Tussen Midzomer en de Herfstequinox wordt op 1 augustus een Oogstfeest gevierd.
Lammas wordt ook wel Lughnasadh genoemd en is het feest van de oogst. Lughnasadh is de inleiding naar de herfst en kondigt het einde van de zomer aan. Al valt Lughnasadh in de warmste tijd van het jaar, het feest markeert de tijd dat de dagen duidelijk korter worden. Net als Imbolc (ploegfeest) en Ostara (zaaifeest) is dit een landbouwfeest, we vieren de grote oogst
.
De herfst kent 3 oogsten, Lughnasadh is de eerste, de tijd dat het eerste graan geoogst wordt. Het feest is genoemd naar de Keltische god Lugh, de God van het licht en wijsheid. De traditie van dank zegging voor het brood is afkomstig van deze eerste oogst en werd door de Christenen "loaf mass" genoemd, oftewel Lammas.
Het is het feest van overvloed en weelde. Maar ook staan we weer stil bij de herfst die onherroepelijk binnenkort zijn intrede zal doen. Symbolisch gezien volgen we de landbouw door van wat we dit jaar gezaaid hebben nu "onze vruchten te plukken".
De tijd is aangebroken om, na al dat harde werken van de vorige maanden volop van de vruchten te genieten. Het is de tijd van uitrusten en genieten van de zon ook, van lekker luieren en energie opdoen voor de komende donkere periode. Lammas is de tegenhanger van Imbolc op het jaarwiel.
Lughnasadh is een tijd van transformatie. De graan koning offert zich op en wordt getransformeerd naar de levensbrengende overvloed van de oogst. Ook vruchtbaarheid blijft een van de speerpunten van dit feest, alsmede de dood van degod Lugh, de Keltische zonnegod (symbool voor het korter worden der dagen).
Tijdens Lughnasadh staan we stil bij wat we bereikt hebben en zijn dankbaar voor wat we hebben. Het is tijd om anderen te laten delen in de overvloed en datgene te oogsten wat we eerder hebben gezaaid, zowel positief als negatief.
De mensen waren de hele dag druk met het binnenhalen van de eerste oogst en 's avonds werd dat gevierd. We eren bij deze sabbat de moeder voor haar gaven en vragen om steeds voortdurende overvloed. Van de laatste korenschoof maakte men van oudsher een graanpop, symbool voor de moeder aarde, die men versierde met linten in de kleur Scharlakenood voor de Keltische moedergodin Cherridwen en men hing deze pop de hele winter boven de haard. Het feest staat vooral in het teken van graan en dat zie je ook terug in de rituelen en versieringen.
Lughnasadh wordt uitgesproken als "lugnasat" en is de Ierse benaming voor "Lughs feest". Lugh is de Keltische Lichtgod die zich met de donkere aarde verenigt, we gaan immers weer richting winter. Een andere naam voor de Sabbat is Lammas. Dit betekent zoiets als broodmis. Borrod als oogst (graan) en mis ook als oogst (van het Latijnse Messis waarmee het oogsten en de oogst werden aangeduid). Van origine werd het feest niet punctueel gevierd op 1 augustus maar aan het einde van de oogst, afhankelijk van de weersomstandigheden van ieder jaar. De Lammasviering van de Kerk werd in het midden van de oogst(feesten) geplaatst en ging dan vooral over het brood als gave Gods. Lammas diende op 1 augustus gevierd te worden, niet aan het eind van de oogst. Dit met het doel de aandacht van het heidense afsluitende feest te verplaatsen naar het kerkelijke feest.
in mythen over de oogst is vaak sprake van twee Goden. Zij symboliseren de afstervende vegetatie van deze oogst en het zaad voor de volgende oogst die zich in die vegetatie bevindt. De oude God wordt gedood als de vegetatie wordt geoogst, maar leeft voort in het zaad en wordt herboren in de vegetatie van volgend jaar. In oude mythen offert de "god" of koning begin augustus zijn leven om de vruchtbaarheid van het land te verzekeren en een nieuwe vruchtbaarheidscyclus op gang te brengen. Uiteraard is dit offer symbolisch. Het lammas ritueel nodigt de aanwezigen ook uit om stil te staan bij de "offers" in hun eigen leven.
Het offer van de zonnegod is terug te vinden in de graanoogst, waarbij het gouden graan, gerijpt door de zon, met de zeis 'gedood' wordt. Soms werd het laatste graan samengebonden in de vorm van een man, die De Oude Man of Graankoning werd genoemd en soms symbolisch doodgeslagen werd. Dergelijke rituele handelingen dienden ook om de levenskracht op te wekken die vooral met het graan werd verbonden. In elke graankorrel is deze kracht te vinden, maar vooral rond de laatste halmen die geoogst werden of de laatste schoven die op het veld bleven staan, bestonden gebruiken om deze kracht te activeren.
.
Vaak kreeg de laatste schoof een naam en moesten er bepaalde handelingen mee verricht worden. Soms werd de laatste schoof verbrand en werd de as voordat men in het vroege voorjaar weer ging zaaien, over de akkers gestrooid. Meestal werd een deel van de laatste graankorrels door het nieuwe zaaigoed verwerkt om de levenskracht van de oude oogst op de nieuwe vegetatie over te brengen.
Deze Graankoning werd in sommige delen van Europa ook feestelijk het dorp binnengehaald om er te overwinteren in de schuur. Tijdens de volgende lente werd hij opnieuw naar het veld gebracht om zijn taak weer op te nemen. Niet alleen moet het graan dienen om de mensen te voeden tijdens de koude wintermaanden, maar ook als zaaigraan voor het volgende jaar.
De thematiek van dood en wedergeboorte duikt hier dus opnieuw op. Pas als de God sterft, zal de winter kunnen overwonnen worden en zullen de gewassen het volgende jaar weer kunnen groeien. Lughnasadh is daarom niet alleen een eerbetoon aan de geofferde God, maar eveneens een vruchtbaarheidsfeest. Het zaad dat geoogst wordt, zal immers opnieuw de aarde bevruchten. Opvallend is dat negen maanden later, met Beltain, de jonge God opnieuw geboren zal worden.
Het offer van de God is geïnspireerd op het oeroude geloof dat de goden sterfelijk waren. Een God kon veel beter sterven op het hoogtepunt van zijn macht, dan langzaam af te takelen en te zwichten onder de kwalen van de ouderdom. Vandaar dat ook koningen en krijgsheren verkozen in de strijd te sterven. De dood in de bloei van het leven garandeerde ook dat de ziel krachtdadig aan een nieuw leven kon beginnen, nadat hij het lichaam van de stervende had verlaten.
Deze regel gold vooral voor de Koningen, die regeerden dank zij hun goddelijke status. Als zij een natuurlijke dood zouden sterven, zou het land ten onder gaan. Het lot van het land was immers verbonden met de macht van de Koning. Mocht die macht wegkwijnen, dan zou ook het land aftakelen.
In vele gevallen werd de koning zelf gedood, maar in bepaalde culturen werd een vervanger aangesteld die het lot van de koning moest ondergaan. In Babylonië gebeurde dit rituele offer jaarlijks bij de heraanstelling van de koning. Tijdens het offerfeest werden de rollen van meesters en knechten omgedraaid en bedienden de leiders hun dienaars. Een terdoodveroordeelde werd in koningskleren gestoken en mocht gedurende vijf dagen het leven van een vorst leiden. Op het einde van de vijfde dag werd hij gedood.
Net zoals de goddelijke koningen konden regeren over een volk, zo konden goden regeren over het land en de gewassen. In de moderne heksensabbat wordt er van uitgegaan dat de hemelgod Lugh regeert over de helft van het jaar waarin de zon in kracht toeneemt. De heerschappij van de zon stopt echter met midzomer, zodat de krachten van de zonnegod op 1 augustus duidelijk aan het afnemen zijn en de tijd voor het offer rijp is.
De Graankoning was niet altijd een man. Het kon ook een vrouw zijn. De dood van de Graankoningin verwees dan naar het terugtrekken van de Korenmoeder, Demeter, uit de velden. Tijdens het Ierse Lughnasadh werden de zogenaamde Tailltean games gehouden, de spelen ter ere van de overleden voedster van Lugh, Tailte of Tellus. De zorgende taak van de moedergodin, die tijdens de lente en de zomer de gewassen had gevoed, was nu immers voorbij. Ook Maria-Hemelvaart, Op 15 augustus, herinnert er ons aan dat de Moeder van de Lichtgod (Christus) langzaam de aarde verlaat.
Hoewel in verhalen sprake is van twee Goden, zijn zij in feite één. Eén God, die elke keer opnieuw sterft maar niet doodgaat, en elk jaar opnieuw wordt geboren. Lammas vieren we als een (eerste grote) oogst-, dank- en vuurfeest ter ere van de Zonnegod Lugh (die overigens ook) een rituele dood en wedergeboorte ondergaat. Met het oogsten verdwijnt de vegetatie, om later terug te keren.
We kunnen we dit feest ook vieren door te kijken wat symbolisch betekenis er van is in ons persoonlijk leven. Wat is onze oogst (vanaf Yule tot nu), waar kunnen we dankbaar voor zijn, wat kunnen we loslaten, enz. Sterzoeker benoemt het feest overigens als Lammas en niet als Lughnasadh, gewoon omdat we het woord Lammas zo prettig vinden klinken.
Mooi verhaal. Wat zijn het tweede en derde oogstfeest?
BeantwoordenVerwijderenImbolc en samhain
BeantwoordenVerwijderen