vrijdag 9 april 2010

De Reizen van de Pelgrim

“De weg zelf moet ieder alleen gaan.
Wat weet ik van jouw pelgrimstocht,
wat weet jij van de mijne?
Is dit niet juist het kernpunt
van onze overtuiging
dat ieder voor zich
in eigen wezen God leert kennen?”


Uit: Hella Haasse, De scharlaken stad, Querido, 1952, blz. 81.

Dit artikel (bouwstuk) is ons toegezonden door een Br:. uit de vrijmetselarij en deze wenst verder anoniem te blijven. Dank voor deze mooie uit eenzetting over de weg van de plegrim en de opgang naar het geestelijke licht.

Het leven is een reis. Dit is een mooie metafoor. Een reis van hier naar daar, van een beginpunt naar een eindpunt. Zo maak ik ieder dag een tocht, als ik naar mijn werk ga. In de trein vergezellen me vele reisgenoten. Sommige reizigers krijgen nooit genoeg van de schoonheid van de verschillende landschappen waar we doorheen rijden. Andere zitten heel tevreden een boek of een krant te lezen, verloren of verdiept in wat ze lezen en kijken alleen zo nu en dan op wanneer ze merken dat er een station nadert. Op de terugreis lezen ze weer hetzelfde boek als op de heenreis. Reizigers lijken hun reis te maken de op hun geheel eigen wijze.

De vele kleine reizen die ik heb gemaakt hebben mij uiteindelijke geleidt naar een geestelijk pad die ik heel bewust heb verkozen. Het is een heel bijzondere pad, een pad van inwijding. Het is een pad welke ik met eerbied en voorzichtigheid van een pelgrim wil betreden. Het is de het pad van de Vrijmetselaar.

Wat mij bijzonder is bijgebleven van mijn inwijding is dat ik dit pad letterlijk mocht gaan als pelgrim. Wat een mooi en rijk symbool. Waar deze weg mij ook naar toebrengt, dit beeld zal mij altijd voor ogen blijven staan, dat wij allen pelgrims zijn en dat we allemaal op weg zijn.

In het inwijdingsritueel van de leerling vrijmetselaar leggen wij onze dagelijkse kleding en sieraden af en trekken we het kleed van pelgrim aan, omdat we geestelijke reizigers zijn. We gaan geblinddoekt op reis, ons nog onbewust van onze omgeving. Maar, wat is nu eigenlijk een pelgrim, en waarom gaan wij op reis als pelgrim.
Het prototype van de middeleeuwse reiziger was de pelgrim. Hij reisde om God te ontmoeten in de heilige (bedevaart)plaatsen. Zijn beweegredenen waren religieus van aard. Hij ging niet op reis om het genoegen van de reis zelf, maar om getuigenis af te leggen van het verschil tussen een profane en sacrale ruimte. Zijn tocht door de wereld stond in het teken van de hemel; zijn lichamelijke inspanningen kregen betekenis in het licht van zijn zielenheil dat hem op de plekken van het geloof ten deel zou vallen.Paradoxaal genoeg bestond de wereld voor de gelovige reiziger uit een aantal religieuze centra die hem eraan herinnerden dat niet hij en de wereld het centrum vormden, maar God.

Net als deze middeleeuwse pelgrim ging ik in de inwijding op reis. Drie symbolische reizen ging ik. De reizen gingen langs een vierkant welke symbool zou kunnen staan voor de stoffelijke schepping, een heilige plaats. Ik ging deze reizen naar het “oosten” geblinddoekt. De reizen eindigden op het middelpunt voor het altaar, daar werd mijn blinddoek af gedaan en zag ik het licht. Deze reizen waren niet zomaar. Ieder reis bracht zijn eigen symboliek mee en voerde mij langs de elementen aarde water lucht en vuur.

Voor de middeleeuwse pelgrim was reizen een serieuze zaak, dé manier om te leren en zichzelf te ontplooien. Idealiter bracht de reis de pelgrim in contact met andere culturen en leefwijzen, andere ideeën en gewoontes. Door zich hiervoor open te stellen, kon hij zich bevrijden van eigen vooroordelen. Zelfkennis kwam aldus in een ruimer perspectief te staan: de diversiteit van maatschappijen, mensen en meningen vormde een spiegel waarin de pelgrim zichzelf, zijn eigen leven en cultuur op een nieuwe wijze kon gaan zien. In de loge worden we regelmatig met kennis en wijsheid in contact gebracht middels bouwstukken, waardoor we verschillende onderwerpen in ruimer perspectief kunnen gaan zien. Gelijk de middeleeuwse pelgrim kunnen wij ons spiegelen aan de anderen en ons zelf hierdoor verrijken.

De pelgrim of kluizenaar is in vele religies een bekende figuur. Hij/zij symboliseert de nood om zich van tijd tot tijd terug te trekken uit de alledaagse wereld en zich te wijden aan zelfreflectie en contemplatie. Door zich af te zonderen kan hij/zij zich volledig richten op de vereniging met het goddelijke.Een Kluizenaar kiest hiervoor meestal een afgelegen plek in het woud uit of een eenzame bergtop of grot.

De contemplatie begint in ons inwijdingsritueel natuurlijk in de kamer van ontvangst. De spreuken die ik in deze kamer aantrof gaven mij de eerste aanzet tot een geestelijke verdieping. Mijn reis nam hier een aanvang. Hier werd ik teruggeworpen op mijn gevoelskant en hier werd het pelgrimskleed aangetrokken en afstand gedaan van profane zaken. Hier werden mij drie hele belangrijke vragen gesteld o.a. welke indruk ik wil nalaten als ik dit aardse bestaan heb verlaten. Een vraag die diepe indruk op mij heeft gemaakt. Ik realiseerde me dat dit een heel belangrijke vraag is, waar ik niet vaak genoeg bij stil kan blijven staan. Dit is de vraag die ik heb meegenomen op mijn reis en ik steeds weer in overweging wil nemen.

De afgelegen plek of grot van de pelgrim zie ik terugkomen in de symboliek van de kamer van overpeinzing. Hier werd ik getroffen door mooie symbolen van het vergankelijke van mijn aards bestaan. Ook hier weer de eenvoud van de pelgrim, die slechts met weinig tevreden is; een korenaar, een snede brood, wat zout en een kaars om de donkerte verdrijven. Tevens lag hier het heilige boek opengeslagen op het Evangelie van Johannes. Ook een beeldje van een haan, waarin ik het symbool erkende van een naderende dageraad. De haan kraait als de dageraad aanbreekt. De dageraad staat voor het ontluikende licht. Er lag een doodshoofd, symbool van mijn eigen sterfelijkheid en er stond een zandloper, symbool van tijd.

Het woord 'pelgrim' staat ook voor synoniem vreemdeling. Pelgrimeren heeft voor mij de betekenis gekregen van onderweg zijn en het onbekende ontmoeten. Vanuit deze optiek is pelgrimeren al zo oud als de mensheid zelf. Zowel in het verleden als nu zijn de mensen op zoek naar de zin en betekenis van hun leven hier en nu. Laten mensen zich raken en troosten door de schoonheid en de kracht van een plek op aarde. Zo is voor mij de loge een plek van rust van contemplatie geworden, waar ik met mijn broeders en zusters, deze schoonheid en kracht kan ervaren. Het leven na een pelgrimsreis altijd anders dan het leven ervoor. Op tarotprenten draagt de Kluizenaar traditioneel een lamp of lantaarn met zich mee die het licht van het innerlijk vuur symboliseert, de spirituele zoektocht naar kennis, inzicht en heelheid.

De pelgrim is het in zijn reizen aldus niet zozeer te doen om de hoeveelheid als om de kwaliteit. Bij een pelgrimstocht gaat het niet om het aantal plaatsen dat men heeft bezocht maar om de kwaliteit van de ervaring, om de diepere betekenis en waarde ervan, om een nieuwe kijk op alles te ontwikkelen, een nieuwe wijze van in de wereld staan. Zo ervaar ik ook het werk in de loge er is geen haast, deze weg is voor mij een weg voor het leven.

Pelgrims zijn ook zoekers. Dit werpt bij mij de vraag op wat het betekend zoekers of pelgrims te zijn op deze reis die wij allen aan het maken zijn.De aard van ons zoeken is afhankelijk van wat ertoe aanleiding gaf’. De eerste ‘regel’ op het pad is het zoeken naar de weg, het ontdekken van wat ons eigen pad is. Als we niet zoeken, als we ons niet realiseren dat we zoekers zijn op deze existentiële reis, dat we pelgrims zijn, dan is er ook geen richting, geen pad, geen weg. Er is geen weg totdat onze voeten het betreden hebben. Wat van het grootste belang is voor het vinden van zo’n weg, is het zoeken, het vragen. Misschien leren we, als we echte pelgrims zijn, met vragen te leven omdat we ons realiseren dat de pelgrimstocht zelf het antwoord vormt. Vragen brengen ons slechts op weg.

De magie van de pelgrimstocht, is de magie van de specifiek menselijke daad van zelfonderzoek – van voor de vraag staan wie of wat men eigenlijk is’. Dit is wat werkelijk met zoeken wordt bedoeld. Het is voor de vraag te staan wie men zelf is – dat is ons authentieke Zelf herinneren.

Dit zoeken wordt in de V\M \uitgedrukt in het ‘ken U zelve’. Dit treffen we aan als spreuk in de kamer van overpeinzing. Het is de naar binnen gerichte impuls van de ziel waaraan je dan gehoor moet geven. Vanuit het zoeken, vanuit het vragen, het onderzoeken, komt de weg te voorschijn – een weg die zowel een pad is als geen pad. Soms is het een weg ‘steil en doornig’. Voor hen die werkelijk zoeken opent zich, ‘het mysterie van de nieuwe weg’. Echt zoeken heeft dus te maken met een vraag verborgen in ons diepste wezen, dat nooit tevreden is met makkelijke antwoorden, maar die ons uiterlijk zowel als innerlijk leidt tot werkelijk weten.

Inwijding

De weg die wij gaan als vrijmetselaar is een inwijdingsweg. Een inwijding tracht een middel te zijn om de individueel zoekende mens behulpzaam te zijn op zijn levensweg, de moeilijke weg voor hen die uit innerlijke drang zelfstandig en oprecht bevredigende antwoorden trachten te vinden op hun levensvragen. Gedurende onze inwijding wordt ons dan ook gevraagd of het verlangen om ingewijd te worden echt vanuit onszelf komt.

Een inwijdingsweg geeft nergens antwoord op. De functie van een inwijdingsweg in het menselijk leven is de mens te helpen herinneren. Vaak is er gedacht dat een inwijdingsweg een antwoord geeft op alle levensvragen, maar in werkelijkheid geeft het geen antwoord op enige vraag en lost het geen enkel probleem op. Wij zelf geven antwoorden op de vragen; inwijding helpt ons alleen om te herinneren – het wekt ons op om het juiste te herinneren. Maar om wakker geschud te worden moeten wij de juiste vragen stellen, moeten we zoeken, zaken diepgaand verkennen. Wij zijn inderdaad iets vergeten. En het leven doet een beroep op ons om het ons weer in herinnering te brengen – te herinneren wie we zijn, omdat wanneer we ons herinneren wie we zijn we dan ook de weg gevonden hebben.

Heel de menselijke geschiedenis door vindt men rituelen die te maken hebben met een toetreding tot een bepaalde gemeenschap en de overgang naar een nieuwe bestaanswijze.Inwijdingsrituelen zijn van alle tijden en zijn aldus universeel. Het gaat om de inwijding in het leven door geboorterituelen, maar evengoed om het op rituele wijze voltrekken van de overgang naar het bestaan van kind, puber en volwassene, en naar een nieuwe gemeenschap.

Opmerkelijk is dat alle inwijdingsriten met elkaar verwant zijn, doordat ze handelen over een scheiding of een symbolische dood gevolgd door een wedergeboorte. Dit zinnebeeld van een hiernamaals zie ik ook duidelijk in ons ritueel: geblinddoekt trad ik de tempel binnen, symbool van onwetendheid. De eerste reis tegemoet gaande. De eerste en de tweede reis versymboliseerde de gang door de lagere werelden. Tenslotte na de derde reis, werd mij voor het altaar de blinddoek afgenomen, opdat ik het volle licht mocht aanschouwen. Deze derde reis voltrok zich in tegenstelling tot de eerste twee reizen in een volkomen stilte.

Inwijdingsrituelen zijn rituelen die uitdrukken dat men de oude levensfase achterlaat en wordt opgenomen in een nieuwe. Een persoon kan dan ook maar één keer dezelfde initiatie ondergaan: er is geen weg terug. Het kind (of de volwassene) laat het oude leven achter en wordt opgenomen in de gemeenschap van de ingewijden. Dit heb ik duidelijk ervaren op het moment ik opgenomen werd in de broederketen. Ik heb dit ervaren als een heel bijzonder warm moment. Een waarlijk welkom in de loge.

De machtige gloed van de inwijding heeft zijn weerkaatsing op veel niveaus en in veel aspecten. Het maakt de rijkdom aan betekenis van de inwijding mooi en vaak zo tastbaar. Op verschillende manieren kunnen wij dit benaderen en steeds, afhankelijk van ons bevattingsvermogen, is onze microkosmos doortrokken van de werkzaamheid van de macrokosmos. In de inwijding wordt een eerste stap van een mens van licht zichtbaar.

Het stadium wordt bereikt waarop de mens “in de wereld, maar niet van de wereld” is. Inwijding is de grote stap in de evolutie waarbij een nieuw begin wordt gemaakt. De plechtige eed van de gehele toewijding aan en het werken voor het welzijn van de wereld kenmerkt deze stap. Door toe te treden in de gelederen van hen die op het pad van zuivering en verlichting staan, wordt de verantwoordelijkheid voor het welzijn van de wereld op een bijzondere wijze gedragen. De ster van de inwijding straalt boven de mens die in zijn leven dit keerpunt bereikt, die de queeste op een nieuwe wijze voortzet en die geboren wordt in de gemeenschap van hen die reeds hun “gewaden” wit gewassen hebben.

Het inwijdingsmysterie herhaalt zich op steeds verder reikende punten, het is tevens een voortdurend gebeuren. Elke afronding is een nieuw begin, elke inwijding opent een ruimer voortgaan, waarbij op het juiste moment weer een volgende stap zal plaatsvinden.

Wanneer wij de betekenis van inwijding zo bekijken, zien wij hierin de markeringspunten die de keerpunten zijn op de weg die wij gaan. Het is een steeds wijkende horizon van verruimende groei.Uit de oudheid is het gebruik bekend dat de inwijdeling verscheidene beproevingen moest doorstaan om de inwijding te ontvangen.
De spirituele groei, de inwijding wordt zichtbaar in de toename van het goddelijk licht, de “Splendor Solis” in de mens.

De groei is een voortdurend proces, niet gesitueerd op slechts enkele momenten gedurende de omkeringen in het bestaan door de grote inwijdingen. Wanneer wij het gehele leven als een voortdurende inwijding benaderen, wanneer inwijding een mystiek en universeel gegeven is dat permanent op een bepaalde wijze functioneert, dan krijgt de esoterische lering die hierin besloten ligt kracht en inspirerende werking.

Wanneer wij treden in de heilige tijd, zoals deze in mysteriën en in ritualen voorkomt, maar die ook in ons bewustzijn die verbinding weergeeft waarbij de scheidswanden van de fysieke wereld verdwijnen en de mystieke realiteit naar voren treedt, is elke handeling een inwijdingshandeling, is elke daad een heilige daad en is het in de inwijding gesymboliseerde proces een universeel en voortdurend proces. Het is de toename van onze zuiverheid en inzicht waardoor het Hoger Zelf zich kan manifesteren. Alle stappen en aanzichten zijn voortdurend aanwezig. In deze machtige stroom vallen dan de bijzondere momenten waar de grote omkering plaatsvindt, waar de overgang is naar de nieuwe orde. De weg van inwijding is een voortdurend proces in het evenwicht van sterven en geboren worden. In het klein bestaat wat in het groot ook is. Zo boven, zo beneden.

Licht

In de inwijding is mij de zegen van het licht gegeven, maar wat is nu eigenlijk licht. Door licht kunnen we dingen zien en de dagelijkse dingen om ons heen onderscheiden. Dit ontstaat door weerkaatsing van specifieke lichtfrequenties, welke we waarnemen als kleuren. Licht dat door de ruimte reist zonder te worden weerkaatst, is onzichtbaar. Het is een paradox dat het meeste licht onzichtbaar is en daarom in feite duisternis is. Licht wordt dus pas waarneembaar voor het menselijk oog als het door een stoffelijk voorwerp wordt weerkaatst. Door deze weerkaatsing wordt het door onze zintuigen opgevangen en door ons bewustzijn waargenomen.Wanneer licht in aanraking komt met doorzichtige materie van verschillende dikte – bijvoorbeeld een prisma of een regendruppel – wordt wit licht gedifferentieerd in de bekende kleuren van het spectrum.

Als geestelijk of goddelijk licht zich net zo zou gedragen als fysiek licht zou dit impliceren dat het onzichtbaar is, in duisternis is, tot het door de stof wordt weerkaatst. Het goddelijk licht zou dan ook onzichtbaar zijn tot het door de stof wordt weerkaatst. De stof die het licht weerspiegeld is het noodzakelijke voertuig of de drager ervan. Het lijkt erop dat licht per definitie een wezen zoekt dat ermee kan omgaan en het kan transformeren om het zichtbaar te maken.De stoffelijke mens blijkt dan opeens een noodzakelijk voertuig of drager van geestelijk licht zijn. Zelfs goddelijk licht kan niet worden weerkaatst, tenzij er een wezen is dat ermee kan omgaan en het kan transformeren om het zichtbaar te maken.

Licht is misschien meer dan alleen vibrerende straling – licht is mogelijk een eigenschap of kenmerk dat eigen is aan bewustzijn. Licht kan dus op meer dan alleen het fysieke gebied bestaan en erop inwerken. Metafysisch gesproken is ‘licht de manifestatie van de levenskracht van een god’ Dit suggereert dat het fysieke verschijnsel‘licht’ niet zelf een oorzaak is, maar zijn oorsprong heeft in een hoger gebied – dat voor onze zintuigen en ons denken duisternis is, maar niet voor onze goddelijke natuur.

We kunnen erover speculeren of licht zijn oorsprong vindt op gebieden die ver verheven zijn boven het fysieke gebied waartoe onze zintuigen gewoonlijk zijn beperkt. Misschien is licht een uiting van een of andere graad van bewustzijn – van goddelijke of elementale aard. Ieder gebied beïnvloedt de aangrenzende gebieden; en wanneer aan de fysieke omstandigheden en voorwaarden is voldaan, kan licht zich manifesteren – door het aanstrijken van een lucifer of door het drukken op een lichtschakelaar. Of misschien door een flits van inzicht of een daad van mededogen. Misschien zijn we in meer letterlijke zin ‘lichtbrengers’ dan we wel denken.

Goddelijk licht

In alle culturen wordt het woord licht in overdrachtelijke zin gebruikt voor de aanwezigheid van een nieuw bewustzijn. Soms gaat het om een alledaags nieuw inzicht zoals in de zin: ‘Dit werpt een nieuw licht op deze zaak’; maar veel vaker betreft het een wezenlijke, allesomvattende bewustzijns-verandering, zoals in de term ‘een verlichte leraar’. Geestelijke verlichting is het intreden in een nieuwe wereld, waarin alles een nieuw perspectief krijgt. Geestelijk licht is vrijwel synoniem met wijsheid, want de verlichte mens ziet alles in een wijd en universeel perspectief. Licht is een prachtige metafoor om bewustzijn en wijsheid te beschrijven.

Maar licht en bewustzijn maken wel alle stoffelijke dingen zichtbaar en transcenderen alle vormen. Tegenover licht staat duisternis. In overdrachtelijke zin is duisternis niet het kwade, maar onwetendheid. Dit betekent letterlijk het niet-weten, het niet-zien van de werkelijkheid. En dit houdt in dat de weg naar het licht in eerste en laatste instantie het oplossen is van de eigen onwetendheid. Deze weg naar het licht staat los van uiterlijke factoren zoals andere mensen of organisaties en heeft nooit te maken met uiterlijke ambitie of status; de weg naar het licht is niet anders dan een innerlijke opgave.

Het Licht waar de V:.M:.over spreekt is een universeel Licht. Dit licht wordt verzinnebeeld in de wat de drie grote lichten wordt genoemd; het B:.v:.d:.H:.K:., de W:. en de P:>
Het is het licht van waarheid, dat schijnt uit ‘een wereld waar alle schaduwen onbekend zijn’, een licht dat niemand persoonlijk toebehoort. Iedere weg naar het licht is dus een weg naar binnen en impliceert het oplossen van onze eigen onwetendheid. Omdat ieder een andere innerlijke structuur bezit, zal ook iedere mens een andere weg naar het licht gaan.

Daarom verdienen alle grote religieuze geschriften der wereld onze ernstige aandacht en kan zowel de Koran als de bijbel of welke andere heilige geschrift op het altaar liggen. De V:.M:. respecteert ieders individuele weg maar vraagt tegelijk te erkennen dat er slechts één universeel Licht, één universeel Leven bestaat, welke weg iemand ook heeft gekozen. Het straalt in de harten van alle mensen. Het is geen specifiek christelijk of boeddhistisch licht, maar het is wel het licht dat al duizenden jaren via de Christus, de Boeddha en vele anderen op de mensheid straalt.

Tot slot wil ik gaarne een aanhalingen uit De Stem van de Stilte voordragen:
'Het is ‘de stralende essentie van de wereldziel’, een ‘licht dat geen wind kan uitdoven, dat brandt zonder pit of olie’, ‘een wervelend gouden licht’, ‘een licht dat de onpeilbare geestelijke diepten vervult en waaruit de “Stem van de gehele natuur”opstijgt’.

2 opmerkingen:

  1. Dit zijn mijn reizen
    http://mammelu.hyves.nl/album/14064502/tekeningen/ZCX5AnoJ/

    Lieve groet...Luciënne

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Luciënne,

    Dank voor de tip. Wat een prachtige symbolische tekeningen maak je. We zouden je dan ook van harte willen uitnodigen om iets te schrijven voor op sterzoeker, b.v. over hoe deze prachtige werken tot stand zijn gekomen.

    Warme groet,

    Sterzoeker

    BeantwoordenVerwijderen

Vergelijkbare Blogs

Related Posts with Thumbnails