Pagina's

donderdag 25 juni 2009

De ontsluiering van de 72 geheimen van de jongste god.

De jongste god was, toen ze nog mens was, lang in de leer geweest bij de oudere goden. Ze had kennis genomen van een traditie met een gouden historie. Ze had als mens veel van de oude goden geleerd en ze had zoveel mogelijk kennis en materiaal verzameld en was daardoor haar mens zijn snel ontstegen en uitgegroeid tot de jongste god. 72 geheimen waren haar verteld en gegeven. Eigenlijk had zij als opdracht om deze zaken door te geven, zodat zoveel mogelijk lagere goden en leerlingen en profane mensen zouden kunnen profiteren van deze kennis en materialen. Dat was immers de opdracht van de hogere goden aan een jonge god.


De hogere goden had al lang geleden besloten om te delen en hun tegoeden aan kennis en materie te verspreiden over een aantal personen, welke als opdracht hadden om dit verder in de wereld te verdelen. Zodat iedereen via wat hulp en de goede kennis kon verworden tot een jonge god. Dit was besloten, door een raad van wijze goden, zodat uiteindelijk iedereen zou eindigen op het goddelijk plan.

Echter de jongste god had het niet helemaal goed begrepen, daar zij voor haar eigen had besloten om de geheimen en mysteriën, haar medegedeeld, door de hogere goden, voor zichzelf te houden. Dit terwijl deze geheimen bestemd waren om door haar te worden ontsluierd. Ze had als taak en opdracht, deze geheimen en mysteriën te vertalen, ten behoeven van de mensen, zodat zij op eenvoudige wijze kennis konden vergaren om tot grote groei te komen.

De jongste god was een hebberige god en vergaarde zoveel mogelijk van wat er te vergaren viel. Ze verzamelde en verzamelde. Soms maakte ze zich dingen eigen die niet eens bij haar thuis hoorden. ze vergaarde zelfs zaken die al aan anderen waren medegedeeld, om te verspreiden, in het aan hun toebedeelde deel van het universum.Ze was zo hebberig dat ze zich reeds had toegeëigend. Aan de wereld deed ze geloven dat het allemaal haar eigen verdienste was. Ze verbond dit aan haar ster

Toen zij voldoende had verzameld, besloot ze om haar kennis te verzegelen, zodat geen enkele potentiële god, of mens hier bij kon komen. Slechts mondjes maar deelde ze haar gaven uit. Slecht in kleine delen, bracht ze dat wat ze te geven had naar buiten. Ze was zo bevangen door haar hebzucht en door de macht die ze had verkregen, van de hogere goden, dat ze was vergeten waarvoor ze was aangesteld. Ze deelde wel, maar niet op de wijze die haar was verteld. Diegene die zich verbonden aan haar ster, moesten daar iets tegenoverstellen.

De hebzucht van deze nieuwste god was groot, zelf zo groot, dat ze veel achterhield. Omdat ze wist dat als ze zo weinig mogelijk uitgaf ze er zoveel mogelijk profijt van zou hebben. Ze wist dat ze de goden in wording op deze wijze aan zich zou binden. Zo kon zij zich volledig voeden aan hun energie en aan hun materie. Ze deed dit opdat de ster van nieuwste god nog meer zou gaan stralen. Dat ze een stralende nieuwe god was, verbonden met de sterren, dat liet ze aan iedereen weten. Het lag immers in al in haar naam besloten.

Omdat ze bang was, dat brutale goden in wording, de aan haar geven kennis en materie toch in handen zouden krijgen, of dat de mensenkinderen dit zouden doorgeven aan hun broeders en zuster, wat ook eigenlijk in de lijn der bedoeling van hogere goden lag, besloot ze om de aan haar gegeven schatten te verzegelen. Ze verzegelde ze zodat niemand, zonder haar toestemming, zich kon laven aan deze goddelijke kennis. Ze zorgde dat alles, wat zij ontvangen had gecodeerd werd, zodat ze altijd kon nagaan, dat als iemand wel gesnoept had, zij dan bestraffend kon optreden, als een boze schikgodin. Daarnaast besloot ze, dat de haar geven kennis en materie hermetisch opgesloten moesten worden, in een deel van het universum, waarvan zij dacht dat het alleen door haar toegankelijk was.

Trots was ze hier op. Zij had er immers voor gezorgd dat wat haar was toegekomen ver weg was geborgen en dat het bovendien veilig was beschermd, zodat niemand lager dan zij er toegang tot had. Zodat zij alleen heerste over het goddelijk erfgoed. Toegang was alleen verkrijgbaar via haar of via een geheime code, waarmee zelfs lagere goden en mensen in hermetische ruimte konden. Dat laatste, daar had ze geen rekening mee gehouden. Ze dacht dat passage alleen via haar zou verlopen.

Op een dag was een mens, een priesteres, in opleiding tot jonge god, zo nieuwsgierig geworden, dat ze overal op zoek ging naar kennis, omdat ze had begrepen dat het in de lijn der bedoelingen lag, van de oudere goden, dat hun gaven zouden worden gedeeld. Al gauw zag de priesteres de ster van de jongste god gloren. Ze dacht, dat ze, zoals het bepaald was door de goden, hier haar eigen licht aan kon opsteken. Al gauw begreep ze dat deze jonge god op een merkwaardige wijze haar verkregen kennis en goederen verdeelde. De priesteres zag dat er helemaal niet werd verdeeld en dat er niets kon worden verkregen. Ze zag enkel hebzucht.

Ze zag dat de jongste god zich had verbonden aan een zwarte god, waardoor het licht van de jongste god ook heel anders straalde. Het was het licht van een schitterende, donkere, zuigende ster en een luister van zelfgenoegzaamheid. De jongste god had haar duistere schijnsel keurig verborgen, achter haar van oorsprong goddelijk stralende licht. Als je heel goed keek zag je dit. Het duistere schijnsel werkte als een baken, waardoor ze veel jonge goden en mensen in wording aantrok en aan zich bond. Helaas was dit samengestelde licht zo verstrekt, door de zwarte god, dat de meeste mensen in opleiding, het zwarte meer niet zagen. Zij zagen slecht een schitterende sterrenlicht.

De priesters had al een aantal keren gevraagd aan de jongste god, of ze haar inzichten wilde delen en of ze toegang mocht verkrijgen tot de hermetische ruimte, met kennis en antwoorden op de mysteriën. Echter de jongste god hield de boot af. Ze zag het talent van de priesteres en had deze wel erkend, maar wilde er niets van weten. De jongste god besloot de priesteres, jongste god in wording, te behandelen als en mens in wording. De jongste god gaf de priesteres enkel toegang tot het voorportaal, waar slechts zichtbaar was wat er zich in de hermetische ruimte bevond.

De jongste god had hiertoe besloten, omdat ze in de priesteres een groot gevaar zag. Ze was bang dat als deze priesteres, eenmaal tot jongste god was verworden, haar ster sterker en stralender zou stralen dan haar ster. Bovendien was ze bang dat de priesteres, als jonge god, kennis en materie zou gaan uitdelen, zonder hiervoor iets terug te verlangen. Hierin schuilde een groot gevaar, want de jongste god zou daardoor haar macht en aanzien verliezen.

De Jongste god was door haar hebzucht helemaal vergeten dat goden ieder een eigen deel van het universum bedelen, ze had dus eigenlijk niemand hoeven vrezen. Daarom had de jongste god besloten dat alles met voorzicht, geveinsde liefde en zorg werd uitgeven aan haar volgelingen.

De priesters was teleurgesteld in de jongste god. Zij had immers niet verwacht dat de jongste god zich had gekeerd tegen het oorspronkelijke goddelijke plan. Ze sprak er over met goden in wording en met priesters en mensen. Die zagen het probleem en ze zagen haar oprechte interesse en de wil tot delen. Vanuit het grote goddelijke plan werd toen besloten, dat de priesteres, in de tempel van Salomon, waar zij als priesteres een deel van haar opleiding genoot, een sleuteldrager zou ontmoeten.

Ze kwam tijdens een maal aan tafel de sleuteldrager tegen en sprak ook een priester, die in het verleden ook al eens de ster van de jongste god had zien gloren. Al ras had hij bemerkt dat hij niet die gegevens kreeg welke hij hem deelachtig waren. Maar omdat hij ook sleutelbewaarder was, van ander bepaald hermetisch afgesloten deel van het universum, welke hij wel openstelde, voor zij die waarlijk wilden leren, wist hij waar de jongste god haar zaken gecodeerd had verborgen en versluierd.

Hij vertelde de priesteres, dat de kennis van de Jongste god kinderlijk eenvoudig toegankelijk is, zelfs voor mensen en lagere goden. Eigenlijk zelf zo gemakkelijk, dat als je de code hebt verkregen, de 72 geheimen in 10 tallen tot je komen. De priesters was zeer verast: ”maar hoe kan dit", sprak zij. Waarop de sleutelbewaarder haar antwoordde dat de oorzaak lag in de hebzucht van de jongste god; dat zij zelf de gegevens had gecodeerd en dat zij ze zelf in de hermetische ruimte had ingebracht, omdat ze haar kennis eigenlijk wilde beschermen tegen nieuwsgierigen en tegen zij die wilden delen.

De jongste god had nog steeds de wet niet begrepen, dat hoe zwaarder je iets afschermt en hoe meer je codeert, hoeveel te gemakkelijker het toegankelijk is, voor diegenen die je vreest. Het verkrijgen van de toegangscode en het vinden van de hermetische ruimte, is slechts datgene wat nodig is om inzicht te verwerven in de versluierde 72, in bewaring gegeven, geheimen van jongste god.

De priesteres toog daarop naar de hermetische ruimte. Door iets te geven verkreeg zij de toegangscode tot de hermetische ruimte. Zij kon beschikken over de 72 geheimen van de jongste god. Vanaf nu kon ze zolang als ze wilde kennisnemen van wat de Jongste god had verborgen. Ze kon het bijna niet geloven, toen ze werd geholpen door een bediende van de 0udste goden. Ze werd zeer vriendelijke bejegend. Ze hadden haar al lang verwacht, omdat de sleutelbewaarder reeds de kennis van de toegangscode had verkregen en het in de lijn der bedoelingen lag dat zij het geheim zou ontfutselen van de jongste god.

De 72 geheimen werden door haar ontsluierd, zodat ze snel zou opstijgen tot jongste god. Opdat de priesteres, de taak welke niet volvoerd werd door een jonge god, kon vervolmaken. De jongste god die had zich immers al lang geleden verbonden met de zwarte god, welke heerste over een dood rijk. Het geschiedde op deze wijze. Zodat alles toch nog tot vervulling en vervolmaking kwam.

De 72 geheimen nam priesteres met zich mee en deelde ze met liefde en met haar hart uit, aan hen die waarlijk wilden weten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten