Pagina's

zaterdag 28 augustus 2010

Anselm Kiefer: Sterren in een Doosje

Sterzoeker is gek op sterren, op de sterrenhemel en alles wat daarmee samenhangt en is al een leven lang omringd met astrologie. Sterzoeker vraagt zich dan ook vaak af hoe een leven zonder sterren er uit zou zien? Op sterzoeker blog site is echter nog maar weinig over sterren en astrologie geschreven, met als reden dat dit elders al veelvuldig gebeurt. Maar nu dus toch even iets over sterren. Deze keer niet over astrologie, maar over kunst en sterren. Iets van een geheel andere orde dus. Het liefst zou sterzoeker alle sterren in en doosje willen doen. Dat moeten meer mensen gedacht hebben. Zo ook de kunstenaar Anselm Kiefer. Een aantal weken geleden bezocht Sterzoeker het Küppersmühle in Duisburg om de schilderijen van Anselm Kiefer te bewonderen. Daarover meer in deze blog.

Kiefer heeft in Museum Küppersmühle in Duisburg Vier doeken hangen van enorme proportie, drie uit de serie Sternen Lager No. II, III en IV (1998) en Cette Obsure Clairité, qui tombe des étoilles (1998) uit het zelfde jaar.

Op weg naar het museum las Sterzoeker op een zijmuur van het Rathaus een citaat van Kant “Twee dingen zijn een blijvende en groeiende bron van verwondering: de sterrenhemel boven ons en de morele diepte in ons”. Mooier zouden we onze verwondering en facinatie met betrekking tot de sterrenhemel niet kunnen verwoorden.

Anselm Kiefer maakt fascinatiewerk. Geen schilder die meer beeldhouwt, geen schilder die monumentaler denkt, wellicht dat hij daardoor gefascineerd is door de sterrenhemel en deze in zijn werk tracht vast te leggen.

Zijn door de kleuren van de aarde bepaald palet, is meestal donker en somber, daar verwacht je dus geen weergave van een sterrenhemel in verbeeld. Deze kunstwerken echter ogen lichter, dan de meeste van zijn andere werken, maar zijn wel gemaakt met de bekende dikke huid vol craquelures. De laag met aarde, stro, schellak, pigmenten, emulsie en zand op doek, waarin in pastellen tinten een afbeelding tot stand komt met een monumentaal karakter, is vol van scheuren en barsten.

Verassend echter is dat kiefer middels het gebruik van dit materiaal een link met de sterren en de sterrenhemel tot stand tracht te brengen en dit komt in de ogen van Sterzoeker wonder wel tot uiting door de grote afmetingen van zijn werk.

Dat vastleggen van de sterren doet Kiefer letterlijk op de monumentale drieluik: Sternenlager II, III, IV. Daarin stapelt Kiefer de begraven sterren (met hun naam en/of nummer op de kist geschreven) in een grote, gewelfde kelder. De kelder en naam van het schilderij roepen allerlei associaties bij de kijker op (lager kan stockeerplaats zijn, en zelfs bed, maar ook kamp).

We zien een onderaards depot met stellingen, met op de schappen, van nummers voorziene bakken, lades, die hoog boven degene die voor het schilderij staat uit torenen: Groots! Bij nadere bestudering blijken de nummers, die op de bakken zijn genoteerd, nummer te zijn welke de NASA heeft toegekend aan bepaalde sterren. We kijken hier dus naar een heuze sterrenopslag of Sterren-bewaar-depot. In iedere lade of bak zit dus een ster of een sterrenstelsel opgeborgen.

Op de tegenoverliggende wand hangt het schilderij met de sterrenregenval. Hier ziet Sterzoeker aan de muur van de oude fabriek een even groot metershoog schilderij van een sterrennacht, zwart waarop Kiefer een (sterren)regen van pittenzaadjes laat neerdalen en waarop hij met brede hand de titel schrijft: “Cette obscure clarté qui tombe des étoiles”. Een citaat van Corneille, maar het zou Kiefer niet zijn, als die woorden niet veel meer verborgen dan ze blootgaven: ze komen uit een oorlogsgedicht, waar in de stilte van de nacht de vijandelijke Moren worden opgewacht en dan met overtuiging in zee gedreven...

We zien op dit schilderij duizenden sterren uit de hemel naar beneden vallen. "Zouden dat de sterren zijn die op het andere doek in de depot zijn opgeborgen?", vraagt Sterzoeker zich af tijdens het bewonderen van dit doek? "Ha, nu wordt Sterzoeker iets duidelijk; waar al die gevallen sterren naar toe gaan. Maar natuurlijk, die gaan naar het sterrendepot. Sommige wachtende om opnieuw te worden uitgeven, anderen voor de eeuwigheid bewaard". Eindelijk weer eens raadsel opgelost, middels Kiefer zijn werk.

De geïsoleerde manier van presenteren van de schilderijen, op elke wand een van de gigantische doeken met de eenzame zitkubus in het midden, maakt als de bezoeker daarop plaatsneemt dat deze zich alleen maar meer bewust is van de afstanden, die hier moet worden overbruggen en doet beseffen hoe nietig wij ons ergens tussen al die sterren bevinden.

Anselm Kiefer heeft in dit kunstwerk verwoord wat sterzoeker al zo lang roep: Sterren; als we ze gevonden hebben, dan zouden we ze het liefst in een doosje willen doen!

1 opmerking:

  1. leuk, gisteren zag ik een docu over Anselm Kiefer op TV, Hij gebruijkt veel symbolen uit mythes, zo zagen we hem heen en weer met drake tanden van de areopagus en met letter en begrippen uit de kabbala en hij had een labyrinth gebouwd en boven de grond torens. heel bijzonder kunst dus!

    BeantwoordenVerwijderen