Toen de wereld ontstond, waren er twee rivieren, de rivier van Egypte en de rivier aan de hemel. Groot is de Nijl, de rivier van Egypte, die ontspringt aan gene zijde van de katarakt, het land van Egypte bevloeiend en aldus vreugde en goede oogsten brengend aan Ta-mery.
Groot en indrukwekkend is de rivier aan de hemel, stromend door de hemelen en door de Duat, de wereld, waar nacht en duisternis heersen en op die rivier vaart de Boot van Ra. Boot van de Millioenen Jaren is haar naam, maar de menschen noemen haar de Manzet Boot in de morgen, als Ra in al zijn pracht en heerlijkheid opkomt aan de oostelijke horizon van de hemel; de Mesektet Boot wordt ze genoemd in de avond, wanneer Ra glorierijk de portalen binnengaat van de Duat, waar de berg Manu zijn pieken verheft tegen de westelijke hemel.
Aan de westelijke horizon ligt de berg Manu en aan de oostelijke horizon de berg Bakhu; groot en kolossaal zijn zij; hun kruinen verheffen zich boven de aarde en de hemel rust op hun toppen. En op de hoogste piek van de berg Bakhu woont een slang; dertig cubiet is zij lang en haar huid is van vuursteen en glinsterend metaal. Zij bewaakt de berg en de Grote Groene Wateren en niemand kan haar passeren behalve Ra in zijn Boot.
's Avonds daalt Ra in al zijn majesteit neer aan de Westelijke horizon, naar de portalen van de Duat bij de kloof van Abydos. Prachtig is de Mesektet Boot, schitterend haar versieringen en haar kleuren zijn als amethist en smaragd, jaspis en turkoos, lazuli en goud.
Bij de Kloof van Abydos wachten eenige goden om de Boot in gereedheid te brengen voor de tocht door de Duat, het land, waar nacht en diepe duisternis heersenen. Ontdaan is de boot van haar pracht, kaal en zonder glans is ze, wanneer ze de portalen van de Duat passeert en in de boot ligt het lichaam van Ra, levenloos en dood. Dan nemen de goden de lange sleeptouwen; langzaam glijdt de Boot langs de rivier.
De poorten van de Duat worden ver opengeworpen en de twaalf godinnen van de nacht nemen haar plaatsen in op de Boot om ze te leiden door de duisternis en de gevaren van de Duat; loodsen van de rivier zijn zij en zonder haar zou zelfs Ra er niet ongedeerd over kunnen varen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten