woensdag 29 juni 2011
dinsdag 28 juni 2011
Gevoelsarcheologie
New age heeft zijn eigen turbotaal die bol staat van de slogans welke bij nader inzien niets betekenen en ook niets kunnen betekenen. Persoonlijk koester ik een weerzin tegen new age. Dat wereldvrede een mooie gedachte is die ver van de menselijke werkelijkheid staat, moeten we onder ogen zien. De verbroedering der geesten loopt al op de klippen bij de vraag wie de vuilniszakken naar de container draagt. Milieubewustzijn legt het af tegen de behoefte aan comfort. Mildheid en betrokkenheid verongelukken dagelijks ontelbare keren op de snelweg.
Door de Kritische Magier
Eenheid is een illusie, een gedachteconstructie, waarmee goed te leven is als de muren van het persoonlijke getto maar hoog genoeg zijn om de rest van de wereld (zeg 99,9%) buiten te houden. Dat verdeeldheid eveneens een illusie is lijkt een nieuwe gedachte, maar heeft in elk geval het voordeel dat de rest van die onaangename mensheid ook deel is van het eigen wereldje. Iedereen moet zelf kiezen of men exclusief of inclusief wil leven. Wie echter voor een inclusief leven kiest maakt zijn wereld een stuk groter.
In mijn voortdurende verbazing over het menselijke wezen mag ik graag naar beweegredenen graven. Ik ben een gevoelsarcheoloog. Voor verklaringen verwijs ik naar de psychologie die arm is aan verwondering.
Ook het gedrag kent zijn modeseizoenen die ongeveer per generatie wisselen. Een gedragsmode laat zijn sporen na in de vorm van specifieke taal, maar de diepere betekenis die verbonden is aan het gevoel, gaat op den duur verloren. Mag ik u uitnodigen voor een gedachtespel?
De slogan “in het hier en nu leven” hou ik omhoog. Een mooi tekst, zojuist opgegraven uit de diepte van de geest. We nemen de tekst mee naar ons gevoelslaboratorium en proberen het raadsel van de verloren betekenis te achterhalen door vragen te stellen naar de cultuur waaruit deze tekst voortkwam, de basis van het gevoel dus.
Hoe zag de wereld eruit voor het gevoel van de mensen die deze tekst gebruikten? Hadden zij geen verleden zodat zij altijd maar in het hier en nu moesten vertoeven? Leden zij misschien aan collectieve dementie en kozen ze elke dag een nieuwe naam voor zichzelf en alle dingen om hen heen? Misschien leerden deze mensen niets. De problemen van het hier en nu worden immers opgelost met de neerslag van leerprocessen die zich in het verleden voltrokken hebben. In dat geval werden er dus geen problemen opgelost want men leefde altijd in het hier en nu. O, dan konden ze dus ook niet verouderen. Sterker, men kon niet eens geboren worden.
Nemen wij een tweede juist opgegraven tekst uit hetzelfde tijdperk van de new age: “het verleden een plaats geven”. Vreemd, ineens had men dus wel een verleden maar dat slingerde ergens rond, wachtend op het moment dat iemand het een plaats gaf, als een hinderlijk ding dat in de weg lag. Had tijd dan geen betekenis voor de new agers? Ook dit tijdperk werd door de klok geregeerd, zoals elk tijdperk.
Wij graven verder en Marktplaats is een bron van inspiratie want het brengt ons op het spoor van het fenomeen nostalgie. Het aanbod “rommel van weleer” is enorm en vindt gretig aftrek. Is deze nationale stortplaats misschien het verleden dat een plaats moet krijgen? Zijn knoestige oranje asbakken, in het licht van het eeuwige hier-en-nu, ineens wonderschone voorwerpen uit een ongekende wereld?
Onmogelijk. Nostalgie is heimwee naar het verleden. Hoe kan men heimwee hebben naar iets dat men niet kan kennen omdat het altijd hier-en-nu is? Langzaam ontvouwt zich een beeld van de gevoelswereld van de new ager in al zijn primitieve glorie: een geïsoleerde geest, zonder tijdsbesef dus zonder toekomst, dogmatisch en veroordelend want de rest van de wereld werd buitengesloten, vervuld van een onbestemd verlangen dat nooit vervuld kon worden en daarom tastbaar gemaakt werd met behulp van paarse beschuitbussen, op één oog blind en één oor doof, eeuwig opgesloten in zijn statische wereld van het hier-en-nu.
Dit was maar een gedachtespel. Aan de hand van veelgebruikte kreten kom je tot wonderlijke conclusies als je niet meer begrijpt wat ze betekenen.
Magie is voor een gevoelsarcheoloog ook rijk terrein. De ene wiccastroming wil nog authentieker zijn dan de andere, in het hedendaagse sjamanisme is het niet veel anders gesteld. Als we nog dieper graven komen we bij de basis van de rituele magie terecht.
Er zijn stromingen die ruimte laten voor een moderne betekenis van oude symbolen en begrippen. Deze stromingen zullen overleven. Maar er zijn ook “scholen” die beweren gebruik te maken van de oorspronkelijke betekenis van symbolen en begrippen. Discussie uitgesloten want het is zoals de magus zegt dat het is. Dit soort “scholen” zit er volkomen naast.
Aan elk symbool wordt een betekenis verbonden, wat weer diep gelinkt is aan een gevoel. Betekenisgeving en gevoel zijn echter tijd- en cultuurgebonden, daarom niet zonder omweg te transplanteren op een andere tijd en cultuur. Wat de oorspronkelijke gevoelsbeleving in de oudheid is geweest, is niet meer te achterhalen, hoogstens bij benadering te beleven, met veel voorbehoud. Dat is de valkuil van hedendaagse magie.
Ik begrijp best dat nostalgie een rol speelt bij de moderne hang naar magie. Wie echter denkt dat daar een schatkamer voor het oprapen ligt vergist zich enorm. Er is niets dan dode letter waaraan geen gevoel-van-toen verbonden kan worden, om de eenvoudige reden dat we nu leven, in een andere tijd met andere gevoelswaarden. Vergelijk alleen eens de rechtsnormen tussen nu en 500 jaar geleden, dan wordt de factor tijd duidelijk.
Nostalgie is een instinker. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die hartstochtelijk naar de pest of andere ongemakken van de vroege middeleeuwen terugverlangde. De hype van de hedendaagse magie in al zijn vormen komt voort uit een misplaatst gevoel voor romantiek, zonder dat men oog heeft voor de hardheid die niet meer hoort bij de tijd van nu. Zou die hardheid wel een plaats hebben dan zou magie van nu een andere vorm hebben. Eentje die niemand wil, netzo min als de pest.
New Age is geen onzin, maar misleiding, net als hedendaagse magie. New age wil zwelgen in het gevoel maar elimineert met het grootste gemak de hardheid die nu eenmaal deel is van ieder mens en in elke tijd een eigen vorm heeft. Moderne magie kan logischerwijs niet anders zijn dan een zwak aftreksel van wat het ooit betekende en dat kan niemand meer weten dus ook niet meer beleven in zijn oorspronkelijke gevoelsvorm. We kunnen er hoogstens naar kijken en ons verbazen want verbazing is het enige gevoel dat we eraan kunnen verbinden.
De Kritische Magier
Door de Kritische Magier
Eenheid is een illusie, een gedachteconstructie, waarmee goed te leven is als de muren van het persoonlijke getto maar hoog genoeg zijn om de rest van de wereld (zeg 99,9%) buiten te houden. Dat verdeeldheid eveneens een illusie is lijkt een nieuwe gedachte, maar heeft in elk geval het voordeel dat de rest van die onaangename mensheid ook deel is van het eigen wereldje. Iedereen moet zelf kiezen of men exclusief of inclusief wil leven. Wie echter voor een inclusief leven kiest maakt zijn wereld een stuk groter.
In mijn voortdurende verbazing over het menselijke wezen mag ik graag naar beweegredenen graven. Ik ben een gevoelsarcheoloog. Voor verklaringen verwijs ik naar de psychologie die arm is aan verwondering.
Ook het gedrag kent zijn modeseizoenen die ongeveer per generatie wisselen. Een gedragsmode laat zijn sporen na in de vorm van specifieke taal, maar de diepere betekenis die verbonden is aan het gevoel, gaat op den duur verloren. Mag ik u uitnodigen voor een gedachtespel?
De slogan “in het hier en nu leven” hou ik omhoog. Een mooi tekst, zojuist opgegraven uit de diepte van de geest. We nemen de tekst mee naar ons gevoelslaboratorium en proberen het raadsel van de verloren betekenis te achterhalen door vragen te stellen naar de cultuur waaruit deze tekst voortkwam, de basis van het gevoel dus.
Hoe zag de wereld eruit voor het gevoel van de mensen die deze tekst gebruikten? Hadden zij geen verleden zodat zij altijd maar in het hier en nu moesten vertoeven? Leden zij misschien aan collectieve dementie en kozen ze elke dag een nieuwe naam voor zichzelf en alle dingen om hen heen? Misschien leerden deze mensen niets. De problemen van het hier en nu worden immers opgelost met de neerslag van leerprocessen die zich in het verleden voltrokken hebben. In dat geval werden er dus geen problemen opgelost want men leefde altijd in het hier en nu. O, dan konden ze dus ook niet verouderen. Sterker, men kon niet eens geboren worden.
Nemen wij een tweede juist opgegraven tekst uit hetzelfde tijdperk van de new age: “het verleden een plaats geven”. Vreemd, ineens had men dus wel een verleden maar dat slingerde ergens rond, wachtend op het moment dat iemand het een plaats gaf, als een hinderlijk ding dat in de weg lag. Had tijd dan geen betekenis voor de new agers? Ook dit tijdperk werd door de klok geregeerd, zoals elk tijdperk.
Wij graven verder en Marktplaats is een bron van inspiratie want het brengt ons op het spoor van het fenomeen nostalgie. Het aanbod “rommel van weleer” is enorm en vindt gretig aftrek. Is deze nationale stortplaats misschien het verleden dat een plaats moet krijgen? Zijn knoestige oranje asbakken, in het licht van het eeuwige hier-en-nu, ineens wonderschone voorwerpen uit een ongekende wereld?
Onmogelijk. Nostalgie is heimwee naar het verleden. Hoe kan men heimwee hebben naar iets dat men niet kan kennen omdat het altijd hier-en-nu is? Langzaam ontvouwt zich een beeld van de gevoelswereld van de new ager in al zijn primitieve glorie: een geïsoleerde geest, zonder tijdsbesef dus zonder toekomst, dogmatisch en veroordelend want de rest van de wereld werd buitengesloten, vervuld van een onbestemd verlangen dat nooit vervuld kon worden en daarom tastbaar gemaakt werd met behulp van paarse beschuitbussen, op één oog blind en één oor doof, eeuwig opgesloten in zijn statische wereld van het hier-en-nu.
Dit was maar een gedachtespel. Aan de hand van veelgebruikte kreten kom je tot wonderlijke conclusies als je niet meer begrijpt wat ze betekenen.
Magie is voor een gevoelsarcheoloog ook rijk terrein. De ene wiccastroming wil nog authentieker zijn dan de andere, in het hedendaagse sjamanisme is het niet veel anders gesteld. Als we nog dieper graven komen we bij de basis van de rituele magie terecht.
Er zijn stromingen die ruimte laten voor een moderne betekenis van oude symbolen en begrippen. Deze stromingen zullen overleven. Maar er zijn ook “scholen” die beweren gebruik te maken van de oorspronkelijke betekenis van symbolen en begrippen. Discussie uitgesloten want het is zoals de magus zegt dat het is. Dit soort “scholen” zit er volkomen naast.
Aan elk symbool wordt een betekenis verbonden, wat weer diep gelinkt is aan een gevoel. Betekenisgeving en gevoel zijn echter tijd- en cultuurgebonden, daarom niet zonder omweg te transplanteren op een andere tijd en cultuur. Wat de oorspronkelijke gevoelsbeleving in de oudheid is geweest, is niet meer te achterhalen, hoogstens bij benadering te beleven, met veel voorbehoud. Dat is de valkuil van hedendaagse magie.
Ik begrijp best dat nostalgie een rol speelt bij de moderne hang naar magie. Wie echter denkt dat daar een schatkamer voor het oprapen ligt vergist zich enorm. Er is niets dan dode letter waaraan geen gevoel-van-toen verbonden kan worden, om de eenvoudige reden dat we nu leven, in een andere tijd met andere gevoelswaarden. Vergelijk alleen eens de rechtsnormen tussen nu en 500 jaar geleden, dan wordt de factor tijd duidelijk.
Nostalgie is een instinker. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die hartstochtelijk naar de pest of andere ongemakken van de vroege middeleeuwen terugverlangde. De hype van de hedendaagse magie in al zijn vormen komt voort uit een misplaatst gevoel voor romantiek, zonder dat men oog heeft voor de hardheid die niet meer hoort bij de tijd van nu. Zou die hardheid wel een plaats hebben dan zou magie van nu een andere vorm hebben. Eentje die niemand wil, netzo min als de pest.
New Age is geen onzin, maar misleiding, net als hedendaagse magie. New age wil zwelgen in het gevoel maar elimineert met het grootste gemak de hardheid die nu eenmaal deel is van ieder mens en in elke tijd een eigen vorm heeft. Moderne magie kan logischerwijs niet anders zijn dan een zwak aftreksel van wat het ooit betekende en dat kan niemand meer weten dus ook niet meer beleven in zijn oorspronkelijke gevoelsvorm. We kunnen er hoogstens naar kijken en ons verbazen want verbazing is het enige gevoel dat we eraan kunnen verbinden.
De Kritische Magier
Sterzoeker's Onderzoek
Sterzoeker wil wel eens het naadje van de kous weten en had zich dus lange tijd gelden aangemeld bij een genootschap. De eerste kennismaking was een kennismakingsgesprek. Erg gunstig begon het verkennende gesprek niet. Het barste daar, in het magische genootschap, van de voorschriften en geheimhoudingen. Nou moet u weten sterzoeker heeft een piratenhart, dus namen we mee wat we aan kennis hadden en wat we daarvan vertelden was onze zaak.
Zal helemaal mooi worden, voor dat soort orde voorschriften heeft sterzoeker niet de juiste leeftijd meer. De ellende met magische ordes en genootschappen en met Wicca groeperingen zijn niet alleen de regels en voorschriften, maar ook het feit dat de ene nog authentieker wil zijn dan de andere. De Kritische Magier gaat hier over schrijven in de komende blog met de titel: gevoelsarcheologie. Zoiets heb je bij het sjamanisme trouwens ook.
De moderne Wicca van nu is verworden tot een mengsel van Golden Dawn en Celtische craft, dus wat nou authentiek? Zo oud is dat niet, in de 20er jaren ontworpen, in de 50er jaren uitgebouwd en toen zijn eigen weg gegaan. Maar nee, de ene is nog echter dan de andere.
Sterzoeker laat zich helemaal niks voorschrijven en gelukkig was de kennismaking met een genootschap en niet met een Alexandrian wicca coven, want skycladd gaat Sterzoeker al helemaal niet. Dat is te koud en bovendien zijn de jaren van schoonheid al een tijdje voorbij. De zwaartekracht vraagt zijn tol. Ze hopsen maar in hun blootje rond tot ze een ons wegen maar Sterzoeker doet daar zeker niet aan mee.
Er volgden dus in de loop der tijd een soort van verslagen over deze en andere "Sterzoeker" avonturen, betreffende de verschillende ordes en groeperingen. Oh, zullen de leiders van de verschillende magische ordes gedacht hebben; "Als Sterzoeker maar weer niks kleinerends schrijft over onze orde". (tuitmondje, zuur krijsstemmetje), "daar kan de magister niet tegen".
Sterzoekr was zeker niet de enige met een kritische blik richting Wicca: Een groot magica noemde Wicca altijd de kleuterschool van de magie. Daar moet men toch weer even door Sterzoeker aan herinnerd worden. Vandaar ook dat gesprek met de magus van magische orde.
Weet u beste lezer, zo langzamerhand komt Sterzoeker, na al het onderzoek, tot het inzicht dat de onderlinge strijd van magiërs en Wicca's helemaal niet gaat over traditie. Het gaat over dominantie. Kijk, wat er werkelijk waar is van die tradities is behoorlijk onzeker want een groot deel is geherinterpreteerd door Gardner en Sanders, die ook weer veel Golden Dawn hebben op genomen in hullie "bijbels" .
Laten we zeggen: in het verleden behaalde resultaten geven geen garantie voor de toekomst. Weten wij veel wat de heksen duizenden jaren geleden deden? Okee, er is nu er Magie en Wicca, dus er moet vroegah ook iets geweest zijn anders was er geen Magie of Wicca. Maar om nou meteen van traditie te spreken? Nee, dat gaat me te ver.
In de wetenschap kennen we bijvoorbeeld wel bepaalde wetenschappelijke tradities. Maar die gaan nooit verder terug dan dat wat aangetoond kan worden. Of de wetenschappers nou precies die traditie volgen is misschien van veel minder belang dan de vraag of ze kunnen samenwerken en de traditie van MORGEN kunnen maken. Samenwerking is daarom van groter belang dan dominantie.
In religies schijnt dat, ahum, per traditie anders te zijn. Daar is dominantie deel van de traditie geworden en de grote religies gaven het voorbeeld. Bij veel groeperingen gelden de regels: Ik weet het beter, ik kan het beter, ik volg de leer, enz. Er wordt niet samengewerkt, alleen klakkeloos gevolgd. Geen wonder dat er niks nieuws wordt ontwikkeld. Al de inspanningen gaan naar het domineren, niet naar het ontwikkelen. Dat is de crux.
Wil je dus als coven of als magische orde garanties voor de toekomst dan moet je samenwerken en niet altijd maar weer die mummie willen opgraven (ALS die er al was). Heden behaalde resultaten geven een leuk vooruitzicht op de toekomstige resultaten als de koppen bij elkaar gestoken worden en er van elkaar geleerd wordt.
Maar omdat er al heel lang niks nieuws te vertellen is, is de z.g. geheimhouding zo belangrijk, duit Sterzoeker dus de ordes en groeperingen in. Het mocht eens blijken dat we hier met holle vaten te maken hebben, dan zal u daar zeker over kunnen lezen, zoals u al reeds eerder vernomen hebt op de Sterzoeker blogspot. Dat mogen de Magisters, de Magica's, de Hoge Priesters en vele anderen eens goed achter hun oren schrijven.
Zullen we het statische begrip "traditie" dus maar vervangen voor het veel dynamischer "stroming"? Dan is er misschien toch nog iets geleerd.
Weet u, we beginnen na al onze onderzoeken ter plekke, te zien dat je Lalaland in een klein aantal groepen kunt verdelen:
1. de traditionele wiccans van de Gardnerian en Alexandrian covens
2. De aanhang van Caros,Temple of Starlight van Ina Custers- van Bergen, en andere Magische ordes
3. De eclectische/solitaire heksen
4. Diversen Algemeen
De vierde groep is voor het grootste deel zichtbaar op het forum van Silver Circle. Van deze mensen is een deel ook aanhanger van de PFI, maar in principe is dit een gemengde groep die fantasy, rituele magie en wicca combineert.
Ze hebben best wel wat gelezen en zijn ook allemaal wel een keer afgeknapt op deze of gene, maar het ontbreekt hen aan applaus. Dit is een groep die ondergesneeuwd (of overschreeuwd. Ze voelen zich behoorlijk tekortgedaan en weren zich in dit forum waar ze lekker onder elkaar zijn.
De diversen algemeen zijn vaak een een soort van paganisten die niks van goden moeten hebben, maar het paganisme als decoratie van hun levensstijl gebruiken. Nou zal het Sterzoeker worstt wezen of ze het paganisme als behang of als vloerbedekking gebruiken, maar hier wordt iets gezegd dat onderstreept wat Sterzoeker de georganiseerde Wicca altijd onder de neus heeft willen wrijven: Als je aansluiting bij de reguliere godsdiensten zoekt, moet je eerst je achterban checken.
Paganisten moeten niks met georganiseerde godsdiensten, om het even of dat decoratie of inhoud van hun leven is, paganist = paganist.
Wat Sterzoeker hierboven heeft geschreven gaat dan ook over de spagaat tussen het symbolische en het concrete, dat is zoooo schrijnend waar bevonden in onze onderzoek naar de verschillende ordes en groeperingen. Er is een scherpe - en vooral open - geest voor nodig om dat probleem te overbruggen met inzichten, een dorpspastoor kent alleen zijn eigen boekje en in de het geval van de magische orders en wicca groepen dat is vrij dun boekje, en bevat het te vaak woorden als; traditie, geheimhouding. Samenwerking, vernieuwing en delen ontbreken in dat boekje.
Sterzoeker heeft het al vaker geroepen: Weg met religies, weg met enge groepjes en ordes met geheimhoudingsplicht, weg ermee. Er kan geen eenheid zijn als de bron van verdeeldheid niet gedempt wordt. De verlichte geesten op het gebied van duiding en interpretatie zijn te dun gezaaid om een behoorlijk tegenwicht te kunnen bieden aan dat intense verlangen om je geest, je ziel en je zaligheid te overhandigen aan de eerst beste domoor die de goden in zijn zak zegt te hebben.
Is dat niet een probleem van alle tijden? Is dat niet de bron van oorlogen en bittere strijd die door de hele menselijke geschiedenis heen loopt? Wetenschap legt geen enkel gewicht in de schaal, de wetenschappelijke methode wordt als futiel aan de kant geschoven door dit soort horses asses.
Zal helemaal mooi worden, voor dat soort orde voorschriften heeft sterzoeker niet de juiste leeftijd meer. De ellende met magische ordes en genootschappen en met Wicca groeperingen zijn niet alleen de regels en voorschriften, maar ook het feit dat de ene nog authentieker wil zijn dan de andere. De Kritische Magier gaat hier over schrijven in de komende blog met de titel: gevoelsarcheologie. Zoiets heb je bij het sjamanisme trouwens ook.
De moderne Wicca van nu is verworden tot een mengsel van Golden Dawn en Celtische craft, dus wat nou authentiek? Zo oud is dat niet, in de 20er jaren ontworpen, in de 50er jaren uitgebouwd en toen zijn eigen weg gegaan. Maar nee, de ene is nog echter dan de andere.
Sterzoeker laat zich helemaal niks voorschrijven en gelukkig was de kennismaking met een genootschap en niet met een Alexandrian wicca coven, want skycladd gaat Sterzoeker al helemaal niet. Dat is te koud en bovendien zijn de jaren van schoonheid al een tijdje voorbij. De zwaartekracht vraagt zijn tol. Ze hopsen maar in hun blootje rond tot ze een ons wegen maar Sterzoeker doet daar zeker niet aan mee.
Er volgden dus in de loop der tijd een soort van verslagen over deze en andere "Sterzoeker" avonturen, betreffende de verschillende ordes en groeperingen. Oh, zullen de leiders van de verschillende magische ordes gedacht hebben; "Als Sterzoeker maar weer niks kleinerends schrijft over onze orde". (tuitmondje, zuur krijsstemmetje), "daar kan de magister niet tegen".
Sterzoekr was zeker niet de enige met een kritische blik richting Wicca: Een groot magica noemde Wicca altijd de kleuterschool van de magie. Daar moet men toch weer even door Sterzoeker aan herinnerd worden. Vandaar ook dat gesprek met de magus van magische orde.
Weet u beste lezer, zo langzamerhand komt Sterzoeker, na al het onderzoek, tot het inzicht dat de onderlinge strijd van magiërs en Wicca's helemaal niet gaat over traditie. Het gaat over dominantie. Kijk, wat er werkelijk waar is van die tradities is behoorlijk onzeker want een groot deel is geherinterpreteerd door Gardner en Sanders, die ook weer veel Golden Dawn hebben op genomen in hullie "bijbels" .
Laten we zeggen: in het verleden behaalde resultaten geven geen garantie voor de toekomst. Weten wij veel wat de heksen duizenden jaren geleden deden? Okee, er is nu er Magie en Wicca, dus er moet vroegah ook iets geweest zijn anders was er geen Magie of Wicca. Maar om nou meteen van traditie te spreken? Nee, dat gaat me te ver.
In de wetenschap kennen we bijvoorbeeld wel bepaalde wetenschappelijke tradities. Maar die gaan nooit verder terug dan dat wat aangetoond kan worden. Of de wetenschappers nou precies die traditie volgen is misschien van veel minder belang dan de vraag of ze kunnen samenwerken en de traditie van MORGEN kunnen maken. Samenwerking is daarom van groter belang dan dominantie.
In religies schijnt dat, ahum, per traditie anders te zijn. Daar is dominantie deel van de traditie geworden en de grote religies gaven het voorbeeld. Bij veel groeperingen gelden de regels: Ik weet het beter, ik kan het beter, ik volg de leer, enz. Er wordt niet samengewerkt, alleen klakkeloos gevolgd. Geen wonder dat er niks nieuws wordt ontwikkeld. Al de inspanningen gaan naar het domineren, niet naar het ontwikkelen. Dat is de crux.
Wil je dus als coven of als magische orde garanties voor de toekomst dan moet je samenwerken en niet altijd maar weer die mummie willen opgraven (ALS die er al was). Heden behaalde resultaten geven een leuk vooruitzicht op de toekomstige resultaten als de koppen bij elkaar gestoken worden en er van elkaar geleerd wordt.
Maar omdat er al heel lang niks nieuws te vertellen is, is de z.g. geheimhouding zo belangrijk, duit Sterzoeker dus de ordes en groeperingen in. Het mocht eens blijken dat we hier met holle vaten te maken hebben, dan zal u daar zeker over kunnen lezen, zoals u al reeds eerder vernomen hebt op de Sterzoeker blogspot. Dat mogen de Magisters, de Magica's, de Hoge Priesters en vele anderen eens goed achter hun oren schrijven.
Zullen we het statische begrip "traditie" dus maar vervangen voor het veel dynamischer "stroming"? Dan is er misschien toch nog iets geleerd.
Weet u, we beginnen na al onze onderzoeken ter plekke, te zien dat je Lalaland in een klein aantal groepen kunt verdelen:
1. de traditionele wiccans van de Gardnerian en Alexandrian covens
2. De aanhang van Caros,Temple of Starlight van Ina Custers- van Bergen, en andere Magische ordes
3. De eclectische/solitaire heksen
4. Diversen Algemeen
De vierde groep is voor het grootste deel zichtbaar op het forum van Silver Circle. Van deze mensen is een deel ook aanhanger van de PFI, maar in principe is dit een gemengde groep die fantasy, rituele magie en wicca combineert.
Ze hebben best wel wat gelezen en zijn ook allemaal wel een keer afgeknapt op deze of gene, maar het ontbreekt hen aan applaus. Dit is een groep die ondergesneeuwd (of overschreeuwd. Ze voelen zich behoorlijk tekortgedaan en weren zich in dit forum waar ze lekker onder elkaar zijn.
De diversen algemeen zijn vaak een een soort van paganisten die niks van goden moeten hebben, maar het paganisme als decoratie van hun levensstijl gebruiken. Nou zal het Sterzoeker worstt wezen of ze het paganisme als behang of als vloerbedekking gebruiken, maar hier wordt iets gezegd dat onderstreept wat Sterzoeker de georganiseerde Wicca altijd onder de neus heeft willen wrijven: Als je aansluiting bij de reguliere godsdiensten zoekt, moet je eerst je achterban checken.
Paganisten moeten niks met georganiseerde godsdiensten, om het even of dat decoratie of inhoud van hun leven is, paganist = paganist.
Wat Sterzoeker hierboven heeft geschreven gaat dan ook over de spagaat tussen het symbolische en het concrete, dat is zoooo schrijnend waar bevonden in onze onderzoek naar de verschillende ordes en groeperingen. Er is een scherpe - en vooral open - geest voor nodig om dat probleem te overbruggen met inzichten, een dorpspastoor kent alleen zijn eigen boekje en in de het geval van de magische orders en wicca groepen dat is vrij dun boekje, en bevat het te vaak woorden als; traditie, geheimhouding. Samenwerking, vernieuwing en delen ontbreken in dat boekje.
Sterzoeker heeft het al vaker geroepen: Weg met religies, weg met enge groepjes en ordes met geheimhoudingsplicht, weg ermee. Er kan geen eenheid zijn als de bron van verdeeldheid niet gedempt wordt. De verlichte geesten op het gebied van duiding en interpretatie zijn te dun gezaaid om een behoorlijk tegenwicht te kunnen bieden aan dat intense verlangen om je geest, je ziel en je zaligheid te overhandigen aan de eerst beste domoor die de goden in zijn zak zegt te hebben.
Is dat niet een probleem van alle tijden? Is dat niet de bron van oorlogen en bittere strijd die door de hele menselijke geschiedenis heen loopt? Wetenschap legt geen enkel gewicht in de schaal, de wetenschappelijke methode wordt als futiel aan de kant geschoven door dit soort horses asses.
maandag 27 juni 2011
Priesters in het Oude Egypte
In het oude Egypte kenden men heel wat verschillende priesters. In de tempels hadden de priesters verschillende functies. Zij hielden de tempel draaiende, en ze voerden ook verschillende religieuse rites uit. Dit kon varieren van, de dagelijkse rites, het reciteren van hymnes, het aankleden van de beelden van de goden of godin, tot het dragen in processie van een beeld van de god(en) of godin(nen).
Een priester is een tussenpersoon tussen God (goden) en de mensen. De priesters voorzagen in de rituele behoeften van het cultusbeeld door de festivals te organiseren en de dagelijkse offergaven aan te bieden, maar ze zorgden ook voor de administratie van de tempeleigendommen.
De administratie van het godsdienstig etablissement was in het oude Egypte bijzonder gefragmenteerd. De Hoge Priester was zonder twijfel de machtigste persoon binnen deze tempels, en hij beklede in sommige gevallen de post met als titel "Opzichter van alle priesters van Opper en Neder Egypte."
De reële belangrijkheid, in vergelijking met de functie in naam, van dit ambt, is echter niet gedocumenteerd.
Op twee afbeeldingen uit het Nieuwe Rijk, waarin hoge gezagsdragers in hiërarchische rangorde afgebeeld worden, is de volgende volgorde te zien: kroonprins, viziers, rentmeester van landgoederen en hofmeester, hoge militairen, burgerlijke ambtenaren en daarna pas belangrijke hoge priesters, die op hun beurt gevolgd worden door, in het ene geval een ambtenaar uit de provincies, en in het andere geval door priesters van lagere rang.
De taken van de priesters varieerden nogal, bepaalde functies kunnen ook nog variëren over de ruim 3000 jaar dat het oude egypte bestond. omdat sommige tempels zeer groot waren en veel land en dienaren telden. De grote tempels hadden hun eigen voorraad kamers, hun eigen vee, en werklieden.
Men stelde dienstschema’s op voor priesters, die in groepen, zogeheten ‘Phyles’, waren ingedeeld, waarbij elke groep ongeveer twee maanden per jaar een bepaalde taak vervulde. Veel van wat bekend is over het beheer van dodentempels, is afkomstig uit documenten die zijn ontdekt is Aboesir, een deel van de necropolis in Memphis. Ook zijn er documenten gevonden over de dagelijkse rituelen, die werden uitgevoerd door de priesters die aan de cultus van de dode farao waren verbonden. Deze rituelen werden misschien generaties lang na de dood van de farao gehandhaafd. Elke dag liep een processie van priesters rond de koninklijke piramide. Het cultusbeeld in de nabije dodentempel werd met geurige oliën gezalfd, beschilderd, gekleed en ‘gevoed’ (dat wil zeggen, er werden voedseloffers klaargelegd). Nadat het beeld geacht werd te hebben ‘gegeten’, werden de offergaven weggehaald en verdeeld onder degenen die zich aan de cultus wijdden.
Men kende o.a de onderstaande functies:
sem priester = priester voor een doden cultes
hem netjer = Gods dienaar
hem netjer n tepy = hoge priester
wab priester = assistent voor de hem netjer
kher heb = lector priester
wer kherp henut = "grote directeur van de kunstenaars" (hoge priester van de god Ptah)
wer mau = "grote ziener" (hoge priester van de zonnegod Re)
De laagste priesterlijke titel (‘wab’) behelsde een deeltijdfunctie. Deze priesters dienden gewoonlijk een maand per jaar in een Egyptische tempel. Nadat zij hun taak hadden vervuld, namen ze hun gewone werk weer op zich, misschien als juniorambtenaar of ambachtsman. Deze priesters staan vaak afgebeeld in grafceremoniën, waarbij ze offergaven naar het graf dragen of gebeden voor de dode uitspreken. Dit laatste zou betekenen dat tenminste een aantal van hen kon lezen.
De hogepriester van de tempel kreeg de titel "hem netjer n tepy", "eerste dienaar van god". Vaak droeg hij ook speciale titels die verband hielden met zijn eigen cultus. Vaak werden hogepriesters aangesteld door de farao, maar het hoogste priesterambt ging steeds vaker over van vader op zoon.
Men kende in de tempels naast de priesters ook de functie van muzikanten die de priesters assisteerden bij het uitvoeren van de riten. op trommels, en de systrum spelden, en zangeressen die hymen zongen. Deze functie werd ook wel uitgevoerd door de vrouwen en dochters van hoog geplaatste ambtenaren.
Naast priesters waren nog talloze andere personeelsleden actief voor de tempel. ‘Lijfeigenen’ bewerkten de tempelgronden en herders hoedden de dieren die eigendom van de tempel waren. Vissers, vogelaars en imkers waren allemaal werkzaam op het domein van de tempel. Timmermannen en metselaars waren nodig voor uitbreiding en onderhoud. Bakkers, brouwers, slagers, wevers en andere arbeiders werkten op het tempelcomplex naast schrijvers van allerlei soorten. Tekenaars, beeldhouwers, metaalsmeden en andere ambachtslieden vervaardigden de kleinere voorwerpen van de tempelinrichting en niet-vergankelijke voorwerpen die aan de goden werden geofferd.
Al deze personeelsleden werkten in hun eigen omgeving, in ruil voor een deel van de oogst of jachtopbrengst, of voor een deel van de tempelinkomsten uit offers. Het totale aantal benodigde priesters en ander tempelpersoneel vormde dus vaak een aanzienlijk percentage van de bevolking van een gebied.
Een priester is een tussenpersoon tussen God (goden) en de mensen. De priesters voorzagen in de rituele behoeften van het cultusbeeld door de festivals te organiseren en de dagelijkse offergaven aan te bieden, maar ze zorgden ook voor de administratie van de tempeleigendommen.
De administratie van het godsdienstig etablissement was in het oude Egypte bijzonder gefragmenteerd. De Hoge Priester was zonder twijfel de machtigste persoon binnen deze tempels, en hij beklede in sommige gevallen de post met als titel "Opzichter van alle priesters van Opper en Neder Egypte."
De reële belangrijkheid, in vergelijking met de functie in naam, van dit ambt, is echter niet gedocumenteerd.
Op twee afbeeldingen uit het Nieuwe Rijk, waarin hoge gezagsdragers in hiërarchische rangorde afgebeeld worden, is de volgende volgorde te zien: kroonprins, viziers, rentmeester van landgoederen en hofmeester, hoge militairen, burgerlijke ambtenaren en daarna pas belangrijke hoge priesters, die op hun beurt gevolgd worden door, in het ene geval een ambtenaar uit de provincies, en in het andere geval door priesters van lagere rang.
De taken van de priesters varieerden nogal, bepaalde functies kunnen ook nog variëren over de ruim 3000 jaar dat het oude egypte bestond. omdat sommige tempels zeer groot waren en veel land en dienaren telden. De grote tempels hadden hun eigen voorraad kamers, hun eigen vee, en werklieden.
Men stelde dienstschema’s op voor priesters, die in groepen, zogeheten ‘Phyles’, waren ingedeeld, waarbij elke groep ongeveer twee maanden per jaar een bepaalde taak vervulde. Veel van wat bekend is over het beheer van dodentempels, is afkomstig uit documenten die zijn ontdekt is Aboesir, een deel van de necropolis in Memphis. Ook zijn er documenten gevonden over de dagelijkse rituelen, die werden uitgevoerd door de priesters die aan de cultus van de dode farao waren verbonden. Deze rituelen werden misschien generaties lang na de dood van de farao gehandhaafd. Elke dag liep een processie van priesters rond de koninklijke piramide. Het cultusbeeld in de nabije dodentempel werd met geurige oliën gezalfd, beschilderd, gekleed en ‘gevoed’ (dat wil zeggen, er werden voedseloffers klaargelegd). Nadat het beeld geacht werd te hebben ‘gegeten’, werden de offergaven weggehaald en verdeeld onder degenen die zich aan de cultus wijdden.
Men kende o.a de onderstaande functies:
sem priester = priester voor een doden cultes
hem netjer = Gods dienaar
hem netjer n tepy = hoge priester
wab priester = assistent voor de hem netjer
kher heb = lector priester
wer kherp henut = "grote directeur van de kunstenaars" (hoge priester van de god Ptah)
wer mau = "grote ziener" (hoge priester van de zonnegod Re)
De laagste priesterlijke titel (‘wab’) behelsde een deeltijdfunctie. Deze priesters dienden gewoonlijk een maand per jaar in een Egyptische tempel. Nadat zij hun taak hadden vervuld, namen ze hun gewone werk weer op zich, misschien als juniorambtenaar of ambachtsman. Deze priesters staan vaak afgebeeld in grafceremoniën, waarbij ze offergaven naar het graf dragen of gebeden voor de dode uitspreken. Dit laatste zou betekenen dat tenminste een aantal van hen kon lezen.
De hogepriester van de tempel kreeg de titel "hem netjer n tepy", "eerste dienaar van god". Vaak droeg hij ook speciale titels die verband hielden met zijn eigen cultus. Vaak werden hogepriesters aangesteld door de farao, maar het hoogste priesterambt ging steeds vaker over van vader op zoon.
Men kende in de tempels naast de priesters ook de functie van muzikanten die de priesters assisteerden bij het uitvoeren van de riten. op trommels, en de systrum spelden, en zangeressen die hymen zongen. Deze functie werd ook wel uitgevoerd door de vrouwen en dochters van hoog geplaatste ambtenaren.
Naast priesters waren nog talloze andere personeelsleden actief voor de tempel. ‘Lijfeigenen’ bewerkten de tempelgronden en herders hoedden de dieren die eigendom van de tempel waren. Vissers, vogelaars en imkers waren allemaal werkzaam op het domein van de tempel. Timmermannen en metselaars waren nodig voor uitbreiding en onderhoud. Bakkers, brouwers, slagers, wevers en andere arbeiders werkten op het tempelcomplex naast schrijvers van allerlei soorten. Tekenaars, beeldhouwers, metaalsmeden en andere ambachtslieden vervaardigden de kleinere voorwerpen van de tempelinrichting en niet-vergankelijke voorwerpen die aan de goden werden geofferd.
Al deze personeelsleden werkten in hun eigen omgeving, in ruil voor een deel van de oogst of jachtopbrengst, of voor een deel van de tempelinkomsten uit offers. Het totale aantal benodigde priesters en ander tempelpersoneel vormde dus vaak een aanzienlijk percentage van de bevolking van een gebied.
vrijdag 17 juni 2011
Sowing The Seeds of Love
Een Sterzoeker-medewerkster liet ons via de E-mail weten, dat ze vandaag creatief bezig was geweest met (zaad)stenen, licht en een afbeelding van de tarotkaart "De wereld". De redactie moest, bij het zien van het eindresultaat, ineens denken aan het liedje van Tears for Fears: "Sowing the seeds of love".
.....Open hearts, feel about it, open minds, think about it
Everyone read about it, everyone scream about it
Everyone (everyone, yeah yeah)
Everyone (everyone) read about it, read about it
Read it in the books in the crannies
And the nooks there are books to read...Chorus!!!
(Sowing the seeds of love) Oh, the seeds of love
We're sowing the seeds, sowing the seeds
We're sowing the seeds of love. we're sowing the seeds
Sowing the seeds of love, we're sowing the seeds of love.....
From: Tears For Fears
Voor wie de clip van Tears for Fears wil zien kan hierboven kijken.
Hier nog zo'n speelse afbeelding, met de Tarotkaart "The World", nu in zijn geheel.
.....Open hearts, feel about it, open minds, think about it
Everyone read about it, everyone scream about it
Everyone (everyone, yeah yeah)
Everyone (everyone) read about it, read about it
Read it in the books in the crannies
And the nooks there are books to read...Chorus!!!
(Sowing the seeds of love) Oh, the seeds of love
We're sowing the seeds, sowing the seeds
We're sowing the seeds of love. we're sowing the seeds
Sowing the seeds of love, we're sowing the seeds of love.....
From: Tears For Fears
Voor wie de clip van Tears for Fears wil zien kan hierboven kijken.
Hier nog zo'n speelse afbeelding, met de Tarotkaart "The World", nu in zijn geheel.
woensdag 15 juni 2011
Totale Maansverduistering
n de nacht van woensdag 15 op donderdag 16 juni 2011, vindt een totale maansverduistering plaats. Vanuit Nederland en België is het grootste gedeelte van de eclips zichtbaar, maar het begin moeten wij missen.
Het duidelijkst is de maansverduistering te zien vanaf een open plek op het platteland of ergens op een hoog gebouw. De maan staat laag aan de horizon en is niet overal te zien.
De verduistering heeft een grootte van maarliefst 1.70 in de kernschaduw. De eclips begint om 19:24 uur en staat bij het maximum, om 22:13 uur, op een hoogte van circa 1° (in Utrecht). De eclips eindigt om 01:03 uur. Een totale maansverduistering kan erg indrukwekkend zijn.
Gedurende de verduistering zal de maan niet volledig onzichtbaar zijn. Het zonlicht dat zich door de dampkring rondom de aarde dringt wordt afgebogen en bereikt hierdoor alsnog de maan. Dit resulteert in een rode gloed die oogt als een zonsondergang.
Tijdens de totaliteit bevindt de Maan zich volledig in de kernschaduw van de Aarde en valt er geen direct zonlicht meer op de Maan. Echter, een beetje zonlicht valt door de aardatmosfeer en wordt gebroken, waardoor dit het maanoppervlak alsnog kan bereiken. Dit is met name rood licht, waardoor er een rode gloed over de Maan komt. Doordat de verduistering erg centraal is, is dit effect bij deze eclips bijzonder sterk.
In dit geval is de eclips echter niet optimaal voor een waarnemer in onze streken; het maximum vindt plaats rond het moment dat de Maan opkomt en de Zon ondergaat (tegen 22 uur). Hierdoor staat de Maan dus nog slechts laag boven de horizon, en bovendien is het nog behoorlijk licht.
Naarmate het ’s avonds donkerder wordt en de maan hoger boven de horizon uitstijgt, wordt de kans groter om iets van de rode kleur van de verduisterde maan te kunnen zien
Naarmate het langzaam donker wordt, komt de Maan ook weer langzaam uit de schaduw van de Aarde tevoorschijn. De totaliteit eindigt kort na 23 uur, wanneer de Zon bij ons nog slechts 7° onder de horizon staat, en de Maan 6° erboven.
Het einde van de verduistering in de kernschaduw is kort na middernacht. Zon en Maan staan dan respectievelijk 12° onder en 11° boven de horizon. Om de verduistering optimaal te volgen is een vrije blik naar het zuidoosten dus noodzakelijk.
Een maansverduistering kan zich alleen voordoen bij een volle maan, maar niet bij elke volle maan is er sprake van een verduistering. Dit is alleen het geval wanneer de maan zich in een ‘knoop’ bevindt, ofwel wanneer het baanvlak van de maan het vlak waarin de aarde rond de zon draait, kruist.
De vorige maansverduistering in Nederland was op 21 december 2010. Toen is het verschijnsel onopgemerkt gebleven, omdat het sneeuwde en mistig was.
Het duidelijkst is de maansverduistering te zien vanaf een open plek op het platteland of ergens op een hoog gebouw. De maan staat laag aan de horizon en is niet overal te zien.
De verduistering heeft een grootte van maarliefst 1.70 in de kernschaduw. De eclips begint om 19:24 uur en staat bij het maximum, om 22:13 uur, op een hoogte van circa 1° (in Utrecht). De eclips eindigt om 01:03 uur. Een totale maansverduistering kan erg indrukwekkend zijn.
Gedurende de verduistering zal de maan niet volledig onzichtbaar zijn. Het zonlicht dat zich door de dampkring rondom de aarde dringt wordt afgebogen en bereikt hierdoor alsnog de maan. Dit resulteert in een rode gloed die oogt als een zonsondergang.
Tijdens de totaliteit bevindt de Maan zich volledig in de kernschaduw van de Aarde en valt er geen direct zonlicht meer op de Maan. Echter, een beetje zonlicht valt door de aardatmosfeer en wordt gebroken, waardoor dit het maanoppervlak alsnog kan bereiken. Dit is met name rood licht, waardoor er een rode gloed over de Maan komt. Doordat de verduistering erg centraal is, is dit effect bij deze eclips bijzonder sterk.
In dit geval is de eclips echter niet optimaal voor een waarnemer in onze streken; het maximum vindt plaats rond het moment dat de Maan opkomt en de Zon ondergaat (tegen 22 uur). Hierdoor staat de Maan dus nog slechts laag boven de horizon, en bovendien is het nog behoorlijk licht.
Naarmate het ’s avonds donkerder wordt en de maan hoger boven de horizon uitstijgt, wordt de kans groter om iets van de rode kleur van de verduisterde maan te kunnen zien
Naarmate het langzaam donker wordt, komt de Maan ook weer langzaam uit de schaduw van de Aarde tevoorschijn. De totaliteit eindigt kort na 23 uur, wanneer de Zon bij ons nog slechts 7° onder de horizon staat, en de Maan 6° erboven.
Het einde van de verduistering in de kernschaduw is kort na middernacht. Zon en Maan staan dan respectievelijk 12° onder en 11° boven de horizon. Om de verduistering optimaal te volgen is een vrije blik naar het zuidoosten dus noodzakelijk.
Een maansverduistering kan zich alleen voordoen bij een volle maan, maar niet bij elke volle maan is er sprake van een verduistering. Dit is alleen het geval wanneer de maan zich in een ‘knoop’ bevindt, ofwel wanneer het baanvlak van de maan het vlak waarin de aarde rond de zon draait, kruist.
De vorige maansverduistering in Nederland was op 21 december 2010. Toen is het verschijnsel onopgemerkt gebleven, omdat het sneeuwde en mistig was.
maandag 13 juni 2011
Facebook Humor
De energie van Wierook (5)
Wat we denken en voelen, beïnvloedt de atmosfeer van de ceremoniële ruimte, waar we ons bevinden; zelfs nadat we die ruimte allang hebben verlaten. Hoe vaker diezelfde gevoelens zich in zo'n ruimte ontladen, des te langer zullen deze blijven hangen. Dit kunnen we heel duidelijk merken in kerkgebouwen, die al sinds eeuwen worden gebruikt. Deze ruimtes lijken energetisch zo sterk van gevoelens en gedachten opgeladen te zijn, dat we de wijdingsvolle atmosfeer zelfs dan nog kunnen proeven, wanneer daar al sinds dagen geen dienst meer werd uitgevoerd.
Vanuit deze optiek wordt de energie dus niet alleen door ons in en om deze gebouwen uitgestraald, zij straalt ze ook weer op ons uit, zelfs wanneer wij ons niet speciaal daarvoor openstellen. Dit is heel belangrijk omdat magische rituelen alleen kunnen werken, indien er een wisselwerking tussen geest (de aanwezige persoon) en materie (het gebouw of voorwerp) bestaat. Gebouwen verbinden zich dus met energievelden, die zich in hun omgeving bevinden. Men zegt wel, dat oude gebouwen "geschiedenis uitstralen".
Het idee hierover is, dat door mensen geschapen energievormen groeien, naarmate deze vaker dezelfde energetische voeding krijgen.
Een processie met wierook in een rituele ruimte of tempel, heeft niet alleen tot doel om de Tempel binnen te treden en te verlaten, maar ook om met de wieroker de beweging in de Tempelruimte in gang te zetten. Het rituaal wordt in beweging gezet door de wieroker, die buiten de tempel deur begint. In mystieke ordes wordt dit vaak " het westen" genoemd.
"Het Westen" wordt gezien als de wereld buiten de Tempel; men wordt ontdaan van de oneffenheden van de buitenwereld, men gaat de weg naar de geestelijke kant van het aardse niveau. De gang van de spiraalbeweging gaat rechtsom.
Een rituaal begint op het moment dat men zich ceremonieel gaan kleden en van dat punt af zijn de gedachten alleen bij het werk dat gaat volgen. De Wieroker heeft hierbij de belangrijke taak te vervullen tijdens een rondgang door de hele Tempel om met een "vurige energiestroom" de Tempel te kunnen gaan bouwen en de daar verblijvende positieve gevoelens en krachten te verzamelen en in de wereld van "het Westen" weer uit te dragen.
De Wieroker loopt meestal voor op in een processie en geeft het ritme van het de processie aan. Het ritme zou te vergelijken zijn met het regulair sinusritme van de hartslag. De processie zou een nabootsing kunnen zijn van dit hartritme.
De purificatie door bewieroking tijdens de processie vormt een afwerende beschermende muur rondom de ruimte waarin gewerkt zal worden door middel van de uitgestraalde energie. De Wieroker moet steeds voor ogen houden, wat hij wil bewerken met zijn handeling. Ook de ontvangende persoon moet zich daarop instellen.
De persoon die een bepaalde functie vervult in een ritueel staat daar niet als de persoon, het ego, maar als een functionaris die een specifieke functie vervult, als een kanaal die een speciale geestelijke boodschap moet doorgeven. Door de bewieroking wordt de functie gezuiverd, schoongemaakt om belevendigd, of geactiveerd te worden.
De houding die een persoon aanneemt is niet een uiting van eerbied voor wat gebeuren gaat maar om jezelf in harmonie te brengen. Dit wordt gedaan door beide handen voor de borst, de plaats waar het hart zit, te vouwen.
De reinigingshandeling wordt uitgevoerd met de middelen die daarvoor nodig zijn. De ruimte verandert, overeenkomstig het doel van de handeling met het vuur der reiniging, symbolisch voorgesteld door de Wierook, dat alle onzuiverheid verbrandt en de ruimte steeds helderder wordt. Tot slot volgt dan het opladen en vullen van de ruimte met nieuwe energie.
Vanuit deze optiek wordt de energie dus niet alleen door ons in en om deze gebouwen uitgestraald, zij straalt ze ook weer op ons uit, zelfs wanneer wij ons niet speciaal daarvoor openstellen. Dit is heel belangrijk omdat magische rituelen alleen kunnen werken, indien er een wisselwerking tussen geest (de aanwezige persoon) en materie (het gebouw of voorwerp) bestaat. Gebouwen verbinden zich dus met energievelden, die zich in hun omgeving bevinden. Men zegt wel, dat oude gebouwen "geschiedenis uitstralen".
Het idee hierover is, dat door mensen geschapen energievormen groeien, naarmate deze vaker dezelfde energetische voeding krijgen.
Een processie met wierook in een rituele ruimte of tempel, heeft niet alleen tot doel om de Tempel binnen te treden en te verlaten, maar ook om met de wieroker de beweging in de Tempelruimte in gang te zetten. Het rituaal wordt in beweging gezet door de wieroker, die buiten de tempel deur begint. In mystieke ordes wordt dit vaak " het westen" genoemd.
"Het Westen" wordt gezien als de wereld buiten de Tempel; men wordt ontdaan van de oneffenheden van de buitenwereld, men gaat de weg naar de geestelijke kant van het aardse niveau. De gang van de spiraalbeweging gaat rechtsom.
Een rituaal begint op het moment dat men zich ceremonieel gaan kleden en van dat punt af zijn de gedachten alleen bij het werk dat gaat volgen. De Wieroker heeft hierbij de belangrijke taak te vervullen tijdens een rondgang door de hele Tempel om met een "vurige energiestroom" de Tempel te kunnen gaan bouwen en de daar verblijvende positieve gevoelens en krachten te verzamelen en in de wereld van "het Westen" weer uit te dragen.
De Wieroker loopt meestal voor op in een processie en geeft het ritme van het de processie aan. Het ritme zou te vergelijken zijn met het regulair sinusritme van de hartslag. De processie zou een nabootsing kunnen zijn van dit hartritme.
De purificatie door bewieroking tijdens de processie vormt een afwerende beschermende muur rondom de ruimte waarin gewerkt zal worden door middel van de uitgestraalde energie. De Wieroker moet steeds voor ogen houden, wat hij wil bewerken met zijn handeling. Ook de ontvangende persoon moet zich daarop instellen.
De persoon die een bepaalde functie vervult in een ritueel staat daar niet als de persoon, het ego, maar als een functionaris die een specifieke functie vervult, als een kanaal die een speciale geestelijke boodschap moet doorgeven. Door de bewieroking wordt de functie gezuiverd, schoongemaakt om belevendigd, of geactiveerd te worden.
De houding die een persoon aanneemt is niet een uiting van eerbied voor wat gebeuren gaat maar om jezelf in harmonie te brengen. Dit wordt gedaan door beide handen voor de borst, de plaats waar het hart zit, te vouwen.
De reinigingshandeling wordt uitgevoerd met de middelen die daarvoor nodig zijn. De ruimte verandert, overeenkomstig het doel van de handeling met het vuur der reiniging, symbolisch voorgesteld door de Wierook, dat alle onzuiverheid verbrandt en de ruimte steeds helderder wordt. Tot slot volgt dan het opladen en vullen van de ruimte met nieuwe energie.
Het oorspronkelijk gebruik van Wierook (4)
Oorspronkelijk werd Wierook gebruikt alleen als reinigings- en heiligingsceremonie. Later werd het als eerbetoon beschouwd. Volgens de geestelijke invalshoek is Wierook vooral bedoeld voor het zuiveren van het geestelijk lichaam.
In ceremoniën zijn de gebruikelijke belangrijkste bestanddelen van het reukwerk Benzoëhars en Olibanum. De zuiverende functie wordt daarbij uitgevoerd door het Benzoëhars. De Olibanum wordt toegevoegd om een atmosfeer van toewijding en rust te creëren. Verder dient dit reukwerk rozenolie te bevatten, waarvan verondersteld wordt, dat die invloed heeft op het liefdes aspect dat het hart uitstraalt.
In het huiselijk gebruik werd wierook minder vaak aangewend. Bekend is de inzegening van nieuwe gebouwen en voorwerpen, maar dit werd meestal door de dienstdoende priester uitgevoerd. De bewieroking is hier ook een sacraal gebeuren. Het gaat om een oeroud magisch zuiverings- of reinigingsritueel. Geen reiniging van vuil in materiële zin, maar een reiniging van de emoties te vergelijken met fijn-stoffelijk afval.
Deze handeling werd door de huisheer op de 6e januari van elk jaar herhaald in Noord Europa, waarbij hij door het huis en de stallen liep met een Wierookvat om de boze wintergeesten te verdrijven, De 6e januari is twaalf dagen na de geboorte van het Licht, welke terugkeert uit zijn dieptepunt. Deze terugkeer van het Licht wordt ook herdacht in het het winter Sint Jans feest. Deze twaalf dagen, na de geboorte van het nieuwe Licht op 24 december, zouden symbolisch, in een kleine cyclus, kunnen staan voor de twaalf tekens van de Dierenriem.
De bewieroking is in dit opzicht in een niet materialistisch wereldbeeld verankerd. Het komt uit een algemeen oeroud weten, dat alles energie is. Deze energie trilt met verschillende snelheden. De langzaamste trillingen kunnen we zien en betasten. Wij noemen dat materie. De snellere trillingen bestaan voor ons in een niet zichtbare wereld. Niet alleen dat, wat we in de wereld van de langzame trilling doen, toont resultaat.
In ceremoniën zijn de gebruikelijke belangrijkste bestanddelen van het reukwerk Benzoëhars en Olibanum. De zuiverende functie wordt daarbij uitgevoerd door het Benzoëhars. De Olibanum wordt toegevoegd om een atmosfeer van toewijding en rust te creëren. Verder dient dit reukwerk rozenolie te bevatten, waarvan verondersteld wordt, dat die invloed heeft op het liefdes aspect dat het hart uitstraalt.
In het huiselijk gebruik werd wierook minder vaak aangewend. Bekend is de inzegening van nieuwe gebouwen en voorwerpen, maar dit werd meestal door de dienstdoende priester uitgevoerd. De bewieroking is hier ook een sacraal gebeuren. Het gaat om een oeroud magisch zuiverings- of reinigingsritueel. Geen reiniging van vuil in materiële zin, maar een reiniging van de emoties te vergelijken met fijn-stoffelijk afval.
Deze handeling werd door de huisheer op de 6e januari van elk jaar herhaald in Noord Europa, waarbij hij door het huis en de stallen liep met een Wierookvat om de boze wintergeesten te verdrijven, De 6e januari is twaalf dagen na de geboorte van het Licht, welke terugkeert uit zijn dieptepunt. Deze terugkeer van het Licht wordt ook herdacht in het het winter Sint Jans feest. Deze twaalf dagen, na de geboorte van het nieuwe Licht op 24 december, zouden symbolisch, in een kleine cyclus, kunnen staan voor de twaalf tekens van de Dierenriem.
De bewieroking is in dit opzicht in een niet materialistisch wereldbeeld verankerd. Het komt uit een algemeen oeroud weten, dat alles energie is. Deze energie trilt met verschillende snelheden. De langzaamste trillingen kunnen we zien en betasten. Wij noemen dat materie. De snellere trillingen bestaan voor ons in een niet zichtbare wereld. Niet alleen dat, wat we in de wereld van de langzame trilling doen, toont resultaat.
De betekenis van Wierook tijdens Ceremonieën (3)
Het branden van wierook of wieroken heeft tot doel de ruimte waarin men ritueel werk wil doen af te bakenen en te zuiveren. In ritueel werk richten men zich op het werk dat komen gaat en streven de deelnemers er naar om alle onrustige gedachten buiten de rituele ruimte of te Tempel te houden.
Afbakenen is bakens of palen zetten, om zo de ruimte te bepalen. Het bewieroken van de deelnemers aan het rituaal heeft ten doel hen voor te bereiden op het werk; niet om hen te eren, maar om de functie die zij moeten uitdragen te activeren. Men kan tijdens het bewieroken een aantal slagen of bewegingen maken met het wierookvat.
De Wieroker kan in ritueel een rol of functie bekleden, waarvan een bijzondere verlevendiging uitgaat, die nodig is voor het werk in de rituele ruimte of Tempel. Het is zijn taak om aks het ware alle deelnemers van het rituaal aan elkaar te verbinden met het Altaar.
Het mooiste is als dit soepel gebeurt, en wieroker als een bewegende spiraal van Wierook dat door de Tempel cirkelt. Met de spiraalvormige beweging wordt de energie van 'boven' en 'beneden' aaneengeschakeld. Dit geschiedt met behulp van het element 'vuur'. Het verlevendigen door vuur is nodig om tot een functioneel geheel te komen, een mystieke eenheid van het grote mysterie.
De Wieroker is meestal de Officier, die als werktuig het vuur heeft. Door het wieroken wordt gedacht dat de eigenschap vuur (dit is de oerenergie van de handelingen, van de bewegingen en van de gedachten') in de mens geactiveerd wordt.
De Wieroker legt het verband met iedereen bij de wieroking. Bij het zegenen van de Wierook, wat het best kan geschieden wanneer de Wierook op het kooltje tot smelten wordt gebracht, wordt symbolisch de geestelijke kracht toegevoegd aan de zuiverende eigenschap van het vuur om deze heilig of heel te maken; Deze nu gewijde eigenschappen stijgen op met het vervluchtigen van de Wierook.
Het kooltje, dat het element vuur in stand houdt, wordt geactiveerd door de wieroker, die de bron van het in beweging zetten is. De Wierook wordt door het vuur van het kooltje getransformeerd; de gedaante of vorm van de Wierook, de buitenkant, de stoffelijke kant verandert in een vloeibare toestand; de essentie wordt getransmuteerd.
Dit is het omzetten van een chemisch element naar een ander element door een kernreactie; de soort wordt veranderd, de kern verandert. Dan volgt het trans-substantiëren. Substantie is het bestaan, het wezen. Trans- substantiëren is het brengen over het wezen heen, naar een geestelijk niveau. Trans betekent "aan de andere zijde". De Wierook wordt nu damp.
Dit zijn de drie aggregatie toestanden uit de natuurkunde. De vierde aggregatie toestand ontstaat door sublimatie. Sublimeren is verhogen, verheffen, vervluchtigen, het is het overgaan van een vaste stof in de gasvormige fase, hetgeen wij kunnen waarnemen als de geur, die onze gevoelens beïnvloedt. De Wieroking laat het chemische proces zien van transformeren, transmuteren, naar trans-substantiëren, tot sublimeren.
Het wieroken is absoluut niet specifiek voor de christelijke godsdienst. 1000 v.c. gebruikten de Joden en de Romeinen het al voor hun tempeldiensten. Omstreeks 400 n.c. werd in de zondagsliturgie in Jeruzalem reukwerk gebruikt, zodat de hele Verrijzenisbasiliek vol van welriekende geur was. Pas later kreeg reukwerk ook een religieuze betekenis. Terwijl in Rome alleen de Paus en het Evangelieboek met Wierook werden binnengehaald, werd in de Frankische ritus meteen de bewieroking van het altaar tijdens de voormis en tijdens de offermis ingevoerd.
Afbakenen is bakens of palen zetten, om zo de ruimte te bepalen. Het bewieroken van de deelnemers aan het rituaal heeft ten doel hen voor te bereiden op het werk; niet om hen te eren, maar om de functie die zij moeten uitdragen te activeren. Men kan tijdens het bewieroken een aantal slagen of bewegingen maken met het wierookvat.
De Wieroker kan in ritueel een rol of functie bekleden, waarvan een bijzondere verlevendiging uitgaat, die nodig is voor het werk in de rituele ruimte of Tempel. Het is zijn taak om aks het ware alle deelnemers van het rituaal aan elkaar te verbinden met het Altaar.
Het mooiste is als dit soepel gebeurt, en wieroker als een bewegende spiraal van Wierook dat door de Tempel cirkelt. Met de spiraalvormige beweging wordt de energie van 'boven' en 'beneden' aaneengeschakeld. Dit geschiedt met behulp van het element 'vuur'. Het verlevendigen door vuur is nodig om tot een functioneel geheel te komen, een mystieke eenheid van het grote mysterie.
De Wieroker is meestal de Officier, die als werktuig het vuur heeft. Door het wieroken wordt gedacht dat de eigenschap vuur (dit is de oerenergie van de handelingen, van de bewegingen en van de gedachten') in de mens geactiveerd wordt.
De Wieroker legt het verband met iedereen bij de wieroking. Bij het zegenen van de Wierook, wat het best kan geschieden wanneer de Wierook op het kooltje tot smelten wordt gebracht, wordt symbolisch de geestelijke kracht toegevoegd aan de zuiverende eigenschap van het vuur om deze heilig of heel te maken; Deze nu gewijde eigenschappen stijgen op met het vervluchtigen van de Wierook.
Het kooltje, dat het element vuur in stand houdt, wordt geactiveerd door de wieroker, die de bron van het in beweging zetten is. De Wierook wordt door het vuur van het kooltje getransformeerd; de gedaante of vorm van de Wierook, de buitenkant, de stoffelijke kant verandert in een vloeibare toestand; de essentie wordt getransmuteerd.
Dit is het omzetten van een chemisch element naar een ander element door een kernreactie; de soort wordt veranderd, de kern verandert. Dan volgt het trans-substantiëren. Substantie is het bestaan, het wezen. Trans- substantiëren is het brengen over het wezen heen, naar een geestelijk niveau. Trans betekent "aan de andere zijde". De Wierook wordt nu damp.
Dit zijn de drie aggregatie toestanden uit de natuurkunde. De vierde aggregatie toestand ontstaat door sublimatie. Sublimeren is verhogen, verheffen, vervluchtigen, het is het overgaan van een vaste stof in de gasvormige fase, hetgeen wij kunnen waarnemen als de geur, die onze gevoelens beïnvloedt. De Wieroking laat het chemische proces zien van transformeren, transmuteren, naar trans-substantiëren, tot sublimeren.
Het wieroken is absoluut niet specifiek voor de christelijke godsdienst. 1000 v.c. gebruikten de Joden en de Romeinen het al voor hun tempeldiensten. Omstreeks 400 n.c. werd in de zondagsliturgie in Jeruzalem reukwerk gebruikt, zodat de hele Verrijzenisbasiliek vol van welriekende geur was. Pas later kreeg reukwerk ook een religieuze betekenis. Terwijl in Rome alleen de Paus en het Evangelieboek met Wierook werden binnengehaald, werd in de Frankische ritus meteen de bewieroking van het altaar tijdens de voormis en tijdens de offermis ingevoerd.
De Functie van Wierook (2)
Van Wierook werd gedacht, dat het zuivert en geneest in zowel stoffelijke als geestelijke zin. In oude tijden bestond de regel, dat alleen diegene die met de Allerhoogste mocht communiceren, rein van lichaam en geest was. Daarom reinigde de gelovige en de priester in het bijzonder zijn lichaam voor het gebed met Mirre en zijn geest met Wierook.
De gaven Wierook, Mirre en goud bij de geboorte van Jezus staan voor het goddelijke principe. Alleen koningen en priesters, die beiden met de Allerhoogste in verbinding stonden mochten in de oudheid Wierook, Mirre en goud bezitten.
Wierook wordt over de gehele wereld in religieuze ritualen gebruikt o.a. bij de Indiërs, de Indianen, de Boeddhisten, de Maori's en bij de Afrikanen; de Wierook van Egypte werd met karavanen over het gehele vaste land van Europa en Azië verspreid. De Egyptenaren, Perzen, Babyloniërs, Grieken, Romeinen en Hebreeën zagen een belangrijke functie in het gebruik van Wierook. Het 'Egyptische dodenboek" noemt Wierook: "het op de aarde gevallen zweet der goden". De exacte samenstelling van de Wierook die de egyptenaren "kyphé" noemden, was zeer geheim en tot op heden is deze onbekend gebleven.
Zeer belangrijk was het gebruik van Wierook bij de dodenritus, om de doden een gevaarloze overgang in het leven na dit leven mogelijk te maken. Men geloofde, dat de ziel (Ka) van de dode door de rook naar de hemel werd gedragen. Reukwerk gold bij de Hebreeën als heilig. Normale sterfelijke mensen mochten het dan niet bereiden noch
gebruiken. De Hebreeër offerde reukwerk niet alleen in de vorm van Wierook op het reukofferaltaar, maar legde het bovendien op andere religieuze offergaven, die daardoor noch heiliger werden. (Leviticus 2:1415).
In het dagelijks leven werd Wierook echter ook gebruikt. Het werd aangewend:
-om ziekmakende insecten, zoals vliegen, te verdrijven,
-bij zweren en huidwonden, om deze beter te laten ruiken, of beter gezegd om de kwalijke geur te onderdrukken en sneller te laten genezen, zoals de bekende Griekse geneesheer Hippocrates had uitgevonden;
-als kleefpleister sinds 2630 v.c. in India en bij de Egyptenaren om wondranden samen te houden. Tevens werd het gebruikt tegen maag- en darmklachten en bij botbreuken, reuma, spierkrampen en behandeling van hersengezwellen.
-als algemeen reukmiddel ter luchtverfrissing,
-na de bevalling om het huis te reinigen en ziekte van moeder en kind te voorkomen.
Er bestond bijna geen gebied, waar Wierook geen toepassing vond. In het verleden had Wierook als medicament de volgende kwaliteiten: benzocaïne (de farmaceutische naam is ethyl-para-aminobenzoaat) heeft een fungistatische (Whitfields crème) en antibacteriële werking. Benzoëzuur is een kleurloze vloeistof met een smeltpunt van rond 122,4°C. Evenals de zouten ervan worden deze toegepast in de farmaceutische industrie en als conserveermiddel.
Tegenwoordig worden de gomharsen gebruikt als bind- en kleefmiddel in modern wondbedekkingsmateriaal en als glansmiddel voor medicamenten.
Er wordt wel gezegd, dat in geestelijke zin Wierook de functie heeft van het in evenwicht met elkaar brengen van de gevoelens; dat zou een geestelijke vorm van genezen kunnen betekenen.
Geurstoffen kunnen ons met onze diepste emotionele gevoelens verbinden; de reukzin kan de zetel van het emotioneel deel in de hersenen beïnvloeden.
Onze reukreceptoren zijn net als de gezichts- en gehoorzintuigen afstandsreceptoren; zij heten ook chemo-receptoren, daar zij gevoelig zijn voor chemische stoffen. De zenuwvezels van de olfactoire- of reukcellen lopen via axonen rechtsreeks naar de grote hersenen.
Wierook kan daarbij behalve als eigen boodschapper ook als drager worden ingezet, bijvoorbeeld in parfums of aromaolie. Daarbij werken de Wierookstoffen sterk fixerend op de vluchtige stoffen uit andere producten, zodat deze eveneens langer blijven hangen.
Men denkt wel dat het feit, dat vele mensen beweren de geur van Wierook niet te kunnen verdragen, niet aan de geur zelf ligt, maar aan het feit, dat Wierook ons gevoelscentrum mogelijk langer beïnvloedt. dan iedere andere bekende geurstof. Deze lang aanhoudende stimulering zou dan voor de hedendaagse rationele mens bedreigend kunnen zijn en wordt door hem dan, volgens die aanname, als allergische reactie waargenomen of ervaren als hoofdpijn, misselijkheid of ademnood.
Wanneer de Wierook op het kooltje tot smelten wordt gebracht, vervluchtigt deze en verspreidt de geur. Deze geuren hebben een verschillende uitwerking, daarom moet Wierook goed en deskundig worden samengesteld. Het idee bestaat, dat er ook geuren zijn, die slechte of andere gevoelens aantrekken. Van Benzoë wordt gezegd, dat het een sterk zuiverende werking heeft. Olibanum zou de toewijding versterken en verdiepen.
De gaven Wierook, Mirre en goud bij de geboorte van Jezus staan voor het goddelijke principe. Alleen koningen en priesters, die beiden met de Allerhoogste in verbinding stonden mochten in de oudheid Wierook, Mirre en goud bezitten.
Wierook wordt over de gehele wereld in religieuze ritualen gebruikt o.a. bij de Indiërs, de Indianen, de Boeddhisten, de Maori's en bij de Afrikanen; de Wierook van Egypte werd met karavanen over het gehele vaste land van Europa en Azië verspreid. De Egyptenaren, Perzen, Babyloniërs, Grieken, Romeinen en Hebreeën zagen een belangrijke functie in het gebruik van Wierook. Het 'Egyptische dodenboek" noemt Wierook: "het op de aarde gevallen zweet der goden". De exacte samenstelling van de Wierook die de egyptenaren "kyphé" noemden, was zeer geheim en tot op heden is deze onbekend gebleven.
Zeer belangrijk was het gebruik van Wierook bij de dodenritus, om de doden een gevaarloze overgang in het leven na dit leven mogelijk te maken. Men geloofde, dat de ziel (Ka) van de dode door de rook naar de hemel werd gedragen. Reukwerk gold bij de Hebreeën als heilig. Normale sterfelijke mensen mochten het dan niet bereiden noch
gebruiken. De Hebreeër offerde reukwerk niet alleen in de vorm van Wierook op het reukofferaltaar, maar legde het bovendien op andere religieuze offergaven, die daardoor noch heiliger werden. (Leviticus 2:1415).
In het dagelijks leven werd Wierook echter ook gebruikt. Het werd aangewend:
-om ziekmakende insecten, zoals vliegen, te verdrijven,
-bij zweren en huidwonden, om deze beter te laten ruiken, of beter gezegd om de kwalijke geur te onderdrukken en sneller te laten genezen, zoals de bekende Griekse geneesheer Hippocrates had uitgevonden;
-als kleefpleister sinds 2630 v.c. in India en bij de Egyptenaren om wondranden samen te houden. Tevens werd het gebruikt tegen maag- en darmklachten en bij botbreuken, reuma, spierkrampen en behandeling van hersengezwellen.
-als algemeen reukmiddel ter luchtverfrissing,
-na de bevalling om het huis te reinigen en ziekte van moeder en kind te voorkomen.
Er bestond bijna geen gebied, waar Wierook geen toepassing vond. In het verleden had Wierook als medicament de volgende kwaliteiten: benzocaïne (de farmaceutische naam is ethyl-para-aminobenzoaat) heeft een fungistatische (Whitfields crème) en antibacteriële werking. Benzoëzuur is een kleurloze vloeistof met een smeltpunt van rond 122,4°C. Evenals de zouten ervan worden deze toegepast in de farmaceutische industrie en als conserveermiddel.
Tegenwoordig worden de gomharsen gebruikt als bind- en kleefmiddel in modern wondbedekkingsmateriaal en als glansmiddel voor medicamenten.
Er wordt wel gezegd, dat in geestelijke zin Wierook de functie heeft van het in evenwicht met elkaar brengen van de gevoelens; dat zou een geestelijke vorm van genezen kunnen betekenen.
Geurstoffen kunnen ons met onze diepste emotionele gevoelens verbinden; de reukzin kan de zetel van het emotioneel deel in de hersenen beïnvloeden.
Onze reukreceptoren zijn net als de gezichts- en gehoorzintuigen afstandsreceptoren; zij heten ook chemo-receptoren, daar zij gevoelig zijn voor chemische stoffen. De zenuwvezels van de olfactoire- of reukcellen lopen via axonen rechtsreeks naar de grote hersenen.
Wierook kan daarbij behalve als eigen boodschapper ook als drager worden ingezet, bijvoorbeeld in parfums of aromaolie. Daarbij werken de Wierookstoffen sterk fixerend op de vluchtige stoffen uit andere producten, zodat deze eveneens langer blijven hangen.
Men denkt wel dat het feit, dat vele mensen beweren de geur van Wierook niet te kunnen verdragen, niet aan de geur zelf ligt, maar aan het feit, dat Wierook ons gevoelscentrum mogelijk langer beïnvloedt. dan iedere andere bekende geurstof. Deze lang aanhoudende stimulering zou dan voor de hedendaagse rationele mens bedreigend kunnen zijn en wordt door hem dan, volgens die aanname, als allergische reactie waargenomen of ervaren als hoofdpijn, misselijkheid of ademnood.
Wanneer de Wierook op het kooltje tot smelten wordt gebracht, vervluchtigt deze en verspreidt de geur. Deze geuren hebben een verschillende uitwerking, daarom moet Wierook goed en deskundig worden samengesteld. Het idee bestaat, dat er ook geuren zijn, die slechte of andere gevoelens aantrekken. Van Benzoë wordt gezegd, dat het een sterk zuiverende werking heeft. Olibanum zou de toewijding versterken en verdiepen.
Sterzoeker over Wierook (1)
Sterzoeker vroeg zich af: Wat is Wierook? Waar wordt het van gemaakt? Waarom wordt het gebruikt in rituelen? Wat doen wij bij het wieroken? Wat is de functie van Wierook? Wat is de betekenis van het wieroken tijdens de ceremonie? In deze blog-serie gaan we nader in op wat wierook zo al is en wat we er mee kunnen doen.
Wierook is welriekende rook. Wierook is afgeleid van het Gotische woord Weihs (wiiees) betekent heilig. Wihrouh is Oud hollands en betekent heilig. Wie-rook is heilige-rook. Wijden is zegenen. Wie-rook betekent dan heilige, gezegende rook of rook die iets moet wijden.
Wierook is een plantaardig uitscheidingsproduct dat op natuurlijke wijze of door het in ritsen van de stam uittreedt. Je kunt dit vergelijken met de manier waarop de grondstof voor rubber wordt gewonnen. Net als bij de rubberpalm ontstaat ook bij de wierook, of mastiek struik, een melkachtig vloeibaar gomhars dat bij contact met de zuurstof uit de lucht en voldoende zonnewarmte hard wordt. Daarbij verandert de kleur van wit in goudgeel. Deze harsklompjes, die algemeen als 'tranen' bekend staan worden dan afgesneden en verzameld.
De oogst van deze 'tranen' of harsklompjes vindt twee maal per jaar plaats; eenmaal in het voorjaar en eenmaal in de herfst. In Egypte werd slechts eenmaal jaarlijks geoogst en wel tijdens de hondsdagen/ (dat is de periode waarin de Hondster in de ochtend waarneembaar was; de warmste, droogste en ongezondste tijd van het jaar van half juli tot half augustus). De Wierookstruik werd daar met Sirius in verband gebracht, de woonplaats van de goden.
De hars (olibanum) komt van de wierookboom (Boswellia)
De basis van Wierook bestaat uit een aantal gomharsen. De voornaamste zijn Olibanum, dit is de wierookboom, een gomhars van enkele soorten van het geslacht Boswelia, verkregen door het melksap uit de verwonde stam aan de lucht te laten verharden. Mirre is een gomhars van bepaalde soorten van het geslacht Commiphora. Benzoëhars is afkomstig van de Indonesische of Aziatische benzoëboom.
Aan de gomharsen worden andere reukstoffen toegevoegd, o.a. sandelhout, hetgeen bijdraagt tot een specifieke geur. Sandelhout komt van de sandelboom (Santalum album), die voornamelijk in Indonesië groeit. De olie ervan wordt in de cosmetica gebruikt. Verder worden toegevoegd:lavendel, rozenolie of andere vluchtige oliën, gedroogde bloemen en kruiden. Er bestaat geen vast recept voor wierook.
Gommen is een verzamelnaam van in water oplosbare plantaardige afscheidingsproducten, meestal polymere suikers, een appreteermiddel, een kleefstof. De belangrijkste van de gommen is de Arabische gom, een gomsoort, die door aansnijden van de bast van verschillende soorten acacia gewonnen wordt en gebruikt wordt als kleefstof, als bindmiddel en als schutcolloïd (dit is een beschermende lijmlaag) in levensmiddelen en in de farmaceutische industrie.
Wat wij over het algemeen onder het begrip "wierook" verstaan, is een mengsel uit verschillende harssoorten, die vaak ook nog met andere plantendelen zoals bloesems en specerijen vermengd zijn. In een mengsel kunnen zich wel tot 200 verschillende chemische stoffen met elkaar verbinden. Toch blijft Wierook daarbij zijn karakteristieke geur behouden.
Wierook wordt o.a. toegepast voor het rituele en ook voor het niet rituele gebruik als geurende reukstof, in de gezondheidszorg,in bepaalde vochtwerende houtlakken en het werkt uitstekend tegen houtwormen. Wierook in zijn natuurlijke vorm bestaat voor 60-70% uit harsstoffen, 27-35% uit gummi en 5-7% uit etherische oliën. Men kan Wierook compleet oplossen in 90% geethanol, hetgeen in de parfumfabricage wordt toegepast.
Wierook is welriekende rook. Wierook is afgeleid van het Gotische woord Weihs (wiiees) betekent heilig. Wihrouh is Oud hollands en betekent heilig. Wie-rook is heilige-rook. Wijden is zegenen. Wie-rook betekent dan heilige, gezegende rook of rook die iets moet wijden.
Wierook is een plantaardig uitscheidingsproduct dat op natuurlijke wijze of door het in ritsen van de stam uittreedt. Je kunt dit vergelijken met de manier waarop de grondstof voor rubber wordt gewonnen. Net als bij de rubberpalm ontstaat ook bij de wierook, of mastiek struik, een melkachtig vloeibaar gomhars dat bij contact met de zuurstof uit de lucht en voldoende zonnewarmte hard wordt. Daarbij verandert de kleur van wit in goudgeel. Deze harsklompjes, die algemeen als 'tranen' bekend staan worden dan afgesneden en verzameld.
De oogst van deze 'tranen' of harsklompjes vindt twee maal per jaar plaats; eenmaal in het voorjaar en eenmaal in de herfst. In Egypte werd slechts eenmaal jaarlijks geoogst en wel tijdens de hondsdagen/ (dat is de periode waarin de Hondster in de ochtend waarneembaar was; de warmste, droogste en ongezondste tijd van het jaar van half juli tot half augustus). De Wierookstruik werd daar met Sirius in verband gebracht, de woonplaats van de goden.
De hars (olibanum) komt van de wierookboom (Boswellia)
De basis van Wierook bestaat uit een aantal gomharsen. De voornaamste zijn Olibanum, dit is de wierookboom, een gomhars van enkele soorten van het geslacht Boswelia, verkregen door het melksap uit de verwonde stam aan de lucht te laten verharden. Mirre is een gomhars van bepaalde soorten van het geslacht Commiphora. Benzoëhars is afkomstig van de Indonesische of Aziatische benzoëboom.
Aan de gomharsen worden andere reukstoffen toegevoegd, o.a. sandelhout, hetgeen bijdraagt tot een specifieke geur. Sandelhout komt van de sandelboom (Santalum album), die voornamelijk in Indonesië groeit. De olie ervan wordt in de cosmetica gebruikt. Verder worden toegevoegd:lavendel, rozenolie of andere vluchtige oliën, gedroogde bloemen en kruiden. Er bestaat geen vast recept voor wierook.
Gommen is een verzamelnaam van in water oplosbare plantaardige afscheidingsproducten, meestal polymere suikers, een appreteermiddel, een kleefstof. De belangrijkste van de gommen is de Arabische gom, een gomsoort, die door aansnijden van de bast van verschillende soorten acacia gewonnen wordt en gebruikt wordt als kleefstof, als bindmiddel en als schutcolloïd (dit is een beschermende lijmlaag) in levensmiddelen en in de farmaceutische industrie.
Wat wij over het algemeen onder het begrip "wierook" verstaan, is een mengsel uit verschillende harssoorten, die vaak ook nog met andere plantendelen zoals bloesems en specerijen vermengd zijn. In een mengsel kunnen zich wel tot 200 verschillende chemische stoffen met elkaar verbinden. Toch blijft Wierook daarbij zijn karakteristieke geur behouden.
Wierook wordt o.a. toegepast voor het rituele en ook voor het niet rituele gebruik als geurende reukstof, in de gezondheidszorg,in bepaalde vochtwerende houtlakken en het werkt uitstekend tegen houtwormen. Wierook in zijn natuurlijke vorm bestaat voor 60-70% uit harsstoffen, 27-35% uit gummi en 5-7% uit etherische oliën. Men kan Wierook compleet oplossen in 90% geethanol, hetgeen in de parfumfabricage wordt toegepast.
Abonneren op:
Posts (Atom)