
Het mysteriespel in Europa.
Hoe wonderlijk is de gedachtengang, van de zoeker naar het mysterie, dat zich soms openbaard als waren we een ware mysticus. Blij als een kind ging Sterzoeker met het mysteriespel boekje op huis aan. Denkende aan waar de Europese mysteriespelen hun oorsprong hebben. Dit kent een lage geschiedenis.
Het mysteriespel ontstond in de kerk uit een vorm van aanschouwelijk onderwijs, waarbij geestelijken een gebeurtenis uit de bijbel verbeeldden via dialoog en beurtzang. Gaandeweg ontwikkelde dit zich tot een meer uitgebreide voorstelling. het mysteriespel kwam in eerste instantie dus voort het liturgisch drama, voorstellend taferelen uit de gewijde geschiedenis, vooral het lijden en de opstanding van Christus, waarbij graag werd teruggegrepen naar het scheppingsverhaal en de zondeval. De aanduiding 'mysteriespel' ontstond pas halverwege de 15e eeuw en is mogelijk ontstaan uit een verwarring tussen de Latijnse begrippen 'ministerium' en 'mysterium'.
Zolang deze spelen door geestelijken werden gespeeld was de tekst in het Latijn, later week dit voor de landstaal en ontstonden verenigingen van amateurs ( ‘Confrères de la Passion’ in Frankrijk, ‘Ghesellen van den spele’ in de Nederlanden). Naarmate deze liturgische spelen aan populariteit wonnen, werden volkse elementen toegevoegd en werd ook de volkstaal gebruikt. Toen ook niet-geestelijken deel gingen nemen werden de stukken steeds meer seculier en vonden de opvoeringen in de loop van de 13e en 14e eeuw steeds vaker plaats buiten de kerk, met name in de vorm van wagenspelen.
Mysteriespelen zijn wat betreft thema te rangschikken in vier groepen. Er zijn mysteriespelen die gebaseerd zijn op het Oude Testament, het Nieuwe Testament, Heiligenlevens of tenslotte op Ridderromans. Het doel van mysteriespelen is enerzijds lering, het publiek onderwijzen in het christelijke geloof, en anderzijds amusement, het publiek vermaken.
Het genre kwam op in Frankrijk, waar het werd ingeluid met de Passion palatine (eerste helft 14de eeuw) en zijn bloei bereikte in de 15de eeuw. Men onderscheidt de cyclus van het Oude Testament, die van het Nieuwe Testament en die van de heiligen. Tot de cyclus van het Nieuwe Testament behoren de belangrijkste spelen, het Mystère de la Passion (1452, 34!574 verzen) door Arnoul Gréban en het Mystère de la Passion (1486, 45.000 verzen) door Jean Michel. De teksten van deze voor de massa bestemde spelen waren geschreven in achtlettergrepige, paarsgewijs rijmende verzen. De stukken waren van ongelijke lengte, sommige tot 100.000 verzen.
Zij werden opgevoerd door amateurs en vrijwillige medewerkers uit alle standen (ca. 390 rollen in het stuk van Gréban), op langwerpige stellages, veelal opgesteld op het marktplein; er werd echter ook op wagens of in de straat gespeeld. Grote aandacht werd besteed aan de kostumering en het ontbrak niet aan kunst- en vliegwerk. In 1548 werden de opvoeringen door het Parijse parlement verboden, maar in de provincie handhaafden zij zich nog lange tijd. Andere westerse landen hebben eveneens dit geestelijk toneelspel gekend
De Duitse Passionsspiele, de Engelse miracle plays en de Nederlandse mysteriespelen komen in grote trekken overeen met de Franse spelen, doch hebben nooit reusachtige proporties aangenomen. Nochtans vormden zich daar ook cyclussen: zo waren bijv. de Brusselse Bliscapen van onser vrouwen over zeven jaar verdeeld. Tot de Middel-Nederlandse mysteriespelen worden ook gerekend een slechts fragmentarisch overgeleverd Limburgs Antichrist-spel (15de eeuw) en het Spel van de V vroede en van de V dwaeze maegden (eind 15de eeuw?).
Het mysteriespel ontwikkelde zich aldus tot een serie spelen waarin alle belangrijke Bijbelse verhalen aan de orde kwamen, van de schepping tot de dag des oordeels. De middeleeuwse gilden namen de opvoering van de voorstellingen over, waarbij elke gilde verantwoordelijk was voor een bepaald onderdeel van de bijbelverhalen. Er ontstonden cycli van spelen die ook bekend staan onder de naam mirakelspelen, omdat zij ook heiligenlevens uitbeeldden.
Het mirakelspel was een middeleeuwse vorm van toneel die voortkwam uit het liturgisch drama. De mirakelspelen draaiden vooral om de verbeelding van heiligenlevens. Maria en andere heiligen speelden daarom een hoofdrol in de ontknoping.
Er zijn diverse Duitse, Franse en Engelse mirakelspelen bekend. In het Nederlands is Mariken van Nieumeghen (uit het begin van de 16e eeuw) het bekendste voorbeeld.
In 1991 schreef Mohamed el-Fers het Amsterdams Mirakelspel, een historische reconstructie van een middeleeuws stuk rond het wonder dat in 1345 in de Kalverstraat plaats had.
Aan het eind van de 15e eeuw was de traditie van het spelen van de cycli op hoogtijdagen over heel Europa verspreid. Het uitvoeren van een complete cyclus kon wel 20 uur in beslag nemen, en werd daarom over een aantal dagen gespreid.
Ook de mysteriespelen , wat religieuze verbeeldingen waren van bijbelse gebeurtenissen of van episoden uit het leven van Christus en de heiligen - waren in latere eeuwen bijzonder populair. Theaters met onder contract staande spelers bestonden er uiteraard nog niet, maar er waren altijd wel reizende gezelschappen op doortocht, die ter plaatse in een ommezien voor een openluchttheater zorgden door op een markt of het plein voor een kathedraal een constructie op te zetten. Een stadsomroeper kondigde her en der aan wat er stond te gebeuren, noemde de titels van de te spelen stukken ('Het mirakel van Sint Catherine', of 'Het mysterie van Adam en Eva') en gaf bovendien een correcte samenvatting van de vaak zeer uitvoerige inhoud.
De toeschouwers hoefden geen entreegeld te betalen; iedereen kon vrijelijk komen kijken, alleen bestond er een ongeschreven wet betreffende de verdeling van de plaatsen: edelen, magistraten en welgestelde burgers zaten op verhogingen (waar ze zich tijdens de voorstelling een stevige maaltijd lieten opdienen), terwijl de gewone burgerij en de lagere standen op het plein voor het toneel zonder bezwaar op de grond gingen zitten waarbij - net zoals tijdens de kerkdiensten - de mannen rechts, de vrouwen links plaats namen.
Naast mirakelspelen en mysterie kennen we passiespelen In Rooms-Katholieke streken wordt rond Pasen vaak een passiespel opgevoerd. Dit is een soort toneelvoorstelling over het lijden van Jezus Christus voor en tijdens de kruisiging. Meestal zijn de spelers plaatselijke amateurs die vaak jarenlang met hun hele gezin meedoen. Bekend in Nederland zijn de passiespelen die om de vijf jaar in het openluchttheater van Tegelen worden opgevoerd.
Het passiespel is van oorsprong een uit de Middeleeuwen stammend mysteriespel. Deze spelen waren een in de volkstaal gespeelde populaire vorm van de kerkelijke vieringen rond Goede Vrijdag en Pasen. Het gebruik duurde voort tot in de 16e eeuw. In de 17e eeuw leefde de traditie weer op, eerst in het Duitse Oberammergau. Dit vond navolging in andere Europese landen als Oostenrijk, Frankrijk, België en Nederland. De abdij van Gorze was befaamd om haar Passiespel in de Middeleeuwen.
het mysteriespelenboekje, waarvan u bovenaan deze een blog een afbeelding ziet, is van Arnoul Greban uit 1452, in een vertaling van Charles Nypels en Anton van Duinkerken. Het boekje is in 1934 uitgegeven bij; stichting de passie-spelers te Amsterdam.
Naast dit boekje is Sterzoeker in het bezit van een groot aantal oude en moderne passiespelen en mysteriespelen, waarover dan ook met enige regelmatig publicaties over verschijnen op Sterzoeker. De bedoeling is dat deze spelen in de toekomst gedigitaliseerd worden, zodat iedereen hier van kan genieten.
maandag 20 september 2010
Over de Kritische Magier
Door Willa
Waar woont nou zo iemand? Al snel duikt een beeld van een huisje in het groene groen op, verborgen achter dikke bomen en overwoekerd met klimop, ver van het menselijke gewoel. Maar nee, de Kritische Magier woont in de stadsjungle. Zo belde ik dus aan bij een prachtig pand aan een gracht. Er is geen naambordje te bekennen.
Een vriendelijke bediende laat mij binnen en parkeert mij in de marmeren hal op een antieke bank. Tegenover mij kijkt een gigantische staande klok mij streng aan terwijl hij de seconden hard weggetikt. Ik bestudeer het vloerkleed met de exotische patronen.
"U wordt verwacht in de bibliotheek" meldt de bediende en ik loop achter hem aan door de marmeren gang. De dubbele deur, vierde van rechts, gaat geluidloos open. De bediende kondigt mij aan met "Mevrouw Willa" en sluit de deuren achter mij.
Ik sta in een gigantische ruimte. Boekenkasten vullend de wanden van vloer tot plafond.
Twee grote leestafels vol boeken, bij de ramen een comfortabel zithoekje. Voor het raam staat een lange man met zijn rug naar mij toe. Dan draait hij zich om en loopt met uitgestoken hand op mij af. Eindelijk sta ik dan oog in oog met de Kritische Magier. Als ik mijn hand uitsteek neemt hij die voorzichtig en drukt er een kus op terwijl zijn blik mijn aandacht gevangen houdt. "Mevrouw Willa, het is mij een eer. U bent de eerste en de enige die mijn interviewen zal. Thee? Het is geen kruidenthee. Ik hou het bij de ouderwetse darjeeling". Wij nemen plaats in het zithoekje, de kopjes worden gevuld en er zijn bonbons, geen koekjes. Ik moet nog even bekomen van mijn verbazing.
"Geen lange baard, geen mantel met sterren, geen magische attributen? Hoe kom ik aan dat beeld van u?"
"Die indruk wek ik graag. Valt het tegen?"
"Helemaal niet, ik zou u alleen niet herkend hebben als ik u op straat zou tegenkomen. U zou iedereen kunnen zijn."
"Die indruk wek ik ook graag."
"Wat is uw speciale interesse in Sterzoeker? Het is een populaire blog die vooral de beginners aanspreekt. U bent beslist geen beginner."
"Het heeft ook een tijd geduurd voor de Sterzoekers mij over de streep hadden getrokken. Ik heb toegestemd omdat ik mij zorgen maak over de ontwikkelingen in de moderne magie. Aan de ene kant dunt de echte kennis uit, aan de andere kant zijn er vormen van pure oplichterij. Er zijn zelden mensen die een boek van kaft tot kaft lezen, laat staan dat de moeite genomen wordt om te doorgronden wat een tekst te bieden heeft."
"Ligt dat aan de ondoorgrondelijke tekst of aan de mensen? Gebrek aan interesse is er toch niet."
"Daar schuilt het probleem in. Die interesse is er zeker, maar het moet snel. Daarom wordt er veel informatie van internet gehaald, dat is helemaal niet verkeerd. Wil je echter tot eigen inzichten komen dan heb je gezelschap nodig om je gedachten en bevindingen te toetsen. Daar gaat het mis."
Bedoelt u dat het mis gaat in bepaalde takken van magie?"
Nee, in het algemeen, dus overal. Dat kan ik met stelligheid zeggen omdat het manier waarop het mis gaat historisch gewicht heeft. Het is namelijk de manier waarop het altijd al mis gegaan is, de hele geschiedenis door."
"Zijn er dan ook altijd al Kritische Magiers geweest die op dit probleem hebben gewezen?"
"Zeker wel. Wat wij tegenwoordig aan magische kennis hebben is uitgebreid, meer dan er ooit bekend was. Een populair voorbeeld is de Hermetische Bibliotheek in Amsterdam. Daar wordt serieus werk gedaan dat internationaal hoog gewaardeerd wordt. Geen problemen aan die kant, maar het vraagt tijd en studie om in die kennis door te dringen.
Een populaire vorm van magie is de hedendaagse wicca. Daar schaam ik mij plaatsvervangend voor. Aan de ene kant roept men dat het een ervaringsweg is, maar aan de andere kant moeten er wel wat boeken gelezen worden om de afgetrapte frasen na te praten die iemand anders voorgekauwd heeft. De Gardnerians worden niet getraind in het zelf denken, hun geest wordt in het gareel van Gardner geperst. Wat is dan een ervaringsweg? Alle ervaringen die niet aanhaken bij Gardners opvattingen vallen buiten het leertraject. Deze wicca’s hebben niet in de gaten hoe zwaar ze hun eigen geest conditioneren."
"Is dat de leerlingen aan te rekenen?"
Dat niet, maar wel de leraren. Als die vastlopen op de dogma’s van hun traditie dan wordt de oorzaak niet gezocht in hun eigen beperkingen. Dan wordt er niet kritisch gekeken of deze dogma’s misschien door de tijd achterhaald zijn. Men gooit gewoon mensen uit de groep als die niet het ouwe deuntje zingen. Dit is een heilloze weg die als vanzelf naar hun ondergang voert. Deze elite van de wicca, zoals ze zichzelf graag neerzetten, heeft zijn overtuigingskracht verloren. Het is een zielig troepje dat alleen nog kan bestaan door zich af te zetten tegen anderen die wel hun verstand gebruiken."
"Hoe staat het bij andere takken van magie? Is daar wel ruimte voor gedachtewisseling?"
"Daar is het nog droeviger gesteld. Nemen we het gebied van de rituele magie. Dat gebied vereist een intensieve studie van de basis. Dan bedoel ik ook: een basis die verder weg ligt dan de geschriften van de Golden Dawn. Niet elke leerling kan dat of wil dat. Maar elke leraar moet in staat zijn die kennis te bieden. Ik leg de nadruk op MOET.
"Waarom zou een leraar dat moeten weten als dat niet aankomt bij leerlingen?"
"De ergste fout die een leraar kan maken is het onderschatten van leerlingen. Je weet nooit hoe een leerling zich zal ontplooien. Misschien wordt die in de toekomst de grootste leraar aller tijden, wie weet? Daarop moet een leraar anticiperen en niks anders."
"Wordt er dan op iets anders geanticipeerd?"
Er wordt op twee dingen geanticipeerd: onwetendheid en inkomsten. Die twee zijn altijd prima hand in hand gegaan. In Rotterdam zit iets dat zich magische school noemt. De website belooft gouden bergen en mensen trappen erin. Voor afschuwelijk veel geld worden er knollen voor citroenen verkocht. Dat het lesmateriaal gestolen is, is een veeg teken. Wie zelf de kennis in huis heeft hoeft zich immers niet van andermans achterzak te bedienen. De bombarie van deze school moet verhullen dat de leraar alleen in staat is de kassa te bedienen en een zwart gordijntje op te hangen. Meer moet een leerling niet verwachten."
"Waarom gaan ze er dan naar toe?"
"Heel simpel, het moet snel. Als leerlingen zelf de moeite zouden nemen om zich bijvoorbeeld in de Kabbala te verdiepen dan zouden ze zich al helemaal niet bij zo’n school aanmelden. Ik bedoel niet de religieuze kant van de Kabbala, maar de kennis sec.
Daar komt bij dat deze school de indruk wil wekken dat men thuis is in de oude rituelen uit het Midden-Oosten. Helaas was er alleen een printer voor nodig, er kwam geen boek aan te pas. Ik ken de deskundige van wie deze kennis meegenomen is, zonder dat zelfs maar het symbolische lesgeld betaald is. Het ergste is dat de leraar van deze magische school deze kennis gebruikt alsof dit haar specialiteit is. Je kunt het de leerlingen van die school niet kwalijk nemen dat ze dit niet doorzien.
"Maar er kunnen toch vragen over gesteld worden, neem ik aan?"
"Wie dat doet wordt er uit gegooid. Deze leraar wil immers niet als charlatan ontmaskerd worden. Deze leraar is zo dom om de kreet "In mijn traditie spreekt men de magus niet tegen" te pas en te onpas te laten klinken."
"Zal dit verschijnsel zichzelf niet overleven en zichzelf uit de markt prijzen?"
"Dat denk ik wel. Maar voor het zo ver is, is er veel schade aangericht. De sterk uitgedunde kennis zal aangezien worden voor DE kennis want wie neemt de moeite om bronnen te onderzoeken? De persoonlijke schade van de leerlingen is het grootst. Het vertrouwen van de leerlingen wordt immers tot in de kern geschonden. Mensen zullen daar nog heel lang last van hebben voor ze kunnen herstellen. Daar til ik zelf nog veel zwaarder aan dan aan de financiele schade. Dat is een schurkerij die een kind kan doorzien"
"Waarom bedient u zich van Sterzoeker voor het uiten van uw kritiek?"
Ten eerste omdat Sterzoeker door heel veel mensen gelezen wordt en ten tweede omdat het momenteel de enige hoek is waar men kritiek over het magische werk kwijt kan. Sterzoeker bestrijdt de onwetendheid in die zin dat tot nadenken wordt aangezet. Er wordt fundamenteel te weinig nagedacht over de leerstof en de leraren."
"Is het predikaat "oude kennis" geen garantie voor diepe kennis?"
"Absoluut niet. De antieke kwispedoor daar in de hoek heeft ook zijn betekenis verloren omdat niet meer algemeen bekend is waar het ding voor gebruikt werd. Zo is het met magische kennis ook. Het meest bruikbare deel van de oude magische kennis ligt nog steeds in het "Ken Uzelf". Ik zou al veel minder bezorgd zijn als deze spreuk opnieuw opgepoetst werd door de serieuze leerlingen van het magische ambacht. Dan zou men eindelijk begrijpen dat we de communicatie met anderen nodig hebben om tot een beeld van onszelf te komen."
"Hoe herkennen leerlingen dan een integere leraar?"
"Eenvoudig door te observeren hoeveel gedachtewisseling een leraar toestaat. Is een leraar tegen communicatie – hetzij binnen de eigen kring, hetzij daarbuiten – dan zit een leerling altijd op de verkeerde weg. Geen communicatie, geen kennis."
"Is dat ook de reden dat u toegestemd heeft in een interview?"
"U slaat de spijker op z’n kop."
Hier eindigt het interview voor Sterzoeker. De Kritische Magier en ik hebben nog heel lang over allerlei zaken gesproken want het was moeilijk afscheid nemen van deze inspirerende man. Wel heb ik een toezegging van hem gekregen dat ik in de toekomst nog eens voor een gesprek mag aankloppen. Dat zal ik ook zeker doen.
zaterdag 18 september 2010
Mysteriespelen & Koning Arthur
Een van de eersten die uitgebreider de geschiedenis van Arthur op schrift stelde, was Geoffrey van Monmouth omstreeks 1136. Zijn verhaal is gebaseerd op enkele gebeurtenissen uit eind 5de, begin 6de eeuw, toen een Keltische legeraanvoerder de Saksen voor langere tijd uit Engeland verjoeg.
Nadat de Franse dichter Chretien de Troyes in ca.1190 in zijn "Conte de Graal ou Perceval" de Graal met Arthur had verbonden, gaf Robert de Boron kort daarna de Graal een passende voorgeschiedenis. Hij verbond "Joseph d'Arimathie" en "Merlin", samen met koning Arthur. Dit zal de basis worden voor de latere Arthur verhalen. Robert de Boron introduceerde ook het verhaal van het zwaard in de steen.
Gedurende de eeuwen hierna volgden er vele variaties op het verhaal, totdat in 1485 sir Thomas Malory "Morte d'Arthur" schreef. Hierin wordt verteld over de geboorte, kroning en dood van Arthur. Ondertussen worden er allerlei middeleeuwse verhalen opgenomen waarin Arthur wel een rol speelt, maar niet de hoofdpersoon is.
Rond 1830 werd het verhaal nieuw leven ingeblazen door Alfred Lord Tennyson. Door zijn gedichten over koning Arthur zijn veel kunstenaars geïnspireerd en zijn de verhalen over de legendarische koning verder verfraaid en geromantiseerd.
In de 12e eeuw beschrijft Geoffrey van Monmouth de geschiedenis van Britse koningen,waarin ook Arthur voorkomt.
Maar het eerste echte “Koning Arthur boek” is "de Morte d' Arthur" van Sir Thomas Malory uit 1485 – zo’n duizend jaar nadat Arthur geleefd zou hebben. Zijn verhaal vormt eigenlijk de basis voor alle verhalen die erna komen.
Over de Morte d’Arthur
Malory’s roman is opgebouwd uit acht verhalen. Hij baseert zich op historische werken zoals dat van Monmouth en combineert deze met andere Arthurgerelateerde verhalen over de Heilige Graal, Lancelot, de ronde tafel, enzovoort.
- Het eerste verhaal gaat over tovenaar Merlijn die strijder Uther Pendragon koppelt aan Igraine; zij zijn de ouders van Arthur. De opgroeiende Arthur trekt een zwaard uit een grote steen en wordt tot koning gekroond.
- In het tweede verhaal staan de ridders van de ronde tafel centraal en de invasie van Frankrijk en Rome – Arthur als strijdheld en koning.
- Verhaal drie gaat over Lancelot die de ontvoerder van Guinevere verslaat en haar zo zijn toewijding bewijst.
- Het vierde verhaal zou gebaseerd zijn op een verloren gegaan Engels gedicht over Gareth, de broer van Gawain, die door Lancelot wordt gedood. Gawain is bekend van zijn verhaal met de groene ridder.
- Verhaal vijf gaat over Tristan en Isolde – een prachtige vertelling die zijn oorsprong vindt buiten de wereld van koning Arthur.
- Het zesde verhaal gaat over de heilige graal, waarbij Malory kiest voor de christelijke thematiek en deze ophangt aan graalridder Lancelot.
- Verhaal zeven is de romance tussen Lancelot en Guinevere. De val van koning Arthur wordt hierin al aangekondigd.
- In het laatste verhaal tenslotte staat de strijd tussen Arthur en zijn zoon Mordred centraal, en overlijdt Arthur.
Koning Arthur en zijn Ridders van de Ronde Tafel blijven inspireren, ook in deze moderne tijden. Er zijn al vele boeken en films op de legende gebaseerd. De legende van koning Arthur leent zich dan ook uitstekend voor een mysteriespel. Hier volgen wat impressies van het Mysterie spel “In het hof van Koning Arthur”
woensdag 15 september 2010
dinsdag 14 september 2010
Magie en Kritiek
Uit de reacties van lezers blijkt dat er een groot ongenoegen onder heksen en magiërs is. Dit ongenoegen richt zich vooral op opleiders en z.g. magische scholen. Dat betekent niet alleen dat er heel veel leergierige aspiranten zijn, maar dat men ook zeer kritisch kijkt naar de opleider en de inhoud van een opleiding.
Logische, want in deze tijd zijn wij immers mondig en kritisch. Wanneer een leverancier van wasmachines of vloerbedekking zijn verplichtingen niet nakomt en iets anders levert dan de beloofde kwaliteit, dan zijn er instanties genoeg die zo’n leverancier tot de orde kunnen roepen. Waarom zou men dan niet mogen klagen over een lage kwaliteit cursus of opleiding? In een aantal gevallen moet er immers diep in de buidel getast worden voor een opleiding.
Men klaagt dus terecht en doet dat op Sterzoeker. Ook dat is terecht want er is geen enkele ander “loket” waar dat kan. Er zijn wel allerlei fora waar men een zegje kan doen, maar meestal is men het teveel met elkaar eens. Dat komt omdat degenen die het hoogste woord hebben elkaar ook in burger kennen. Men treft elkaar immers ook in Heksencafe’s of kent elkaar via het netwerk van gerelateerde bijeenkomsten. Anoniem of onder een ander naam doen de mensen van deze fora's op Sterzoeker vaak ook nog even hun echte zegje. Dit staat soms 180 graden haaks op wat zij op het andere forum schrijven. Naar de reden hier van kunnen we alle(e)n gissen......
Het Sterzoekerteam laat zijn specialisme zien als het om gaat om bijzondere onderwerpen en het toont dat Sterzoeker z’n pappenheimers wel terdege kent. Sterzoeker doet research, checkt allerlei bronnen, gaat gesprekken aan met deskundigen, verzamelt informatie, vergelijkt meningen, overlegt en dan ..... worden er zaken voor het voetlicht gebracht die de moeite waard zijn om aan het licht te brengen.
Men zou daar blij mee moeten zijn maar het tegendeel is waar. Men begint boos te worden op Sterzoeker of lezers die hun mening onder een blog zetten en er wordt gescholden in de blogs. Soms vergeet men dat mening in het commentaar onder de blogs, absoluut niet de mening van het Sterzoekerteam is.
Sterzoeker heeft middels een blog een analyse geven over wat er na onderzoek zoal over de op het gebied van magie en magische ordes te vinden is en baseert deze vindingen op feitenmateriaal. Daarop zijn een ongelofelijk groot aantal persoonlijke reacties van lezers binnengekomen, waar een ieder zijn of haar conclusie uit kan trekken. Sterzoeker zal dan ook niet zeggen dat je iets moet mijden, maar dat je het zelf moet onderzoeken om het onderscheid te kunnen maken.
We zien dat Sterzoeker de ogen geopend heeft. Zo zien we ineens een felle uitwisseling van inzichten op andere fora (natuurlijk ook gevoed door de teksten op Sterzoeker) maar vervolgens haalt de herderlijke moderator deze gedachtewisseling van het betreffende forum. Er waren daar mensen aan het woord die heel goed wisten waar ze het over hadden. Daar halve gingen ze in de clinch met de magus van de beruchte magische school. Mag dat dan niet?
Is het verboden om kritisch te zijn? Of is dat alleen verboden in het magische werk?
Waar kennen we dit toch van? Ik zal het vertellen. Dit is overal verboden waar GELOOF de boventoon voert. De feitenkennis die haaks staat op dat wat de gezagsdragers van een geloof (de paus en zijn cohorten, dominees, magisters, hogepriesters, hogepriesteressen enz.) pretenderen te doen wordt ondergeschoffeld. De gelovigen willen het gewoon niet GELOVEN!
Zo kon het gebeuren dat systematisch kindermisbruik gewoon niet werd geloofd omdat de gezagsdragers beweerden dat het niet bestond (of hooguit een zeldzame afwijking was).
Mijn mede-Sterzoeker Horus vatte het al eens treffend samen: "Waar ontkend wordt is geen correctie mogelijk".
Een magische school die de kritiek van leerlingen niet serieus neemt verdient geen leerlingen, die melkt alleen mensen uit. De grootheidswaanzin van zo’n schoolhoofd is een obstakel in de voortgang van de spirituele ontwikkeling van de leerlingen. Hetzelfde geldt voor covenleiders die niet bij machte zijn om vernieuwing in te passen in een verouderd stramien dat abusievelijk traditie genoemd wordt.
De kern van magisch werk is de ontwikkeling van de autonome geest. De nadruk ligt op de vrije wil. Daar is elk stramien, elk voorschrift en elk dogma volledig ondergeschikt aan.
Wie iets anders beweert is chronisch ongeschikt voor magisch werk. Die kan beter in de politiek gaan of een PR bureau beginnen.
Moet Sterzoeker daarom aangevallen worden? Tja, dat is altijd makkelijker dan eens een kijkje in de eigen wereld te nemen. Kritiseren is een noodzakelijke voorwaarde voor de voortgang van de ontwikkeling. In het magische werk wordt dat direct en zonder omhaal zichtbaar. Dat gaat overigens uitstekend samen met geloven in het ware, het goede en het schone. Dat wil zeggen zolang duidelijk is dat dit innerlijke kwaliteiten zijn en niet ontkend wordt dat het in de buitenwereld echt wel eens anders is gesteld.
Ik hoop u te zien op Sterzoeker.
Ypsus
Bijen en hun Symbolen.
Allereerst wil Sterzoeker in deze Blog beginnen met een korte uitleg over het wel en wee van een bijenvolkje. Te beginnen bij de winter: In die periode spreken we van een wintervolk. Dit kan sterk of zwak zijn.
Afhankelijk van:
A.weersgesteldheid
B.Voedselvoorraad
C.Ziekten
Hoe kouder het is hoe kleiner de tros (formatie van bijeen geklonterde bijen in de winter) wordt, omdat de bijen dan nog dichter opelkaar gaan zitten om elkaar warm te houden.De tros is nooit volkomen in rust,er is dus geen sprake van winterslaap, zoals zo veel mensen denken.De bijen eten gewoon gedurende de winter.De temperatuur in de tros is 's winters 15 tot 25°C.
Het volk bestaat 's winters uit een koningin,de moer geheten en werkbijen, plm. 15 à 20.000.Darren,de mannetjes,overwinteren meestal niet mee, soms alleen, Bij zeer sterke of moerloze volken gebeurt dit wel eens.
In de winter moet er volkomen rust heersen bij de bijenkasten, anders lopen de bijen uit elkaar en verkleumen door de kou. Het bijenvolk is een eenheid. De wijze van overwinteren duidt hierop. Zodra er in het vroege voorjaar dracht komt,d.w.z. bloeiende planten en bloemen, voor nectar en stuifmeel,gaat het volk groeien. De groei van een wintervolk begint reeds zeer vroeg,al voor het bloeien van de bloemen, zo ± tweede helft januari.
De moer legt haar eerste eitjes in het midden van de tros, vanwege de warmte, die in het broednest ± 35°C is. Eind januari,begin februari bij een temperatuur van 8 à 9°C. In de schaduw verlaten de bijen tegelijk de woning om de endeldarm te ledigen, dit is de zogenaamde reinigingsvlucht. De moer gaat niet mee, zij krijgt geprepareerd voedsel.De reinigingsvlucht duurt meestal niet langer dan een uur.
Bij de werksterbijen heeft men voedsters en-bouwbijen. De voedsters voeren het broed en de bouwbijen bouwen de raten. Deze taken worden normaal verricht door jonge bijen, na de winter Zijn dit "oude" bijen, d.w.z. bijen die in het najaar geboren werden en dus nog niet gewerkt hebben en daardoor (het waarom leg ik later uit) jong gebleven zijn.
In het voorjaar sterven de "oude" bijen,maar in dezelfde tijd worden er ook veel jonge bijen geboren. Soms is er zeer vroeg in het voorjaar, maart-april,een hongerzwerm. Deze zwermen zijn zeer aggressief. De ontwikkeling van een volk neemt eigenlijk pas goed toe omstreeks mei, vooral als het weer meespeelt en er genoeg nectar en stuifmeel te halen valt.
Bij een zeer sterke uitbreiding ontstaat ruimtegebrek en dwingt het volk om zich te gaan delen, d.w.z. zwermen. Dit ziet men in de kast, omdat de bijen omstreeks die tijd, darreraat en koninginnecellen gaan bouwen. Darrecellen zijn groter dan de gewone werkstercellen. En een koninginnecel is een soort druppel, meestal onderaan de raat en het zijn er altijd meerdere.
Een zwerm bestaat uit een koningin en de helft van het volk. Dit herhaalt zich verschillende malen. De eerste zwerm heeft de oude koningin bij zich. De volgende zwermen en het achtergebleven volk(je) hebben jonge onbevruchte moeren. Na tien tot veertien dagen begint de jonge,inmiddels bevruchte moer met de bouw van een nieuw broednest, en na 6 à 8 weken is het volk weer flink groot.
De bevruchting geschiedt tijdens de paring met een acht tot tiental darren buiten de woning hoog in de lucht,tijdens de zog. bruidsvlucht. Na de bruidsvlucht komt de moer terug in de kast.Deze paring gebeurt voor het hele leven van de moer, die als enige bij vier à vijf jaar oud kan worden. De voorbereiding van de winterrust begint ± half augustus.
De darren bevruchten de koningin, helpen het broednest warm te houden en worden door de werksters van voedsel voorzien. Aangezien half augustus het broednest kleiner wordt, er voedsel wordt opgeslagenvoor de wintervoorraad,en de darren omdat zij niets doen,teveel zijn,worden de darren omstreeks die tijd de kast uitgejaagd of gedood.
Het hele volk is verder actief bezig met bevoorraden,raten repareren of bijbouwen en voedsel verzegelen.Dan treedt na verloop van tijd de rust in en volgt de vorming tot een tros,die blijft zitten tot het volgende seizoen. Zoals Sterzoker al schreef, leeft een moer 4 à 5 jaar. Een dar ± 3 tot 4 maanden en een werk- sterbij 6 weken.
De functie van een moer en de darren is al eerder genoemd.De functie van de werksters is veel uitgebreider. De eerste 2 à 3 dagen poetsen zij de cellen en verwarmen het broed.De volgende 3 dagen voeren zij de oude larven,en hierna voeren zij ± 6 dagen de jonge larven. Dit voeren van de larven eist veel van de bijen.
In de wintertros is geen broed, hoeft niet te worden gevoerd en blijven de bijen dus jong, zodat ze in de winter wel 4 à 5 maanden kunnen worden. Na het voeren der larven moeten de werksters ± 6 dagenlang was produceren, voedsel opbergen en de woning schoonhouden. Vervolgens 2 à 3 dagen lang orienterings vluchten en wachtbij bij de vliegplank en als laatste functie,± 21 dagen lang, halen ze voedsel en water. Hierna volgt de dood buiten de woning als de bij ± 40 dagen oud is.
In het bijenvolk kunnen we een aantal symbolen symbolen herkennen. Deze symbolen werden gebruikt in mythen en ook werd de bij door een antal religies gebruikt als symbool. Aan de wijze waarop het bijenvolk georganiseerd is ontleende men symbolieken en eigenschappen die symbool staan voor nijverheid en vernuft.
De bijenkorf is het symbool van nijverheid, ijver en vlijt. In een samenleving of binnen een religieuze stelsel beveelt men vaak sterk aan en herkent men dat ijver door alle levende wezens wordt gebezigd. Zo werd de bij als voorbeeld genomen voor een vlijtig en werksaam leven. Bezigen komt overigens van het stamwoord bij. Een bezige bij is als zodanig een pleonasme!
Ook staat de bij symbool voor de perfectie en als dusdanig voor de mens die streeft naar perfectie. De bij maakt de raten, dit is een geometrische perfectie, zijn zeszijdige cellen van was creeren meer opslagplaats voor honing, dan enig ander ontwerp zou kunnen bewerkstelligen. Dit is zeker een teken van nijverheid en een symbool voor perfectie. Indien men de zeshoekige cellen mathematisch narekent,komt men zelfs op de Gulden Snede uit.
In de vrijmetselarij komen we ook het symbool van de bij tegen. In het boek, The early maconnic cathechismus, wordt al in 1724 bij een uiteenzetting in Ierland, de bij in de Maçonnerie aangehaald. Dit luidt als volgt: "A Bee has in all ages and Nations been the Grand Hyerogliphick of Masonry, because it excells all other living creatures in the Contrivance and Commodiousnous of its habitation or combe .... may masonry or building seems to be of the very essence or nature of the bee, for her building not the ordinary way of all other living creatures is the generative cause, which produces the young ones. For this reason, the kings of France both pagean and christian, always eminent freemasons, carried three bees for their arms.What modern masons call a lodge, was for the above rasons by antiquity called a hive of freemasons, and for the same reasons when a dissention happens in a lodge, the going of and forming of another lodge is to this day called: swarming".
In het kort komt het hier op neer:de bij is door de eeuwen heen altijd een voorbeeld voor de Vrijmetselarij geweest, o.a. vanwege de kundigheid en vindingrijkheid der bijen. Zelfs de koningen van Frankrijkhadden altijd drie bijen in hun wapens.
Het opzetten van een nieuwe (Bouw) loge noemde men in de middeleeuwen; zwermen. De korf symboliseert hoe de cathedraalbouwers bouwden en de manier waarop zij bouwden. De bij is zeker zeer nijver. Ze werkt hard en onvermoeibaar niet voor haarzelf, maar voor het volk. Zij heeft een kennis van materialen die bijna niet te evenaren is. Zij werkt in complete samenwerking en zonder enige verdeelheid met haar medezusters (broeders) Zij verdedigen de koningin, weigeren vijanden de toegang tot de korf, bouwen, maken honing en leven in een gemeenschap, geregeerd door wet en orde.
Wat de bijen doen, kan worden vergeleken met de cathedraalbouwers van eeuwen geleden. Niemand werkte daar voor zichzelf, maar met zijn kameraden samen om een gezamelijk doel te bereiken. Ze werkten onder omstandigheden, waaronder moderne bouwers en architecten niet zouden kunnen werken. Ze hadden alleen mensen, dieren en touwen om de stukken aan elkaar te breien. Iedere man had zijn eigen deel aan het werk, klein of groot. Een man had niets kunnen bereiken.
Ongetwijfeld zagen de werkzame metselaars en mystici en riligieuze leiders hun evenbeeld in de bijen. Ze herkenden in de honingmakers het symbool voor nijverheid wat zij zelf als bouwers van grote cathedralen bezigden.
In de Franse maconnerie heeft de korf in de afbeeldingen een hoge, smalle punt. In de Engelse maconnerie is de korf rond afgebeeld, zoals de nog steeds bestaande korf in Nederland. Zo kan men nog steeds zien of de afbeelding uit Frankrijk of uit Engeland afkomstig is.
Nu wil ik overgaan op hetgeen ik zelf zie aan symbolen binnen een magische loge en het Bijenvolk. Een bijenvolk moet altijd een koningin,weksters en darren hebben, anders kunnen zij niet bestaan. Dit ziet men weer terug binnen de magie. Ook hier kan men pas een nieuwe loge beginnen, een als men drie aspecten bijeen heeft. De Magister Templi en zijn of haar helpers; de oficieren en de overige deelnemers aan het ritueel.
De Wachters van de Poort, ook dit ziet men terug in de korf. De wachter laat geen Broeders of Zusters binnen zonder dat deze zich d.m.v. woord en gebaar hebben doen kennen als lid van de orde. Pas hierna mogen zij de tempel betreden. De wachters bij de bijen laten geen bijen van andere volkeren toe. Zij herkennen hun eigen bijen d.m.v. gebaar (dans) en voáal geur. Alleen de darren mogen bij andere volken visiteren, dit o.a. om degeneratie te voorkomen.
Een bij alleen is niets, kan niets, en overleeft zelfs niet. Bijen overleven alleen als ze samenwerken, pas dan kunnen ze zich ontwikkelen tot een groot en sterk volk. Bij de mensen die bezig zijn met magie of wicca zou dit ook zo moeten zijn; samen zijn wij sterker en beter in staat om onze doelen te verwezelijken. Samenwerkn en delen is hier in het toverwoord. Helaas is dit nog lang niet zover en is de de verleiding van de persoonlijke hebzucht van sommige Magisters groot.
De werksterbijen doorlopen alle functies in de kast. Vanaf het schoonmaken van de cellen tot het halen van voedsel. Ook binnen een magische orde klim je qua functie naar een hogere tree, die weer meer ontwikkeling eist. Hierin schuilt een zekere rangorde, zo ook bij de bijen. Men heeft de moer, dat is de belangrijkste functie bij de bijen, want zonder moer is er geen ontwikkeling, groei van een volk. Deze functie kan men dus vergelijken met de functie van de hoofd van een tempel. Dan de overige zes functies, deze kan iedere lerling in de magie inzichzelf herkennen.
Om hier een paar te noemen in vergelijk met het bijenvolkje zouden we hier in kunnen herkennen:
* De begeleiders van de Leerlingen en zij die nieuw binnenkomen, zij brengen het voedsel aan om de geest te laten werken en zich te ontwikkelen. (Het voedsel halen der bijen.)
* Zij die verantwoordelijk voor het inwendige van de Werplaats. Zoals o.a. zorgen dat-alle voorwerpen die nodig zijn bij een ritueel of Inwijding op de juiste plaats staan. De bijen die binnen de korf de cellen poetsen, schoonmaken, dat deze cellen klaar zijn voor een volgende taak, hetzij voor een eitje of voor het opslaan van voedsel.
* Nadat een ritueel is geschreven wordt deze eerst altijd goedkeuren,voordat het mag worden uitgevoerd. Hij of zij die hier aan werken oriënteerd zich steeds.Dit kan men vergelijken met de oriëntatievlucht van de bijen.
* Dan zijn er nog mensen die praktische zaken doen en alles kwa notuelen en papier werk bij houden.Alles wordt nagekeken opgeborgen. Dit is te vergelijken met het wasproduceren en het voedselopbergen der bijen.
* De functie van de tempel wachters heb ik al eerder genoemd.
De bijen zijn onmisbaar als bevruchters van planten en gewassen. Zonder bevruchting krijgen de planten geen vruchten. Magiërs bevruchten d.m.v. hun kennis en o.a. hun studie de geest van andere deelgenoten in het magisch werk. Hieruit ontstaat kennis. Ook naar buiten toe probeert men kennis te brengen, door de wijze waarop men in het dagelijkse leven staat schittert, als het goed is, deze verworven wijsheid door.
Alles van een volk blijft binnen de korf. Dit gebeurt ook binnen de (magische) loge, alles geschiedt oder de roos.
De bijen zijn blij in de zomer, ze vliegen veel om voedsel te halen, wat in deze tijd overvloedig aanwezig is. Ook is er in deze periode veel broed,dus het volk breidt zich uit. De kast heeft een zo groot mogelijke opening naar het licht.Ook de geboorte van jonge bijen kan men zien als het zoeken naar het licht,d.w.z.het openknagen van de cel, dit vereist veel arbeid van de jonge bij, de weg naar het licht.
Men zegt altijd, dat bijen dansen in de zon, dit klopt echter niet. Bijen geven d.m.v. een dans de plaats aan van de voedselbron t.o.v. de zon. Dit gebeurt op de vliegplank.
In de winter zitten de bijen op elkaar in een tros. Het is donker in de kast, er is geen broed en de bijen vliegen niet. Ze zijn in rust, misschien een innerlijke rust in donker dagen. Ook de ingang is tot het uiterste verkleind. Vooral die innerlijke rust in donkere dagen zie ik als een voorbereiding op het nieuwe (volk) en het licht van de zomer.
Noord passief, is ogenschijnlijk passief, heeft meer met innerlijk werk te maken. Binnen of binnenin jezelf dus. Een kast met de opening naar het Noorden gericht functionnert niet zo goed. Dit is oon een interessant gegeven om in beschouwing te nemen voor Magiërs die vanuit het noorden werken!
Zuiden actief, is meer naar buiten gericht. Een kast op het Zuiden gericht, functionneert veel beter, Er wordt drukker gevlogen omdat het licht eerder in de kast schijnt dan wanneer deze naar het Noorden gericht is.
Nu nog even iets over de oudheid: ln Griekenland werd Demeter vereerd als schenkster van de honing. Haar Priesteressen werden de Melissai genoemd, wat bijen betekent. De medegod heette Melicertes, het geen honingversnijder betekent. En de oude naam van Malta, vanwaar de Maltheser Ridders stammen, is Melita, wat honingland betekent.
Nu nog enige citaten uit het B.d.H.K.die Sterzoeker gevonden heb:
Deut.l:44: zij vervolgden U als bijen en versloegen U.
Ps. 118:12: Zij omringden mij als bijen.
Jes. 7:18: Dat de Here de bijen in het land Assu, tot zich fluiten zal.
Bijen treden elkaar tegemoet in harmonie en gelijkheid. Men zou kunnen zeggen: Zij
ontmoeten elkaar in waardigheid. Hier zou menig mens een voorbeeld aan kunnen nemen!
Sterzoeker hoop hiermede u iets meer te hebben doen kennismaken met het bijzonderheden van het bijenvolkje. Mocht u ervaring hebben met het houden van bijen of veel weten over bijen, schroom dan niet om Sterzoeker uw bevindingen of leuke wetenswaardigheden te mailen. We nemen ze graag op als blog!!
vrijdag 3 september 2010
Sex, Magie en Mensen
Het is verbluffend wat er allemaal geschreven is over sex, magie en de combinatie daarvan. De hemelpoorten gaan open, als ik het geloven mag. Vereniging met het AL, contact met het puurste/hoogste/diepste* Zelf is mogelijk.
*doorhalen wat niet in uw kraam past.
In deze goddelijke sex kunnen we het eeuwige en het tijdelijke verbinden, zo lees ik.
Er zijn religies die deze hemelse activiteit graag met het instituut huwelijk wil verbinden. Wie niet trouwen mag kan deze prachtvolle vereniging nog altijd “in de geest” voltrekken, maar dat is toch maar een halve boterham. Je zal maar honger hebben.
Wie niet zo vast zit aan het instituut huwelijk, bekijkt de zaken meer zoals ze zijn en doet er zelfs plaatjes bij. Hoe weinig verhullend en aanschouwelijk die ook zijn, het valt me altijd op dat de mensen op die plaatjes vaak kijken alsof ze net de ringtone van hun mobieltje horen. Er ligt iets ongeïnteresseerds in hun blik en die verre glimlach doet een leuk sms-je vermoeden, niet de kosmische explosie die aanstaande is, als ik de oude geschriften moeten geloven. Ik heb het nu over de afbeeldingen die o.a. de Kama Sutra opsieren.
Het is niet alleen een kwestie van techniek en bedrevenheid, het is een state of mind die de kwaliteit en het niveau van sex bepaalt. Dat kan ik in de verheven verhandelingen lezen en dat lees ik ook in de meer hedendaagse benadering van sex. Want in de 70-er jaren is immers de intimiteit herontdekt. Alsof die ooit weg was....
Wicca richt zich op basics, dat is bekend. Dicht bij de beleving, dicht bij het stoffelijke, kortom dichtbij het menselijke. Zelfs in rituelen is een plaats vrijgehouden voor sex. Dat heet dan The Great Rite.
In theorie is de Grote Rite voorbehouden aan hogepriester & hogepriesteres en de hoffelijkheid gebiedt de overige deelnemers om in voorkomende gevallen met de rug naar het copulerende paar te staan. Of men ook de oren dicht moet stoppen heb ik nooit ergens gelezen, maar het elegante “sorry I have heard” voldoet misschien wel.
Nou geeft men ‘em in de cirkel niet alle dagen van Jetje en dat hoeft ook niet. De Grote Rite kan ook “in token” worden uitgevoerd. Dat betekend dat deze kosmische vereniging van het mannelijke en het vrouwelijke symbolisch voltrokken wordt in een handeling zoals het dopen van het zwaard of de dolk in de kelk met wijn. Iedereen weet dan waar het over gaat. Niemand hoeft in dit geval met de rug naar het altaar te staan.
Dat sex en magie de mensenkinderen altijd in een soort spagaat brengt kent vele voorbeelden. Aleister Crowley maakte het wel heel bont, maar hij was tenminste open en dat is een belangrijk punt. Heel de 19e en vroeg 20e eeuwse magie heeft met betrekking tot sex een gecompliceerde houding. Het is er wel maar het is er niet. Het “doe wat je wilt maar schaad niemand” is een leuke slogan. In de praktijk kwam het er vaker neer op “doe wat je wilt als ik het maar niet zie”.
Wat zich graag “traditionele” Wicca noemt heeft zijn wortels in de Golden Dawn en heeft daarmee ook de preutsheid in zich. Er is zeker moeite gedaan om de menselijke kant er in de magie van Wicca te betrekken, maar dat neemt de oorspronkelijke dubbelheid nog niet weg.
Dat deze bewering grond van waarheid heeft, is te zien aan het z.g. taboe dat over dit onderwerp is gegooid.
Wie zal toegeven dat niet-ingewijden uitgenodigd worden om deel te nemen aan de Grote Rite? Wie zal toegeven dat er zowel in als buiten de cirkel heel wat afgerotzooid wordt dat helemaal niks met de traditie te maken heeft? Wie noemt het beestje bij de naam?
Antwoord: niemand.
De schijn van heiligheid moet ook in de Wicca hooggehouden worden. Zowel de Gardnerians als de Alexandrians zitten in de spagaat van heiligheid en vleselijkheid, van theorie en praktijk. De preutsheid maakt dat er ontkend wordt wat er werkelijk gebeurt in en buiten de cirkel. De schaamte en de preutsheid zijn de pootjes waar het taboe op staat, ook nu nog.
Mijn conclusie is dat er in de verheven geschriften over sex en magie geen letter voorkomt over schaamte en preutsheid, laat staan over hypocrisie en angst voor de gevolgen van openheid. Integendeel, naakter kan een mensenkind niet tegenover zijn scheppende krachten staan.
Dit is geen pleidooi voor het losgooien van alle remmen, maar wel voor het laten vallen van de schaamte over de eigen menselijke trekjes. Misschien worden we het eens en dan wordt het toch nog gezellig.
Magie en de Kunst van het Visualiseren
Aan de Universiteit van Amsterdam wordt de studie "Mysticism and Western Esotericism" geven. Hier worden de bekende geschriften over Hermetica en Westerse Esoterie bestudeerd. Dit heeft niets te maken het bestuderen van de praktische kant van de westerse magie. Men benadert op de universiteit deze disciplines op een wetenschappelijke manier. Men biedt dus geen scholing in de praktische vaardigheden
Door de wetenschap worden grensoverschrijdende ervaringen zoals de resultaten of beleving magie, niet erkend en hebben zij geen bestaan. De wetenschap die beweert objectief te zijn, is dus eigenlijk subjectief. Want sinds mensenheugenis wordt verslag gedaan van ervaringen die niet toetsbaar zijn aan een wetenschappelijk model. Dit is jammer want hier ligt een gemiste kans.
Religie is een gebied waarin grensoverschrijdende ervaringen veelvuldig voorkomen. Dit lijkt op voet van oorlog te staan met de wetenschap. Hier ligt dus nog een open terrein van onderzoek, waarbij wetenschap, belevingspsychologie en religiestudies zich aaneen zouden kunnen sluiten om de werking en beleving van magie nader te bestuderen. Hier laten we het bij wat betreft de wetenschappelijke kijk op magie. We gaan ons in de blog verder richten op het werken met archetypes en gedachtevormen binnen de magie
Welbeschouwd zouden we kunnen zeggen dat drie dingen met zekerheid worden vastgesteld kunnen worden. Dat is ten eerste het feitelijk voorkomen van deze grensoverschrijdende ervaringen. Ten tweede zijn deze ervaringen altijd al gemeld; hier en elders, vroeger en nu. Ten derde hebben veel van deze ervaringen “zeggingskracht”. Ze kunnen constitutief zijn voor wereldoriëntatie en zelforiëntatie.’
In dit kader is het ook interessant om een te kijken naar de klassieke wijsgeren, bijvoorbeeld naar Socrates die luistert naar een stem van zijn daimon,. Is dit niet hetzelfde als de sjamaan die luistert naar de stem van zijn voorouders en de mysticus naar die van de engelen. Blavatsky (theosofie) ervoer geestelijk contact met niet fysiek aanwezige meesters.
Jung heeft baanbrekend werk gedaan waardoor termen als collectief onbewuste en archetypen onder een groot publiek bekend zijn en gehanteerd worden. Men hecht er waarde aan, omdat men waarde toekent aan Jung.
Volgens Jung is het mogelijk om middels meditatie contact te maken met archetypische beelden maar ook uit met mythen, waardoor men contact maken met die krachten de mythe en het archetype vertegenwoordigen . Deze meditaties moeten volgens Jung herhaald worden gedurende een bepaalde periode, zodat ze steeds dieper in kunnen werken op de geest. Zoals de meditatie een instrument kan zijn om te zien hoe de archetypen werkzaam zijn binnen een mens, zo laat de magie zien hoe ermee te werken.
Magie werkt met aanwezige krachten en kan veranderingen tot stand brengen. Deze krachten zijn neutraal, hebben dus geen positieve of negatieve lading. De manier waarop er mee omgegaan wordt, geeft de kleur. Vandaar is het erg belangrijk dat de magiër heel goed weet wat (niet) te doen. Het in contact staan met de goddelijke wil is van essentieel belang.
Magie wordt door Dion Fortune gedefinieerd als ‘Magie is de kunst om een andere bewustzijnsstaat aan te nemen door middel van de Wil’. Dion Fortune is in de westerse magie een zeer bekende auteur die veel boeken op haar naam heeft staan. Zij was lid van The Order of the Golden Dawn, een occult genootschap uit het begin van de 20e eeuw. Later heeft zij haar eigen school gesticht, The Society of the Inner Light. Deze school is nog steeds actief .
Wat betekent deze definitie Dion Fortune nou precies? Het centrale woord uit deze zin is “wil”. Er zijn allerlei willetjes die ons de hele dag bezighouden. Zo willen we koffie om 10.00u, willen we onze sociale contacten onderhouden, willen we op vakantie en zo meer. Die willen kunnen per uur wisselen, soms zelfs van het een op het andere moment. Ze zijn dus niet stabiel en blijkbaar inwisselbaar.
De wil waar in de magie over wordt en waar Dion Fortune hier op doelt wordt is van goddelijke aard. Deze is namelijk onveranderd hetzelfde. Wil men dát eenmaal, dan gaat het nooit meer weg. Ongeacht de levensomstandigheden.
Hoe kan deze wil herkend worden? Want soms kan een wil ontzettend diep voelen, het hele wezen in bezit nemen, maar toch blijkt hij dan een passant te zijn. Een nieuwe auto, een mooier huis, het hebben van een relatie, het ambiëren van een functie, het valt allemaal onder de zgn. kleine willen. We kunnen dit betitelt dat als zijnde de subpersonen die iets willen. En allemaal willen ze wat anders.
Zo zien iemand zich als zoon anders gedraagt dan als echtgenoot of vader. Deze verschillen zij normaal, omdat ieder van ons verschillende ‘zelven’ heeft afhankelijk van de relaties die we hebben met andere mensen, omgevingen, groepen, enz. uit ervaringen leren we dat we er goed aan doen ons niet te identificeren met welke van deze ‘zelven’ dan ook, en leren we dat het allemaal rollen zijn die we spelen, en dat – hoe paradoxaal dat ook lijkt – het niettemin waar is dat we een bepaalde rol des te beter spelen, naarmate we ons er minder mee identificeren.’
Uit de werken van schrijvers over magie leren we dat de centrale wil de drijvende kracht achter het geheel is en streeft naar een bewustwording van die wil die in alle opzichten anders is dan de subpersonen.
Die centrale wil, dat is de goddelijke wil. Deze is herkenbaar juist omdat hij voorbij het zegbare gaat. Iets van goddelijke aard is, laat zich niet makkelijk in woorden vangen. Poëzie en paradoxale uitspraken kunnen dit bij benadering en trachten een transcedente ervaring te verwoorden, meestal aan de hand van het schetsen van een beeld of metafoor. Teresa van Avila heeft hier een beroemd werk over geschreven, De Innerlijke Burcht.
De Innerlijke Burcht is een mystiek geschrift van Teresa van Avila (carmelitesse – non) wat heel precies de stadia aangeeft die een spirituele ontwikkeling kenmerkt. Zij spreekt van zeven verblijven die zij één voor één binnengaat en beschrijft. Met verblijven bedoelt zij de fases die zowel concreet als ook in gebed zichtbaar worden.
Teresa in het zevende verblijf waar Zijne Majesteit (God) huist: ‘ Het lijkt wel of de goddelijke Majesteit door deze wonderlijke aanwezigheid de ziel geschikt wil maken om nog meer te ontvangen. Het is duidelijk dat zij daardoor snel zal vorderen in de volmaaktheid, en ook de vrees zal verliezen die haar soms overviel bij de andere, door God verleende gunsten, zoals we gezegd hebben.’
Dit boek is geschreven in de 16e eeuw en heeft uiteraard een compleet andere maatschappelijke context dan die van tegenwoordig. Het proces zoals zij het beschrijft is een mystieke weg naar het Huwelijk, de eenwording. Onderweg ontmoet zij wat ze noemt ‘duivels’. Nu zouden wij dat weerstand, blokkades of leerprocessen noemen. Blijvend in de termen van Assagioli, licht ze haar subpersonen door, en probeert hun belangrijkheid en haar gehechtheid eraan uit te schakelen om zich volledig te kunnen richten op dat ene goddelijke.Voor de volledigheid; dit is slechts ‘een’ benadering van haar werk.
Tijdens de Verlichting werd de magie verworpen als bijgeloof maar overleefde als een religieuze occulte filosofie tot op heden. Magiërs en mystici verschillen niet zoveel van elkaar als wel gedacht wordt. We zouden kunnen zeggen dat magiërs nieuwsgieriger zijn dan de mystici. Beide disciplines zijn omgeven door een waas van mysterie.
Op de eerste plaats is magie een kwestie van doorzettingsvermogen en hard werken. Het komt niet aanwaaien en vraagt om een langdurige training op mentaal, emotioneel en spiritueel gebied. Mentaal omdat het nu eenmaal veiliger is om te weten hoe het (niet) werkt als je met wetmatigheden te maken krijgt zodra je gaat stijgen door de sferen.
Een magiër dient emotioneel ook in balans te zijn, omdat blokkades van deze aard ook als blokkerend in het magisch werk werken. Dit wil niet zeggen dat men dús voortdurend in balans moet zijn, want dat is haast onmogelijk. Het betekent wél dat een magiër introspectief moet zijn en reinigende processen op gang moet brengen en houden. Het leven levert voldoende lessen, mits men bereid is te zien.
De magier dient zich spiritueel ite ontwikkelen dit is een kwestie van oefenen, aanscherpen, verfijnen en reiken. Dit gebeurt door meditatie, rituelen en geleide - fantasieën. Wat deze 3 gebieden gemeenschappelijk hebben is het bouwen van gedachtevormen. In de magie gaat het ook over; wie dient men en om verlangen om te weten opdat men kan dienen. Wat gediend wordt is natuurlijk Het Licht, een ruime benaming voor God, Allah, De Opperbouwmeester van het Heelal etc etc.
magie vindt een ingang in het menselijk energiesysteem vindt op het fijnstoffelijk niveau, zo doet de magie dat ook. Krachten die in het onderbewuste liggen worden aangeroerd en veranderd opdat de mens zich kan ontwikkelen. De krachten die hier bedoeld worden zijn de archetypen welke een enorme kracht hebben. Ze zijn van goddelijke aard en in allerlei culturen verbeeld als goden in een pantheon.
Een vergelijking va magie met de topsport is op z’n plaats. Om een succesvol topsporter te worden, moet men hard en op dagelijkse basis trainen. Spieren en uithoudingsvermogen zijn nu eenmaal niet van de een op de andere dag in topconditie. Zo ook met magie; trainen op dagelijkse basis gedurende een lange periode geeft gewenst resultaat. Men kan dan aan kracht winnen, maar het allerbelangrijkst is de verfijnde waarneming en afstemming.
De magie maakt gebruik van een belangrijke techniek die lijkt op wat inmiddels al onder een groot publiek bekend is, de visualisatie. Jung spreekt over ‘actieve imaginatie’ en beschrijft dit als ‘een serie fantasieën die door opzettelijke concentratie in het leven wordt geroepen’. Dat is een mooie woordspeling, want hij zegt hiermee ook dat de fantasieën, die zich laten zien in beelden omdat het onbewuste dat als voertaal gebruikt, naar het bewustzijn (leven) worden gehaald. Volgens Jung verandert daarna de aard van de dromen van de patiënt omdat het onbewuste verlicht ( in de zin van drukvermindering) wordt. Kennelijk willen bepaalde beelden bewust worden.
Deze magische techniek behelst het bouwen van gedachtevormen. Het lijkt op visualisatie, iets meer op actieve imaginatie, maar gaat nog een stap verder. Van te voren is namelijk duidelijk wat men wil ‘bezoeken’ in het onbewuste. De reis is dus niet op de bonnefooi of met een vaag omschreven doel, maar gericht op een kracht uit het collectief onbewuste.
Om een juiste afstemming te krijgen, worden er van te voren voorwaarden gecreëerd. De joodse mystieke kabbala kent een aantal technieken om die te bereiken. Zoals christenen een kruis slaan voor zij hun gebed of mis beginnen, zo maakt de magiër een vergelijkbaar kruis waarbij hij godnamen vibreert (kabbalistisch kruis). Deze godnamen zijn de namen van de emanaties, of sephiroth (sferen, zie afbeelding)op de kabbalistische levensboom. Het vibreren heeft zowel een lichamelijk als ook een psychische effect (28). Het zet een trilling in werking en verbindt de persoon in kwestie met hetgeen gevibreerd wordt. Het is vergelijkbaar met wat Jung het ‘in het leven roepen’ noemt.
Gedachtevormen bouwen is een actieve bezigheid. In feite is dit het herbouwen van een bestaand beeld in de astrale wereld. De astrale wereld is vol met beelden die miljarden mensen in de loop der eeuwen daar hebben geplaatst. Een fantasie, een gedachte, een droom, de creatie van een kunstwerk, alles heeft een bestaan in die astrale wereld. Vergelijk hier een bijvoorbeeld dat iedereen kent, de figuur Maria uit het christendom. Maria is het beeld van de moedergodin en wordt al eeuwen aanbeden. Eeuwenlang richten mensen hun energie daarop, waardoor het beeld enorm geladen is met verlangen. Men hoeft weinig moeite te doen om dit beeld te visualiseren ook omdat het zo bekend is. Het exact nabouwen als in een gedachtevorm, vereist een geconcentreerde waarneming van kleuren en houding zoals bekend uit talloze religieuze geschriften. Het bouwmateriaal is astrale massa, een vormloze, manipuleerbare substantie.
Het verdient aanbeveling iets ‘na te bouwen’, juist omdat dit beeld al geladen is. Hier wordt dat gedaan met het archetype Hermes.Archetypen zijn bestaande beelden die fysiek zichtbaar worden in standbeelden en afbeeldingen van bijvoorbeeld goden in de oudheid en zouden omschreven kunnen worden als astrale patronen.
Het opbouwen van de archetypen kan worden uitgebreid naar rituelen. Het doel is dan een interactie op te bouwen tussen de archetypen en magiër. Zo kan iemand zich gaan begeven in de dynamiek die er tussen deze twee goden bekend is uit de mythologie (bv de onderhandeling van Hermes over de vrijlating van Persephonee die door Hades ontvoerd is).. Het doen van rituelen vraagt een grondige voorbereiding en wederom een bereidheid Processen onbewust spelen, worden op deze manier naar het bewustzijn gehaald, net als bij het bouwen van de gedachtevorm van een archetype.
In een magisch ritueel worden ingewikkelde gedachtevormen gebouwd. Dit gaat ook weer volgens een astraal patroon. De aardse voorwaarden worden geoptimaliseerd in de vorm van wierook, kleuren, bewegingen en klanken. Dit alles verhoudt zich perfect gebalanceerd tot elkaar en brengt de gewenste trilling in beweging. Het effect van de resonantie treedt dan op; goden resoneren mee. Dit is het invoceren.
Rituelen gaan ergens over, ze hebben een doel. Dit kan variëren van een dankbaarheidritueel, tot een viering. Alle rituelen dragen een inwijding in zich, want zij openen deuren naar de gewenste plek in het astrale. Een inwijding als hier genoemd is overigens niet hetzelfde als een initiatie. De initiatie gebeurt wel in een ritueel, maar de intentie is dan om de kandidaat te bekrachtigen en te erkennen op een volgende stap van de ladder waar hij over meer vaardigheden beschikt.
In rituelen wordt vaak gebruik gemaakt van een mythe. Een mythe is een archetypische structuur die zich op de diverse lagen laat interpreteren. Mythes zijn eigenlijk inwijdingsverhalen. Meestal worden ze psychisch verklaard en gebruikt als metafoor. Zo is het verhaal van de afdaling van Inanna in de onderwereld populair omdat het zo makkelijk te begrijpen is, en bovenal herkenbaar voor een ieder die wel eens door een crisis is gegaan.
Maar het gaat nog veel dieper. Veel inwijdingsrituelen verbeelden een fysieke dood waaruit men weder opstaat als een meer spiritueel mens Sterven op psychisch vlak staat gelijk aan afscheid nemen van een levensfase. Sterven op spiritueel vlak is een veel dieper afscheid met andere consequenties. De eenzaamheid vergroot, het verbond met broeders en zusters die dezelfde weg gaan wordt versterkt.
Zo schrijft Johannes van het Kruis over zijn donkere nacht van de ziel. Hij heeft het hier niet over een depressie, zoals zo vaak wordt gedacht. Hij spreekt over een spirituele crisis. Dit laat zich moeilijk onder woorden brengen omdat het handelt over haast onzegbare werkelijkheid.
‘Om tot een vereniging met God te komen is het voor de ziel noodzakelijk, deze donkere nacht door te maken. Die donkere nacht bestaat in het stilleggen van haar verlangens en het afstand doen van alle genot. De reden van deze noodzaak is de volgende. Alle genegenheden die de ziel voor de schepselen koestert, zijn in het oog van God louter duisternis. Als de ziel daarmee omkleed is, is zij niet geschikt om door het zuivere en eenvoudige licht van God verlicht en doordrongen te worden, tenzij zij eerst die genegenheden afwijst. Want zoals Sint Jan zegt; De duisternis kon het licht niet opnemen.’
Het gaan van de mystieke weg kent fases die we in diverse geschriften terug kunnen lezen. Inanna en Johannes maken hetzelfde mee. Zij zijn beide stervende. Bij terugkomst in de profane wereld zijn zij getransformeerd naar een hoger niveau. Niets is meer hetzelfde, al ziet de persoon er nog steeds hetzelfde uit. Zijn perceptie van de werkelijkheid is veranderd; hij ziet werelden in werelden, ziet nieuwe verbanden, kijkt abstracter naar de wereld en legt andere accenten. Dingen die voorheen belangrijk waren, zijn dat niet meer. Dingen die voorheen onzichtbaar waren, manifesteren zich.
Er is als het ware een extra zintuig tot leven gewekt, hij is in contact getreden met een diepere archetypische laag. Na het sterven komt de vereniging met de bruidegom, het alchemistische huwelijk. En ook dit proces verdiept zich na herhaling op herhaling. Het werkelijke mystieke huwelijk is een ware spirituele extase, maar slechts weinigen bereiken dat. Simpel, omdat het in een mensenleven zoveel consequenties heeft. Niemand is jaloers op Christus die aan het kruis hangt, tussen werelden in zweeft en zelfs zijn Vader verliest. Alles is hij kwijt, zelfs de belofte en de hoop. Toch is dit het voorstadium voor het Feest.
Magiërs en mystici kennen de goddelijke wil als drijfveer die zich voortdurend aandient en om antwoord vraagt. Juist in die goddelijke wil is er eenheid en liggen de wortels van het holistisch denken. Hermes Trismegistus stelt in zijn Smaragden Tablet: Zo boven, zo beneden, zo beneden zo boven om het wonder der Eenheid te bereiken.
Archetypen zijn krachtvelden met ieder hun specifieke kenmerken. Deze krachten zijn te hanteren. Op psychisch niveau kan hiermee gewerkt worden door ze te schetsen en herkenbaar te maken voor de ander. Iedereen weet wat de Moeder, De Rebel etc is en herkent zichzelf daar deels in. Door ze zichtbaar te maken in een verhaal, of beter nog een mythe, veranderen ze van statisch naar dynamisch. Ze maken een ontwikkeling door wat volgens een bekend patroon verloopt. Vergelijk hier hoe Joseph Campbell verhaalt over De Held in zijn boek The Hero with the thousand faces. Ieder mens is een held in zijn levensverhaal en krijgt ervaringen aangeboden om te gebruiken als ontwikkelingsmateriaal.
De magie werkt vooral in het spirituele bewustzijn. Verschil is dat in die wereld, er geen emoties zijn zoals we die kennen uit het psychische vlak. Het bouwen van gedachtevormen zoals in de magie, het er in gaan staan en bewegen, ervaren, doet iets met de rest van de mens. Er zet zich iets in beweging. Dat iets is een beweging, een ontwikkeling. Zo laat mediteren een residu achter in het waakbewustzijn. Ook hier is weer sprake van verplaatsen van het ene naar het andere bewustzijn.
Wat als men bijvoorbeeld magisch bezig gaat met Inanna? Eerst moet er contact worden gemaakt (resonantie) met dit archetype. Dit kan men doen door erover te lezen, door naar afbeeldingen te kijken, door de naam hardop te laten vibreren, en dat keer op keer op keer. Telkens wordt getracht een brug te slaan tussen de geest en Inanna.
Voordat men dit gaat doen, verheft men de geest naar een hogere trillingsfrequentie door bijvoorbeeld het kabbalistisch kruis te doen. In een katholieke mis wordt het zelfs letterlijk gezegd; ‘Verheft Uw hart. Wij zijn met ons hart bij de Heer’. Dit verheffen brengt het bewustzijn in een andere staat van zijn, in een subtielere trilling. Dat is dan ook hoe men inlogt en afstemt in het verhaal.
Door dit herhalen wordt de afstemming op het astrale patroon steeds beter en zuiverder wordt dit gevoed met kracht. Men wórdt dan Inanna. Dit kan tot gevolg hebben dat de thematiek van de mythe zich gaat manifesteren in het dagelijks leven, mits het goed gebeurt natuurlijk. De mind wordt gefocussed, het begrip vergroot.
Anders gezegd; men ontwikkelt als mens en traint de geest. Gezien vanuit het holistische wereldbeeld dat alles één is, zou het logisch moeten zijn dat alles en iedereen in contact staat met elkaar. De magie kent een actieve rol in het werken met de archetypen, waarbij gebruik wordt gemaakt van technieken waar bij de magiër zich verbindt met het grotere geheel. Uit het bovenstaande kunnen we concluderen dat wij dus allen in verbinding met elkaar zijn. Daarom is het zeer zeker belangrijk dat wat we ook mogen visualiseren, of waar we ons in de magie ook mee verbinden, dat we er iets moois van maken!