De geschiedenis van Egpte kent veel bijzondere mensen, waarvan Imhotep meteen in onze gedachten komt, als we denken aan mensen die bijzondere prestatie hebben geleverd op gebied van architectuur en het construeren en ontwerpen van bouwwerken in oudheid. Imhotep zijn gedachtegoed heeft op vele vlakken invloed gehad. Hij moet een man geweest zijn met een brede begaafdheid, dat blijkt wel uit de dingen die over hen bekend zijn.
Imhotep was ca. 2655-2600 v.Chr. vizier van farao Djoser, de tweede farao van de derde dynastie van het Oude Rijk in de Egyptische Oudheid. Naast vizier was hij ook architect, raadgever van de farao, schrijver van medische werken en hogepriester van Ptah en Ra. Door zijn genialiteit kon hij zich van burgerman opwerken tot belangrijkste man na de Farao's en zelfs tot Godheid!
Imhotep is het beste bekend als vizier en "bekijker der werken" van farao Djoser. Hij ontwierp de trappiramide van Djoser. Een gigantisch complex met daarin allerlei religieuze / koninklijke bouwwerken voor het eerst uitgevoerd in steen.
Rond 2630 v. Chr. (derde dynastie) hadden de farao's grote welvaart vergaart en oefenden ze absoluut gezag uit over hun onderdanen. Rond deze tijd werden ze ook als levende goden beschouwd door hun onderdanen. Farao Djoser wou als eerste ook zijn graf belangrijker maken dan die van de rest. Zijn graf werd het symbool van onsterfelijkheid. Daarom gaf hij zijn vizier (Imhotep) de opdracht om een grafmonument te bouwen dat zou uitsteken boven die van anderen.
Imhotep koos voor een ontwerp waarbij zes geleidelijk kleiner wordende mastaba's op elkaar werden gebouwd. Hij maakte ook voor het eerst gebruik van steen in plaats van kleisteen, dit was zeer bijzonder voor die tijd. Het uiteindelijke resultaat werd bekend als de trappenpiramide. Dit drukt ook de spirituele functie uit - een trap via welke de koning bij de zonnegod kon raken.
Van de honderden faraos die over Egypte hebben geheerst, heeft de regering van farao Djoser verreweg de grootste betekenis gehad. Deze farao leidde een periode van 500 jaar in waarin Egypte tot bloei zou komen. Een toepasselijke benaming van de regeerperiode van farao Djoser (ca. 2630-2611 v. Chr.) is Piramidentijd, want de geestelijke en technische prestaties van het Egyptische volk komen nergens treffender tot uitdrukking dan in de piramiden die toen werden gebouwd.
In de Late Tijd (ca. 650 v. Chr.) blijkt het belang van het bouwwerk uit restauratie. Deze grote waardering en eeuwenlange verering heeft Djoser niet te danken aan het herstellen van de rust en ook niet aan militaire successen. Men zag hem als de uitvinder van monumentale bouwwerken in steen. Deze verdienste deelt hij met de architect, opperbouwmeester en geleerde Imhotep.
Djoser en Imhotep hebben de gehouwen steen als bouwmateriaal ontdekt en daarmee voor het eerst monumentale bouwwerken opgericht. Met welk materiaal kon men immers beter de huizen van de eeuwigheid – de graven van de farao’s – bouwen dan met onvergankelijke natuurstenen? In de eeuwige stenen bouwwerken brengt de vergoddelijkte farao hetzelfde tot uitdrukking wat hem bij de troonsbestijging tijdens zijn leven was opgedragen, namelijk het handhaven van de door de goden geschapen wereldorde door middel van rituele handelingen en plechtigheden.
Dat verklaart waarom Djoser zijn eigen grafcomplex en piramide als zetel voor het hiernamaals liet oprichten. Alles aan de piramide van Djoser wijst erop dat het ontwerp, de organisatie en de bouw zeer zorgvuldig zijn voorbereid en uitgevoerd. Hoeveel mensen er aan hebben gewerkt is moeilijk in te schatten, maar economisch gesproken kon Egypte dergelijke projecten aan
Imhotep werd geboren in een burgerfamilie, maar klom door zijn intelligentie op en diende o.a. als hogepriester van de god Ptah. Volgens een mythe, die lang na zijn dood ontstaan is, zou hij de zoon van Ptah zijn geweest bij een sterfelijke vrouw, Chredoe-anch of Kheredu-ankh, die later tot halfgoddelijke status werd verheven omdat zij een dochter van Banebdjedet zou zijn geweest.
Naast priester was Imhotep ook architect, schrijver en medicus en door die brede ontwikkeling wordt hij wel beschouwd als het eerste genie ter wereld (of de eerste homo universalis).
Imhotep bleef ook na zijn dood bekend en zijn roem steeg zelfs met het verstrijken der eeuwen. Ca. tweeduizend jaar na zijn dood werd hij zelfs tot god verklaard. 300 Jaar v C. werd hij door de Griekse overheersers (Ptolomea) tot volwaardige Godheid verheven. Hij was slechts een gewone burger die niet tot de adel behoorde. Desondanks dit feit onstond er een cultus rond zijn persoon die tot meer dan 2.000 jaar na zijn dood intensief gepraktiseerd werd. Hij zou een zoon van de god Ptah zijn.
Imhotep werd de schutspatroon van de geneeskunde en de stichter van de Egyptische Geneeskunde en de hogere kennis en het schrijven. Vanwege zijn kennis van de schrijfkunst werd hij ook verbonden met de god Thoth en door zijn kennis van de geneeskunde stelden de Grieken hem gelijk met de god Asklepios, de grieks god van de geneeskunst. In de tempel van Kom Ombo werden eeuwen na zijn dood afbeeldingen van medische instrumenten volledig aan hem gewijd.
Hij blijkt ook de auteur te zijn van de zogenaamde Edwin Smith papyrus, die anatomische observaties bevatte, beschrijving van kwalen en behandelingen. De overgebleven papyrus is waarschijnlijk rond 1700 v.C. geschreven, maar blijkt een kopie te zijn van de originele tekst die 1000 jaar ouder is. Imhotep propageerde het voelen van de pols als één van de belangrijkste onderzoeken.
In 1862 ontdekte Edwin Smith (1822-1906) in Egypte, papyrusrollen die dateerden van 1600 v.C., waarin verschillende referenties genoteerd staan over de kunst van het palperen en uiteraard ook over de pols. Hieruit bleek dat de oude Egyptenaren de oorsprong van de pols kenden evenals de pompende functie van het hart. Zij waren de eersten om te stellen dat lucht en bloed in het hart kwamen, en dat het hart ze daarna naar de rest van het lichaam verdeelde.
De pols vermeld op de papyrusrollen die Smith vond. De vondst van Edwin Smith beschrijft de volgende observaties over de pols en zijn relatie met de hartslag: "... het onderzoek is net alsof iemand een zekere hoeveelheid telt met een bushel, of iets telt met de vingers ... zoals het meten van de kwaal van een man met als doel de actie van het hart te kennen. Er zijn kanalen in het hart naar elk van de ledematen. Als nu de priesters van Sekhmet of eender welke arts zijn hand of zijn vingers legt op het hoofd, de twee handen, de twee voeten, dan meet hij het hart, omdat de pulsaties te voelen zijn in ieder lidmaat. Het meten van een hart heeft als doel indicaties te herkennen die erin zijn opgetreden, met de bedoeling te begrijpen wat er juist gebeurde.' De Therapeutic Papyrus of Thebes meldden: 'Indien de arts zijn vinger plaatst op het hoofd, de nek, de armen, de voeten of het lichaam, overal zal hij het hart vinden, want het hart leidt naar ieder lidmaat en klinkt in de vaten van ieder lidmaat."
Sommige onderzoekers stellen dat Imhotep de bijbelse Jozef, zoon van Jakob en onderkoning van Egypte was! Imhotep, wat betekent (Oudegyptisch Jj m ḥtp *jā-im-ḥatāp "Die in vrede komt", ook Immutef, Im-hotep, of Ii-em-Hotep, Oudgrieks Imuthes (Ιμυθες)) was de meest geliefde vizier van heel Egypte. Een ambt waar hij aan de basis van ligt. Zijn naam en titels, die kunnen gevonden worden op monumenten in Egypte, geven te kennen welke hoge positie hij als niet-koninklijke Egyptenaar bezat: hij was Opzichter over de Zieners wat hem verbindt met de ziener-priesters van On; verder was hij onderkoning, de Eerste voor de Koning, Architect.
Titels en functies die deze intelectueel en wijsgeer bij leven en daarna gedragen en vervuld heeft; Architect, Schrijver, Visier, Hogepriester, Geneesheer, Poëet, Philosoof, Astroloog, Opperheer der Steenhouwers, Opperheer der Timmerlieden, 'Grote Meester van het paleis', 'de Erfprins', en Godheid!
Zijn mummie is nooit gevonden! Men denkt dat graf nr 3.518 bij Saqqara mogelijk van hem is. Verschillende afbeeldingen uit zijn leven laten zien dat Imhotep het recht werd verleend om samen met de koning genoemd te worden, een heel hoge eer. Hoe Imhotep zijn rol als priester vervuld heeft is niet bekend.
In afbeeldingen is Imhotep een gewone man, met een lendendoek en een bloot bovenlichaam. Hij wordt afgebeeld met een kaalgeschoren hoofd of een schedelkap en draagt de tekenen van een god (anch en scepter). Opvallend is de gelijkenis met de god Ptah, die - als enige andere godheid - ook een schedelkap draagt en tevens de anch en de "was-scepter".
Imhotep wordt gewoonlijk zittend afgebeeld, terwijl hij leest in een op zijn knieën uitgerolde papyrus. Bij dit beeldje staat op deze papyrusrol geschreven Imhotep, de zoon van Ptah. Op de holle basis staat een wijopschrift: "Imhotep, moge hij leven geven aan Tjahapimoe". Imhotep is weergegeven als een wijze oude man, gekleed in een lang, geplisseerd schort en met kortgeschoren haar.
Wellicht is het beeldje te beschouwen als het wijgeschenk van een zieke, die de god ermee om genezing vroeg. Het is bekend dat er een Asklepieion in Sakkara was, waar patiënten de nacht konden doorbrengen in de hoop op geneeskrachtige dromen. Dit beeldje komt mogelijk uit die omgeving. De naam van de schenker, die is vernoemd naar de Apis-stier, wijst er namelijk op dat het beeld uit Memphis komt.
De verering van Imhotep groeide, zoals wij als we al schreven, uit tot vergoddelijking, in de Late Periode en de Graeco- Romeinse periode, toen zijn cultus zijn hoogtepunt bereikt, en een aantal van de heiligdommen en tempels waren gewijd aan de geleerde.
Zijn belangrijkste plaatsen van aanbidding zijn geweest in Saqqara, op het eiland Philae, en in Thebe, waar hij samen vereerd werd met de uit de 18e-dynastie vergoddelijkte Amenophis, Zoon van Hapoe, in Deir el-Bahri, en in de Ptolemaeïsche tempel in Deir el-Medina.
Een belangrijke inscriptie ten aanzien van Imhotep werd geplaatst in de tempel van Ptah in Karnak tijdens de regering van Tiberius. Zijn cultus centra waren bedevaartsoorden voor patiënten die daar baden en sliep, in de hoop dat de God hen zou genezen of remedies openbaren, door geïnspireerd dromen.
In zijn cultuscentrum de "Asklepion" in Sakkara werden in de ondergrondse catacomben gemummificeerde ibissen achtergelaten, door aanbidders als offergaven, voor Imhotept. Ook werden er hier door de pelgrims modellen van geblesseerde ledematen, of zieke organen achter gelaten, in de hoop dat ze genezen werden door de god.
Alhoewel Imhotep's positie als een vergoddelijkte gewone man niet uniek was in het oude Egypte, was hij ongeëvenaard in de hoge mate van wijdverbreide verering, die aan hem gewijd was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten