Pagina's

woensdag 2 maart 2011

Papyrus

Papyrus is een vroege vorm van papier. Het wordt gemaakt van de stengels van de papyrusplant, Cyperus papyrus L. De papyrusplant (mehyt) stond in het oude Egypte symbool voor: vreugde, het was de toverstaf van godinnen, De plant werd met blijdschap en jeugd geassocieerd en voor al het nieuwe leven dat uit het oerwater voortkwam. De voorstelling van een papyrusstengel (waadj) gebruikt om er het begrip groen, fris en bloeien mee uit te drukken. De papyrusplant was een koninklijk gewas, symbool van Beneden- Egypte. De papyrusplant groeide in grote weelde en werd daarmee symbool voor vruchtbaarheid en het leven zelf en is symboolplant van god Hapi en de hemel werd gedragen door zuilen van papyrus.

Papyrus werd naast Hapi met vele goden geassocieerd. De godinnen Hathor, Bastet en Neith dragen vaak een wAD-scepter in hun handen. De koegodin Hathor draagt, als de godin van de hemel, vaak een papyrusbundel tussen haar koeienhoorns. De papyrusbundel neemt hier de plaats in van de zonneschijf. Isis baart haar zoon in het papyrusrietveld, omdat zij zich moet verbergen voor Seth. Het papyrusrietveld had hierdoor ook symbolische betekenis als de plaats voor geboorte en wedergeboorte.

Op de achterzijde schminkpalet van koning Narmer (ca. 3100 v.Chr.) treffen we een voorstelling aan waarbij de vijand van de koning wordt afgebeeld. Deze deltabewoner wordt voorgesteld als een mensenhoofd Het hoofd lijkt uit een object gegroeid te zijn dit is een landtong waarop de uitwaaierende papyrusbloemen spruiten. De papyrusbloem kunnen tevens verwijzen naar de moerassen van de Nijldelta waar de slag kon plaats gevonden hebben. De papyrusbloem kan ook voor een getal staan, en wijzen op het aantal slachtoffers in deze strijd. Dit alles is tekenend voor het belang van de papyrusplant in de mythologie en in de geschiedenis van Egypte.

Papyrus en werd in de oudheid gebruikt om op te schrijven. De tekst werd bewaaird als boekrol, bekend als een papyrusrol. Het maken van dit paupyrua papier werd uitgevonden door de oude Egyptenaren en deze uitvinding stond aan de wieg van de moderne beschaving. Het gebruik van papyrus begon 5000 jaar geleden in Egypte. Tot op de dag van vandaag worden de duurdere soorten papier (perkament) nog steeds gemaakt van payrus met behulp van de oorspronkelijke technieken. De oudst bekende papyrusrol is gevonden in Sakkara in het graf van Hemaka, een hoge ambtenaar uit de tijd van de 1ste dynastie (ca. 3000 v.Chr.). Deze rol is niet beschreven maar vertoont wel alle kenmerken van het fabricageproces.

Papyrusrollen zijn tijdens opgravingen onder andere gevonden in graftombes, huizen en afvalhopen uit de oudheid, en hebben al veel over de geschiedenis van met name het oude Egypte en omstreken verteld. Met name de vondsten te Oxyrrhynchus vormen een bron van informatie over het dagelijks leven. papyrus was superieur was aan de veel zware en breekbare kleitabletten. Het schrijven met inkt is speciaal voor dit materiaal ontworpen De papyrusplant groeide in de oudheid alom in de Egyptische moerassen.

Voor het maken van schrijfmateriaal werden de ongeveer drie meter hoge stengels losgetrokken van de wortelstok, geschild en in moten gesneden van tenminste 40 cm lengte. Het sponzige merg werd dan in de lengterichting in plakjes gesneden of spiraalsgewijs afgerold tot een velletje. Deze werden geplet en in water geweekt tot ze een halfdoorzichtig voorkomen kregen. Het kleverige plantensap fungeerde als bindmiddel. Een aantal lagen van deze in lange repen gesneden en geweekte papyrusstengels werden als een weefwerk op elkaar gelegd, en terwijl ze nog nat zijn samengedrukt. Twee lagen plakjes of velletjes werden dan op elkaar gelegd, zodanig dat de vezels van de onderlaag haaks op die van de bovenlaag liepen. Door walsen, hameren of persen vormde zich een blad schrijfmateriaal.

Als het blad droog was werd het papyrusoppervlak behandeld met een soort lijm, waardoor de inkt niet ging lopen, en glad gepolijst. Twintig of meer van zulke vellen, aan elkaar geplakt met Arabische gom, vormden een boekrol. Het hele fabricageproces is tegenwoordig op experimentele wijze herontdekt en wordt toegepast om papyri te maken voor de toeristenindustrie.

In een droog klimaat zoals dat van Egypte is papyrus goed te bewaren. In een klimaat met een hogere luchtvochtigheid zal papyrus gaan schimmelen. Daarom zijn de meeste vondsten van papyrus in het woestijnklimaat van het Midden-Oosten gedaan. In het natte Europa is bijna alle papyrus uit vroeger tijden vergaan. Papurus bedekt de vochtigste delen van de Nijldelta en speelt een belangrijke rol in het dagelijkse leven van de Egyptenaren. Men maakte behalve schrijfmateriaal; sandalen, lendendoeken en manden van, eet het zachte deel van de stengel. De wortels doen dienst als brandstof en het merg uit de stengel werd gebruikt om pitten voor fakkels te maken.

Papyrus was ook voor de scheepsvaart van belang, want het werd gebruikt voor het dichtmaken van gaten, voor de productie van zeilen en touwen en voor de bouw van de kleine vlotten waarop men zich in het moeras verplaatste. Maar verwerkt tot een wit, sterk soort papier, schrijfmateriaal voor het hiërogliefen schrift, is papyrus het meest waardevol gebleken, omdat het de mogelijkheid schiep om teksten die kennis en inzicht in de Egyptische beschaving verschaffen door te geven.

Papyrus groeit vooral in de moerassige delen van de Nijldelta. Het vormt heuse papyruswouden met toppen die wel 5 toto 6 meter hoog kunnen worden. In een Egyptische mythe kunnen we dan ook lezen dat Achtervolgd door de woede van Seth, de broer en moordenaar van Osiris, vinden Isis en haar zoon Horus bescherming in het dichte papyruswoud dat de Nijldelta bedekt.

In het oude Egypte werkten de “papyrusplukkers” midden in een woud van weelderig groen, papyrus. Zij trokken van bos naar bos om er een voor een de stengels van de kostbare plant te kappen. Het was zwaar werk, want de rietsnijders konden zich alleen met grote moeite door het moerasgebied verplaatsen; dode zijarmen, modderkuilen en meertjes vormen grote gevaren die kost wat kost vermeden moesten worden, net als ontmoetingen met nijlpaarden, krokodillen, cobra’s en andere gevaarlijke dieren die de rust en de klamme warmte tussen het papyrusriet verkozen.

Aan het eind van de dag liepen de rietsnijders gebukt onder het gewicht van reusachtige schoven over smalle droge paadjes die alleen zij kennen terug naar de ateliers. Pas daarna keerde ieder op zijn vlot van aan elkaar geknoopte papyrusstengels naar huis terug.

Om papyrus tot papier te verwerken vereist kennis en vaardigheid die de Egyptenaren sinds het ontstaan van hun land van generatie op generatie aan elkaar hebben doorgegeven. Al voor de tijd van de dynastieën waren de Egyptenaren in staat uit de vezelachtige kern van de papyrusstengels een wit, soepel maar sterk papier te maken, dat geen inkt opzuigt en de tand des tijds doorstaat.

Omdat de productie erg kostbaar was, werd papyrus maar zeer beperkt gebruikt en alleen voor belangrijke teksten, zoals archiefstukken, boekhoudkundige documenten, godsdienstige, wetenschappelijke en literaire werken. Als in een graf papyrus aangetroffen wordt, duidde dit op een hoge status van de dode

de papyrusstengel wordt in stukken gehakt die even lang zijn als de gewenste hoogte van het papier. Papyrusmakers snijden het merg van de plant in fijne stroken die vervolgens met een hamer platgeslagen worden. De doorzichtige stroken worden in twee lagen kruiselings over elkaar gelegd. Het blad dat zo ontstaat wordt vochtig gehouden en lang beslagen. Als het eenmaal droog is worden de vellen aan elkaar geplakt tot een papyrusrol (medjat), waarvan de langste tot 40 meter lang konden zijn. De banen worden opgerold met de horizontale vezels - de kant die beschreven gaat worden - naar binnen. De bladspiegel van de meeste papyrusrollen zijn 38 in cm hoogte bewijst dat is de maat van een onversneden rol zoals die uit de werkplaats van de papyrusmakers kwam. In het Nieuwe Rijk gebruikten de Egyptenaren voor de meeste literaire of administratieve teksten rollen die in de hoogte waren gehalveerd; voor brieven werd zelfs vaak een 'kwarto'-formaat gekozen.

Hieronder nog even de stappen op een rijtje voor het maken van papyrus;
1. Snijd de stengel van de papyrusplant in verschillende stukken.
2. Snijd van die stukken dunnen repen af
3. Sla die stukken met een hamer plat.
4. Leg dit enige tijd in water te weken.
5. Leg de stroken op elkaar.
6. Maak dat allemaal goed nat.
7. Breng er dwars overheen een tweede laag stroken aan.
8. Pers beide lagen op elkaar.
9. Polijst het papyrus met een steen.

Papyrus had een aantal eigenschappen die het heel aantrekkelijk maakten als schrijfmateriaal. Het was zo sterk als pakpapier, opmerkelijk kreukbestendig en veerkrachtig genoeg om eeuwen lang keer op keer te worden ontrold en weer opgerold. Een verse papyrusrol was helderwit van kleur en vergeelde slechts zeer langzaam; men moet zich niet laten misleiden door het huidige aanzien van papyri, die door een lang verblijf in de grond heel donker kunnen zijn. Papyrus was lichter in gewicht dan enig ander schrijfmateriaal uit de oudheid. Het oppervlak was glad gepolijst en bood geen weerstand aan penseel of pen. Bovendien zoog het de inkt enigszins op, zodat het een grote duurzaamheid van het opschrift garandeerde.

Tenslotte veroorzaakte dit materiaal een soort technologische en culturele revolutie: een volk dat papyrus leerde kennen hoefde niet langer moeizaam letter voor letter in steen, hout of metaal te griften of in klei te drukken, maar kon verder toe met pen en inkt. Het schrijven met inkt leidt tot een veel grotere schrijfsnelheid, tot een grotere productie, en maakt daardoor pas de ingewikkelde administratie mogelijk die de grondslag vormt voor een hoogontwikkelde maatschappij.

De oudste beschreven papyri stammen uit de 4de dynastie (ca. 2500 v.Chr.). Het zijn afrekeningen van een landgoed bij Gebelein, geschreven in een al volledig ontwikkelde vorm van het hiëratische schrift. Dat duidt erop dat dit schrift al een hele ontwikkeling achter zich had, en inderdaad tonen zelfs de cursieve hiërogliefen uit de 1ste dynastie hoe vaardig de schrijvers van dat moment al met penseel en inkt omgingen.

De inkt werd vervaardigd van roet en water, met Arabische gom (hars van de Nijlacacia) als bindmiddel. Voor speciale passages, titels en opschriften gebruikten de schrijvers rode inkt, gemaakt van oker. Zulke rode passages worden rubra genoemd (Latijns ruber = rood); ons woord rubriek is ervan afgeleid. De inkt werd verwerkt in de vorm van inktblokjes die met een nat penseeltje werden bevochtigd. Deze penselen maakten de Egyptenaren van de stengels van een biezensoort (Juncus maritimus). Ze waren ongeveer l ,5 mm dik bij een lengte van zo'n twintig centimeter. Een der uiteinden werd schuin bijgesneden en tot een kwastje uitgekauwd.

Inktblokjes en penselen werden bewaard in een speciaal houten schijfpalet. Een afbeelding van palet, penseelkoker en waterpotje vormt ook de hiëroglief voor de woorden 'schrijven' of 'schrijver'. Pas in de Griekse tijd werd de hardere rietpen geïntroduceerd, waardoor de handschriften spichtiger worden (zoals op mummiewindsels en papyrus).

Gaandeweg ontwikkelden de schrijvers allerlei vaste tradities. Door het productieproces heeft een papyrusrol één zijde waar de vezels in de lengte lopen; deze zijde wordt recto genoemd en komt bij het oprollen aan de binnenkunt. De keerzijde (verso) heeft de vezels overdwars en komt aan de buitenkant van de rol. Bij het schrijven van hiëratisch werd tot in het Middenrijk wel in kolommen gewerkt, maar daarna genoten horizontale regels de voorkeur De tekst werd geschreven van rechts naar links, vermoedelijk omdat dit voor een rechtshandige het meest logisch is.

Gestart werd op de recto-zijde omdat de tekst dan bij het oprollen beter beschermd was; bij het schrijven in regels ondervond bovendien de penseel minder weerstand van de vezels, die immers net als de schrijfregels in de lengterichting liggen. Bij lange teksten werd echter vaak voortgegaan op het verso, of dit werd voor een ander document gebruikt (bijvoorbeeld in religieuze en magische teksten). Papyrusrollen werden geleverd in hoogten tussen de 32 cm (in het Middenrijk) en 42 cm (in het Nieuwe Rijk).

Alleen voor de belangrijkste overheidsdocumenten, archiefstukken en religieuze teksten (zoals hymnen en mythologieën)gebruikte de schrijver zo'n integrale rol. Voor literaire teksten en correspondentie sneed hij de rol overlangs in tweeën of zelfs in vieren. Brieven staan vaak op zulke smalle stroken, die bovendien een kwartslag werden gedraaid zodat de vezels haaks op het opschrift staan. Na voltooiing werden ze opgerold, dubbelgevouwen en verzegeld met een touwtje en een klontje klei.

In de loop van het Nieuwe Rijk kwam de Egyptische papyrusexport op gang. Deze was voornamelijk gericht op een nieuwe ster aan het politieke firmament. Op de kust van de Libanon was de macht van de Phoeniciërs in opkomst, een volk dat door zijn handelsactiviteiten sterk onder invloed stond van de Egyptische levenswijze. Zo lezen we in het bekende reisverhaal van de Egyptische priester Wenamon dat deze rond 1070 v.Chr. vijfhonderd papyrusrollen meenam op zijn handelsmissie naar het Phoenicische Byblos. Over het alfabetische schrift van de bewoners van deze kust is hierboven al gesproken.

Gedurende de volgende eeuwen ontwikkelden de Phoeniciërs zich tot de grootste handelsnatie van de Middellandse Zee. Zo werden zij de tussenpersonen bij de verdere verspreiding van papyrus en van het alfabet. De Grieken namen beide culturele verworvenheden onmiddellijk over van hun handelspartners. Zij hadden twee benamingen voor het schrijfmateriaal. Het Griekse woord papyrus is vermoedelijk een verbastering van het Egyptische pa-per-aä, het 'koninklijke materiaal', zo genoemd omdat de papyrusfabricage een koninklijk monopolie was. Daarnaast kenden de Grieken het materiaal ook eenvoudigweg als byblos, omdat de schepen uit de gelijknamige Phoenicische havenstad het aanvoerden. Biblion werd de gewone term voor 'boek', onze woorden Bijbel en bibliotheek zijn ervan afgeleid.

De Romeinse republiek leerde papyrus kennen als een van de exportproducten van de internationale haven Alexandrië. Zelf schreven de Romeinen tot dusver op rollen boombast (liber, dat later 'boek' ging betekenen), lood of doek. Maar drie eeuwen later moest de Romeinse geleerde Plinius de Oude (23-79 na Chr.) erkennen dat 'de beschaafde samenleving met name voor haar administratie fundamenteel afhankelijk is van het gebruik van papyrus'. Dat wordt wel bewezen door een gebeurtenis ten tijde van keizer Tiberius (14-37 na Chr.). Toen er door onduidelijke oorzaken in Rome een papyrustekort ontstond. stelde de keizer onmiddellijk een senaatscommissie in voor het uitvaardigen van rantsoeneringsmaatregelen, omdat het leven anders een chaos zou worden, zoals Plinius dat uitdrukte.

Het Romeinse keizerrijk verspreidde het gebruik van papyrus, en daarmee van het schrijven met pen en inkt, over de hele toenmaals bekende wereld. Wel kwam daarnaast het gebruik van perkament op, speciaal geprepareerde geiten- of schapenhuiden die wat beter dan papyrus bestand zijn tegen vouwen en innaaien in een boekband. Zo was het de opkomst van het gebonden boek (codex) in de 3de en 4de eeuw na Chr. dat na meer dan drieduizend jaar een einde maakte aan de monopoliepositie van het Egyptische papyrus.

De doodslag werd gegeven door de verbreiding van het papier, een Chinese vinding die door tussenkomst van de Arabieren vanaf de 8ste eeuw naar het westen kwam. Rond 1150 schreef Eustathius, aartsbisschop van Thessaloniki: Papyrusfabricage is onlangs een verloren ambacht geworden. Maar ook deze Byzantijnse geleerde schreef zijn woorden met pen en inkt, en het papier waaraan hij zijn gedachten toevertrouwde, is vernoemd naar het Egyptische papyrus. Sommige Egyptische tradities hebben het eeuwige leven!

Papyrus wordt zoals wij schreven gemaakt van de papyrusplant. Papyrus is een statige waterplant, die behoort tot de familie van de zegge. Dat is een grasachtige soort, die zowel bladverliezend als groenblijvende kruidachtige plant, die behoort tot de cypergrassen. De meest opvallende kenmerken van de papyrus is de felgroene kleur, de lange stengels, die tot 40 mm dik kunnen zijn aan de basis en wel tot 5 meter lang kunnen worden. Bovenaan bevinden zich een waaier van groene langwerpige sprieten, als een paraplu. Hieruit vormen zich ook de bloemetjes en later het zaad.

De familienaam Cyperaceae (zegge), waartoe het papyrusriet behoort, bestaat ongeveer uit 5000 soorten wereldwijd. In Zuid-Afrika zijn er al ongeveer 400 soorten. De bekendste soort vindt men in Egypte en Soedan. In zijn natuurlijke omgeving groeit het papyrusriet in grote bossen, in vochtig en moerasachtig gebied en langs rivieren. De bloei van de plant trekt veel zaadetende vogels en op deze manier wordt de plant ook verspreidt. Maar de meeste verspreiding van het zaad wordt door de wind gedaan.

Papyrus was ook het materiaal waarmee in oude Egypte boten werden gemaakt en daar verwijst de profeet Jesaja in de Bijbel naar als hij zegt “Dat gezanten zendt over de zee, en in schepen van biezen op de wateren!” (Jes. 18:2). Met deze schijnbaar broze schepen gingen ze niet alleen naar afgelegen eilanden als Taprobane maar volgens sommigen zoals Thor Heyerdahl zelfs naar de andere kant van de Atlantische oceaan.

Hier nog wat tips voor als je zelf papyrus wilt verbouwen. In de meeste tuincentra's hebben pypyrus planten te koop. De plant kan men het beste telen met een modderige of zanderige ondergrond van minsten een halve meter diep, zodat de stengels niet omvallen, maar de wortels zich stevig verankerd hebben in de grond. Ze hebben de volle zon nodig en dienen beschut te worden tegen al te harde wind, als je ze in de zomer buiten zet. Om optimaal te kunnen uitgroeien tot een grote bos riet.

Vlak voor de winter kan men de oude en droge stengels afsnijden. In de lente zal de plant weer nieuwe scheuten vormen en verder uitgroeien. Omdat er steeds nieuwe stengels komen vanuit de wortels kan men de planten makkelijk bij de wortels scheuren, om zo weer een nieuwe plant te hebben. De plant wordt gemakkelijk geteeld voor middelgrote tot grote waterpartijen, mat name in warmere gebieden en klimaten. Maar ook in Nederland doen de papyrusplanten het goed, al zullen ze strenge winters niet overleven als de wortels niet beschermd worden tegen de vorst.

Als kamerplant is de papyrus ook goed te houden, als men de plant maar nat houdt. Met de juiste verzorging is de papyrus een makkelijke en dankbare groeier en je zal deze plant niet snel verzuipen door over begieting, want het is een echte waterliefhebber.

1 opmerking:

  1. Dank voor deze mooie website. Er staat veel informatie op en het nodigt uit om iets met papyrus te doen.

    BeantwoordenVerwijderen