Als we magie willen bestuderen is het nuttig om te weten wat magie is. Waar komt het vandaan? Is het praktisch? Wat kan ik er mee en waar komt het woord magiër eigenlijk vandaan?
We horen, spreken en lezen vaak over magie, magiërs, de magische lantaarn, het magische bord en de “Magische Berg”, een pretpark in Los Angeles.
Ook is magie verbonden met de gedachte dat je het vooral kan gebruiken om dingen te verkrijgen en naar je toe te trekken, die je op normale wijze niet had verkregen. of het wordt gebruikt om mensen te beïnvloeden of dingen te laten doen die buiten hun normale wil om niet zouden hebben plaatsgevonden. Of om genezingen af te dwingen, maar werkt magie echt zo? Is dit wel magie en is het zo bedoeld?
Magie speelt ook een belangrijke rol in verschillende religies, in het sjamanisme, in oosterse gevechtssporten, in Esoterische healingen, of overal waar wondere gebeuren. Ons beeld over magie is ook mede bepaald door Hollywood en de film industrie.
Rond Kerstmis horen we over “de drie Wijzen uit het Oosten”, ook bekend als de “Magus” of “Magiërs”, die een ster volgden tot Bethlehem om hun respect te gaan betuigen aan het kindje Jezus. Ze brachten goud, wierook en mirre mee als geschenken.
Laat ons magi een opzoeken in het woordenboek. “Magus”, meervoud Magi [Latijn voor het Grieks “Magos” – meer als magie]
a: lid van een overgeërfde priesterschap bij de oude Meden en Perzen
b: vaak met een hoofdletter; een van de traditionele drie wijzen uit het oosten die een eerbetoon brengen aan het kindje Jezus. B
c: Magiër, tovenaar (Webster New College Dicitionary).
Een encyclopedie vertelt meer: “volgelingen” van Zoroaster, de Perzische onderwijzer en profeet. Gaandeweg nam het geloof van de Magus Babylonische elementen over, inclusief astrologie, demonologie en magie. (Funk & Wagnall’s New Encyclopedia, 1983)
Het woord “Magi” is hierdoor verwant met de leer van Zarathoustra.
Het is “Maga” in het “Schrift” van Zarathoustra. “Maga” in de Avesta, en “Magha” in het Sanskriet werd afgeleid van “maz/mah” wat betekent; “groots, grootmoedig, vrijgevig, edelmoedig”. Maga/magha betekent; “grootheid, grootmoedigheid, vrijgevigheid”. Het adjectief is magavan/maghavan; “groots, grootmoedig, vrijgevig, edelmoedig”. Het adjectief in Sanskriet wordt meest gebruikt ter ere van Indira, de Rigvedische goden der wolken en regen, die “vrijgevig” genoeg waren om rijkdom te brengen bij de Vedische Ariërs door de droogte te verdrijven.
Zarathoustra gebruikt Maga voor het Broederschap dat hij ontdekte door zijn bestaande filosofie en “Magava” voor elk lid van de Magnanimity”. De twee woorden – Maga en Magavan – werden acht keer vernoemd in “De Gathas” (Maga: lied: 2:11, 11:14, 16:11, 16:16, 17:7 (twee maal), en Magavan: 6:7, 16:15) Zarathoustra noemt zijn Maga “maz, groots” in twee Gathische coupletten. Maz Maga, de Grote Grootmoedigheid, Groots Broederschap (2:11 en 11:14).
De essentie van de bovenstaande coupletten is dat het Grote Broederschap gebaseerd is op zijn kleinste onderdeel – familie – eenheid vormend in “wel en wee”. De onderdelen verenigen om de volledige levende wereld te omvatten. Het onderwijst stralend geluk dat iedereen bereikt. Iemand die rechtvaardigheid consulteert, zijn gezond verstand gebruikt en een leven leidt in vooruitstrevende vrede, is bevoegd om een lid te zijn van het Broederschap.
In het begin bidt Zarathoustra tot Ahura Mazda om hem te leiden om zijn nieuw ontdekte Broederschap te verspreiden. Later wordt hij bijgestaan door Koning Vishtaspa en zijn schrander team en het werk om het “Grootse Broederschap” te promoten wint een enorme voortstuwende kracht. Zarathoustra’s grootste wensen worden waar wanneer hij het Broederschap ver en wijd ziet groeien.
In het westen waren de professionele priesters van de “ Midden-landen” slim genoeg om hun stand te behouden (“stam” in de woorden van Herodotus), en tezelfdertijd noemden ze zichzelf Magu, de Midden/Oud Perzische uitspraak voor Magava(n). Magu (Magush als enkelvoudig mannelijk nominatief) is ver-Griekst tot Magos met Magi als meervoud.
Het woord “Magie” en andere verwanten, verkregen uit Magu, tonen aan hoe hooggeleerd en vooruitstrevend de Magi waren in hun kennis en vak. Ze deden niet-Iranezen zich vragen stellen en de indruk krijgen tovenaars aan het werk te zien. Dit kon gebeuren met alle conservatieve mensen wanneer ze de moderne wetenschappelijke voorzieningen gebruikt zien door vooruitstrevende mensen.
Met de naam van de Magi’s in hun achterhoofd, eigenden alle priesters van Babylonië en Assyrische priesters van andere overtuigingen – allen eeuwen dienend in het grote Perzische Keizerrijk – zich de naam “Magi” toe. Het is gemakkelijk om de rest van de gebeurtenissen te begrijpen, zelfs de Drie Wijzen waarover verteld wordt dat ze hun respect gingen betuigen aan de nieuw geborene “Jezus”. Iedere Magus in wat we het Midden Oosten noemen was niet Zarathoustrisch. Hij was enkel een priester. Zelfs het eigenlijke woord “priester” afgekort van “presbyteros”, letterlijk “ouder”, werd oorspronkelijk gebruikt voor “een lid van het bestuur van de vroege Christelijke kerk”. Vandaag hebben de meeste religieuze ordes – inclusief Traditionele Zoroasters – “priesters” aan zichzelf. We hebben nog enkele voorbeelden in Guru, Yogi en Mogul.
In het geval van de onbevlekte onvangenis van Marie, zou het Zarathoustrische Magi kunnen geweest zijn, omdat in deze tijd het geïnstitutionaliseerde Zoroastrisme de miraculeuze geboorte afwachtte van “Saoshyant” uit een maagdelijke schoot. De vroege Christenen, hoogstwaarschijnlijk niet-Joden, vonden zo een manier om hun verhaal te linken aan de Magi in het Oosten. En, wie weet, sommige van de ongeduldig wachtende Magi aanvaardden Jezus als de redder wanneer ze hoorden over zijn maagdelijke geboorte!
De Midden “Magu” overleefden in de Pahlavi geschriften van de Sassanische dagen: Magh/mogh en magog (priester), magaah (priesterschap), magopat (mobed-priester), Magopataan magopat (Mobedaan mobed – hogepriester). Het woord “magopat”, letterlijk “magu-meester” toont aan dat de priester het “ Hoofd van het Broederschap” was, een normale evolutie van het Broederschap en diegenen die het stuurden.
Het Arabische “Majas” komt voor in de Koran. Het zegt: “Kijk! Al diegenen die geloven (Moslims), en diegenen die Joods zijn, Sabeans, Christenen, en de Magiërs [alle vier tezamen gerekend als “ de Mensen van het Boek”], en diegenen die in meerdere goden geloven. Kijk! Allah zal beslissen onder hen op de Dag van de Verrijzenis (22:17)”.
De Armeense taal heeft mogh (Zoroastrisch, Zoroastrische priester) en mobed (Zoroastrische priester). Het woord “mogh” beslaat een hoge positie in de Perzische poëzie, vooral in de “Divaan of Haafez of Shiraz” (ca. 1324-1391 CE). Par-Moghaan, de Zoroastrische hogepriester, is een inspirationele gids voor de meester-poëet waarvan gezegd wordt dat hij de Koran uit zijn hoofd kent en daarom “Hafez” genoemd wordt. Er mag hier toegevoegd worden dat de term ook “zingende poëet” betekent in het Perzisch, een term die meer past bij wat Hafez was met zijn aanhangers bij het koninklijk gerechtshof. Zijn naam was Shams al-Din, “de Zon van het Geloof”, een naam door zijn ouders gegeven aan een baby die opgroeide tot een levendige liberaal. Zijn beroemde couplet:
Az aan be deir-e Moghaanam aziz mi-daarand
Ke aatashi ke namirad hamisheh dar del-e maast.
Vertaling: Ik wordt hoog gehouden in de Magische Tempel omdat het eeuwig brandende vuur in mijn hart is.
Als extra informatie wil ik hier nog aan toevoegen dat het bezoek door de Magi (de drie wijzen) enkel in de Mathews uit de vier Gospels vernoemd wordt, en dat ze van het “Oosten naar Jeruzalem” kwamen en “vertrekkend vanuit hun eigen land”. Later werd de term “Magi” minder bekend en werd het vervangen door “wijzen”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten