Alle oude culturen kenden een verhaal van een Gods zoon die geboren werd om de wereld te redden, die stierf, maar die zegevierend uit de dood opstond en daarmee het kwaad en de dood overwonnen had. Deze God Mens werd met een verschillende naam aangeduid. In Egypte werd hij Osiris genoemd, in Griekenland Dionysos, in Klein Azië Attis, in Syrië Adonis, in Italië Bacchus en in Perzië Mithras.
Men zag deze verhalen niet als een historische gebeurtenis, maar als symbolisch voor een proces dat ieder menselijk wezen eens moest ondergaan, wilde men geestelijke verlichting en vereniging met God bereiken. Zij geloofden dat deze Godenzoon in het hart van de mens geboren moest worden, dat hij als in een offer moest sterven om het kwaad te overwinnen, dat hij weer uit de dood zou opstaan, waarbij de dood overwonnen werd.
In de culturen van de Oudheid was het hoogste streven om jezelf in je eigen leven god te maken. Dat deed je door het leven van de god na te bootsen. Mensen wier leven het meest leek op het mythische leven van de godheid werden het hoogst geacht. Anders gezegd was de bestaande mythologie of religie in de oude culturen maatgevend voor de waardering die aan historische gebeurtenissen wordt toegekend. Innovaties, nieuwe ideeën, afwijkende gedragingen werden in de Oudheid nooit gerespecteerd en weggedrukt in de vergetelheid omdat zij niet overeenkwamen met de mythische levens van de goden.
De goden hadden met hun eigen leven de toon gezet voor hoe de mensen dienden te leven en daarom was alleen het leven van de goden navolgenswaardig. Daarom was alleen traditie navolgenswaardig. Iedere koning en iedere priester imiteerde een facet van de godheid, die de eerste priester en de eerste koning was geweest. Iedere vrouw aan het weefgetouw en iedere mandenmaakster imiteerde de godin, die in den beginne het eerste kleed geweven had en de eerste mand gemaakt had.
Wie in staat was zijn hele leven in te richten naar het model van de mysteriegod en zo zijn leven opofferde in de cultus van die god benaderde de godheid nog het meest. Het was dus zeer loffelijk om te proberen de mythe na te leven. De mythe was als het ware een protocol waarin het ideale leven was vastgelegd.
In het Oostelijke Middellandse Zee-gebied wemelde van de mysteriegodsdiensten, waarin de mythen van de mysteriegoden door de inwijdelingen ritueel werden geïmiteerd. Alle Grieken, Egyptenaren of Semieten die ingewijd waren in de mysteriën van de een of andere god waren binnen hun mysteriecultus gestorven en opgestaan uit de dood en konden wonderen verrichten.
In al deze mythes gaat de verhaallijn over de geboorte, (schijnbare) dood en verrijzenis Het basisverhaal luidt als volgt: een profetisch woord wordt gesproken dat er een kind geboren zal worden dat de wereld zal veranderen. Er verschijnt een ster bij zijn geboorte. Wanneer de koning van deze wereld over die geboorte hoort probeert hij de baby te laten doden, maar daarin faalt hij. Het kind voert op jonge leeftijd mirakelen uit. Maar terwijl hij opgroeit begrijpt hij steeds duidelijker dat hij eens zijn aartsvijand zal moeten ontmoeten: bv Satan of seth. Onze held treft voorbereidingen om zich voor de wereld te offeren, en geeft zich zonder verdediging over om een gewisse dood tegemoet te zien. Hij wordt gedood en komt in een onderwereld waarin hij kan kiezen “door te gaan” of terug te keren. Hij komt overwinnend terug als een Meester over de Dood, d.w.z. bekleed met het eeuwige leven, om de wereld van het kwaad te bevrijden.
Eén van de mythes rond Dionysos verhaalt hoe de jeugdige god door gemaskerde Titanen gevangen genomen wordt. Dionysos is de zoon van Zeus en Semele, maar ook van Persephone (als Zagreus). . Hij wordt geassocieerd met Goden zoals Tammuz, Dumuzi en zelfs Osiris, maar ook met Jezus.
De Titanen doden de jonge god, snijden hem in stukken en roosteren hem. Zeus straft de Titanen met een bliksemschicht en Athena doet de god herleven uitgaande van de ledematen die door Demeter of Rhea (de oermoeders, de vruchtbaarheid) weer in elkaar gestoken werden.
Verschillende versies van het verhaal zijn te vinden;
-Uit de as van de vermoorde Dionysos ontsprong de wijnstok. Samen met het brood, een geschenk van Demeter, behoorde de wijn, ‘sangue della vite’ of ‘sangue della terra’ tot de belangrijkste elementen van de beschaving.
- Uit de as van de Titanen werden de mensen gevormd. Op die wijze bestaat de mensheid sinds haar aanvang uit delen van Titanen, tegen de Goden gericht, en uit goddelijke substantie van Dionysos.
- Ook is er een mythe die verhaalt dat oude god Dionysos symbolisch stierf bij het verbrijzelen der druiven, waaruit zijn bloed stroomde, maar daarna herrees als de wijn die gedronken werd op zijn feesten.
Bij de mysteriegoden liggen de tijden waarop ze geacht werden geleefd te hebben altijd ver terug in de geschiedenis. Het zijn altijd legendarische figuren, die aan het begin van de geschiedenis en het begin van de beschaving staan.
Zo werd ook het verhaal van Jezus eenvoudigweg van duizenden jaren oude heidense mythen overgenomen. Voor de Gnostieken was Jezus een mythische held, het prototype van het menselijke wezen dat zich van zijn aardse, sterfelijke zelf heeft gereinigd en de Goddelijke Mens die in zijn hart in slaap verzonken lag opnieuw tot leven heeft gebracht.
Dat de sterkste parallellen met het bijbel verhaal over Jezus juist in het gebied voorkomen waar Jezus zelf vandaan kwam is natuurlijk geen toeval; het is juist een bewijs voor de stelling dat de verhaal lijn over Jezus zijn leven in hoge mate gebaseerd was op een ouder, al bestaande verhaalpatroon dat in het Oostelijke Middellandse Zee-gebied geconcentreerd was.
Voor de vroege kerk was de cultus van Dionysos een belangrijke concurrent. De christelijke kerk was gedwongen elementen van de heidense mysteriën over te nemen: de wijn als cultusdrank, het bloed van Jezus, de lamentaties, de aanbidding van het kind, het geloof in het offer, het eten van het lichaam van god.
We kunnen dus link leggen naar Dionysos, de god van de initiaties, de god van dichters, de god van de roes en de daarbij horende drank, de god van de natuurkrachten? Begeleid door saters, met bokkenpoten en -oren en kwispel- of paardenstaarten trekt hij met zijn extatisch en gemaskerd gevolg door bos en woestenij om de komst van het voorjaar aan te kondigen.
Ook kan er verband worden gelegd met Lammas feest, ook wel Lughnasadh genoemd. Het graan was dan rijp en moest worden geoogst en hierbij stond ook het offer centraal.
De koning die geofferd werd met Lammas is een heel oud thema wat op verschillende manieren werd uitgevoerd, ooit zeer zeker ook letterlijk.
De relatie tussen het graan en de Koning is zo dat hij het brood is wat ervan gebakken wordt. Daar zien we de communie gedachte terug bij de katholieken die in hun hostie het lichaam van Christus zien. Transsubstantiatie heet dat met een moeilijk woord. De Wijn het Bloed en het Brood het Lichaam.
De betekenis was dat hij zich net als Osiris “gaf aan het Land” ( wat Soeverein is en de Godin voorstelt) en zo de voortgang van het leven waarborgde door zich te offeren. Zijn bloed en lichaamsdelen werden dan verspreid over de akkers.
Later werd dit een symbolische daad en werden dieren gebruikt voor dit doel.
De (magische)kracht die uitgaat van dit offer is groot. En de geloofwaardigheid van een Koning die zover ging werd hierdoor aan getoond. Het Land is hier de Godin, zij die zorgt voor de overvloed.
Precies dezelfde thema’s vinden we in oudere verhalen en mythes terug. De thema's die het leven van Jezus en de andere genoemde goden beheersen komen echter voor op alle vijf de continenten, en wel in de folklore en godsdiensten van de meest primitieve volksstammen tot de hoge beschavingen van China en India.
Hieruit zouden we kunnen concluderen dat de thema's in kwestie in oorsprong universeel zijn en dat de groep Voor-Aziatische mysteriegoden - Jezus, Osiris, Tammuz, Adonis, Attis, Dionysus - een gespecialiseerde versie van deze universele mythologie zijn.
Herodotus stelt Osiris gelijk aan Dionysos: hun riten waren sterk aan elkaar gelijk. Osiris sterft jaarlijks en verrijst weer: hij is het goddelijk beeld van het graan dat wordt gezaaid (onder de grond) en weer als nieuw leven ontkiemt.
Ook in de Egyptische mythe van Isis, Osiris en hun zonen Horus en Seth speelt de gedachte van de wedergeboorte. De Griekse geschiedschrijver Plutarchus (±46-120 noj.) verhaalt over Osiris, de god van leven en dood het volgende: Osiris wordt door de fatalistische Seth in een kist gelokt en drijft al stervende op de Nijl naar Byblos, om aldaar te worden gevonden door zijn zus en gemalin Isis. Tijdens haar afwezigheid snijdt Seth het lijk in 14 stukken. Isis die bij haar terugkomst de stukken verzamelt vindt echter de fallus niet terug. Maar Isis, de toverrijke, voorziet hem van een nieuwe oprijzende fallus, en uit het zaad wordt het nieuwe leven, Horus, wedergeboren
Dionysos staat symbool voor de onsterfelijkheid. Als eerstgeborene wordt Dionysos geïdentificeerd met het androgyne oerwezen Phanes: de tijdloze schepper van alles wat bestaat. Hij is zowel de gedode als de weer herrezen god of natuur. Tekenend is de eeuwigdurende jeugd die wordt begrepen als de wereldziel. Als wijngod wordt hij ook wel de Liber pater genoemd, omdat de wijn de geesten vrij maakt. Tevens wordt hij vergeleken met de Bijbelse figuur Mozes en zoals wij al schreven met de Egyptische doden God Osiris. In Bacchus prefigureert zich de latere Christusfiguur die ook met wijn en sterven wordt geassocieerd. De katholieke rituelen weerspiegelen de oude mysteriën.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten